Model van belastingsreglement inzake openbare netheid DE GEMEENTERAAD, [Gezien artikel 170 van de Grondwet; Gezien de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid artikel 117 en 135, § 2; Gezien de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen; Gezien het koninklijk besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting;] Of Gezien de geldende bepalingen inzake de vestiging en de invordering van de gemeentebelastingen] Gezien de financiële situatie van de gemeente; Overwegende dat de gemeenten onder andere de bevoegdheid hebben de openbare netheid te verzekeren en te herstellen; dat het toelaatbaar is dat ze de burgers daartoe doen bijdragen; Op voorstel van het College op datum van ……., Beslist: Artikel 1 Voor de aanslagjaren ….. tot ….. wordt een gemeentebelasting vastgesteld op het vervuilen van de openbare wegen en plaatsen of zichtbaar vanaf deze. Worden beoogd: 1. het plaatsen of achterlaten van afval buiten de voorziene of speciaal daartoe aangelegde plaatsen; 2. het plaatsen of achterlaten van huisvuil of met huisvuil gelijkgesteld afval buiten de plaatsen en tijdstippen voorzien voor de ophaling ervan; 3. het plaatsen van graffiti, tags of andere opschriften of het aanplakken van affiches of zelfklevers op het stadsmeubilair of op een openbaar of privaat gebouw of bouwwerk; 4. het feit dat leidt tot de vervuiling van openbare wegen of plaatsen of de openbare netheid in het gedrang brengt. Artikel 2 De belasting is solidair verschuldigd door: 1. de persoon die het afval achterlaat, als dit gebeurt op de openbare weg, en in de andere gevallen in de geciteerde volgorde volgens de mogelijkheden van identificering, de auteur, de persoon die het achtergelaten goed aanvankelijk in zijn bezit had of de bezetter of de eigenaar van de bodem waarop het afval achtergelaten wordt; 2. de eigenaar, de verantwoordelijke of de houder van de persoon, het dier of de zaak, in de zin van artikel 1384 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek, die het afval heeft achtergelaten of er de vervuiling van heeft teweeggebracht; 3. de eigenaar of de verantwoordelijke uitgever van de affiche of de zelfklever, of de persoon die de affiche of de zelfklever heeft geplakt of de graffiti, tag of ander opschrift heeft aangebracht; 4. de persoon die een handeling stelt die in de zin van onderhavig reglement tot vervuiling kan leiden. Artikel 3 De persoon die een graffiti, tag of ander opschrift heeft aangebracht of die een affiche of een zelfklever heeft gekleefd met toelating van de eigenaar, bezetter of beheerder van het goed, is vrijgesteld van de betaling van de belasting. Artikel 4 De belasting bedraagt: - 74 euro per zak of recipiënt gevuld met huisvuil of met huisvuil gelijkgesteld afval; 149 euro per m³ zakken, recipiënten, voorwerpen of afval die niet bestemd is voor de huisvuilophaling; 372 euro per plaatsing van graffiti, tag of ander opschrift, per affiche en per zelfklever; 74 euro voor andere vervuiling door een persoon of door de zaak, het dier of de persoon over wie hij/zij de hoede heeft. Artikel 5 De belasting is contant of per kohier verschuldigd. Het bedrag van de belasting dient ter kennis te worden gebracht van de belastingplichtige bij een administratief document dat hem verzoekt het bedrag te vereffenen binnen de acht dagen door storting in de gemeentekas of per overschrijving of storting op de rekening van de gemeente. Bij ontstentenis van betaling binnen die termijn wordt de belasting ingekohierd en is ze direct opeisbaar. Artikel 6 De belasting wordt door de gemeenteontvanger ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen. Artikel 7 De belastingplichtige kan een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, dat als administratieve overheid optreedt. Dit bezwaarschrift moet op straffe van verval ingediend worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de heffing van de belasting. Deze moet op straffe van nietigheid schriftelijk ingediend worden of bij bezoek ter plaatse mits ontvangstbewijs. Ze moet met reden omkleed zijn, gedateerd en ondertekend door de klager of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1. de naam, hoedanigheid, adres of zetel van de belastingplichtige ten laste van wie de belasting gevestigd wordt; 2. het voorwerp van het bezwaarschrift en een uiteenzetting van de feiten en middelen. De klager moet de betaling van de belasting niet aantonen. De indiening van het bezwaarschrift stelt niet vrij van de verplichting om deze binnen de toegestane termijn te betalen. Door de Raad De Secretaris De Voorzitter Voor eensluitend uittreksel De Secretaris De Burgemeester