- Scholieren.com

advertisement
Het habsburgse rijk - Oostenrijk Hongarije hoofdstuk 1
Vaderland/lappendeken of volkerenkerker?
Inleiding
Vragen:
- Hoe is het Habsburgse rijk ten onder gegaan?
- Welke problemen had het Habsburgse rijk? Groeiende roep democratie; legitimatie en
representativiteit van de macht. Wat doen met burgerij die haar economische betekenis omgezet
wil zien in grotere politieke zeggenschap? Hoe binnen een supranationale mutli entische staat om
te gaan met etnische minderheden in tijden van groeiend nationaal besef?
Wat zijn precies de oorzaken?
- Intern?: minderheden, feodale politieke en economische verhouding
- extern?: opkomst van het Duitse rijk, panslavisme, eerste wereldoorlog
Unificerende aspecten
Wat hield deze lappendeken aan volkeren en culturen bijeen?
Dynastie
Dynastie lijkt het bindende element van al die verschillende volkeren. Langst regerende familie;
ongeveer 700 jaar. Hoe brachten ze dit bij elkaar?
- huwelijken
- diplomatie
- veroveringen
Waar komt de naam vandaan?
Habsburg komt van Habichtsburg (burcht van de havik) 1020 is deze burcht gebouwd, aan de
oever van de Aare in de omgeving van het Zwitserse plaatsje Brugg.
Van hieruit wisten de habsburgers hun macht te verspreiden.
13e 14e eeuw delen van:
- Slovenie
- Oostenrijk
- Zuid Dl
- Elzas
- stad Triest
Wel! Verloren gebieden Zwitserland. Gebiedsuitbreiding vooral te danken aan huwelijkspolitiek.
1273 Habsburgesr werden gekozen tot ' keizers van het Heilige Roomse Rijk'
1425 deze werd titel erfelijk
1806 tot deze tijd hielden de habsburgers onafgebroken de keizerstroon
Duitse keizer: primus inter pares (eerste onder zijns gelijken) overige rijksvorsten opereerden
autonoom.
1459-1519 Maximiliaan; habsburgers worden Europese dynastie. Trouwde met de hertogin van
Bourgondie (Nederlanden hoorden daar ook bij). Bezittingen in westelijke richting ernstig
uitgebreid.
Zoon; philips de Schone trouwde met Johanna de Waanzinnige (dochter Ferdinand en Isabella).
Zij was de enige erfgenaam van het Spaanse rijk.
Karel V (zoon):
Oostenrijkse gebieden
Bourgondie
Castilie
Aragon
Italiaanse gebieden
Spaans Amerika
1566 Karel V trekt zich terug in klooster. Heeft zijn rijk verdeeld onder twee zonen:
- Philip II Spaanse gebieden. Gingen verloren in 1702-1713 tijdens de Spaanse Successieoorlog.
Bourbon pakte de troon.
- Ferdinand I Oostenrijkse gebieden> keizer van het heilige roomse rijk
Oostenrijkse gebieden werden uitgebreid in de 16e eeuw. De tsjechen en hongaren boden hun
kroon aan (Wenceslaskroon en Stefanskroon) in ruil voor hulp van de Habsburgers. 150 jaar lang
leverde dit niks op, ze moesten vooral vechten tegen de Turken. Maar eind 17e eeuw kwam hier
verandering in; ze versloegen de turken uit de hongaarse gebieden en uiteindelijk werd Hongarije
Habsburgs gebied.
1700 Donaumonarchie (habsburgse rijk/oostenrijk-hongarije) bestond uit drie conglomeraten:
- Duitse erflanden (Steiermark, Vorarlberg, Krain en Tirol)
- Boheemse kroon (Bohemen, Moravie, Silezie)
- Hongaarse kroon (Hongarije, Transsylvanie, Slowakije, Kroatie en banaat)
18e en 19e eeuw:
Galicie
Boekovina
Delen van de Dalmatische kust
Noord Italie
Bosnie Herzegovina
Na Karel VI: vrouw op de troon! Maria Theresa 1740-1780
Ondanks de Pragmatische Sanctie (buurlanden mogen niet profiteren van opvolgingsperikelen):
1740- 1780 Oostenrijkse successieoorlog: Pruisen veroverden Silezie van de Habsburgers.
Gevolgen:
- Verdubbeling van het Pruisische grondgebied
- Verdubbeling van het aantal inwoners in Pruisen
- Kwijt raken van een goed economisch en industrieel ontwikkeld gebied Silezie
1756-1763 Zevenjarige Oorlog. Door deze oorlog wist Pruisen Silezie in handen te houden. Duitse
grootmacht kwam hier op. Er woonden veel Duitstaligen; het Duitstalige karakter werd versterkt,
karakter van Habsburgse rijk werd verzwakt in Silezie.
Uiteindelijk ook wel samengewerkt: deling van Polen 1772-1795 tussen Rus, Pruisen en
Oostenrijk. Oostenrijkse etniciteit werd vergroot: minderheden van Joodse Polen kwamen er ook
nog weer bij.
Maria Theresa: unificatie proces waarbij de bureaucratie van de Habsburgers werd uitgebreid.
Joseph II (1780-1790) Verlicht vorst? dit proces wordt geintensiveerd. Voerde decreten uit die
moesten leiden tot centralisatie en die de eenheid moesten vergroten.
- innen van belastingen
- invoeren van burgerrechten
- afschaffen lijfeigenschap
- aanstellen kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder
- humanisering van het strafrecht
- versterken van de positie van de Duitse taal ( dit leidde tot weerstand)
Hierna minder verlichte despoten (door de Franse revolutie)
Franz II 1792-1848 steunde een klerikale en aristocratische reactie op de Franse revolutie.
1806 einde band tussen heilige roomse rijk en de habsburgers door Napoleon. Hij ontmantelde het
Heilige Roomse Rijk. Volgens voltaire nog heilig, noch rooms, noch een rijk. Frany liet yijn
aanspraken op de keiyerskroon vallen en yich voortaan Frany I keiyer van OOstenrijki noemen.
Tweede aanslag op de machtspositie van de Habsburgers in de Duitse gebieden! Na het verliezen
van Silezie.
Na Napoleon; Oostenrijk nieuwe rol. Kanselier prins Klemens von Metternich (alles voor het volk
niets door het volk) was drijvende kracht binnen reactionaire gezelschap:
- oostenrijk had een belangrijke rol te vervullen binnen Europa
 dam opwerpen tegen radicale krachten (liberalisme en nationalisme)
Naar hem is ook de Metternich doctrine vernoemd:
 Militair optreden na al te radicale geluiden die de herwonnen status quo leken te
bedriegen
 Deze politiek was succesvol tussen 1815-1848
 1848 Metternich naar Engeland; te revolutionair
Met veel moeite werden opstanden in Wenen, Praag en boedapest ingedrukt. In Hongarije brak er
zelfs een nationale bevrijdingsoorlog uit. Werd met Russische troepen neergeslagen. Lajos
Kossuth (Hongaarse leider) vluchtte naar het Otoomaanse Rijk.
Vanaf 1848 Habsburgse rijk bleef absolutistisch regeren..
Franz Joseph I 1848-1916
Persoonlijk leed droeg bij aan mythe van de Habsburgers.
- Regeerde 68 jaar. Was gedisciplineerd man, stond vroeg op, at eenvoudige maaltijden en sliep op
een ijzeren veldbed.
- Rijk ging ten onder onder hem
- weigerde zijn ijzeren discipline en decorum op te geven> ondergaan in stijl
- Persoonlijk tragisch leven
Begin: crisis, revolutionaire opstanden, Einde: crisis, eerste wereldoorlog
Tragisch leven
- Huwelijk met volle nicht Beierse prinses Elisabeth Sisi een flop


Zij verdroeg de strenge Weense hofetiquette slecht, trok zich terug in eigen wereld
Gedoe over opvoeding Rudolf (enige zoon) Joseph: streng en militaire opvoeding. Sisi:
liberale opvoeding. Sisi kreeg haar zin Rudolf was een vrij open persoon die een andere
kijk had op het regeren. Rudolf was uiterst tolerant jegens Slavische en Hongaarse
minderheden. Grote wetenschappelijke interesse en was pro joodse linkse lieden. 1889
pleegde hij zelfmoord met zijn geliefde Maria Vetsera. Jachtongeval, geesteziek:
christelijke begrafenis. Das geheimnis von Mayerling.
- Sisi werd doodgestoken door een Italiaanse anarchist aan het meer van geneve.
- broer Ferdinand Maximiliaan dood door Mexicaans vuurpeleton 1867
- Neef Franz Ferdinand doodgeschoten op 28 juni 1914 door panslavist Gavrilo Princip
Oorzaak: Bosnie en Herzegovina waaren in 1908 door Habsburgse rijk geannexeerd. Servie boos.
Cultuur
Rond de dynastie van de Habsburgers ontwikkelde zich in de loop der tijd:
- bepaalde hofetiquette
- architectuur
- religieuze voorkeur
- liefde voor muziek, theater,
- kenmerkende mentaliteit
Uit het begrip Oostenrijk spreekt een culturele voorkeur en missiegedachte. Begrip terug te voeren
op de invoer van het begrip Ostmark in 803 door Karel de Grote. Hij wilde hiermee zijn oostelijke
regio van zijn rijk aanduiden. Christelijke cultuur vs de Slavische barbaren uit het oosten. De
christelijke cultuur was in het oosten een bedreigde beschaving. Het idee van een bedreigde
beschaving is in de hele Habsburgse geschiedenis terug te vinden.
- Altijd een vijand die de beschaving bedreigde (ook toen de slaven al bekeerd waren tot het
christendom) bv. Protestanten, Turken, Russen. Dit kan betiteld worden als Habsburgse cultuur.
