NOTA voor burgemeester en wethouders Onderwerp: bezwaarschrift van Stichting Het Goed inzake in- en doorstroombanen Notanr: 2003.23606 BB/JZ 02-12-2004 Akkoordstukken: 16-12-2004 Besluit: 1. het bezwaarschrift van stichting Het Goed inzake in- en doorstroombanen onder overneming van het advies nr. 03.15628/437 van kamer 2 van de Algemene bezwaarschriftencommissie ongegrond te verklaren en het bestreden besluit te handhaven, voorzover het betrekking heeft op het stopzetten van de subsidie aanvullende kosten; 2. voor kennisgeving aan te nemen dat kamer 2 geen advies geeft over de andere onderdelen van het besluit aangezien het bezwaarschrift tegen die onderdelen is ingetrokken; 3. betrokkene hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen en daarbij te wijzen op de beroepsmogelijkheid bij de Rechtbank, sector Bestuursrecht, te Zwolle; 4. dit besluit openbaar te maken, nadat betrokkenen schriftelijk is geïnformeerd. OPENBAARMAKING: besluit openbaar te maken, nadat betrokkenen schriftelijk is geïnformeerd COMMUNICATIE: … FINANCIELE ASPECTEN: Financiële gevolgen voor de gemeente … TOELICHTING/OVERWEGINGEN: Bijgevoegd treft u aan het advies dat kamer 2 van de Algemene bezwaarschriftencommissie op 27 november 2003, onder nr. 03.15628/437, heeft uitgebracht over het bezwaarschrift van stichting Het Goed inzake in- en doorstroombanen. De kamer adviseert uw college het bezwaarschrift van Het Goed ongegrond te verklaren, voorzover het betrekking heeft op het stopzetten van de subsidie aanvullende kosten. Kamer 2 heeft geen advies gegeven over de andere onderdelen van het besluit. Dit was ook niet nodig, omdat de andere bezwaren zijn ingetrokken; aan de andere kant heeft de kamer begrepen dat er nog onderhandeld wordt door partijen. De bezwaarschriftencommissie wil niet in de weg staan aan andere, in onderling overleg te bereiken oplossingen. Mochten de sector Sociale Voorzieningen en Het Goed samen tot een ander arrangement komen, dan zou het verwarrend zijn als er min of meer gelijktijdig een uitspraak wordt gedaan dat er niets aan de oorspronkelijke beslissing wijzigt. Voor de aanvullende kostensubsidie is al wel duidelijk dat partijen het er niet over eens worden. Daarover kan dus in bezwaar beslist worden. Voor de motivering van het inhoudelijke standpunt wordt u met name verwezen naar pagina’s 3 en 4 van bovengenoemd commissieadvies. Ik stel u voor het commissieadvies over te nemen en zoals is voorgesteld te besluiten. Notanr: Onderwerp: Vervolg Error! Reference source not found. bezwaarschrift van Stichting Het Goed inzake in- en doorstroombanen ALGEMENE BEZWAARSCHRIFTENCOMMISSIE DEVENTER Betreft: bezwaarschrift van Stichting Het Goed inzake in- en doorstroombanen. Aan burgemeester en wethouders van DEVENTER no. 03.15628/437 Deventer, 27 november 2003 Kamer 2 van de Algemene bezwaarschriftencommissie heeft in haar zitting van 4 november 2003 behandeld het op 22 augustus 2003 ingekomen bezwaarschrift van Stichting Het Goed (reclamante) inzake de beschikking, verzonden op 11 juli 2003, waarbij werd meegedeeld dat het subsidiebeleid van de gemeente Deventer inzake in- en doorstroombanen met ingang van 2003 wordt gewijzigd. Aanwezig waren ter hoorzitting d.d. 4 november 2003: de heer A.F. Schrijver, secretaris van stichting Het Goed, en de heer Van Rijn; mevrouw Huijting, ID-werknemer bij reclamante, in gezelschap van een collega; de heer F. Dieleman, werkzaam bij de sector Sociale voorzieningen en in deze zaak woordvoerder namens het verwerende bestuursorgaan; mevrouw mr. J. den Engelse, voorzitter, alsmede de leden mevrouw mr. M. Engelen en mevrouw mr. M.P. Reeuwijk en de heer A.J. Afink; mevrouw mr. M. Stoffels, secretaris. Ten aanzien van de ontvankelijkheid overweegt de kamer dat voldaan is aan het daaromtrent bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht zodat het bezwaarschrift ontvankelijk is. Ten aanzien van de zaak zelf wordt het volgende overwogen. Reclamante heeft op grond van het Besluit In- en Doorstroombanen subsidie ontvangen van de gemeente Deventer voor het in dienst nemen van langdurig werklozen. De gemeente ontving hiervoor subsidie van het Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid. De gemeente is in het najaar van 2002 geconfronteerd met wijzigingen in het beleid van het ministerie. Met ingang van 1 januari 2003 krijgt de gemeente enerzijds meer vrijheid om de ID-gelden te besteden, maar anderzijds wordt het beschikbare bedrag met 15% verlaagd. Intern is vervolgens nagedacht over de manier waarop de bezuiniging aan de werkgevers doorberekend zou moeten worden. Op 26 november 2002 heeft uw college gekozen voor de volgende maatregelen. De subsidie aanvullende kosten per ID baan van € 1134 is voor elke werkgever geschrapt. Werkgevers moeten tevens een reële bijdrage voor de loonwaarde van de werknemers betalen als zij de ID baan behouden. Ook moet het aantal ID banen verminderen. Met de circulaire van het ministerie van 20 december 2002 is duidelijk geworden wat de gevolgen precies zouden zijn. De gemeente heeft eveneens op 20 december 2002 een brief gezonden aan de betrokken werkgevers waarin zo veel mogelijk informatie over het nieuwe beleid is verstrekt. In de brief werd aangekondigd dat de subsidie gewijzigd zou worden, maar definitieve besluiten werden nog niet genomen. Op deze brief heeft reclamante op 24 december 2002 gereageerd. Zij is het niet eens met het wegvallen van de vergoeding van € 1134 per ID-baan. Voor dat geld wordt de begeleiding van de ID-werknemers verzorgd. Reclamante meent dat de overeenkomst niet eenzijdig mag worden gewijzigd en verzoekt de gemeente zich te houden aan de overeenkomst. Op 25 maart 2003 is vervolgens het beleidskader In- en doorstroombanen 2003 en 2004 door uw college vastgesteld. Deze nota is op 28 april 2003 door de raad behandeld en goedgekeurd. In de eerste helft van 2003 heeft tevens overleg plaatsgevonden tussen de ID-werkgevers en uw college, vertegenwoordigt door Sallcon. In het kader van de bezuiniging werd werkgevers een keuze geboden. Zij konden hun ID werknemers een regulier dienstverband aanbieden. Daar staat een eenmalige subsidie tegenover. Een andere mogelijkheid was dat zij zouden betalen voor de loonwaarde van de werknemer. Werkgevers die deze kosten niet kunnen dragen, kunnen een compensatiesubsidie aanvragen. 2 Vervolg Notanr: Error! Reference source not found. Onderwerp: bezwaarschrift van Stichting Het Goed inzake in- en doorstroombanen Over de hoogte van de loonwaarde van de werknemers en over de hoogte van de draagkracht van de werkgever is onderhandeld. Sallcon heeft naar aanleiding van de onderhandelingsresultaten conceptarrangementen opgesteld, die zijn voorgelegd aan uw college. Dit heeft op 1 juli 2003 conform de concepten besloten. Op 11 juli 2003 zijn de besluiten verzonden, waarin de nieuwe betrekkingen werden vastgesteld. Voor reclamante heeft dit onder meer de volgende gevolgen. Reclamante heeft een aanzienlijk aantal ID-ers in dienst. Van een aantal van hen vervalt de ID-baan. Andere banen blijven vooralsnog behouden tot april 2004. De subsidie voor aanvullende kosten vervalt voor alle ID-banen. In het hiertegen ingediende bezwaarschrift wordt gewezen op de bijzondere positie die reclamante ten opzichte van de gemeente heeft. De werkzaamheden van de stichting worden immers uitgevoerd op verzoek van de gemeente. Met de beslissing van 11 juli 2003 is eenzijdig teruggekomen op de tussen reclamante en de gemeente gesloten overeenkomst. De regeling was gericht op onbepaalde duur. Reclamante is naar aanleiding van die