Handig vermenigvuldigen De getallen in een vermenigvuldiging heten de factoren. Het resultaat van de vermenigvuldiging heet het product. Je kunt soms handig vermenigvuldigen door de opgave wat aan te passen. Splitsen Door één van de factoren handig te splitsen kun je de vermenigvuldiging veranderen in een optelling of aftrekking. Dat lukt vooral als één de factoren dicht bij een tiental, honderdtal of duizendtal ligt. Voorbeeld 25 × 21 = 25 × (20 + 1) = 25 × 20 + 25 ×1= 500 + 25 = 525. 98 × 102 = (100 − 2 ) × 102 = (100 × 102) − (2 × 102) = 10.200 − 204 = 10.000 − 4 = 9.996. Vermenigvuldigen en delen Je kunt de ene factor met een getal te vermenigvuldigen en de andere factor door datzelfde getal te delen. Voorbeeld 30 × 24 = 60 × 12 = 720 (verdubbelen en halveren). 36 × 0,25 = 9 × 1 = 9 (delen door 4, vermenigvuldigen met 4). 50 × 1,75 = 25 × 3,5 = 75 + 25 × 0,5 = 75 + 12,5 = 87,5 (een combinatie van vermenigvuldigen en delen met splitsen). De volgorde te verwisselen Je vermenigvuldigt eerst de factoren waarvan je de uitkomst direct weet. Voorbeeld 25 × 33 × 4 = 25 × 4 × 33 = 100 × 33 = 3300. Let op Dit kan alleen maar als de opgave bestaat uit vermenigvuldigingen. Bij opgaven waarin ook andere bewerkingen voorkomen gelden de regels van de volgorde voor deze bewerkingen. Zie ook de uitleg: Bewerkingen/ Volgorde van bewerkingen. RekenBeter.nl 2010