Eu - ARTECH Acces, Onderzoek en Technologie voor de Conservering van Europees Cultureel Erfgoed - Europese Enquête naar de Methoden en Materialen die worden gebruikt bij Conservering - STEEN Samenvatting: ALGEMENE INLEIDING ............................................................................................................................................................................................ 2 IC – PERSOONLIJKE GEGEVENS DEELNEMER ENQUETE ................................................................................................................................ 3 St1 – IDENTIFICATIE KUNSTVOORWERP .............................................................................................................................................................. 5 St2 – REINIGING ........................................................................................................................................................................................................ 8 St3 – CONSOLIDATIE ................................................................................................................................................................................................. 18 St4 – BEHANDELING BIODEGRADATIE ................................................................................................................................................................ 23 St/ 1 ALGEMENE INLEIDING Deze vragenlijst is samengesteld om inzicht te krijgen in de conserveringsbehandelingen die tegenwoordig algemeen worden toegepast bij de conservering van kunstvoorwerpen van steen. Deze enquête kan worden ingevuld door ieder gekwalificeerd persoon die direct en continue werkzaam is op het gebied van conservering van kunstwerken en die verantwoordelijk is voor actieve conserveringshandelingen. Elke deelnemer wordt geacht het formulier PERSOONLIJKE GEGEVENS DEELNEMER (IC) in te vullen voorafgaande aan de eigenlijke enquête. Dit formulier dient samen met de onderzoeksformulieren ingeleverd te worden. Een set enquêteformulieren voor STEEN bestaat uit 4 onderdelen: St1 – IDENTIFICATIE KUNSTVOORWERP St2 – REINIGING St3 – CONSOLIDATIE St4 – BEHANDELING BIODEGRADATIE De deelnemer wordt gevraagd enkele door hem/haar persoonlijk uitgevoerde conserveringsbehandelingen te kiezen. De gekozen voorbeelden dienen een weerspiegeling te zijn van de dagelijkse restauratiepraktijk en geen uitzonderlijke situaties te beschrijven. Voor de details van elk van de individuele behandelingen dient een afzonderlijk St1–formulier ingevuld te worden. De deelnemer wordt vervolgens verzocht in aansluiting op het St1–formulier, de formulieren St2–St4 in te vullen met de beschrijving van de verschillende deelaspecten van de steenconserveringsbehandeling in kwestie. De interventiestappen die in de St2-St4 formulieren wel genoemd worden, maar die niet van toepassing zijn op de betreffende casus, kunnen worden overgeslagen. Het overzicht Algemene Samenvatting, het laatste deel van het IC-formulier, is bedoeld voor de registratie van het aantal onderzoeksformulieren dat door elke deelnemer is ingevuld. U wordt vriendelijk verzocht pas na het invullen van de gehele enquête, hier het aantal ingevulde complete formulieren te noteren. De resultaten van dit onderzoek en een lijst met de namen van de deelnemers en medewerkers zullen worden gepubliceerd en toegestuurd aan alle specialisten die aan dit onderzoek hebben bijgedragen. Privacy garantie: De persoonlijke gegevens die ingevuld zijn op het IC-formulier zullen alleen worden gebruikt door de administrator van het onderzoek en dienen om de betrouwbaarheid van de gegevens te waarborgen. De andere formulieren (St1-St4) zullen niet worden gekoppeld aan het IC-formulier. Deze formulieren zullen alleen voor statistische doeleinden worden gebruikt. Hiermee wordt de anonimiteit van de gegevens gewaarborgd. CNR-ICVBC is verantwoordelijk voor het onderzoek in opdracht van het EU-ARTECH Project; bij vragen of onduidelijkheden, wordt verzocht contact op te nemen met het volgende e-mail adres: [email protected]. St/ 2 IC – PERSOONLIJKE GEGEVENS DEELNEMER Achternaam: Voornaam: ................................................................................................. ................................................................................................. Titel Achtergrond Instelling (Bedrijf, Instituut, Stichting, Maatschap, Onderneming etc.) Conserverings werkzaamheden uitgevoerd in de laatste 10 jaar □ Geslacht: V□ M□ Dr. Architect Ir. Prof. Dhr. Mw. Mej. □ □ □ □ □ □ □ Restaurator / Conservator Wetenschapper (chemicus, natuurkundige, geoloog, bioloog) Architect / Ingenieur Kunsthistoricus □ □ □ □ Officiële naam: Land: Adres: Telefoon: E-mail: ...................................... ........................ ............................................ ....................... .......................................... ...................................... ........................ ............................................ ....................... Web-site: ...................................... ........................ ............................................ ....................... .......................................... Bouwkundig erfgoed Schilderijen (doek of paneel), houten beeldhouwwerken □ Beeldhouwwerken (steenachtige materialen) □ □ aantal ................... aantal ...................... aantal ...................... Muurschilderingen □ Metalen kunstvoorwerpen aantal ...................... aantal ...................... □ Hierbij geef ik toestemming om mijn persoonlijke gegevens te gebruiken voor de kerndoelen bepaalt in het Eu-ARTECH N2 Enquête project (zie Algemene Inleiding). St/ 3 Datum waarop de enquête is ingevuld: ……………………………………….. ALGEMENE SAMENVATTING van INGEVULDE FORMULIEREN St1 – IDENTIFICATIE KUNSTVOORWERP aantal ................................. St2 - REINIGING aantal ................................. St3 - CONSOLIDATIE aantal ................................. St4 – BEHANDELING BIODEGRADATIE aantal ................................. De Algemene Samenvatting is bedoeld voor de registratie van het aantal onderzoeksformulieren dat door elke deelnemer is ingevuld. U wordt vriendelijk verzocht deze gegevens pas na het invullen van alle formulieren te noteren. St/ 4 St1 – IDENTIFICATIE KUNSTVOORWERP VOORWOORD Dit formulier is bedoeld voor de identificatie van het stenenoppervlakte waarop de restaurator de reiniging, consolidatie en behandeling tegen biodegradatie heeft toegepast. Dit betekent dat als het kunstvoorwerp waarvan de conserveringsbehandeling beschreven wordt uit meerdere steensoorten bestaat, er een enquêteformulier (St1-St4) voor elk stenenoppervlakte moet worden ingevuld. 1.1. Identificatie kunstvoorwerp (Wat voor soort kunstwerk is het?) Beschrijf het type kunstwerk waarnaar u refereert. Kies uit de volgende soorten: - Bouwkundig erfgoed (b.v. gebouw, monument, kerk, façade etc.); - Archeologisch erfgoed (b.v. gebouw, monument, opgraving, etc.); - Beeldhouwwerk (vrijstaand) (b.v. beeldhouwwerk, museumobject, zuil, etc.); - Anders: specificeer. Wanneer u Bouwkundig erfgoed hebt aangegeven, vul dan het 1.2. onderdeel in; als u Archeologisch erfgoed of Beeldhouwwerk hebt aangegeven, vul dan de 1.2-1.3. onderdelen in. Meerdere antwoorden zijn niet toegestaan. Soort kunstvoorwerp Bouwkundig erfgoed Archeologisch erfgoed Beeldhouwwerk Anders □ □ □ □ specificeer: ………………………………….. St/ 5 1.2. Identificatie oppervlakte (Wat voor soort oppervlakte?) Geef aan, aan wat voor type oppervlakte u refereert. Kies uit de volgende soorten: - Gebeeldhouwd oppervlakte, hoog reliëf of sterk geprofileerd; - Gedecoreerd of met laag reliëf oppervlakte (al de oppervlaktes zijn gedecoreerd met friezen, laag reliëf ,etc.); - Niet gedecoreerd, vlak oppervlakte; - Anders: specificeer. Meerdere antwoorden zijn toegestaan als dezelfde conserveringsbehandeling is toegepast op alle oppervlaktes. Soort oppervlakte Gebeeldhouwd, hoog reliëf of sterk geprofileerd Gedecoreerd of met laag reliëf oppervlakte Niet gedecoreerd, vlak oppervlakte Anders □ □ □ specificeer:……………………………………………… □ 1.3. De locatie van het kunstvoorwerp (Waar staat het?) Geef aan waar het kunstvoorwerp is geplaatst. Kies tussen de volgende situaties: - Buiten; - Buiten, beschut tegen de regen (b.v. in een kloostergang); - Binnen (b.v. in een museum, kerk of ander gebouw); - Ondergronds (binnen in een ondergrondse ruimte van een gebouw, zoals een crypte); - Anders: specificeer. Meerdere antwoorden zijn niet toegestaan. Locatie van het voorwerp Buiten □ Buiten beschut tegen de regen □ Binnen Ondergronds Anders □ □ □ specificeer: ……………………………………………………………. St/ 6 1.4. Identificatie steensoort (Wat voor soort steen?) Geef het soort steenachtig materiaal aan waarbij de behandeling is toegepast. Kies tussen de volgende soorten: - Carboon kalksteen: kalksteen, marmersoorten, kalkhoudend, etc.; - Silicaathoudend gesteente: zandsteen soorten, graniet, basalt, serpentijn, gneis, etc.; - Een combinatie van de twee hierboven genoemde steensoorten: zandsteen soorten; - Lokale naam: als de chemische of mineralogisch aard van de steen niet bekend is, gebruik dan de in het dagelijkse taalgebruik of de plaatselijk in gebruik zijnde