Multi-etnisch, veel verschillende volkeren binnen de grenzen:
Gevolg: onderlinge tegenstelling werd groter
Dus> dynastieke patriottisme.
Habsburgse rijk geen natiestaat.Wel adelsnatie:
- een multi etnische dynastiegetrouwe adle die de ruggengraat van het rijk vormde en in hoge mate
de cultuur bepaalde:
 Aristocratisch
 Kosmopolitisch
 Supranationaal
 Katholiek
 Duits georienteerd
Maatschappelijke posities en sociale status speelden een belangrijke rol binnen deze
cultuur.Gefuhlskultur door: Carl Shorske
- cultuur die meer gericht is op het esthetische dan op het morele, meer psychologische dan
politiek, meer geneigd tot afstandelijke ironie dan tot praktische daadkracht. Ook niet echt de wil
om te veranderen.
Culturele hoogstandjes, theater en muziek enzovoort werden hoog gewaardeerd en waren
belangrijk in het openbare leven.
18e eeuw: burgerij kwam op, wel wat veranderingen maar Gefuhlskultur bleef heel belangrijk.
Eerder opgaan in de aristocratische cultuur dan het ontwikkelen van een eigen burgercultuur. Twee
ontwikkelingen te onderscheiden
- Biedermeierkultur 1815-1848
 Gemutlichkeit (waardering voor het huiselijke, het materiele en sentimentele)
- 1850 reactie behoefte aan ontsnappen aan benauwende conventies en de starre politieke en
repressieve sociale verhoudingen.

Burgerij streefden politieke ambities na die ernstig werden gedwarsboomd door
aristocraten en antli-liberalen
Deze burgerij begon dus die tegenreactie waarbij zij de bodem onder het bestaan leken weg te
slaan maar wel gekendmerkt door luchtigheid. Vrolijke apocalyps.
Ten tijde van Fin de Siecle werden de volgende culturele stromingen flink de schop op gedaan in
Wenen:
- Muziek: Schonberg
- Literatuur: Robert Musil personage zonder eigenschappen
- Architectuur: iedere vorm van ornament afgezworen (Ornament ist verbrechen)
Nog bekende namen
- Gustav Klimt
- Egon Schiele
- Oskar Kokoschka
Desintegrerende aspecten
Vanaf 1850: andere tijden. De gevolgen van de veranderingen:
- modernisering (emancipatie, urbanisering, industralisering)
- panslavisme
- Duitse en Italiaanse eenwording
Bedreiden de bindende krachten van het Habsburgse rijk
Modernisering
Oostelijke helft: vooral argrarisch. Er trad een economische verschuiving op.
- Mechanisering
- industrialisering
zorgde voor urbanisering. Zorgde voor spanning: feodaal-argrarische verhoudingen kwamen onder
druk te staan. Burgerij werd economisch steeds belangrijker en eiste meer politieke inspraak
binnen het landsbestuur. Adel voelde zich bedreigd; verzet onder de adel. Veranderingen in de
20ste eeuw verliepen uiterst langzaam:
28 ministers
- 20 adel
- 7 lage adel
- 1 burgerij
Wenen: verdubbelde
Boedapest: verdrievoudigde
Praag: toename
1874 Budapest bestond pas toen Boeda en Pest werden samengevoegd tot 1 stad. Vanaf dat
moment Wenen en Budapest steeds in concurrentie strijd met elkaar.
Liberalisme
Habsburgse rijk; liberalisme had niet zo'n grote betekenis. Groeiende burgerij werd niet omgezet
in politieke invloed. Tweede helft van de 19e eeuw: liberale coalitie (dit duurde echter maar kort)
Waarom had het liberalisme moeite om zich te verspreiden?
- Feodale tradities; adel veel macht en dwarsboomden de liberaal-democratische ontwikkelingen
- Multi etnische karakter;gegoede burgerij verbond zichzelf met de leidende Duits-Hongaarse
elite.
Ze waren oververtegenwoordigd in de steden; en op het platteland anti=klerikaa.
Uitbreiding van stemrecht leverde weinig voordeel op voor liberalen, vooral populistische partijen
kregen veel stemmen (door nationaliteitenkwesties aan te stippen).
- liberalen niet al te populair: zij musten het supranationale karakter benadrukken. ze deden weinig
aan de verbetering van de positie van minderheden. Ook deden ze weinig aan de verbetering van
de sociale wantoestanden.
Nationale bewustwording
Rest van Europa had ook wel moeite met modernisering; maar het Habsburgse rijk had het het wel
een stukje moeilijker met de diversiteit in bevolkingssamenstelling.
- uitbreiding van het kiesrecht> nationale tegenstellingen werden erdoor verscherpt. Verdere
disentergratie. In Europa was dit effect juist andersom.
Supranationale karakter ging verloren van het Habsburgse rijk.

Duits verdween rond 1900 in Praag, Budapest. Tsjechisch en Hongaars. ( Rond 1850 was
dit nog Duitstalig geweest)
Geen moderne natiestaat. Rond deze tijd was het uniforme natiestaat het ideaal.
- Geen enkele etnische groepering overheerste numeriek gezien.
Ook toenemende democratie leidde tot ontwrichting:
- verschillende naties kwamen tegenover elkaar te staan. Het ging hier vooral bij het vergaern van
versterking van exclusieve groepssolidariteit welke gebaseerd was op etniciteit.
Ausgleich
1866 Slag bij Koniggratz; zware militaire nederlaag voor Habsburgers tegen Pruisen
1867 militaire oplossing gezocht voor de groeiende nationale spanningen. Ausgleich, een
compromis werd er gevonden tussen Duitsers en Magyaren. Er werd een scheidingslijn getrokken;
de rivier de Leitha moest als grens dienen.
Transleithanie
Cisleithanie
Begin van de dubbelmonarchie. Hongarije werd vanaf nu constitutioneel geregeerd; er ontstonden
twee soevereine staten. Beiden hadden semi-autonome gebieden. Bleef wel verbonden door de
keizer; hij bleef staatshoofd. Keizer Oostenrijk en koning Hongarije. Het idee van centralisatie en
unificatie werd losgelaten.
- Twee hoofdsteden
- Vier parlementen ( Wenen, Praag, Boedapest en Zagreb)
Koninkrijk Hongarije
Op drie ministeries na vrijwel onafhankelijk. Drie ministeries k.u.k ministeries:
- defensie
- buitenlandse zaken
- financien
Ook had de koning/keizer recht om Hongaarse premier aan te wijzen ( ook tegen parlement in)
Beide gebieden; oostenrijk en hongarije haddene eigenlijk alebei te maken met diversiteit van hun
bevolkingssamenstelling. Het grootste brandhaard; dat van de Magyaren; is wel tegemoet
gekomen door de deling.
Nadelen van het verdrag
- Het was een verdrag tussen Keizer Franz Joseph en enkele Hongaarse (addelijke) leiders (geen
parlement was er aan te pas gekomen).
- Economische basis was slecht uitgewerkt> elk deccenium weer moeite over onderhandelingen
tarieven, handelsvoorwaarden en bijdragen aan rijkskanselarij
- Slaven en Roemen voelden zich verraden en overgeleverd aan twee dominante
bevolkingsgroepen (die eigenlijk ook minderheden vormden)

Tsjechen vs Magyaren. Tsjechen vonden dat hun historische claim op onafhankelijkheid
net zo gerechtvaardigd was als die van de Magyaren. Zij waren voor eend riedeling en
zagen Praag als het slavische centrum binnen het rijk. 1871 is er daadwerkelijk een
poging ondernomen om dit te doen, maar de moeizame Duits-Tsjechische verhoudingen
in Bohemen en Moravie stonden zo'n oplossing niet toe.
Waarom geen sprake van Oostenrijksers en Hongaren?
- Dit waren gebiedsaanduidingen waarbinnen nog veel verschillende volkeren leefden. Hongarije
heet ook nog Magyar Orzag (land der magyaren). In het Hongaarse deel was er sprake van een
magyarisatiepolitiek waarbij ze probeerden hun land te magyariseren d.m.v. Verspreiding van de
taal en het aannemen van Hongaars klinkende namen. Dit had succes onder Hongaarse Joden.
Habsburgse Joden
Joden werden niet als afzonderlijke etnische groep geregistreerd;
- konden mooi meegerekend worden als Magyaren of Duitsers
- Joden bekeerden zich massal tot de dominante cultuur in beide rijksdelen.
Binnen Donaumonarchie waren zij niet langer de buitenstaander, maar een minderheid te midden
van andere minderheden.
Supranationale karakter en kosmopolitische karakter sloot aan bij de Joden die zich wensten te
ontworstelen aan het orthodoxe gettobestaan. Ze kregen ook burgerrechten. De joden bevorderden
de modernisering van het Habsburgse rijk; zij waren goed opgeleid, niet gebonden aan land,
leefden in steden, kenden hun talen, handelservaring, internationeaal georienteerd. Na verloop van
tijd criticasters, ze merkten dat er er een grens was aan de mate waarin je kon intergreren;
politieke macht bleef in handen van de adel. Er was een toenemende scheefgroei tussen
economische en politieke macht> spanningen.
1870 antisemitisme nam weer toe.
Bv.
- Weense burgermeester Karl Lueger Wer Jude ist, bsetimme Ich.
- Lieder van de Duits Nationale partij in Oostenrijk Georg Ritter overtuigd antisemiet.
Bij val van het Habsburgse rijk werden de Joden weer gezien als lastige minderheid die geen eigen
stuk land kregen.
Externe factoren
Intern:
- Nationaliteitenkwestie
- feodale structeren
- opkomende burgerij
- economische en sociale verhoudigen
Externe factoren:
- Russische machtsuitbreiding op de Balkan
- Panslavisme
- Italiaanse eenworden
- Pruisische machtsuitbreiding en daarop volgende Duitse eenwording
Balkan
Doordat de Ottomanen hun macht op de balkan verloren ontstond hier een machtsvacuum. Russen
en Habsburgers (Serven en Bulgaren) probeerden hun invloedsferen uit te brieiden ten kost van de
Turken.