afspraken verplichtingen aangegaan voor langere termijn (bijvoorbeeld de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd met de ID-ers en de investeringen in het pand). Die kunnen niet op korte termijn worden gewijzigd. De brief van 24 december 2002 is nog steeds actueel. Reclamante merkt voorts op dat er nog geen overeenstemming met Sallcon was bereikt over een conceptarrangement. Er was slechts gebrainstormd. Reclamante vindt de beslissing in de huidige vorm niet acceptabel. Naar aanleiding van het bezwaarschrift heeft overleg plaatsgevonden tussen reclamante en uw college. Partijen zijn in gesprek over wijziging van het besluit. Vanwege reeds bereikte onderlinge overeenstemming heeft reclamante te kennen gegeven het bezwaarschrift slechts te handhaven voorzover het betreft het stopzetten van de subsidie aanvullende kosten. Ten aanzien van dit overgebleven onderdeel van het bezwaar merkt heeft de commissie het hoofd van de Sector Sociale Voorzieningen (verweerder) verzocht om namens uw college verweer te voeren. Verweerder voert aan dat het besluit conform het door de politiek vastgestelde beleid genomen is. Voorts wordt benadrukt dat de vergoeding die een ID-werkgever ontvangt, onder de subsidies valt. De subsidierelatie kan eenzijdig gewijzigd worden. Daar zijn weliswaar voorwaarden aan verbonden, maar aan deze eisen is volgens verweerder voldaan. Verweerder is van mening dat het bezwaarschrift ongegrond verklaard moet worden. Ter hoorzitting d.d. 4 november 2003 heeft de heer Schrijver een pleitnota overgelegd. Deze is voor uw college achter dit advies gevoegd. Hierin wordt een toelichting gegeven op het bezwaarschrift. Als de gemeente de overeenkomst wijzigt door voor iedere ID-werknemer een reële loonwaarde te vragen, zal de stichting dat vervolgens ook gaan doen. Zij zal haar producten dan ook marktconform gaan maken. Dit betekent een verhoging van de kosten voor de inwoners van Deventer. De voorzitter merkt op dat dat buiten het kader van deze bezwaarschriftprocedure gaat. De heer Dieleman zegt dat de gemeente, in tegenstelling tot hetgeen Het Goed stelt, wel degelijk gereageerd heeft op de brief van 24 december 2002, door te laten weten dat een bezwaarschrift op dat moment nog niet mogelijk was. Hij is van mening dat de relatie Deventer-Het Goed een subsidierelatie is. De “spelregels” worden inderdaad tijdens het spel gewijzigd, maar dat komt door het Rijk. De gemeente kan de 15% bezuiniging niet alleen dragen. De heer Schrijver zegt dat hij niet kon anticiperen op het nieuwe beleid, want het was al oktober toen een en ander duidelijk werd. Toen was de begroting 2003 al vastgesteld. Voor verdergaande stappen had hij een officiële beslissing nodig, die pas in juli 2003 kwam. De heer Schrijver zegt dat de stichting de bezuiniging uiteindelijk wel zal kunnen dragen, maar dat dit toch geen zorgvuldige handelwijze is van de overheid. De heer Van Rijn voegt toe dat je in theorie de organisatie aan zou moeten passen. Maar de realiteit is dat Het Goed 80 man in dienst heeft. Zo makkelijk gaat dat niet. De voorzitter informeert naar de bijzondere positie die reclamante ten opzichte van de gemeente inneemt. De heer Dieleman zegt dat alle ID-werkgevers gelijk behandeld worden, maar Het Goed heeft inderdaad wel een unieke positie. Ten eerste werkt een groot deel van de werknemers in een ID-baan. Ten tweede is er sprake van een winkel, zodat Het Goed dicht tegen de markt aan ligt. De heer Dieleman wijst er op dat de prijzen in de winkel zouden kunnen worden verhoogd, om zo meer inkomsten te 3 Vervolg Notanr: Error! Reference source not found. Onderwerp: bezwaarschrift van Stichting Het Goed inzake in- en doorstroombanen genereren. Hij merkt nog op dat de beslissing weliswaar pas in juli kwam, maar dat er wel eerder