Vergelijkingen in de vorm van ax=b In het verleden stond op de leersite alleen maar vergelijkingen met de letter x. Dit ging daar over aftrekken en optellen. Nu gaan we het met vermenigvuldigen en delen doen. Het lijkt moeilijk maar dat is het niet. Als je de volgende vraag krijgt: 5 appels kosten 10 euro. Hoeveel kost een appel dan. Dan is de vergelijking: 5x= 10 Waarom staat er nu geen maalteken tussen de vijf en de x. Wel bij getallen die vermenigvuldigen met een letter mag het maalteken weggelaten worden. Nu doen we gewoon de omgekeerde bewerking van het bekende getal. Dus we doen in dit geval gedeeld door. Oké we proberen het even: 5x = 10 x = 10:5 x=2 Zo simpel is het! Je moet dit zo opschrijven of anders kunnen er punten verloren gaan. Zeer belangrijk is de eerste regel die “5x=10”,want dat is de vergelijking. Oké nu doen we het even met het delen. We kregen die probleemstelling: Ik boek een reis voor vier personen iedere persoon betaald 100 euro. Hoeveel is het totaalbedrag? Dan doen we het volgende: x : 4 = 100 Hier mogen we de gedeeld door niet weglaten die kan alleen bij het vermenigvuldigen. Hier komt de oplossing: x : 4 = 100 x= 100 • 4 x= 400 Dus de hele reis kost €400. Nu heb je nog vergelijkingen in de wiskunde taal. Of toch hoe je werkt met letters. Bijvoorbeeld: Het dubbel van een getal: 2x want 2•x (stel dat x,3 is) Dus 2•3=6 Het dubbel dus. Een iets moeilijker. Een oneven getal: 2x+1 Als x hier 4 is dan is 2x+1 altijd een oneven getal. Even checken: 2•4=8+1=9 Ook als we die 4 door een 7 vervangen: 2 • 7 = 14 + 1 = 15