Mag de werkgever een griepzieke naar huis sturen?

advertisement
Hildegard SCHMIDT
12-2009
Mag de werkgever een griepzieke werknemer naar huis sturen?
Het antwoord is niet zo eenvoudig, want wat gebeurt er als de werknemer zich ziek aanbiedt op
het werk zonder te zeggen dat het precies om het A/H1N1-virus gaat. De vraag stelt zich bij
uitbreiding voor alle besmettelijke ziekten die een werknemer heeft, en raakt natuurlijk aan de
privésfeer van de werknemer.
Werkgever, werknemer, statutair of contractant
Met werkgever wordt uiteraard de gemeente en het OCMW bedoeld. Zoals bekend werken daar niet
alleen ambtenaren, maar ook werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst. Dit artikel
viseert de beide categorieën van personeelsleden.
Op grond van de arbeidsovereenkomstenwet moet de werkgever er als een goed huisvader voor
zorgen dat de arbeid wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot de veiligheid
en de gezondheid van de werknemers. Hij moet dus in de mate van het mogelijke aandacht hebben
voor zieke werknemers, vooral als er een mogelijkheid bestaat dat die hun collega's kunnen
besmetten. Wanneer zich iemand op het werk aandient met duidelijk uiterlijke tekenen van griep,
kan de werkgever hem op grond van artikel 20 WAO1 naar huis sturen. Het is veel moeilijker wanneer
de werkgever slechts een vermoeden heeft dat één van zijn werknemers griep heeft. De werkgever
die de werknemer verplicht om naar huis te gaan, moet immers het bewijs leveren dat die
werknemer ziek is en niet in staat om te werken of een gevaar vormt voor de andere werknemers.
Mag de werkgever in geval van twijfel hem of haar op grond van dat vermoeden verplichten een
bloedtest te laten ondergaan om hem dan naar huis te sturen? Kan de werkgever zich hiervoor
beroepen op de normale gezagsrelatie tussen werkgever en werknemer? De bloedproef is immers
een proef die de fysieke integriteit en de privésfeer van de persoon aantast en als zodanig
beschermd door artikel 8 E.V.R.M2. Daaruit volgt dat er een wettelijke basis voorhanden moet zijn
om een bloedproef af te nemen. De werkgever kan dus niet op grond van zijn vermoedens de
werknemer verplichten een bloedtest te laten ondergaan. Nu voorziet het A.R.A.B. welbepaalde
gevallen waarin een medisch onderzoek of bloedproef kan worden afgenomen. Buiten die gevallen
kan de werkgever niet van zijn werknemer eisen om zich te onderwerpen aan testen3. In deze is het
dus niet mogelijk om de griep via een bloedafname te laten vaststellen.
Het is evenmin toegelaten om de werknemer naar de arbeidsgeneesheer te sturen. De
arbeidsgeneesheer heeft immers niet als taak de algemene gezondheidstoestand van de werknemer
te evalueren. Evenmin kan men een beroep doen op de controlearts4. De controlearts is een door de
werkgever gemachtigde en betaalde arts, die enkel een opdracht heeft om na te gaan of de
voorgeschreven arbeidsongeschiktheid overeenstemt met de werkelijkheid. Zolang de werknemer
nog niet als arbeidsongeschikt wordt verklaard, kan hij niet worden gecontroleerd door de
controlearts.
1
Wet 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, B.S. 22 augustus 1978 (hierna WAO).
2
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, 4 november 1950.
3
R.v.St., 27 oktober 2005, nr. 150.861.
4
Art. 31, § 3 WAO.
© Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – www.vsgb.be
1
Hildegard SCHMIDT
12-2009
Het enige wat blijft, is de werknemer overtuigen om zijn huisarts te consulteren. Die zal de
werknemer dan arbeidsgeschikt of ongeschikt verklaren. De werkgever zal van de huisarts echter
niets meer ervaren op grond van het beroepsgeheim, dat trouwens in alle omstandigheden moet
worden bewaard. Alles wat de geneesheer weet ten gevolge van onderzoeken of van door hem
gedane of aangevraagde navorsingen of vaststellingen mag niet worden meegedeeld5. De enige
uitzondering is de mededeling of de werknemer al dan niet arbeidsongeschikt is. De werkgever zal
dus niet te weten komen of de werknemer besmet is met A/H1N1-griep.
Als de werknemer ziek is, dan moet hij zijn werkgever daar onverwijld van op de hoogte brengen6. Hij
moet een medisch attest bezorgen waarop eveneens de duur van de arbeidsongeschikt wordt
vermeld. De wet schrijft voor dat dit attest binnen de twee werkdagen moet worden voorgelegd7.
De werknemer is weliswaar verplicht zijn arbeidsongeschiktheid te melden, maar hij moet niet
zeggen om welke ziekte het gaat.
De werkgever mag in geen geval van zijn werknemers die komen werken, eisen dat ze hem een attest
voorleggen waaruit blijkt dat ze niet ziek zijn. Iedereen die niet vastgesteld of zichtbaar
arbeidsongeschikt is, moet worden toegelaten tot de werkvloer.
Welke preventieve verantwoordelijkheid draagt de werkgever?
Zoals gesteld, draagt de werkgever de verantwoordelijkheid om er als goed huisvader voor te zorgen
dat het werk wordt uitgevoerd in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot de gezondheid van
de werknemers. Ook rusten er op hem verplichtingen inzake gezondheid en veiligheid van de
werknemers op grond van de wet betreffende het welzijn van de werknemers8. De verplichtingen
slaan op de preventie van risico's die kunnen ontstaan door de activiteit van de onderneming en de
manier waarop het werk wordt uitgevoerd.