1878 Habsburgers hadden mandaat over Bosnie en Herzegovina in
1908 werd deze omgezet in annexatie van Bosnie en Herzegovina
> Slavische aandeel van Habsburgse bevolking nam toe
> Slavisch nationalisme werd aangewakkerd; deze werd gevoed door panslavische ideeen. Dit
gebeurde onder Russische leiding. Er diende een politiek en cultureel bondgenootschap te ontstaan
dat alle Slavische volkeren omvatte. Er ontstonden veel nationale bewegingen; Narodna
Odbrana (Nationale Verdediging)
Italiaanse eenwording
Oostenrijk was grote hindernis bij Italiaanse en Duitse eenwording. Italiaanse gebieden waren
namelijk in Habsburgse handen:
- Venetie
- Triest
- Lombardije
- Toscane onder gezag van Habsburgse hertog; koninkrijk sicilie werd beschouwd als Habsburgse
protectoraat.
Italie was een lange tijd niet meer dan een geografische aanduiding. Hier maakt de Risorgimento
beweging die streefde naar de Italiaanse eenwording. Vanaf ongeveer 1850 vielen de Habrburgse
gebieden weer in handen van dus die opstandelingen onderleiding van Sardienie Piemonte (en met
militaire steun van de Fransen) die streefde naar unificatie.
1866 Venetie werd onafhankelijk
Deze geslaagde Italiaanse eenwording was voor de volkeren van het Habsburgse rijk een
stimulans om hetzelfde te gaan doen.
Duitse eenwording
Duitse eenwording had grote gevolgen voor de Donaumonarchie. Banden tussen Habsburgers en
Duitse gebiedsdelen waren hecht. Groeiende macht van Pruisen leek een Duitse eenwording
steeds meeer tot de mogelijkheden te gaan behoren.
1848 revolutiejaar kwam Frankfurter Congres bijeen en de roep was er naar een Duitse
eenheidsstaat. Er waren nogal wat vragen hoe deze staat dan moest worden. Een gebied waar
alleen Duits werd gesproken? Gebieden die behoorden tot het nieuwe Duitsland die deel
uitmaakten van het Heilige Roomse Rijk? Welke rol speelden de Pruisen hierin?
- Groot Duitse oplossing: ook duitstaligen van het Habsburgse rijk zouden hierbij behoren.
- Klein Duitse oplossing: Pruisen speelde hierin een belangrijke rol en het Duitstalige Habsburgse
rijk viel buiten de boot.
Frankfurt ging voor de Kleine DUitse oplossing en bood de Pruisische koning de Duitse troon;
hetgeen wat hij weigerde. Hij vond het nieuwe rijk te constitutioneel en te democratisch.
Pas in 1871 een Duitse eenheid onder Bismarck door middelv an blut und eisen verschillende
volkeren met elkaar verbond.
Er kwam een einde aan de machtstrijd tussen Pruisen en de Donaumonarchie; Silezie daar begon
de strijd mee. Gevolgd door de slag bij Koninggratz.
- Habsburgers konden het vergeten hun rijk te vergroten richting het westen; hun oog kwam weer
op de Balkan te liggen. Terugrekkende Turken lieten hier een machtsvacuuum achter.
- Ander gevolg: Duitstaligen binnen de Donaumonarchie wilden graag bij het Duitse rijk horen.
Groot-Germaanse gedachte. Benadrukking Deutschtum.
1879 Bondgenootschap tussen Habsburgserijk, Duitse rijk, Italie en Romenie. Centralen?
VS Rus-France-Engeland
Tijdens de eerste wereldoorlog was de onrust door voedseltekorten, armoede en inlaite sterk
toegenomen, dit werd versterkt door de revolutie in Rusland.
Karl I 1916-1918 probeerde nog federaliseringsplannen door te voeren om het Habsburgse rijk
bijeen te houden. Echter; vredesverdragen Saint Germain en Trianon betekende een splitsing
van het Habsburgse rijk. Deze was al in de 14 punten van Woodrow Wilsen te vidnen. Delen van
Italie moesten weer terug naar Italie, volkeren binnen Habsburgse Rijk mochten bepalen welke
mate van autonomie zij wenselijk achtten. (geen onafhankelijkheid!)
12 november 1918 Oostenrijkse Republiek uitgeroepen; een staat die niemand echt wilde. Karl
Renner werd de eerste staatskanselier van de nieuwe Alpenrepubliek. Karl I liet de geallieerden
hun gang gaan; geen obstakel willen zijn voor verdere ontwikkelingen hij ging met zijn gezin naar
Madeira.
Hongarije werd een raden republiek en uiteindelijk een konkinkrijk onder leiding van oud
admiraal Miklos Horthy.
Polen, Tsjechoslowakije en Joegoslavie ontstonden ook. Zij kregen ook gebieden van het
voormalige rijk.
Het einde van het Habsburgse rijk betekende nog geen stabiliteit. Het interbellum werd een uiterst
roerige periode voor de kleine mid-europese staten.
Ondergang en tragiek
Pas op met finalisme, we weten bijvoorbeeld niet of ' het huis' nog zou blijven bestaan als de
eerste wereldoorlog niet zou zijn geweest. Niet alle slechte dingen in verband brengen met het feit
dat het huis is gevallen; met de
Hoofdstuk 2: Het Ottomaanse Rijk
Sinds 1326 hadden de Ottomanen zich al laten zien in het Byzantijnse rijk. Stap voor stap
byzantium veroveren. 29 mei 1453: Constantinopel viel in handen van Ottomaanse Sultan
Mehmed II. Definitieve einde van het Byzantijnse rijk. Er was niet meer veel van
Constantinopel over; markeerde einde van een 500 jarig bewind door Grieks-christenen.
Het christelijke en Griekse karakter van de Balkan zou een rol spelen gedurende de periode
dat de Ottomanen daar heersten.
Sultans van Roem – Ottomaanse Sultans beschouwden zich als de wettige opvolgers van de
Romeinse keizers. Voegde ze toe aan hun aanspreek titels. Dit zie je ook terug in de bouw.
Kalief – het feit dat de Ottomaanse keizers ook de macht hadden over Mekka en Medina
claimden ze ook de naam Kalief; hoogste religieuze autoriteit over alle islamitische
gelovigen.
Gazi – De bijnaam die de ottomanen kregen; strijders voor de Islam omdat ze steeds aan het
vechten waren met christenen.
In het ottomaanse rijk heerste een scherp onderscheid tussen moslims en niet-moslims. De
Sultans heersten 230 jaar over dit rijk. Er waren veel verschillende onderdanen met
meerdere godsdiensten en etniciteiten.
Macht werd uitgebreid: Selim I & Suleiman I veroverden de Ottomanen grote delen van
- Balkan
- Anatolië
- Irak
- Egypte
1680: Ottomaanse Rijk op zijn hoogtepunt.
1638: Ottomaanse Rijk belegerd Wenen
Verval: na Vrede Karlowitz; gestopt door Europese coalitie onderleiding van de Habsburgers.
19e eeuw: zieke man van Europa. Ottomanen vochten mee aan de Oostenrijks-Hongaarse en
Duitse zijde daarna was het het einde van het Ottomaanse rijk. In 1920; Verdrag van
Severes; gebied werd opgedeeld in mandaten voor overwinnaars.
Oosterse kwestie – Desintergratie van het Ottomaanse Rijk en e gevolgen die voor de
onderlinge verhoudingen van Europese machten die hun invloed op het Ottomaanse
grondgebied in Balkan, Anatolié en de Arabische gebieden willen uitbreiden.
Het Ottomaanse Rijk rond 1800
Voor Selim III: Het rijk verloor
- Hongarije
- Kroatië
- Krim
- Kaukasus
1792 Selim III nodigde Ottomaanse intellectuelen, ambtenaren en schriftgeleerden uit om
hun visie te geven over de stand van zaken in het Ottomaanse rijk. Energieke bestuurder,
belangstelling voor de Verlichting. Correspondeerde met koning Lodewijk XVI. En had
Europese adviseurs. Leger en ambtenarenapparaat was niet zo blij met Selim.
- 22 raporten met hervormingen voor
o Belastingstelsel
o Bestuursapparaat
o Economische politiek
o Onderwijs
o Leger
- Moderne staat van Ottomaanse rijk maken.
Islamitisch karakter, maar leefde ook veel Joden en Christenen.
Heldere tweedeling tussen regeerders en onderdanen.
Reaya – kudde
- Belasting betalende
- Onderdanen van de sultan
- Islamitische leden: rechtstreeks door ambtenaren van de sultan bestuurd
- Millites: overige bevolkingsgroepen werden georganiseerd in autonome religieuze
gemeenschappen. Bestuur in handen van eigen religieuze leiders
o Eigen rechtspraak
o Onderwijs
o Religieuze organisatie
o Belasting opgehaald via Millets
- Grootste leiders van Milites: Grieks Orthodoxe patriarch, Armeens-christelijke
patriarch en Opperste Rabbijn> wel benoemd door Sultan.
Millet systeem werkte goed; niet vaak opstanden.
Askeri – uit het leger; vormde elite van het Ottomaanse Rijk.
- Hoge ambtenaren
- Legerleiding
- Hoge islamitische geestenlijkheid (onderwijs en rechtspraak in handen van
geestelijkheid).
o Seyhulislam
Sipahi - vrijgeboren moslims die in leger dienden en bestuurlijke taken vervulden in een
provincie.
Janitsaren – Het ottomaanse elger bestond hieruit. Werd gerekruteerd via devshirme;
kinderbelasting waarbij christelijke families in de balkan en anatolie verplicht zijn om kids af
te staan. Kids bekeerd tot Islam- slaaf van de sultan. Konden ook hogere posities krijgen.