naam van het gesteente. Als het beschreven monument of het kunstvoorwerp gemaakt is van verschillende gesteenten, vul dan a.u.b. een set St1-St4 formulieren voor elk type steen in. Porositeit: Geef bij benadering de porositeit van het gesteente aan, kies tussen de volgende waarden: laag (1-5%); middel (5-15%); hoog (>15%), onbekend. Meerder antwoorden zijn niet toegestaan. Type steen Lokale naam Porositeit Carboon kalksteen Silicaathoudend gesteente Carboon/silicaat gesteente □ □ □ ………………………………………………………………………………………………………………………………… laag middel hoog onbekend □ □ □ □ St/ 7 St2 - Reiniging VOORWOORD Dit formulier is ontworpen om de reinigingsmethoden voor steenachtige materialen (natuursteen, gesteente) met een historische en kunstzinnige waarde te onderzoeken. Ingrepen bij kunstmatige steenachtige materialen zoals mortels, pleisters, terracotta en keramiekmaterialen worden in deze enquête niet onderzocht. Dit formulier bestaat uit twee verschillende niveaus: A en B. Bij niveau A wordt alleen algemene informatie over de behandeling gevraagd, terwijl details over de beschreven behandeling in niveau A, in niveau B dienen te worden gespecificeerd. Het volledig invullen van niveau B is niet verplicht. REINIGING – FORMULIER NIVEAU A A.1. Toegepaste analyse voor de identificatie van de verwijderde materialen Geef het soort analyse aan (in situ of in het laboratorium) dat is gebruikt voor de identificatie van het vreemde of schadelijke materiaal dat verwijderd is. Soort analyse In situ In het laboratorium □ □ A.2. Consoliderende behandeling voorafgaande aan de reiniging (Is er enige consoliderende behandeling uitgevoerd voorafgaande aan het reinigen?) Soms moeten kunstvoorwerpen geconsolideerd worden voor het reinigen. Geef aan of er in de beschreven casus een dergelijke behandeling is toegepast. Is er een consoliderende behandeling toegepast voorafgaand aan het reinigen? ja □ nee □ St/ 8 A.3. Identificatie van verwijderde materialen (Wat is verwijderd?) Geef aan wat voor type materialen met de reinigingsbehandeling verwijderd is. Maak een keuze uit de volgende mogelijkheden: - Oppervlakte vuil: opeenhoping van buiten het object afkomstig materiaal, zoals stof, vogelpoep, roet, etc. Een laag oppervlakte vuil heeft in de regel een variabele dikte, een slechte samenhang en is meestal niet sterk gehecht aan het onderliggende materiaal. - Samenhangende materialen: zoals films of compacte aanslag, gestructureerd in lagen met een redelijke hechting aan het substraat. - Film: een laag van buiten het object afkomstig materiaal (vaak een mengsel van anorganische zouten en organische bestandsdelen) over het algemeen goed hechtend aan de ondergrond; gekleurde films worden vaak “patin” of “huid” genoemd. Oxaalfilms zijn het meest bekend. - Compacte aanslag: opeenhoping van buiten het object afkomstig materiaal, zoals stof, vogelpoep, zouten, vervuiling, etc. dat opvallend coherent, samenhangend en compact is. - Residu’s van eerdere of oude behandelingen (mortels, adhesieven, residu’s van vernissen, etc.), graffiti. - Korst: laag vergaan oppervlakte materiaal van het gesteente of van producten die bij een behandeling zijn gebruikt. De laag kan een variabele dikte hebben en is hard en fragiel. De laag kan onderscheiden worden van het onderliggende materiaal door zijn morfologische eigenschappen (ander uiterlijk), en in veel gevallen ook door zijn kleur (zwart). De korst kan spontaan van het gesteente afspringen, dat over het algemeen suiker- of poederachtig van structuur is, en in een slechte conserveringsstaat verkeert. - Zouten: de aanwezigheid van zouten (zoals sulfaten, nitraten, chloriden, fluoriden, carbonaten, etc.) als steenuitslag of schijn-steenuitslag, of dispersies geabsorbeerd in de poreuze structuur van het gesteente. - Vlekken: van buiten afkomstige materialen die in de kristallijne matrix van het gesteente zijn geabsorbeerd; kleurvlekken van zware metalen zoals ijzer, koper; organische materialen en residu’s van oude behandelingen (lijm, was, etc.) - Dode biomassa: vervuiling bestaande uit dood organisch materiaal als gevolg van de toepassing van bestrijdingsmiddelen. - Anders: specificeer. Biologische schadefactoren worden in dit onderdeel niet in beschouwing genomen, omdat ze in het St4-formulier aan bod komen. Meerdere antwoorden zijn toegestaan. Oppervlakte Samenhangende Dode Soort Anders □ Korst Zouten Vlekken vuil materialen biomassa verwijderde □ □ □ specificeer:…………………………………………………… □ □ □ materiaal St/ 9 A.4. Soort behandeling of Combinatie van twee soorten behandeling (Wat voor soort behandeling?) Kies behandelingen in de volgende groepen: - Mechanische reiniging