A/H1N1-griep is geen risico dat specifiek verbonden is aan de uitoefening van het werk. De
werkgever moet dan ook maatregelen nemen, die door hem in het algemeen moeten worden
genomen. Specifiek voor dit griepvirus (en voor de gewone seizoensgriep) gelden de algemene
hygiënische maatregelen die door iedereen in acht moeten worden genomen.
Wanneer het risico op verspreiding van het A/H1N1-virus verhoogt door de aard van de activiteit
(zoals kinderdagverblijven, scholen of ziekenhuizen), moet de werkgever wel de gepaste maatregelen
nemen om het besmettingsrisico te beperken. De Welzijnswet schrijft hem dat voor. Voor die
maatregelen mag hij een beroep doen op de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.
De werknemer die besmet raakt met het virus, kan de werkgever niet verantwoordelijk stellen voor
de verspreiding van het virus op de werkvloer, tenzij de werkgever nagelaten heeft om in de
risicosectoren de passende maatregelen te nemen. In elk geval draagt de werknemer de bewijslast
en het is nog maar zeer de vraag of het mogelijk is om aan te tonen vanwaar de besmetting komt.
5
Titel II, Hoofdstuk V, "Beroepsgeheim van de geneesheer", Code van Geneeskundige Plichtenleer, Nationale
Raad van Orde der Geneesheren.
6
Art. 31, § 2, 1 lid, WAO.
e
7
Art. 31, § 2, 3 lid, WAO.
e
8
Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, B.S. 18
september 1996.
© Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – www.vsgb.be
2
Hildegard SCHMIDT
12-2009
Mag de werknemer thuis blijven om een ziek familielid te verzorgen?
De meeste gemeentereglementen laten een of andere vorm van omstandigheidsverlof toe. Ook de
WAO laat toe dat de werknemer van het werk afwezig is om dwingende redenen9. De ziekte van een
persoon die onder hetzelfde dak woont als de werknemer of van een ouder of verwant van de eerste
graad is als zodanig te beschouwen. De werknemer mag dus thuis blijven om zijn zieke familieleden
te verzorgen.
Hoe zit het met de continuïteit van de openbare dienst?
Wanneer zou blijken dat de afwezigheden zo groot zijn dat de dienstverlening van de gemeente of
het OCMW in het gevaar komt, moet de werkgever de passende maatregelen treffen om toch een
minimale dienstverlening te garanderen. De werkgever heeft namelijk niet enkel verplichtingen
tegenover zijn werknemers, maar ook tegenover derden, gebruikers van de openbare dienst.
De werkgever zal best een plan voorzien waarin hij de nog aanwezige werknemers zodanig inzet dat
er minimaal nog een dienst wordt verleend. Als het aantal werknemers onvoldoende blijkt, wordt het
al enigszins moeilijker. De wet van 19 augustus 1948 over de prestaties van algemeen belang in
vredestijd10 voorziet namelijk welbepaalde gevallen waarin de werkgever zijn werknemers mag
vorderen. De grieppandemie is geen geval dat opvordering toestaat. Nu kan terugvordering en
minimale dienstverlening wel in overleg met de vakbondsafvaardiging en het personeel worden
geregeld. Bovendien zou de werkgever ook uitzonderlijk maatregelen kunnen toestaan, zoals
telewerk.
Wat gebeurt er met de zwangere werkneemster?
Zeker voor de zwangere werkneemster die door haar taak veel contact heeft met het publiek, zal de
werkgever best aangepaste maatregelen nemen. Het beste doet de werkgever dan een beroep op de
preventieadviseur-geneesheer, die de risico's die redelijkerwijze verhoogd zijn door de werksituatie
zal proberen te detecteren en te verminderen. Daarbij zullen de concrete omstandigheden een rol
spelen. Contact met het publiek is immers niet per se een risico. De werkgever zal dus vooral de
werkneemster moeten wijzen op de bijzondere hygiënemaatregelen die ze in acht moet nemen.
Uiteraard mag de werkgever natuurlijk altijd aan zijn werkneemster ander aangepast werk
voorstellen. Niets belet hem om bijzondere voorzorgsmaatregelen te nemen, maar er bestaat geen
algemene verplichting omdat de besmetting overal in de publieke ruimte kan gebeuren (dus ook in
de privésfeer van de werkneemster). De verwijdering van het werk kan maar als maatregel worden
voorgesteld als de aard van het werk op zich een besmettingsrisico betekent (bv. de zwangere
werkneemster die aan het onthaal van de spoedafdeling van een ziekenhuis werkt).
9
Art. 30bis WAO.
10
Wet 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd, B.S. 21 augustus 1948.
© Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – www.vsgb.be
3
Hildegard SCHMIDT
12-2009
Besluit
Het A/H1N1-virus schijnt voorlopig ons land over te slaan, maar dat betekent niet dat er geen
gepaste hygiënemaatregelen moet nemen. De verwijdering van het werk als uiterste maatregel is
enkel maar mogelijk als de aard van het werk het risico op besmetting met zich mee brengt. Voor de
rest is het vooral een zaak van gezond verstand om te vermijden dat iemand ziek wordt.
Meer info op www.influenza.be
© Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – www.vsgb.be
4
Download