1648: devshirme afgeschaft. Janitsaren bleven als klasse bestaan.
Rond Tijd Selim III was het totaal ontspoort; Janitsaren eisten:
- Forse bonus
- Erkenning
- Terorriseerden de bevolking van Istanboel
- Namen gilden over en persten af
1807 opstand tegen Selim III door Janitsaren. Kwamen in opstand tegen Selim omdat:
- Selim leger wilde hervormen naar Europees model getraind door Franse militaire
adviseurs.
Uiteindelijk moest Selim III aftreden (askeri en seyhulislam hadden daar voor gezorgd)
zwakzinnige neef: (staatsgreep)
Mustafa IV komt op de troon. Selim werd vermoord; nog een broer Mahmut van Selim
leefde in een harem; hij ontsnapte via de schoorsteen en een aantal aanhangers van Selim
benoemde Mahmut tot Sultan; hij werd Sultan; terreur bewind in het Ottomaanse rijk.
- Verdronk 200 haremvrouwen om te voorkomen dat er een nieuwe prins uit het huis
Osman werd geboren die door de ontevreden Janitsaren op de troon kon worden
gezet.
- Mustufa werd gewurgd
- 1826: einde maken aan Janitsaren. Tijdens verassingsaanval 6000 janitsaren
vermoord.
Weg was vrij voor nieuwe hervormingen: Tanzimat.
Ondertussen in 1830:
- Griekenland onafhankelijk. 1821 opstand Griekenland, in eerste instantie met succes
bestreden. Toen ging Rusland Griekenland steunen en konden de rebellen
doorvechten. In 1827 stuurde de Ottomanen een vloot die versterking moest bieden
voor de vechtende Ottomanen in Griekenland maar deze werd door
Franse/Britse/Russische marine omzee geholpen.
o Nieuwe fase in Oosterse kwestie: desintergratie van het Ottomaanse Rijk.
Deze had gevolgen op de verhoudingen van de Europese machten die hun
invloed over het Ottomaanse grondgebied hoopten te vergroten.
 De Europese wilden interviëren door : steun bieden rebellen
bewegingen, economische infiltratie, soms regelrechte annexatie.
De Europeanen legitimeerden deze aanvallen vooral doordat ze
eisten dat christenlijke onderdanen onder hun bescherming
moesten komen te staan.
-
Algerije bezet door Frankrijk
Padishah – koning der koningen; zo regeerde de sultan na de val van de janitsaren er was
nog niet veel veranderd in de maatschappij van het Ottomaanse rijk.
- In theorie: abosulte macht (niet gehinderd door parlement/grondwet).
- Verliet nooit Istanboel, regeerde via grootvizier en ambtenarenapparaat.
- Opgesloten in paleis tot 19e eeuw.
o Sultans nauwelijks voorbereid op hun taken, leefden in afzondering
Ook nog Kalief in deze tijd.
Ondertussen terug naar Mahmut. Hij overleed in 1839 en opgevolgd door: Abdulmecid.
Rozenkamer Edict- vormde het begin voor het Tanzimat: reorganisatie. Op zichzelf niet
spectaculair, hervormingen aangekondigd:
In het belastingstelsen
- Organisatie van dienstplicht
- Corruptie werd veroordeeld
- Rechten van inwoners van Ottomaanse Rijk werden gegarandeerd.
Tanzimat – koortsachtige hervormingen in de periode van 1839-1876. Verheven Porte was
motor achter de Tanzimat; niet sultan zelf. (Ottomaanse kabinet en ambtenarenapparaat
o.l.v. grootviziers.)
- Omvormen van het Ottomaanse Rijk tot een moderne op Europees gerichte staat
waarvan alle inwoners Ottomaanse burgers waren met gelijke rechten en plichten.
Etniciteit en religie kwamen dus op de tweede plaats.
Ottomaanse wet op Nationaliteiten: 1869. Juridische onderscheid tussen islamitische en niet
islamitsiche inwoners werd afgeschaft.
Verheven Porte: kern gevormd door drie pasha’s verantwoordelijk en bepalend geweest
voor deuitvoering van het Tanzimat.
- Rashid
- Ali
- Foead
Nieuw type ambtenaar was geboren:
- Vloeiend Frans sprekend
- Verblijf in het buitenland
Ook telegraaflijn en spoorwegen; nieuwe politiek kon daardoor tot in de uithoeken van het
Ottomaanse rijk worden doorgegeven.
Nieuwe politiek had invloed op
Economie; concurreren met Europa. Economische hervormingen voorbereid naar Europees
model. Had helaas maar beperkt effect, industrie kon niet goed concurreren en britse en
franse bedrijven hoefden geen invoerrechten te betalen. Ook bleven de feodale
verhoudingen bestaan. Dus boeren moesten en aan feodale verplichtingen voldoen en
nieuwe belastingen betalen en dienst nemen in het hervormde leger. Kosten konden niet
worden gedekt die de nieuwe hervormingen met zich meebrachten. Neerlsaan van
opstanden, beperken groeiende Europese invloed en kosten van extravagante hofleven
hielpen niet mee.
o Nieuw centraal belastingstelsel
o Banwezen georganiseerd naar Brits/Frans voorbeeld
o Industrialisatie werd bevorderd/ herendiensten werden afgeschaft
- 1874: 60% afbetalen aan buitenland
- 1876: Ottomaanse Rijk werd officeel failliet verklaard
- 1881: ondertoezicht gesteld van Commissie voor Staatschulden; Tanzimat ten einde.
Juridische rechten
o Mecelle – burgerlijk wetboek dat was gebaseerd op een mengvorm van
Europees en Islamitisch recht. (Achmed Cevdet Pasha)
Bestuurlijke zaken
o 1864 werden de provincies opnieuw ingedeeld in zogenaamde vilayets. Na
WO I werden de grenzen van vilayets uitgangspunten voor de nieuwe
grenzen voor de nieuwe staten. Dit kon ook voor conflicten zorgen.
 Gouverneur: Rechtstreeks benoemd door Verheven Porte.
- Culturele zaken Koran scholen en onderwijsinstellingen van verschillende millets
moesten ter goedkeuring worden voorgelegd aan een nieuw ministerie van
onderwijs. Ze kregen ook concurrentie van nieuwe door de staat opgerichte
onderwijsinstellingen. De oude keizerlijke paleisschool van Istanboel werd hervormd
tot het : Lycee Galatasaray.
o Voertaal op die scholen: Frans
o Bedoeld voor alle bevolkingsgroepen uit het rijk
o Kweekvijfer van Tanzimat elite
Het einde van de Tanzimat
Tijdens Tanzimat veranderde Istanboel in een moderne stad. Oude Ottomaanse rijk en
kiemen van het nieuwe Turkije leefde naast elkaar samen. Tanzimat kan dus op twee
manieren worden bekeken
- Om Ottomaanse rijk van ondergang te redden
- Nieuw begin van Turkse rijk
Oorzaken mislukking Tanzimat
- Financiële problemen
- Hervormingsbeweging was ook in Ottomaanse samenleving omstreden.
o Millets ( vertegenwoordigers van oude ottomaanse orde) waren niet van plan
zonder slag of stoot afstand te doen van hun positie.
o Binnen Tanzimat beweging ook oneindigheid: ottomanen die in het buitenland
studeeren maakten kennis met West-Europese literatuur en daaraan
verbonden denkbeelden. Er ontstond een groep intellectuelen die ervan
overtuigd raakte dat het Ottomaanse rijk alleen kon worden gered als de in
theorie absolute heerschappij van de sultan werd ingeruild voor een
constitutionele monarchie. Met Trias Politica. De sultan vond dit natuurlijk
geen goed idee.
o Liberale oppositie, feministische beweging en een kritische pers: jullie gaan
niet ver genoeg met de Tanzimat hervorming! Democratisch! Individuele
vrijheden! Grondwet!
o Nationalisme werd aangewakkerd; dit gebeurde dus ook op de Balkan en
leidin 1876 tot een crisis; einde van Tanzimat. Dolmabahce paleis wordt
omsingeld en een paar dagen later heeft Sultan Abdulaziz ( de huidige
sultan, beetje een triest figuur) zijn polsen doorgesneden. Daarna Murad V
in 1876 op de troon; geen succes zenuwinzinking en toen kwam Abdul
Hamid II (1876-1909)
Abdul Hamid was laatste grote sultan van het Ottomaanse Rijk.
- Ging akkoord met invoering van een grondwet zonder machtsbeperkingen voor
sulatn
- Instelling van een parlement zonder duidelijk bevoegdheden
- Millets werden van hun laatste bevoegdheden ontdaan
- Ottomanisme doet zijn intrede; nieuwe beleid van de Sultan.
Kon aan de macht blijven door
- Aanhagners van een islamitische staat en Tanzimat hervormers
- Legerleiders tegen elkaar uitspelen
Balkan onder Ottomaans bestuur
Er was een scherp onderscheid tussen moslims en niet moslims in de organisatie van de
Ottomaanse staat. Duidelijk zichtbaar op de overwegend christelijke Balkan. De
niet-Islamietn werden nog steeds door de millets bestuurd, die als intermediair tussen sultan
en christelijke/joodse inwoners functioneerden. Leiding millet was in handen van kerkelijke
autoriteiten waarvan de leider (mallet bashi) zich in Istanboel bevond. Dit systeem
voorkwam onrust zolan het bestur in de hoofdstad krachtig was, maar gaf tegelijkertijd aan
patriarchen., bischoppen en rabbijnen een zeggenschap over hun volgeligen die ver buiten
het terrein van de geloofsbeleving viel.
Millet Bashi – leider van kerkelijke autoriteiten.
