HOOFDREKENEN Code: JC 3.4.a 22 − 5 = 24 − 2 = 36 − 3 = 68 − 7 = 40 − 9 = 99 − 9 = 27 − 5 = 70 − 7 = 21 − 9 = 44 − 8 = 80 − 2 = 98 − 8 = 69 − 9 = 29 − 4 = 72 − 8 = 33 − 7 = 50 − 4 = 41 − 5 = 91 − 8 = 63 − 9 = 59 − 5 = 33 − 9 = 35 − 8 = 69 − 6 = 92 − 5 = 55 − 7 = 74 − 2 = 37 − 6 = 18 − 8 = 83 − 7 = Onderwerp: aftrekken van een getal van één cijfer van een getal van twee cijfers Bestemd voor: groep 4 en hoger Code: JC 3.4.a HOOFDREKENEN Antwoorden: 22 − 5 = 17 24 − 2 = 22 36 − 3 = 33 68 − 7 = 61 40 − 9 = 31 99 − 9 = 90 27 − 5 = 22 70 − 7 = 63 21 − 9 = 12 44 − 8 = 36 80 − 2 = 78 98 − 8 = 90 69 − 9 = 60 29 − 4 = 25 72 − 8 = 64 33 − 7 = 26 50 − 4 = 46 41 − 5 = 36 91 − 8 = 83 63 − 9 = 54 59 − 5 = 54 33 − 9 = 24 35 − 8 = 27 69 − 6 = 63 92 − 5 = 87 55 − 7 = 48 74 − 2 = 72 37 − 6 = 31 18 − 8 = 10 83 − 7 = 76 Didactische toelichting: Zulke sommen zijn makkelijk in gevallen als 57 − 3 = 54. Je hoeft dan niet ‘onder een tiental door te duiken’ en kunt je alleen bezighouden met het laatste cijfer: 7 − 3 = 4, de 5 blijft staan. Maar bij 57 − 9 = ? lukt dat niet, want 7 is kleiner dan 9. Bedenk dan dat 57 = 40 + 17 en gebruik dat 17 − 9 = 8 (dat weet je uit je hoofd), dus 57 − 9 = 40 + 17 − 9 = 40 + 8 = 48 Onderwerp: aftrekken van een getal van één cijfer van een getal van twee cijfers Bestemd voor: groep 4 en hoger