brieven zijn geweest, een voorlichtingsbijeenkomst en dat in april het beleidskader is vastgesteld. De heer Van Rijn zegt dat het een politieke keuze is om de bezuiniging door te belasten naar de werkgevers. Dat hoeft niet. In Eindhoven, waar ook een vestiging van Het Goed is, wordt bijvoorbeeld een andere keuze gemaakt. De heer Dieleman antwoordt dat de werkgevers slechts 5 a 6% gekort worden op het ID-budget. De rest van de bezuiniging van 15% blijft voor rekening van de gemeente. Zou het een mogelijkheid zijn geweest voor 2003 de zaken nog bij het oude te laten, en pas in 2004 te bezuinigen, wil de voorzitter weten. De heer Dieleman meent van niet. Deventer heeft er alles aan gedaan: in 2003 is er heel weinig bezuinigd. Voor de komende jaren wordt het alleen maar erger. En de begroting van Deventer was natuurlijk ook al vastgesteld. De gemeente heeft wel geprotesteerd bij de staatssecretaris, maar dat heeft helaas niet geholpen. Relevante regelgeving. De commissie onderscheidt in deze zaak de navolgende, haars inziens relevante, rechtsregels. Algemene wet bestuursrecht Artikel 4:21 1. Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. (…) Besluit in- en doorstroombanen Artikel 3 1. Onze Minister verstrekt subsidie aan de gemeente voor arbeidsplaatsen voor langdurig werklozen die in de vorm van dienstbetrekkingen bij werkgevers worden vervuld en, voorzover de subsidie daarvoor toereikend is, andere voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling voor werkzoekenden. (…) Artikel 6 1. Een werkgever ontvangt van de gemeente een vergoeding voor de kosten die voortvloeien uit een dienstbetrekking die is aangegaan met een langdurig werkloze. (…) Overgaande tot het uitbrengen van haar advies constateert de kamer dat de bezwaren van reclamante zich richten tegen het besluit van 11 juli 2003 waarbij de subsidie ID banen is gewijzigd. De kamer heeft zich gebogen over de vraag of de gemeente er goed aan gedaan heeft de bezuinigingen van het Rijk op de gekozen wijze door te sluizen naar de werkgevers, tegen de achtergrond van het feit dat de gemeente zich dient te houden aan de beginselen van behoorlijk bestuur. De termijn voor het aanpassen van de omstandigheden was in dat verband erg kort. De subsidie is per 1 januari 2003 gewijzigd. De aankondiging hiervan vond plaats met de brief van 20 december 2002. De personele aanpassingen per werkgever zouden dus al hebben moeten plaatsvinden binnen een tijdsbestek van 10 dagen. De kamer acht dat nauwelijks haalbaar. Een begroting voor 2003 is medio december 2002 al lang rond. Aan de andere kant meent de kamer dat een instelling een tekort van € 1134 per ID baan toch op zou moeten kunnen vangen. Dat het vervelend is, begrijpt de kamer, maar het feit van de bezuiniging door het ministerie ligt er nou eenmaal. De gemeente heeft gekozen voor het direct doorschuiven van de bezuiniging richting de werkgevers. De gemeente heeft daarbij bij wijze van overgang wel een (groot) deel van de bezuiniging binnen het gemeentelijk budget opgevangen. De gemeente had naar het idee van de kamer ook een andere keuze kunnen maken, namelijk die waarbij de subsidie nog niet op de hele korte termijn gewijzigd zou worden, maar pas in 2004. De bezuiniging zou dan in 2004 harder aan komen, maar de werkgevers zouden meer tijd hebben gehad om op de situatie te reageren. De kamer had dat misschien –gezien de beginselen van 4 Vervolg Notanr: Error! Reference source not found. Onderwerp: bezwaarschrift van Stichting Het Goed inzake in- en doorstroombanen behoorlijk bestuur- een elegantere methode gevonden, maar er is in elk geval over nagedacht voor 2003 de gevolgen van de bezuinigingen zo evenwichtig mogelijk te verdelen. Hieruit blijkt volgens de kamer dat de gemeente duidelijk haar verantwoordelijkheid