- De Millet Bashi van de orthodox-chirstelijke bevolking van de Balkan was de
patriarch van Constantinopel.
o Lid van askeri en onderdeel van het Ottomaanse bestuursapparaat
o Mocht twee paardenstaarten aan zijn persoonlijke standaard hangen.
Zichtbaar dat hij voor ottomaanse systeem werkte en gaf ook zijn relatie
aan.
Patriarchaat:
-
Belastinginning
Handhaafde de openbare orde
Benoemde namens de sultan kerkelijke functionarissen
Rechtspraak
Fanarotische Grieken: ( etnische Grieken) orthodox christelijke millet werd gedomineerd
door etnische Grieken uit Istanboel. Genoemd naar wijk Fanari.
- Leverden belangrijkste millet bestuurders
- Ministers van sultan in de loop van de 17e eeuw
- Gouverneurs op Balkan
 Corruptie
 Ambivalente verhouding tussen Fanarioten en nationalisten op de Balkan
Farioten hadden wel contact met de Griekse on afhankelijkheids strijders, maar de Farioten
waren grotendeels ook afhankelijk van het Ottomaanse bestuur. Hun greep op de Verheven
Porte in Istanboel stelde hen in staat het bestuur over de christenen op de Balkan te
monopoliseren. Andere orthodox christenen in bijvoorbeeld Bulg en Servië slaagden er niet
in tot de toplaag van de orthodoxe millet door te dringen.
Nationalisme in de niet-Griekse delen was vaak evenzeer tegen Ottomaanse bestuur gericht
als tegen de positie van ‘eigen’orthodoxe Fanariotische elite.
Islamitische onderdanen.
Vielen direcht onder bestuur van Verheven Porte. Balkan was veel van het land in bezit van
sipahi (Islamitische grootgrondbezitters met een landgoed (Timar) wat ze van de sultan
hadden gekregen.)
Sipahi
- Maakten deel uit van het Ottomaanse bestuursapparaat
Eyalet – grootste bestuurseenheid binnen het Ottomaanse rijk. Dit was een grote provincie.
De eyalet maakte dus plaats voor de Vilayet in 1864.
Vilayet:
Aan het hoofd:
- Door instanboel benoemde gouverneur die voor zijn bestuur afhankelijk was van de
belangrijkste sipahi en de millet vertegenworodigers in zijn gebied.
- Bestuurlijke indeling was juist bedoel d om de greep van de Siphai en de millet op
provincies te verkleinen.
- Tanzimat werd dus bedreiging voor islamitische en christelijke lokale bestuurders.
o Meewerken aan nationalistische bewegingen
o Of: rechtstreeks zaken met Rusland en het Habsburgse Rijk (beide landen
probeerden Ottomaanse Balkan uit te breiden.
Hierboven beschreven systeem gold niet voor
- Moldavië
- Wallachije
- Transsylvanië
(huidige Roemenië) waren autonoom!
In loop van achttiende eeuw: Oostenrijk verstevigde zijn greep op Transsylvanië.
Rusland: protectoraat over Moldavië en Wallachije.
Wat deed het Ottomaanse rijk?
- Fanoritische vorsten benoemen in Modlavieë en Wallachije en ze een paardenstaart
geven zodat hun Ottomaanse status werd benadrukt en ze mochten forse belasting
innen. De Fanoritische vorsten wisten de lokale Bojaarse elite en de Russen tegen
elkaar uit te spelen.
Balkan in de negentiende eeuw
Laatste bedrijf van ondergang Ottomaanserijk begong met:
Onafhankelijkheidsoorlog van Griekenland (1821-1830)
Millet Bashi was verantwoordelijk voor het gedrag van zijn onderdanen. Begin van opstand:
- Patriarch van constantinopel wordt opgehangen. Was machteloosgebaar; de leiders
van de opstand zaten in Griekenland en niet in Istanboel.
1830 Ottomaanse Rijk moest het Verdrag van Adrianopel tekenen
- Onafhankelijkheid van Griekenland werd erkend
- Russische annexatie van Georgië en Armenië geregeld.
Krimoorlog 1853-1856
Volgende crisis 1853
Rusland eiste gezag op over orthodox christelijke onderdanen van de sultan en verlange de
zeggenschap over het beheer van de heilige plaatsen in het Ottomaanse Palestina.
Doel tsaar annexatie:
- Moldavië
- Wallachije
- Bulgarije
- Servië
Ottomaanse regering: no way!
1853: Rusland viel Moldavië binnen. Britten en Fransen: wtf Rusland: Krimoorlog
Eindigde in Russische nederlaag
Verdrag van Parijs (1856): probeerden de grote Europese staten een halt toe te roepen aan
de Russiche ambities op de balkan. De gebieden gingen weer terug naar de Ottomanen en
de grenzen van het rijk werden hersteld. Autonomie van:
-Servie
Moldavie
Wallachije vastgesteld.
Ondertekend: GB, RUS, FR, OOSTENRIJK,PRUISEN
Later verdrag: GB, FR, OOSTENRIJK beloofden Ottomaanse rijk te steunen als Rusland weer
binnen viel.
Verdrag van Parijs gaf niet de rust die ze verwachtten:
- Opstanden in Bosnië, Herzegovina en Kreta
o Opstanden aangewkkerd door grootgrondbezitters en leden van de
geestelijkheid die zich bedreigd voelden door de Tanzimat hervormingen.
- 1866: Kreta in opstand. Griekenland eiste het gebied op. Slachtingen op de
islamieten.
o 1866 vertegenwoordigers van bevolking: belasting verlagen! Ottomaanse
regering zond troepen
o Pas in 1913 onderdeel van Griekenland
Twee ontwikkelingen die zich voordeden op kreta:
- Griekse vrijwilligers die meevochten tegen Ottomaanse legers (werden gesteund
door Griekse regering)
- Hysterische Europese pers die de islamitische slachtoffers negeerde en van haar
regering eiste dat er werd ingegrepen ten gunste van de christenen. Publieke opinie
keerde zich nu tegen de Ottomanen ( in eerste instantie steunde de West-Europese
landen het Ottomaanse rijk tegen de Russen).
Crisis om Bulgarije
Vanaf 1835 was het al onrustig in Bulgarije.
- Hoge belastingdruk
- Uitbuiting door islamitische en christelijke grootgrondbezitters
- Machtsmisbruik door Fanariotische Grieken binnen orthodoxe millet.
Grote bandietbendes actief in Bulgarije. Zij zaten in de bergen en terroriseerde van daaruit
het Bulgaarse platteland en kleine stadjes. Ottomaanse regering: Tanzimat doorvoeringen.
- Landloze boeren
- Deserteurs uit het Ottomaanse leger
Tanzimat doorvoeringen
- Nieuwe districtsindeling
- Efficiënter bestuur
- Fanoritische Grieken ontslagen uit hoge posities
- Bulgaarse christenen kregen eigen millet
In Bulgarije was ondertussen een welgestelde middenklasse ontstaan die haar welvaart en
opleiding te danken had aan de nieuwe politiek van de Verheven Porte. Deze gingen een
nieuwe nationalistische beweging vormen in Bulgarije. Deze hadden geen/bijna geen
banden met Millets en grootgrondbezitters.
- Werd aangewakkerd door Rusland, Oostenrijk, Griekenland en Servië
-
Gesteund door oude millets/grootgrondbezitters die geen ottomaanse
hervormingen wilde.
Ook nog bandietenbendes.. Werden vooral in Bulgarije een ontregelende factor.
1876 Bulgarije explodeert.
- Bloedbaden tussen moslims en christenen (verontwaardiging van Europeanen)
- Totale chaos
- Istanboel demonstarties; Islamitische studenten die eisten dat de moord op
Bulgaarse geloofsgenoten zou moeten worden gewroken. Zetten Murad op de
troon. Murad afgezet door Ottomaanse kabinet: fatwa en de seyhuislam. Murad
werd daarna krankzinnig verklaard> hamid II.
- Fransen en Britten geen zin om Ottomanen te hulp te schieten met Bulgarije
kwestie.
- 1877 Rusland ging Ottomaanse rijk binnen vallen Russisch-Turkse oorlog 1877-1878.
Hierbij vielen Montenegro, Servië en Romenië Rusland bij.
Verdrag van San Stefano 1878
- Grote klap vor Ottomaanse Rijk
- Servië, Montenegro en Roemenië werden onafhankelijke staten
- Bulgarije werd drie keer zo groot en verkreeg volledige autonomie en waren bezet
door het Russische leger.
- GB was geschokt en ook Oostenrijk-Hongarije was geschokt. Russische
machtsuitbreiding bedreigde Oostenrijkse grenzen en bracht het Russische leger
vrijwel tot aan de kusten van de Middl Zee. Het verdrag van San Stefano werd
herzien!
Het verdrag van Berlijn 1878:
- Onafhankelijkheid van Servie, Montenegro en Roemenië
- Omvang Bulgarije teruggebracht
- Griekenland kreeg Thessalié
- Rusland annexeerde Bessarabië en Oost-Anatolische provincie Kars
- 40 % verloor het Ottomaanse Rijk van haar gebied
- 20 % verloor het Ottomaanse Rijk van haar inwoners
o Het enige wat nog onder het Ottomaanse Rijk behoorde:
 Albanië
 Macedonië
 Thracië
GB en Habsburgers: compensatie van de Ottomanen.
Na verdrag van berlijn was het Ottomaanse gezag op de Balkan ongeveer helemaal
verdwenen na 36 jaar. Toneel van onderlinge oorlogen tussen nieuwe staten, oorlogen
tussen eze staten en het Ottomaanse rijk, maar ook van nieuwe opstanden en entisch
religieuze zuiveringen waar vooral de buiten het Ottomaanse Rijk gevallen moslims het
slachtoffer van werden.
