Doodsoorzaken - VEGINFOR.org

advertisement
Gezondheidsindicatoren
ICD-9 Concepten & Codeeregels
W. Aelvoet
Doodsoorzaken :
1) Doodsoorzaken.
“Alle ziekten, morbide aandoeningen of letsels, die leidden tot de dood of er toe bijdragen
hebben, en de omstandigheden van het ongeval of het geweld, die dergelijke letsels ten
gevolge hadden.”




Bedoeling: het verzekeren dat alle relevante informatie geregistreerd wordt en dat de
certificerende arts niet een aantal oorzaken selecteert om geregistreerd te worden en
de andere verwerpt.
De definitie omvat de symptomen en wijzen van overlijden, zoals hartfalen of
respiratoir falen, niet.
Wanneer slechts een oorzaak geregistreerd wordt, wordt zij geselecteerd voor de
tabellering.
Indien er meerdere oorzaken vermeld zijn op het overlijdensbericht moet de selectie
voor de tabellering gebeuren op basis van de regels (zie onder).
2) De oorspronkelijke doodsoorzaak of “underlying cause of death.”
Vanuit het standpunt van overlijdenspreventie dient ofwel de keten van gebeurtenissen, die tot
de dood leiden, gebroken te worden ofwel een effectieve behandeling uitgevoerd te worden.
Vanuit een standpunt van volksgezondheid is de meest effectieve maatregel te vermijden dat
de oorzaak, die aan de grondslag ligt van de causale keten, optreedt.
Definitie: “(a) de ziekte of letsel, die het begin vormt van een reeks morbide gebeurtenissen
die rechtstreeks tot de dood leidden, of (b) de omstandigheden van het ongeval of het geweld,
dat het fatale letsel veroorzaakte”.
3) Het internationale formulier van het medisch certificaat van doodsoorzaken (“International
form of medical certificate of cause of death”).
De bedoeling hiervan is de selectie van de oorspronkelijke doodsoorzaak te
vergemakkelijken wanneer er twee of meer doodsoorzaken vermeld worden.
Deel I van het certificaat is voorbehouden voor de beschrijving van de keten ziekten,
aandoeningen, die rechtstreeks tot het overlijden leidden, Deel II bevat de ziektetoestanden
die niet met het overlijden gerelateerd waren maar die wel ertoe bijdroegen.
Vermits de doodsoorzaak, die op de laatste lijn vermeld werd, niet altijd als oorspronkelijke
doodsoorzaak weerhouden wordt, noemt men haar de antecedente oozaak of de “(originating)
antecedent cause”.
Een voorbeeld van een keten doodsoorzaken bestaande uit vier stappen:
I a) longembool
b) pathologische fractuur
c) metastase t.h.v.d femur
d) borstcarcinoom
Om de selectie van de oorspronkelijke doodsoorzaak verder te vergemakkelijken wordt ook
een approximatief tijdsinterval(minuten, uren, dagen, weken, maanden of jaren) tussen het
begin van elke aandoening en het overlijden vermeldt.
1
Gezondheidsindicatoren
ICD-9 Concepten & Codeeregels
W. Aelvoet
4) Procedure voor het selecteren van de oorspronkelijke doodsoorzaak
* Indien slechts één oorzaak vermeld is, wordt deze oorzaak gebruikt voor de tabellering.
* Indien > 1 oorzaak vermeld werd bestaat de eerste stap voor de selectie van de
oorspronkelijke doodsoorzaak erin de antecedente oorzaak te bepalen, neergeschreven op de
laatst gebruikte lijn van Deel I van het certificaat, door toepassing van de algemene regel of
van de selectieregels 1, 2 of 3.
 In sommige gevallen laat ICD toe dat de antecedente oorzaak door een andere, meer
relevante oorzaak als oorspronkelijke doodsoorzaak vervangen wordt. Dit gebeurt aan
de hand van de modificatieregels A tot F.
 Wanneer de antecedente oorzaak een letsel of ander efect van een uitwendige oorzaak
geclassificeerd in hfdst XIX, worden de omstandigheden die aanleiding gaven tot dat
letsel of aandoening geselecteerd als oorspronkelijke doodsoorzaak.
5) Regels voor de selectie van de antecedente oorzaak (“originating antecedent cause”).
Sequentie
De term “sequentie” refereert naar twee of meerdere aandoeningen, neergeschreven op
opeenvolgende lijnen van Deel I en waarbij elke aandoening kan beschouwd worden als een
aanvaarbare oorzaak van de oorzak die zich op de lijn erboven bevindt.
Voorbeeld:
I a) bloeding van slokdarmvarices
b) portale hypertensie
c) lever cirrhose
d) hepatitis B
Het is mogelijk dat er meer dan één sequentie gerapporteerd wordt.
Voorbeeld:
I a) coma
b) myocardinfarct en CVA
c) atherosclerose en hypertensie
atherosclerose die leidt tot myocardinfarct, leidend tot coma
atherosclerose die leidt tot CVA, leidend tot coma
hypertensie die leidt tot myocardinfarct, leidend tot coma
hypertensie die leidt tot CVA, leidend tot coma
Algemeen principe
Indien meer dan 1 oorzaak gerapporteerd werd op het certificaat, wordt de aandoening
vermeld op de laatste lijn alleen geselecteerd indien ze zou aanleiding gegeven hebben tot alle
bovenvermelde aandoeningen.
Voorbeeld:
I a) Longabces
b) lobaire pneumonie
Selecteer lobaire pneumonie.
Selectie regels
Regel I Wanneer het algemeen principe niet van toepassing is en er is een gerapporteerde
sequentie die eindigt met de op de eerste lijn vermelde oorzaak, selecteer de genererende
2
Gezondheidsindicatoren
ICD-9 Concepten & Codeeregels
W. Aelvoet
oorzaak van die sequentie. Indien er meer dan 1 sequentie gerapporteerd worden eindigend
met de eerst vermelde aandoening, selecteer dan de genererende oorzaak van de eerst vemelde
sequentie.
Voorbeeld:
I a) acuut myocardinfarct
b) atheroclerotische hartziekte
c) griep
Selecteer atherotische hartziekte.
Regel II Indien er geen geapporteerde sequentie bestaat die eindigt met de eerst vermelde
aandoening, selecteer dan deze aandoening die het eerst op het certificaat vermeld werd.
Voorbeeld:
I a) pernicieuze anemie en gangreen van de voet
b) atherosclerose
Selecteer pernicieuze anemie.
Regel III Indien de aandoening geselecteerd volgens het algemeen principe, Regel I of Regel
II manifest het onmiddellijke gevolg is van een andere gerapporteerde aandoening in Deel I of
Deel II van het certificaat, selecteer dan deze “primary” aandoening.
Aangenomen rechtstreekse gevolgen van een andere aandoening.
 Kaposi sarcoom, Burkitt tumoren ieder ander kwaadaardig neoplasma van het
lymphoïed, hematopoiëtisch en verwant weefsel, geclassificeerd als C46. of C81 tot
C96, dient beschouwd te worden als een rechtstreeks gevolg van HIV ziekte, wanneer
die vermeld wordt. Zulke aannames mogen niet gemaakt worden voor andere types
van kwaadaardige nieuwvormingen (bvb. Schistosoma Hematobium en ureterca).
 Elke infectieziekte classificeerbaar onder A00 tot B19, B25 tot B49, B58 tot B64, B99
of J12 tot J18 dienen beschouwd te worden als een rechtstreeks gevolg van
gerapporteerde HIVziekte.
 Pneumonie en bronchopneumonie mogen aanvaard worden als verwikkelingen van
elke aandoening. Bronchopneumonie, in het bijzonder, dient verondersteld een
verwikkeling te zijn van uitmergelende ziekten (zoals kanker en malnutritie) en
ziekten die verlamming veroorzaken (zoals letsels t.h.v. de hersenen of het
ruggenmerg, hersenbloeding of hersentrombose, en poliomyelitis), en verder
overdraagbare ziekten en niet triviale letsels.
 Sommige postoperatieve verwikkelingen (pneumonie (elk type), hemorragie,
tromboflebitis, embolie, trombose, septicemie, hartstilstand, (acute) nierinsufficiëntie,
aspiratie, atelectase en infarct) dienen beschouwd te worden als gevolgen van een
ingreep, tenzij de ingreep minstens vier weken voor het overlijden was uitgevoerd.
 Elke ziekte beschreven of gequalificeerd als “embolisch” mag beschouwd worden als
een rechtstreeks gevolg van veneuze trombose, flebitis of tromboflebitis,
hartklepaandoening, atriale fibrillatie, bevalling of elke ingreep.
 Elke ziekte beschreven als secundair moet verondersteld worden het rechtstreeks
gevolg te zijn van de meest waarschijnlijke primaire oorzaak ingevuld op het
certificaat.
 Secundaire of niet gespecificeerde anemie, ondervoeding, marasme of cachexie
kunnen beschouwd worden als een gevolg van ieder kwaadaardig neoplasma.
 Elke pyelonefritis mag beschouwd worden als het gevolg van een urinaire obstructie
ten gevolge van aandoeningen zoals prostaathypertrofie of urinaire stenose.
3
Gezondheidsindicatoren