met gereedschap of microgereedschap: reiniging met de hand met behulp van spons, borstel, micro-beitel en microhoge druk beitel, scalpel, etc.; - Mechanische reiniging met droogstraal gereedschap: zandstraling micro-zandstraling, vortex micro-zandstraling, etc.; - Waterspray: water gesprayd op het oppervlakte, verneveld met aanpasbare mondstukken; - Reinigen met kompressen die met water geïmpregneerd zijn: reinigen met absorberende materialen (b.v.: Japans- of rijstpapier, papier of cellulose pulp, carboxymethylcellulose, klei, sepioliet, etc.) geïmpregneerd met water; - Reinigen met kompressen die geïmpregneerd zijn met chemicaliën: reinigen met absorberende materialen (b.v.: Japans- of rijstpapier, papier of cellulose pulp, carboxymethylcellulose, klei, sepioliet, etc.) geïmpregneerd met chemicaliën; - Laser cleaning: reiniging met lasergereedschap; - Anders: specificeer. Maximaal twee types behandeling kunnen voor elke soort reinigingsbehandeling aangegeven worden. Type behandeling Reinigen met Reiniging met Mechanische Mechanische Soort verwijderd kompressen die kompressen die reiniging met reiniging met Watermet water met chemicaliën material droogstraal spray gereedschap of geïmpregneerd geïmpregneerd microgereedschap gereedschap zijn zijn Oppervlakte vuil Samenhangende materialen Korst Zouten Vlekken Dode biomassa Anders, specificeer:………… Laser cleaning Anders (specificeer) □ □ □ □ □ □ ……………………………….. □ □ □ □ □ □ ……………………………….. □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ ……………………………….. □ □ □ □ □ □ ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. ……………………………….. Als verwijdering van meer dan één soort materiaal in de onderdelen A.3-A.4 was vermeld, vul dan a.u.b. formulieren A.5, A.6 en B.1 voor elk verwijderd materiaal apart in. St/ 10 Kopieer deze pagina voor elk verwijderd materiaal A.5. Evaluatie van de behandeling Geef aan of er direct na de voltooiing van de behandeling enige vorm van evaluatie heeft plaatsgevonden. De evaluatie moet betrekking hebben op het gezamenlijke resultaat van de procedures (maximaal 2 behandelingen) die bij A 4 beschreven zijn. Dit formulier dient ingevuld te worden voor elk type materiaal dat verwijderd is, zoals vastgelegd bij A.3 en A.4, hierboven. Kopieer dit formulier zo vaak als nodig. Soort verwijderd materiaal Oppervlakte Samenhangend Dode vuil materiaal Korst Zouten Vlekken biomassa □ □ □ □ □ □ Nadelen Visuele observatie Microscopische observatie □ □ Andere analyses: □ Fysisch: …………………………………………………………………………………………………… Chemisch: …………………………………………………………………………………………………... Effectiviteit Kenmerk van de behandeling □ specificeer:………………………………………………. (één antwoord mogelijk) Evaluatie methode Anders Erg goed Goed Matig □ □ □ Arbeidsintensief Kostbaar Eenvoudig toe te passen Voor verbetering vatbaar □ □ □ □ Verandering in oppervlaktekleur Fysieke schade aan het substraat □ □ Reactie met originele materialen □ Gevaarlijk voor de uitvoerder □ Anders □ specificeer:………………………… St/ 11 Kopieer deze pagina voor elk verwijderd materiaal A.6. Evaluatie van de effecten van de behandeling na enige tijd Geef aan of de effecten van de behandeling in de loop van de tijd zijn vastgesteld (na 1, 5, 10 jaar of meer). Dit onderdeel dient ingevuld te worden voor elk type materiaal dat verwijderd is, zoals vastgelegd bij A.3 en A.4, hierboven. Kopieer dit formulier zo vaak als nodig. Soort verwijderd materiaal Oppervlakte Samenhangend Dode vuil materiaal Korst Zouten Vlekken biomassa □ □ □ □ □ □ (één antwoord mogelijk) Evaluatie in tijd Schade Na 1 jaar Na 5 jaar Na 10 jaar □ □ □ Kleurverandering Versnelde degradatie □ □ Anders □ specificeer:…………………………………………………… Anders □ specificeer: ………………………………….…… Anders □ specificeer:………………………………………… St/ 12 Kopieer deze pagina voor elk verwijderd materiaal REINIGING – FORMULIER NIVEAU B (facultatief) B.1. Details van de gekozen reinigingsmethoden Specificeer in dit niveau B formulier de details van de gekozen reinigingsmethoden. Een aantal van de parameters waarvan meestal sprake is bij een reinigingsbehandeling worden aangegeven (chemicaliën, concentratie, deeltjes grootte, druk, etc.). Geef de meest gebruikte methode aan, meerdere antwoorden zijn niet toegestaan (bv.: noem slechts één type gereedschap, één soort schuurmiddel, …). Dit onderdeel dient ingevuld te worden voor elk type materiaal dat verwijderd is, zoals vastgelegd bij A.3 en A.4, hierboven. Kopieer dit formulier zo vaak als nodig. Soort verwijderd materiaal (één antwoord mogelijk) Oppervlakte Samenhangend Dode vuil materiaal Korst Zouten Vlekken biomassa □ □ □ □ □ □ Anders □ specificeer:…………………………………………………… St/ 13 Kopieer