Europese werden meegesleurd in deze conflicten
1914 afbetaling van alle buitenlandse schulden werd stopgezet. In september werden alle
voorrechten van buitenlanders in het Ottomaanse Rijk ongeldig verklaard. Op 11 november
1914 verklaarde Mehmed V de oorlog aan de Triple Entente (hij werkte dus samen met de
Centralen).
- 13 november: In Topkapipaleis werd de oorlog tot een jihad verklaart. Met andere
woorden: de sultan zei: we moeten ook het Islamitische gedachtegoed verspreiden.
Samenvatting hoofdstuk 3:Het Russische Rijk
Inleiding
Rusland ontwikkelde zich anders dan West-Europa
- Mongoolse bezetting (1240-1480) waardoor West-Rusland geen contact had met
Europa
- Renaissance, Reformatie en de Verlichting kwamen niet of nauwelijks Rusland door
Door het afgesneden zijn van het westen en interne bestuurstructuren leidden tot een
geïsoleerde ontwikkeling.
Gevolgen voor monarchie:
- Voor 1613 bezaten Russchische vorsten veel macht
- Na 1613 proces van monarchale machtsuitbreiding ingezet> onbeperkte autocratie
(macht door één persoon). Met andere woorden: de tsaar had het voor het zeggen >
passieve bureaucratie.
Vanaf 17e eeuw rechten van de boeren nam af
- Aristocratie werd op deze manier gebonden aan de tsaar en zo konden ze meer
controle uitoefenen.
- Aristocratie steeds meer zeggenschap over boeren; eind achttiende eeuw boeren
letterlijk horigen zonder rechten.
- 1861 Horigheid afgeschaft; maar geen veranderingen op het gebied van eigendom;
de eigendomsverhoudingen waren dus nog steeds heel erg scheef.
Als gevolg hiervan liep Rusland achter op het westen; er zijn hervormers geweest maar dit
was niet altijd succesvol. Dit kwam vooral omdat de bevolking tegenwerkte:
aristocratie/monarchie. Hervormingsbehoefte was vaak uit militair oogpunt gedaan; niet om
de plattelandsbevolking. De kloof tussen elite en het gewone volk was groot.
Andere tendens:
Begin van zeventiende eeuw kwetsbare positie. Polen, Zweden en Ottomaanserijk waren
millitair superieur. Vanaf achttiende eeuw Rusland krijgt meer macht; wint Zwarte
Zeegebied, Zweedse gebieden en delen van Polen.
Waarom?
- Drang van de Russische elite om binnenlandse problemen te maskeren door
avonturen in het buitenland
De vroege Romanovs
1613: de overgang van het Tijdperk van de Troebelen (Smoeta) naar een periode
gekenmerkt door machtsconsolidatie en later expansi.
Zemski sobor – vertegenwoordiging van de standen. Zo’n soort dude bood Mikhail Romanov
(representant van een nieuwe dynastie) de troon aan. Wel meteen grote problemen:
- Moskovië oorlog met Zweden en poolse Republiek
o Vrede van Stolbova (1617) bracht Novgorod weer in Russiche handen terwijl
Zweedse koning Gustaaf Adolf afzag van pretenties (brutale eis) op de
Russiche troon.
 Zweden kreeg Karelië (Moskovië hierdoor afgesneden van de
Oostzee; West-Europese kooplieden alleen via Archangelsk Russisch
gebied bereiken).)
o Pools Russische wapenstilstand van Deulino (1618)
 Verlies van Smolensk en Tsjernigov
Opvolger van Mikhail: Alexej (1645-1676)
- Angst vor ondergang door buitenlandse invasies van de Russische staat verdween.
- Wel veel binnenlandse problemen:
o De tsaar introduceerde in 1666-1667 hervromingen in de Russische orthodoxe
kerk: doel: russische religieuze praktijk op gelijke voet brengen met andere
orthodoxe kerken. Riten en teksten werden aangepast aan Grieks orthodoxe
teksten en riten. Dit riep natuurlijk weerstand op bij kerkvolk en
geestelijken. > scheuring: Razkol tussen de officiële kerk en oud-gelovigen.
Oud gelovigen werden vervolgd.
 Triomf van staat over de kerk. Kerk en staat werden niet gescheiden,
maar de erste werd duidelijk dienstbaar van de tweede!
 Wel: westerese invloed beperken.
o Angst voor buitenlanders: nemetskaja sloboda buitenlanders moesten persé in
deze wijken wonen; vreemdelingen wijk van moskou vanaf 1653. Er waren
alleen soort stadspoorten en die sloten alleen ’s nachts. Overdag konden de
Russen en de vreemdelingen elkaar gewoon ontmoeten. Isolatie: maar
beperkt.
 In praktijk: tegengestelde effect; veel Russen waren nieuwschierig
naar dit Mardurodam van buitenlanders.
-
Russisch Poolse tegenstellingen waren nog aanwezig. 1648 kozakkenhoofdman
Bogdan Chmelnitski in opstand tegen Poolse overheid:
o onvrede over de geringe mate aan autonomie
o Polonisering
o Katholisering
Uiteindelijk vroeg hij hulp aan Alexej om hem te helpen. In 1653 hakte hij de knoop
door en hielp Chmelnitski. In 1654 kwam de Unie van Pereslavl tot stand tussen
Oekraïnse kozakkenleiders en Moskouse staat. Dit was een
protectoraatovereenkomst (staat die door andere staat beschermt en bestuurd
wordt). In de achttiende eeuw veranderde de verhoudingen en werden de kozakken
ernstig beknopt.
 Pools-Russische oorlog; duurde tot 1667.
In het binnenland te maken met: Stenka Razin; kozakkenleider/piraat. Stenka Razin
veroverde in 1669 Astrachan en Tsaritsyn (Volgograd).
o Vrijheid, gelijkheid en dood aan de adel: populair onder de bevolking omdat:
 Proces van totale autonomie gaande was
 Zemski sobor steeds minder bij elkaar werd geroepen
 De adel representeerde lokaal de kroon en de boeren waren hier de
dupe van; horigheid. Ze moesten aantal dagen in de week werken
voor de adel/kerk/kroon.
o Uiteindelijke militaire ondergang door ongeorganiseerdheid. Kozakkenoudsten
leverden hem uit aan de overheid in 1671; aanhangers van Razin werden
vervolgd.
Horigheid kwam voort uit twee ontwikkelingen
- Russische staat probeerde de inzet van zijn vornaamste hulpbron te vergroten
- Veel boeren, die geld geleend hadden van edelen, kwamen door oorlog/misoogsten
in een situatie terecht waarbij ze de lening niet meer af konden betalen en in
torenhoge schulden terecht kwamen.
Rusland in een wervelstorm: de regering van tsaar Peter I
1676 overlijden van Alexej kwam onverwacht; troonopvolger Fjodor (zoon uit eerste
huwelijk) was ziekelijk en stierf in 1682. Sofia volgde hem op haar regime wordt gekenmerkt
door intriges tussen clans uit het eerste en tweede huwelijk van Alexej. In 1689 pleegde
Peter een staatsgreep op zijn zuster; dit was succesvol.
Peters eerste jaren
Leerjaren. Peter was erg leergierig en hij was in de nabijheid van de nemetskaja sloboda
opgegroeid; grote kennis en passie voor westerse kennis en techonologie. Zeevaart, zeilen
en militaria. Weinig in Kremlin.
Door gesprekken met niet-Russen werd het Peter duidelijk dat Moskovië
economisch heel kwetsbaar was. Goederenstromen nog steeds alleen via Archangelsk
rusland binnenstromen. Veel kortere route liep via Balticum; dit was echter van de Zweden.
Belangrijk deel van de Russische import verliep via Zweedse controle. In het zuiden:
Ottomanen.
1697: Peter naar het westen. Grote Ambassade (250 personen o.l.v. drie ambassadeurs)
moesten in het westen om hulp vragen tegen een oorlog tegen de Ottomanen. Peter zelf
reisde als Pjotr Michailov (incognito). Steun voor Turkse oorlog was er niet; Den-Haag en
Londen maakten zich op voor en oorlog met Frankrijk.
Wel:
- Peter leerde in Amsterdam nieuwe technologieën kennen
-
Intensieve contacten met Amsterdamse bankiers en wapenhandelaren die Peter bij
toekomstige oorlogen ter zijde zouden staan.
- 1698 ging Peter naar Londen om daar wat van de scheepsbouw te leren ( op verzoek
van Willem III).
Tijdens terugreis naar Moskou maakte Peter nog kennis met keursvorst van Saksen Augustus
II. Konden het wel met elkaar vinden; dus waarom geen oorlog voeren tegen Zweden?
Deense Koning Frederik IV stemde in met het plan.
1698 terug naar Moskou: begon Russische samenleving een ander aanzicht te geven:
- Russen moesten zich westers kleden.
- Oekaze uitgevaardigd die het dragen van lange baarden voor edelen verbood (er
kwam een baardentax voor degene die wel een baard wilde dragen).
Ondertussen ging het plan van de oorlog door: Grote Noordse Oorlog begon in maart 1700.
Deense invasie van een Zweedse bondgenoot in Noord-Duitsland: HolsteinGottorp.
- Eerste jaren: Zweedse successen. 1706 Polen/Saksen de strijd staken.
- Later: Moskovië in 1709 won de slag bij Poltava (Oekraïne)
- Baltische staten vielen in Russische handen terwijl koning Karel XII in Turkije
vertoefde.
- Na 1718 ging de oorlog nog drie jaar door.
- 1721: Vrede van Nystedt
o Zweden verloor Estse, Letse en Karelische gebieden
o Rusland toegang tot de Oostzee
o De gebieden bleven wel onder een soort Zweedsbestuursstructuur, Duitstalige
adel was een dominante factor en bleef ook.