ICD-9 Concepten & Codeeregels
W. Aelvoet
Een nefrotisch syndroom kan verondersteld worden het gevolg te zijn van elke
streptococcen infectie (roodvank, streptococcen keelinfectie etc.).
Deshydratatie kan verondersteld worden het gevolg e zijn van elke intestinale
infectieziekte.
Een ingreep op een bepaald orgaan dient beschouwd te worden als een direct gevolg
van elke chirurgische aandoening (zoals een kwaadaardige tumor of een letsel) van
hetzelfde orgaan elders op het certificaat vermeld.
Voorbeelden:
1) I a) Nefrectomie
II “Clear cell” niercarcinoom
Selecteer “Clear cell” niercarcinoom. Het leidt geen twijfel dat de nefrectomie uitgevoerd
werd voor het “Clear cell” niercarcinoom.
2) I a) acute anemie
b) hematemese
c) bloeding van oesofagale varices
d) portale hypertensie
II levercirrose
Selecteer levercirrose. Portale hypertensie, geselecteerd obv het Algemeen Principe, dient
beschouwd te worden als een rechtstreeks gevolg van de levercirrose.
4
Gezondheidsindicatoren
ICD-9 Concepten & Codeeregels
W. Aelvoet
Oefeningen
Oefening 1
I (a) Leverfalen
(b) Galwegobstructie
(c) kanker van de pancreaskop
Oefening 2
I (a) Hersenbloeding
(b) Hypertensie
(c) Chronische pyelonefritis
(d) prostaatadenoom
Oefening 3
I (a) Bronchopneumonie
(b) Herseninfarct en hypertensieve hartaandoening
Oefening 4
I (a) Pericarditis
(b) Uremie and pneumonie
Oefening 5
I (a) Rheumatische en atherosclerotische hartaandoening
Oefening 6
I (a) Fibrocystische aandoening van de pancreas
(b) Bronchitis and bronchiectasie
Oefening 7
I (a)ovariumcarcinoom
II HIV ziekte
Oefening 8
I (a) Tuberculose
II
HIV ziekte
Oefening 9
I (a) Hypostatische pneumonie, hersenbloeding en kanker van de
(b) borst.
5
Download