deze pagina voor elk verwijderd materiaal BEHANDELING DETAILS VAN DE BEHANDELING Soort gereedschap Mechanische reiniging met gereedschap of microgereedschap □ Mechanische reiniging met gereedschap □ Aandrijving Borstel, spons □ Scalpel, lancet □ Beitel □ Vibrerend gereedschap □ Anders □ specificeer: ………………………………………….. Soort schuurdeeltjes Calciumcarbonaat, calciet □ Siliciumcarbide (Carborundum) □ Aluminium oxide □ Natuurlijke zaden, etc □ Anders □ specificeer: ……………………………. Handmatig □ Elektrisch □ Hydraulisch □ Anders □ specificeer: ………………………………………….. Deeltjes grootte < 250 microns □ 250-500 microns □ > 500 microns □ Methode Droog □ Nat □ Vortex (JOS®, Rotec®) □ Anders □ specificeer: ……………………………… Water kwaliteit Waterspray □ Type waterspray Kraanwater □ Gedeïoniseerd water (of gedestilleerd en gedemineraliseerd Gesprayd □ water) □ Verneveld □ Anders □ specificeer: …………………………………………... St/ 14 Kopieer deze pagina voor elk verwijderd materiaal Reiniging met water geïmpregneerde kompressen □ Reiniging met chemicaliën geïmpregneerde kompressen □ Soort absorptiemateriaal Japans/rijst paper □ Papier of cellulose pulp □ Carboxymethylcellulose □ Kleisoorten □ Anders □ specificeer: ………………………………………….. Soort absorptiemateriaal Japans/rijst paper □ Papier of cellulose pulp □ Carboxymethylcellulose □ Kleisoorten □ Ion-wisselaar harsen □ Anders □ specificeer: ………………………………………….. Water kwaliteit Kraanwater □ Gedeïoniseerd water (of gedestilleerd en gedemineraliseerd water) □ Anders □ specificeer: ………………………………………….. Chemicaliën Ammonium carbonaat/bicarbonaat □ EDTA □ Organisch oplosmiddel □ Oppervlakte actieve stof □ Enzymen/bacteriën □ Anders □ specificeer: ………………………………………….. St/ 15 Kopieer deze pagina voor elk verwijderd materiaal Golflengte (Type Laser) 1064 nm (Nd:Yag) □ Laser cleaning □ 532 nm (II Harmonic Nd:Yag) □ 2,94 µm (Er:Yag) □ 248 µm (KrF excimer) □ Anders □ specificeer: ……………………… Anders □ Puls duur Puls frequentie (Htz) Korte puls (1-100 ns) 1-10 □ □ 10-30 □ Lange puls (100-1000 µs) Anders □ specificeer: □ Onbekend □ .……………….. Fluency (J/cm2) Methode <1 □ 1-2 □ 2 –10 □ Droog □ Nat □ Anders □ specificeer: .……………….. specificeer: ……………………………………………………………………………………………………………………….. St/ 16 B.2. Algemene opmerkingen In dit onderdeel worden enkele open vragen gesteld: beantwoordt a.u.b. alleen de voor uw werk meest relevante vragen. Duidelijke, korte en bondige zinnen worden aanbevolen. 1. Heeft een professional met een andere expertise (architect, kunsthistoricus, bioloog, chemicus, geoloog) advies gegeven tijdens de behandeling? ……………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 2. Bent u van mening dat een reinigingsmethode verbeterd zou kunnen worden, en zo ja op welke wijze? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 3. Vindt u dat de veiligheidsnormen in de restauratiewerkplaats of het laboratorium correct in acht zijn genomen? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… St/ 17 St3 - CONSOLIDATIE VOORWOORD Dit formulier is ontworpen om de consolidatiemethoden voor steenachtige oppervlakten (natuursteen, gesteente) met een historische en kunstzinnige waarde te onderzoeken. Ingrepen bij kunstmatige steenachtige materialen zoals mortels, pleisters, terracotta en keramiekmaterialen worden in deze enquête niet onderzocht. Met de term “consolidatie” wordt de ingreep bedoeld die nodig is ter versteviging van het steenachtige materiaal wanneer de kristallijne structuur zijn natuurlijke cohesie verliest, korrels los raken van het oppervlakte en er zich dunne bladders en schilvers vormen. De consolidatie is niet bedoeld om de draagkracht van het steen te vergroten, maar alleen om de cohesie van de korrelstructuur te verbeteren. Het vullen van gaten of verloren delen, en het lijmen en consolideren van barsten worden in deze enquête niet onderzocht. Dit formulier bestaat uit twee verschillende niveaus: A en B. Bij niveau A wordt alleen algemene informatie over de behandeling gevraagd, terwijl niveau B dient voor algemene opmerkingen. Het volledig invullen van niveau B is niet verplicht. CONSOLIDATIE VAN STEEN – FORMULIER NIVEAU A A.1. Identificatie van het verval (Waarom is een consolidatie nodig?) Kies uit één van de volgende vormen voor het bepalen van het soort degradatie en de vervalverschijnselen: - Steen met korreldesintegratie: bv. het losraken van individuele korrels of kleine brokjes met korrels, wat verschillende vormen van degradatie tot gevolg kan hebben, zoals: erosie, het uitspoelen van holtes, etc.. - Steen met schilfers en bladders: bv. het losraken van smalle dunne steen partikels (schilfers) of het losraken van grotere platte steenachtige