Gevolgen van de oorlog:
- Enorme belastingdruk voor Rusland
- Russische bevolkingsaantal ging naar beneden door militaire verliezen
- Westerse musketten en ander wapentuig werden in grote getale via Amsterdam
naar andere specialisten geworven voor de ontwikkeling van de Russische
krijgsmacht.
Stichting van SPB in 1703
- Moest modern/westers ogen en daarmee duidelijk maken dat Rus tot Europa
behoorde ( en niet tot Azië)
- SPB religieuze tolerantie.
- 1713-1918 SPB Russische hoofdstad.
- Aristocratie bevel naar de oevers van de Neva te verhuizen, elke kar en schuit die
SPB binnenvoer moest worden voorzien van bouwmaterialen.
Overige hervormingen Peter
- De tsaar weigerde naar de dood van patriarch Adriaan een nieuw hoofd van de kerk
te benoemen er kwam nu een heilige synode met aan het hoofd een tijdelijke
plaatsvervanger voor het patriarch. Pas in 1917 stemde Lenin in met het herstel van
het patriarchale ambt.
Prikazy-Proto ministers. De oorlog maakte duidelijk dat dit systeem niet werkte.
- Er waren teveel ministers
- Competentiews waren niet behoorlijk afgebakend zodat van onderlinge
tegenwerking sprake was
- 1711 opgerichte Senaat (gezag over regionale gouverneurs) moest de band
centrum/periferie versterken. Probleem was dat; als er inderdaad sprake diende te
zijn van effectief bestuur en controle, de senaat een aantal departementen nodig
had
o In 1718 werden er een aantal gevormd naar Zweeds voorbeeld.
 Oorlog
 Admiraliteit
 Financién
Introductie van rangentabel; voor Peterstijd; adeldom kwestie van geboorte. Opklimmen tot
een bepaald niveau in de civiele of militaire staatsdienst leverde automatisch een adellijke
titel op. Verdiensten belangrijker dan geboorte!
Hervormingen in boerenstand;
Er waren voor petersbemoeienis verschillende standen
- Persoonlijke slaven
- Tijdelijke slaven
- Horigen die het land verbouwden
- Vrije boeren
Voordeel van slavernij: vrijstelling van belasting
Nu werd er een einde aan gemaakt; slaven en horigen werden een groep die
onvoorwaardelijk aan hun meesters toebehoorden en fiscaal werden aangeslagen. Het
vereenvoudigde de positie van de horigen; maar beter werd het zeker niet!
Voordelen: Peter heeft ervoor gezorgd dat de verwestering van Rusland werd versneld.
Ruslands isolament werd doorbroken. Militaire vhervormingen en de stichting van SBP
leverden belangrijke economische impulsen op; het bleef niet bij de import van westerse
technologie; nieuwe nijverheid diende de Russische economie zoveel mogelijk een
autarkisch karakter te geven; ook werden er minerale rijkdommen uit Siberië gehaald.
Nadelen:
- Hervormingen geringe draagvlak
- Veel van de hervormingen stond of viel met de persoon Peter zelf; na zijn dood bleef
er veel ongedaan.
- Groot deel van de bevolking had geen behoefte om zich te verwesteren; mentale
splijtzwam ontstond.
De verlichte Catharina II: alles voor het volk, niets door het volk?
Na Peter de Grote: sterieltijdvlak met paleisrevoluties. In 40 jaar: 5 monarchen de troon
bezeten.
Anna (1730-1740) en Elizabeth (1741-1761)
- Beiden niet geïnteresseerd in staatszaken
- Weinig structureel
- Economische stimuli waren wel belangrijk ; banken werden opgericht om edelen van
geld te voorzien (die hun land wilde uitbreiden).
- Textiel en metallurgische industrieën werden gestimuleerd
- Elizabeth wilde adel vooral blijvend aan zich binden; 1760 werd er een wet
uitgevaardigd dat slaven die jonger waren dan 40 voor straf naar Siberië mochten
worden gestuurd.
- Succes Elizabeth: Zevenjarige Oorlog (1756-1763) Russische legers vochten samen
met Oostenrijkse bondgenoten tegen Pruisen. Berlijn viel zelfs in Russische handen.
Peter III
- Pruisen werd gered door dood van Elizabeth; Peter was een groot bewonderaar van
Pruisen; vijandelijkheden worden aan de kant gezet.
- Jaar geregeerd; staatsgreep van Catharina; daarna vermoord.
Catharina II
- Macht, grondgebied en status nam toe
- Zwarte Zee werd doelwit van Russische expansie.
o 1783 annexatie van de KrimVlootbasis Sebastopol werd daar gesticht.
Eskaders konden nu makkelijk de Middellandse Zee bereiken.
- Polen werd van de kaart geveegd; Poolsedriedeling (daar was Rusland de drijvende
kracht achter) Was dit wel verstandig? Gedurende hele negentiende eeuw zouden
er opstanden zijn in Polen; koste Rusland veel strijdmacht.
o 1772
o 1793
o 1795
- Gevolgen van de Finis Poloniae: grote Poolse, Wit Russische en Oekrainse
minderheden binnen het Russische Rijk kwamen. Polen konden zich niet goed in het
Russische Rijk bevinden. Russificering neemt toe en ook onderdrukking van
voormalige Poolse rijksgebieden. Ook af en toe Oekraïnse verzet; incidenteel.
- Oekraïne, Wit-Rusland, Koerland deel van het Russische Rijk.
Catharina had een imagoprobleem bij aantreden
- Binnenlands als internationaal werd er getwijfeld aan de legitimiteit van haar macht
- 1763 oprichting van Politiedepartement dat met politieke tegenstanders diende af
te rekenen; maakte duidelijk hoe onvoelig de keizerin zich voelde.
- Ze leunde zwaar op de groepen die haar macht hadden bezorgd.
Zelfvertrouwen nam snel toe
-
1764 regering ronde de secularisatie van kergoederen af; inkomstenbron Russische
schatkist. Catharina koesterde wel de kerk.
Wetgevende Commissie – bijeengeroepen door Catharina de Grote.
Alle maatschappelijke groepen waarin hierin verenigd met uitzondering van de horigen.
Instructie werd samengesteld: Nakaz. Werd verboden in Frankrijk.Dit geschrift
representeerde de verlichtingsgeest.
- Autoriteit van de staat was belangrijk
- - diende vooral gebruikt te worden om moraliteit, publieke gezondheid en handel te
bevorderen.
- Nakaz veroordele fundamentele praktijken als marteling, maar omschreef Rus wel
als absolute monarchie met fundamentele wetten.
- Geen liberaal document; uiteindelijk werd er geen wetboek geproduceerd.
- 1768 einde aan de bezigheden toen er een oorlog uitbrak met Turkije.
Debat rondom Nakaz
- Ging het Catherina om haar imago of was zij werkelijk verlicht?
- Naarmate Catharina’s regering vorderde; steeds minder geneigd om iets te doen
voor de horigen.
o Poegatsjov
o Franse Revolutie
- Dit zou leiden tot verstoring van maatschappelijke orde; dat is niet wenselijk.
- Niet onbtrak het haar alleen de wil; ook financiële middelen; als ze de toestand van
de horigen wilde verbeteren hadden de adel de financiële compensatie nodig
(aristocratie was aan de kroon verbonden; zij legitimeerden haar macht; adel nodig
om platteland in de hand te houden).
1773 Poegatsjov; claimde Peter III te zijn ontketende revolte.
- Vrijheid van horigen en herstel van privileges van de kozakken.
- Veel aanhagers
- Honderden edelen en regeringsbeambten werden vermoord
- Hij werd uiteindelijk veraden door eigen mensen en geëxecuteerd
Regering en kozakken
In Oekraïne werden de kozakken hard aangepakt ( daar was de kozakkengemeenschap het
grootst) de Oekraïnse adel werd gerussificeerd en de functie van hetman (hoofd van
kozakken) werd afgeschaft. Russische troepen vernietigden de kozakkengemeenschapen
waarna de verspreiding van individuele leden over Rusland volgde. Einde van het vrije
kozakkenleven en van de gemaakte afspraken in de Unie van Pereslavl.
1775 Amnestieregeling afgekondigd en werden onpopulaire belastingen afgeschaft.
Reorganisatie van het lokale en regionale bestuur:
- 50 nieuwe provincies gesticht elk verdeeld in districten o.l.v. een gouverneur
o Deze gouverneurs kreeg opgedragen welzijnsraden in het leven te roepen die
zich moesten bezighouden met het stichten van scholen, ziekenhuizen en
andere publieke instituties. Ook rechtbanken opgericht.
o Adel en burgerij kregen recht vergaderingen te houden en daarvoor
vertegenwoordigers te kiezen.
Tot algemene verheffing van het volk kwam het niet. Te weinig rekening gehouden met de
noden van de boeren.
1785 twee handvesten:
- Lokaal gekozen tegenwoordigers afkomstig uit burgerij en edellieden in staatsdienst
de steden.
- Adel kreeg vrijstelling van lijfstraffen en hoofdbelasting; bezit werd formeel
bevestigd.
Na 1789: Russische vrijheid voorbij; cesuur en overheidscontrole.
Positief Catharina:
- Onderwijs; 1796 300 scholen gesticht, 20.000 leerlingen. Analfabetisme ging niet
naar beneden; vooral ook omdat de horigen waren uitgesloten.
- Siberische mijnen
- Landbouw verbetered; immigratiebeleid van Duitse mennonieten.
Van overwinning tot nederlaag
18e eeuw: wat gebeurd er met de aristocratie en horigheid? In westen: liberale
denkbeelden. Grote groepen namen deel aan politieke besluitvormingsprocessen. Rusland
nog niet; dit maakte dat het Russische politieke bestel in toenemende mate anachronistisch
was. Ook de vraag: hoe ziet de toekomst eruit voor Rusland?
- Westers voorbeeld?
- Eigen weg bewandelen voortkomend uit Slavische verleden?