heeft willen nemen. Dat blijkt ook uit het flankerend beleid. De gemeente heeft een mogelijkheid in het leven geroepen de werknemers wier baan ophoudt te bestaan met een traject te begeleiden. Voor de werknemers vloeit uit dit beleid een belangrijke mogelijkheid voort om verder te komen met het vinden van een baan. Het aanbod aan de werkgevers om werknemers onder te brengen in de banenpool van Sallcon, is echter ook een gedwongen keuze, die misschien niet voor alle werkgevers gunstig uitpakt. Sommige hadden wellicht liever een ruimere financiële armslag gehad. Maar die keuze wil de kamer niet overdoen. Het gaat om een totaalpakket aan maatregelen. Als aan een van de maatregelen wordt getornd, verliest het pakket zijn evenwichtigheid. Uit het geheel van overleg en besluitvorming blijkt dat de gemeente getracht heeft zorgvuldig om te gaan met de veranderende omstandigheden, meent de kamer. Er is gezocht naar een redelijke oplossing. Wel meent de kamer dat het hele traject lang geduurd heeft. Op die manier hebben de besluiten van 11 juli 2003 een lange periode van terugwerkende kracht te overbruggen, tot 1 januari 2003. De kamer acht een dergelijke lange periode van financiële onduidelijkheid voor de betrokken werkgevers niet gelukkig. Met de gekozen weg, die door de politiek gesteund wordt, kan de kamer in zijn algemeenheid echter instemmen. Aangezien het beleid voor elke werkgever anders kan uitpakken, wordt hieronder op de specifieke situatie van reclamante ingegaan. Reclamante heeft ten opzichte van de gemeente een bijzondere positie, onderkent de kamer. De gemeente doet voor de uitvoering van verschillende van haar taken een beroep op reclamante. Van haar mag dan ook verwacht worden dat ook die belangen zorgvuldig worden afgewogen. De relatie tussen de gemeente en reclamante heeft echter meerdere aspecten. Enerzijds zijn overeenkomsten gesloten over de taken en de vergoedingen die daarmee gemoeid zijn. Anderzijds bestaat er een subsidierelatie, in het bijzonder voor de ID-banen. Deze subsidierelatie is naar de mening van de kamer wel degelijk aan te merken als een “gewone” subsidierelatie in de zin van titel 4.2 van de Awb, gelet op de begripsomschrijving van artikel 4:21 Awb. De opmerking van reclamante dat zij haar zijde van de overeenkomst nader zal bezien, gaat het kader van deze bezwaarschriftprocedure naar de mening van de kamer dan ook te buiten. Gelet op de omvang van de bezuiniging door het Rijk en de korte tijdsduur tussen plan en uitvoering, begrijpt de kamer dat uw college een oplossing heeft moeten vinden voor het tekort. De gekozen oplossing acht de kamer redelijk. Aangezien reclamante relatief veel ID-ers in dienst heeft zal de bezuiniging hard aan komen, maar binnen grenzen is getracht de gevolgen te verzachten. De kamer meent dat de gemeente hiermee voldoende aan de zorgplicht heeft voldaan, te meer daar gesprekken zijn gevoerd zodat ook reclamante mee heeft kunnen denken over de vormgeving van het plan. Een groot aantal ID-ers kan in dienst blijven. De kamer komt dat niet onredelijk voor. Gelet op het voorgaande adviseert de kamer uw college het bezwaarschrift van Stichting Het Goed tegen het besluit van 11 juli 2003 ongegrond te verklaren en het bestreden besluit te handhaven, voorzover het betrekking heeft op het stopzetten van de subsidie aanvullende kosten. De kamer geeft geen advies over de andere onderdelen van het besluit, aangezien het bezwaarschrift tegen die onderdelen is ingetrokken. 5 Notanr: Onderwerp: Vervolg Error! Reference source not found. bezwaarschrift van Stichting Het Goed inzake in- en doorstroombanen Kamer 2 van de Algemene Bezwaarschriftencommissie, Mevrouw mr. J. den Engelse, voorzitter; Voor afschrift, de secretaris van de kamer, Mevrouw mr. M. Stoffels, secretaris. 6