delen (bladders). Geef alleen de degradatievorm aan die algemeen verspreid over het stenenoppervlak van de casus voorkomt. Het volgende onderdeel dient met dat uitgangspunt in gedachte ingevuld te worden. Wanneer u de minder sterk aanwezige degradatie alsnog wilt illustreren, vul dan een extra St3formulier in. Meerdere antwoorden zijn niet toegestaan. Specificeer voor de hierboven beschreven degradatievormen tevens de mate van degradatie: matig of sterk. St/ 18 Soort degradatie Mate van degradatie Korreldesintegratie Schilferen, bladderen □ □ matig sterk matig sterk □ □ □ □ A.2. Consolidatie (Wat voor soort consoliderende behandeling?) De Consolidatie omvat het consoliderende product, de wijze waarop het is aangebracht, het oplosmiddel, het aantal malen dat het is aangebracht, de hoeveelheid en de concentratie van het aangebrachte product. Geef aan welke consoliderende materialen bij de behandeling zijn gebruikt. Kies tussen de volgende soorten: - Ethylsilicaat: met inbegrip van commerciële producten die ethylsilicaat als actieve component bevatten (tetraethylorthosilicaat, tetraethylsilicaat, tetraethoxysilane); - Alkylalcoxysilane olygomeren; - Anorganische producten: zijn middelen die een anorganisch complex met een laag moleculair gewicht bevatten, zoals calcium hydroxide, barium hydroxide, ammonium oxalaat, etc. - Acryl polymeren; - Epoxy polymeren; - Gefluoreerde polymeren; - Silicone en acryl-silicone harsen: zijn die commerciële producten die siloxaan polymeren bevatten en acryl-siloxaan polymeren; - Injectie mortels; - Anders: specificeer. Noteer tevens de merknaam van het gebruikte product. St/ 19 Kies een toepassingsmethode uit de volgende mogelijkheden: - Door middel van kompressen: het absorptiemateriaal wordt tijdens de behandeling continue vochtig gehouden met de gekozen oplossing; - Met een kwast: het product wordt op het oppervlak aangebracht; - Door te sproeien: met gebruikmaking van sproeigereedschap om het product over het oppervlak te verspreiden; - Door onderdompeling: als er sprake is van een klein kunstvoorwerp dat in het laboratorium in een consoliderend bad behandeld kan worden; - Anders: specificeer welke applicatiemethode is gebruikt. Actieve component van het consoliderende middel Applicatie methode Oplosmiddel Ethyl silicaat □ Alkylalcoxysilaan oligomeren Concentratie Merknaam □ □ □ □ □ Kompres Kwast Spray Onderdompeling □ □ □ □ Gebruiksklaar consoliderend product □ Hoeveelheid aangebracht product Anorganische Acryl Epoxy Gefluoreerde producten polymeren polymeren polymeren Silicone en acrylsilicone harsen □ Injectie mortels Anders □ specificeer: □ ...................................... Anders □ specificeer: ....................................................................... Organisch oplosmiddel Waterige oplossing Anders □ □ □ specificeer: ................................................................ g/m2 of mg/m2 □ verwaarloosbaar specificeer: ................................................................... □ Minder dan 5% 5 tot 10% Meer dan 10% Anders □ □ □ □ specificeer: ...................................................................... ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… St/ 20 A.3. Evaluatie van de behandeling Geef aan of direct na de voltooiing een evaluatie is uitgevoerd naar de effectiviteit van de behandeling en zo ja, met welke methode. Evaluatie van de cohesie door aanraking Visuele observatie Evaluatie methode □ chemisch: …………………………………………………………………………………………………. Effectiviteit Nadelen □ □ fysisch: …………………………………………………………………………………………………….. Andere analyses: □ Kenmerk van de behandeling Microscopische observatie Erg goed Goed Matig □ □ □ Arbeidsintensief Kostbaar Eenvoudig toe te passen Voor verbetering vatbaar □ □ □ □ Verandering in oppervlakte kleur Fysische schade aan het substraat □ □ Reactie met originele materialen □ Gevaarlijk voor de uitvoerder □ Anders □ specificeer:………………………… A.4. Evaluatie van de effecten van de behandeling na enige tijd Geef aan of de effecten van de behandeling in de loop van de tijd zijn vastgesteld (na 1, 5, 10 jaar of meer). Evaluatie in tijd Schade Na 1 jaar Na 5 jaar Na 10 jaar □ □ □ Kleurverandering Versnelde degradatie □ □ Anders □ specificeer: ………………………………….…… Anders □ specificeer:………………………………………… St/ 21 CONSOLIDATIE Steen – FORMULIER NIVEAU B (facultatief) B.1. Algemene opmerkingen In dit onderdel worden een aantal open vragen gesteld: beantwoord alleen die vragen die het meest relevant zijn voor uw werk. 1. Heeft een professional met een andere expertise (architect, kunsthistoricus, bioloog, chemicus, geoloog) advies gegeven tijdens de behandeling? ……………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 2. Bent u van mening dat een consoliderende behandeling verbeterd zou kunnen worden, en zo ja op welke wijze? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 3. Vindt u dat de veiligheidsnormen in de restauratiewerkplaats of het laboratorium correct in acht zijn genomen? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… St/ 22 St4 – BEHANDELING VAN BIODEGRADATIE Voorwoord Dit formulier is ontworpen om behandelingen tegen biodegradatie op steenachtige oppervlakten (natuursteen, gesteente) met een historische en kunstzinnige waarde te onderzoeken. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen het reinigen van en het behandelen tegen biodegradatie omdat zowel de middelen als de methoden zeer verschillend zijn. Dit formulier bestaat uit twee verschillende niveaus: A en B. Bij niveau A wordt alleen algemene informatie over de behandeling gevraagd, terwijl details over de in niveau A beschreven behandeling in niveau B dienen te worden gespecificeerd. Het volledig invullen van niveau B is niet verplicht. BEHANDELING TEGEN BIODEGRADATIE – FORMULIER NIVEAU A A.1. Analysemethode voor de identificatie van de veroorzaker van de biodegradatie Geef aan welke type analyse (in situ of in het laboratorium) is uitgevoerd voor de identificatie van de veroorzaker van het biologische verval. Type analyse In situ observatie Microscopisch onderzoek Identificatie door cultiveren □ □ □ Identificatie van genera en/of soorten □ St/ 23 A.2. Uiterlijk van de biologische verandering Specificeer het uiterlijk van de biologische verandering die in situ is waargenomen. Meerdere antwoorden zijn toegestaan. Verandering van het uiterlijk Zwart en/of bruin patina □ Groen patina Gekleurde vlekken □ □ Wittige en/of gekleurde uitslag □ Korstvorming (korstmos) □ Aanwezigheid van vegetatie (mossen en/of planten) □ Anders □ specificeer: …………………………………… A.3. Soort behandeling of Combinatie van twee soorten behandeling (Wat voor soort behandeling?) Dit onderdeel betreft de behandeling die is uitgevoerd om de veroorzaker van de biodegradatie te bestrijden. De verwijdering van dode biomassa wordt in dit formulier niet besproken, omdat dat onderwerp in het deel over reinigingsmethoden wordt onderzocht. Kies een behandeling uit de volgende groepen: - Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen: behandeling met chemicaliën (bestrijdingsmiddelen voor bacteriën, algen, schimmels, korstmossen, onkruidverdelgers, etc.); - Gebruik van antibiotica: behandeling met behulp van middelen met antibiotica; - Gebruik van UV-straling: behandeling met een ultraviolet-stralen generator; - Mechanische methoden: behandeling met gereedschap (borstel, scalpel, lancet, spatula, zaagje, stofzuiger, etc.); - Laser cleaning: behandeling met laser techniek; - Anders: specificeer. Er kunnen maximaal twee soorten behandeling aangegeven worden voor elk soort materiaal dat verwijderd is. Geef voor elk soort behandeling ook het aantal keren dat het is toegepast aan (n.a. in de tabel) en de duur van de toepassing (t. in de tabel; duur van de toepassing in maanden): bv. 2 toepassingen in 6 maanden. St/ 24 Uiterlijk van biologische verandering Zwart en/of bruin patina Groen patina Gekleurde vlekken Wittige en/of gekleurde uitslag Korstvorming (korstmos) Aanwezigheid van vegetatie Anders specificeer: ................. Soort behandeling Biologische bestrijdings middelen n. a. t. Antibiotica n. a. t. UV straling n. a. t. Mechanische methoden n. a. t. Laser cleaning n. a. t. Anders (specificeer) □ □ □ □ □ …………… □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ …………… □ □ □ □ □ …………… □ □ □ □ □ …………… □ □ □ □ □ …………… □ □ □ □ □ …………… n. a. t. …………… …………………... Als meer dan één verandering is genoteerd bij A.2-A.3, vul dan a.u.b. voor elk verwijderd materiaal een afzonderlijk formulier A.4 in. St/ 25 Kopieer deze pagina voor elke verwijderde biologische verandering A.4. Evaluatie van de behandeling Geef aan of direct na de voltooiing van de behandeling de effectiviteit van de behandeling is geëvalueerd. De evaluatie moet betrekking hebben op het gezamenlijke resultaat van de procedures (maximaal 2 behandelingen) die in formulier A 3 beschreven zijn. Dit onderdeel dient ingevuld te worden voor elk type materiaal dat verwijderd is, zoals vastgelegd bij A.2 en A.3, hierboven. Kopieer dit formulier zo vaak als nodig. Uiterlijk van de verandering (één antwoord) Analyse methode Zwart en/of bruin patina □ Nadelen Gekleurde vlekken □ □ In situ observatie □ Effectiviteit De behandeling werd herhaald Groen patina Witte en/of gekleurde uitslag Korstvorming (korstmos) □ □ Microscopische observatie Analyse van de cultuur □ □ □ Anders □ specificeer: …………………………………… Andere analyse □ specificeer: ………………………………………………… Erg goed Goed Matig □ □ □ Na 6 maanden Na 1 jaar Na twee jaar □ □ □ Verandering in oppervlakte kleur □ Aanwezigheid van vegetatie (mossen en/of planten) Anders □ Met dezelfde methode specificeer: ………………………………………………… Met een andere methode □ □ Fysieke schade aan het substraat □ Reactie met originele materialen □ Gevaarlijk voor de uitvoerder □ Anders □ specificeer:………………………… St/ 26 BEHANDELING van DE VEROORZAKER VAN BIODEGRADATIE – FORMULIER NIVEAU B (facultatief) B.1. Identificatie van de veroorzaker van de biodegradatie (Wat is verwijderd?) Omdat het doel van deze enquête het verzamelen van informatie is over de behandelingen die worden toegepast op goed geïdentificeerde organismen, moet het B.1 formulier ingevuld worden om het type biologische groei (bv. algen, schimmels e.d.) vast te stellen. Specificeer genera en/of soorten (taxonomische identificatie) als ze gedetermineerd zijn. Type veroorzaker van biodegradatie Genera en/of soorten Bacteriën Cyanobacteriën Algen Schimmels Korstmos Mossen Planten □ □ □ □ □ □ □ specificeer: ………………………………………………………………………………………………………………….. B.2. Details van de behandeling Specificeer in het B.2 formulier de details van de gekozen reinigingsmethode. Kies de bestrijdingsmiddelen en de actieve ingrediënten uit één van de volgende groepen volgens de specificaties op het veiligheidsblad van de productinformatie. Geef de meest gebruikte methode aan; meerdere antwoorden zijn niet toegestaan (bv. geef slechts één actieve ingrediënt aan, één toegepaste methode,…) Lijst van bestrijdingsmiddelen (actieve ingrediënt): 1. Anorganische oplosmiddelen (waterstof peroxide, sodium hypochloride, calcium hypochloride, ammonium sulfamaat) 2. Organometallische oplosmiddelen (tri-n-butyil tin oxide, tri-n-butyil tin naphtenaat) 3. Fenolhoudende oplosmiddelen (fenol, pentachlorofenol , orthofenilfenols, p-chloro m-cresol) 4. Quaternair ammonium (benzalkonium chloride, benzethonium chloride, lauryldimethylbenzylammoniumbromide, dodecyldioxyethylbenzyl -ammoniumchloride) 5. Formaldehyde 6. Ammonia 7. Tetrachloromethyl sulphonil piridine 8. Urea derivaten (monuron, diuron) 9. Diazines (bromacil) 10. Triazines (simazine, atrazine, terbutylazine, secbumeton, hexazinone) St/ 27 11. Imidazolinones (imazapyr) 12. Fosfororgansihec producten (glyphosate, ammonium phosamine) Mengsels: 13. Sodiumdimethyldithiocarbamaat + sodium 2-mercaptobenzothiazole tributyltinoxide + een quaternair ammoniumzout 14. Tributyltin naphtenate + een quaternair ammoniumzout terbutylazine + secbumeton 15. Anders: specificeer BEHANDELING DETAILS van de BEHANDELING Actieve ingrediënt Handelsmerk Concentratie van het actieve ingrediënt specificeer: ……………………………….. specificeer: ………………………….. specificeer: ………………………….. Aangebrachte biocide oplossing Oplosmiddel: 1% □ 2% □ Concentratie 5% □ bestrijdingsmiddel: 10% □ Anders □ …………………….. Applicatie methode Water □ Organisch oplosmiddel□ Bestrijdingsmiddelen □ Borstel □ specificeer: Spray Kompres Anders □ □ □ specificeer: ……………………………………… Verwijdering van restant bestrijdingsmiddel na de behandeling Geen □ Gespoeld met water □ Met kompres Anders □ □ specificeer: ……………………………………… St/ 28 Actieve ingrediënt Antibiotica □ UV straling □ Streptomycine Penicilline Gentamicine Nystatine Chloramphenicol □ □ □ □ □ Anders □ specificeer: ……………………………………… Handelsmerk Concentratie van het actieve ingrediënt specificeer: ………………………………………………… specificeer: …………………………………………………… Spectrum Anders □ 100-280 nm 3 cycli, elk van 10 uur specificeer: ……………………………………... □ □ Stralings cyclus Anders □ specificeer: …………………………………. Soort gereedschap Mechanische methoden Borstel Scalpel, lancet Spatula Zaagje Stofzuiger Anders □ □ □ □ □ □ □ specificeer: …………………………………. Type laser Laser cleaning □ Nd:YAG Er:YAG □ □ Anders □ specificeer: …………………………………. St/ 29 B.3. Algemene opmerkingen In dit onderdel worden een aantal open vragen gesteld: beantwoord alleen die vragen die het meest relevant zijn voor uw werk. 1. Heeft een professional met een andere expertise (architect, kunsthistoricus, bioloog, chemicus, geoloog) advies gegeven tijdens de behandeling? ……………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 2. Bent u van mening dat een reinigingsbehandeling verbeterd zou kunnen worden, en zo ja op welke wijze? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 3. Vindt u dat de veiligheidsnormen in de restauratiewerkplaats of het laboratorium correct in acht zijn genomen? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… St/ 30