Slavofielen vs Westerlingen
Discussie was ontstaan sinds 1836; na grote ophef veroorzakend door Franse open brief van
denker Pjotr Tsjaadajev :
- Prees het katholicisme
- Russische godsdienst en geschiedenis minderwaardig
Maakte wel een vraag los: moest de geschiedenis gericht zijn op het westen of moest de
geschiedenis vanuit het eigen Slavische wezen worden beschreven.
Paul was boos op Catharina; sterke haat tegen haar omdat zij hem vermoord zou hebben.
Talloze nieuwe hervormingen kondigde hij aan.
- Militair gericht
- Paul had een obsessie met Pruisische leger; punctualiteit en parades> wekte hoon
onder de bevolking.
- Eerste tsaar die horigheid wenste terug te dringen.
o Verboden op zondag te werken
-
o Maximum van drie dagen geintroduceerd waarop er mocht worden gewerkt
op het land van de adel
o Adel diende belasting te betalen en ook met een knoet gestraft kon worden>
Paul werd minder populair bij de adel > vermoord in 1801 door een groep
addelijke militairen.
Wel de toon gezet voor de negentiende eeuw:
o Militair gezien werd het beter
o Bureaucratie ging vooruit
o Centralisatie door oprichting van ministeries zouden prominente
beleidsthemata blijven.
o Politiestaat
Alexander: begon zijn regeringstaken vol goede moed en vermeed de aristocratie tegen zich
in het harnas te jagen. Wilde toch fundamentele hervormingen doorvoeren.
Herbevestiging van Adelscharter van 1785 (dat de Adel niet lijfelijk gestraft kon worden);
horigheid werd ook niet afgeschaft.
- Vreesde adelijke tegenstand
- Vreesde door verslapping van addel en daardoor gedoe op het platteland.
Verdere doorvoeringen:
- 1802 senatoriale bevoegdheden werden opgetuigd; toen weer ingetrokken
- 1803 ieder dorp moest een parochieschool hebben
o Onderwijs kosteloos ook voor horige kinderen
o Bleek te hoog gegrepen
o 1825: 1400 staatsscholen met 70.000 leerlingen.
Fundamentele hervormingen 1807-1812 periode Speranski (staatssecretaris)
- Modernisiring van de Russische staatsinstelling
- 1802 acht nieuwe ministeries
- Burgerlijke wetboek door te voeren
- Raadgevende nationale doema; gekozen door landeigenaren die een zekere
matiging van de autocratie zou kunnen betekenen.
Vaderlandse Oorlog 1812 Napoleon vs Rusland
In Russische geheugen gegrift; vernietiging van Moskou (sep 1812) woog zwaar.
- Moskou was voor vele een heilige stad; representeerde de ware ziel van Rusland.
- Na de brand werd Moskou opgeknapt; houten huizen maakten plaats voor
boulevards en stadspaleizen. Aristocratie en overheid investeerden drastisch.
Uiteindelijk de Russen voorop bij de bezetting van Parijs, 31 maart 1814.
Laatste tien jaar van Alexander; weinig hervormingen. 1815 Heilige aliantie gesloten met
Oostenrijk en Pruisen.
- Dam op te werpen tegen liberale democratische en seculiere ideeën
- Geen praktische effecten.
Alexander overleden in 1825; geruchten dat hij niet dood was maar zich teruggetrokken had
als monnik.
Nicolaas.
Kreeg na de besteiging van de troon te maken met de bezetting van het Senaatsplein in SPB
van dissidente legereenheden. Dekabristenopstand Eisen:
- Constitutie
- Afschaffing van de horigheid
- Einde van de autocratie
 Groepen grepen in; verzet werd gebroken.
Vele officieren en manschappen hadden in West Europa gevochten; daar hadden ze kennis
gemaakt met het gedachtegoed van de Franse Revolutie dat haaks stond op de alledaagse
Russische politieke en sociale praktijken.
Nico was echter niet echt van de hervormingen; hij was voor stiptheid, discipline en
handhaving.
- Industrialisatie
o Textiel en suikerindustrie
o Graanbouw gestimuleerd
- Onderwijs om gehoorzame onderdanen te creeëren.
o Orthodoxie
o Autocratie
o Volksheid
o > paste goed bij Russisch nationale gevoelens; minder bij West Europa.
Bevordering van Russische taal/cultuur stond voorop. Minderheden konden
dit niet altijd delen.
1848: revolutiejaar in Europa; vrees hiervoor was in Rusland groot. Censuur verscherpt en
universiteiten werden onder streng toezicht geplaatst. Discipline werd belangrijk voor de
studenten.
Nicolaas stuurde zijn regimenten naar Hongarije; in Hongarije dreigde de Oostenrijkers hun
macht te verliezen; Wenen werd zelfs bedreigd. Donaurijk werd behoed voor een totale
neergang.
1850: gedoe met Turken over Palestina en christelijke minderheden. Russische regimenten
bezetten daarop de Turske Donauvorstdommen: Moldavië en Wallachije.
1854: Frankrijk en GB kozen de kant van Ottomaanse rijk. Rusland was nog ver achter met
wapens en vocht dit ook met oud schroot uit Napoleontische tijd.
1856: na een lange bezetting capituleerde de stad Sebastopol; Rusland had verloren en er
moest dus iets gebeuren! Nicolaas was gelukkig al overleden in 1855.
Hervormingen en Revoluties
Alexander II; opvolger; eerste taak:
-
Eindigen van de Krimoorlog.
De vrede van Parijs: vernedering voor Rusland
o Afstand doen van Zuid Bessarabië, Zwarte Zeevloot, protectoraat over
christenen in het Ottomaanse rijk.
DL was ondertussen één geworden in 1871, en dat wilden de Slaven ook wel! Zij wilden
onder Russische leiding leven. Panslavisme; slavovielen + nationalisten. Europa was in verval
dus zagen zij wel dat er een Russische leiding moest komen. Imperium:
- Griekenland,
- Istanboel omvatten.
In 1914 excaleerde alles, ook oostenrijk-hongarije had interesse in de Balkan.
Na Vrede van Parijs moesten er hervormingen komen in Rusland!
- 1861 Afschaffing horigheid
o Individuele boer werd gekoppeld aan de mir (dorpsgemeenschap) die
verantwoordelijkheid ging dragen voor bv belastingheffing.
o Aankoop van gronden was mogelijk; kon alleen via staatslening die in 49 jaar
moest worden afgelost (te lange periode om vooruit te kunnen zien)
o Geen verplichting tot grond verkoop.
- Nu adel niet meer verantwoordelijk was voor boeren moesten er ook nieuwe
bestuursorganen worden geregeld:’
o Mir
o Stadsdoema
o Volost
o Zemstvo
- Iedere stand had hierin zitting, maar de adel domineerde. De Zemstvo was het
belangrijkst: niet omdat deze veel privileges bezaten (recht op belastingheffing was
zeer beperkt en gouverneurs konden altijd ingrijpen) dit werden meer kweekvijfers
voor het opdoen van politieke ervaring. Zmetsvo’s groeide uit tot politieke oppositie.
- De bestuursorganen stonden niet boven, maar naast bestaande bureaucratie. Geen
controlerende bevoegdheid. Wettelijke taken van de nieuwe instituties lagen op het
terrein van
o Economie
o Infrastructuur
o Onderwijs
- Juridische hervorming: onafhankelijke rechterlijke macht benoemd voor het leven
- Maatregelen in onderwijs
o Basisscholen gratis en voor iedereen toegankelijk
o Uni’s kregen zelfbestuur
- 1874; dienstplicht voor iedereen verplicht Dienstplicht werd aangepast
o Van 25 jaar naar 6 jaar
o Lezen en schrijven hoorde ook bij de opleiding
- Patriottisme volstond niet meer om militair technologische achterstand te
compenseren; emancipatiestatuut werd in 1861 afgekondigd.
Liberale Elite van de dekabristenopstand was nog niet tevreden! Na het verlichten van
censuur door Alexander II kon er veel kritiek worden geleverd.
1860: Studenten uit gegoede milieus gingen op het platteland wonen. Het volk moest in
beweging komen. Narodniki (populisten) noemden de studenten zichzelf. Deze narodniki
zagen de boeren als hun bondgenoten in de strijd om democratie. Boerenleven werd
voorwerp van idealisering. Enthousiasme was niet wederzijds; de boeren waren
wantrouwend.
1860; radicaliseerde een deel van de oppositie. Sommigen; narodnaja volja ( volkswil)
ahctten terrorisme het beste middel tot revolutie. Lieden uit verschillende klassen
- Boeren bevrijding van 1861 was slechts een eerste stap
- Socialisme dinede ingang te vinden in Rusland waarbij de meningen over de precieze
inhoud van deze ideologie verschilden.
- 1881 een bom ontplofte vlabij de keizerlijke koets; Alexander polshoogte nemen;
nog een bom en dit koste het leven van Alexander II.
Alexander III op de troon! Wilde geen hervormingen omdat zijn pa door
hervormingsgezinden was vermoord.
- 1881 wet: Veiligheid van de Staat werd afgekondigd
o Oekaze zou tot 1917 van kracht blijven
o Verscherpte de mate van centrale controle over regionale en lokal
bestuuroganen
- Censuur werd aangescherpt
- 1884 Hoger Onderwijs onder directe controle van de rijksoverheid
- Beperkingen van zemstvo’s en doema’s volgden later.
- Antisemitisme werd aangemoedigd
o Grote delen voor joden ontoegankelijk
o Joden moesten zich in specifieke gebieden begeven
o Discriminatie werd geaccepteerd
o Pogroms
o Quotum van Joodse studenten aan universiteiten werd gereduceerd
- Economie moderniseren
o 1887 afschaffing van hoofdtax
o 1887 Visjnegradski wist buitenlandse investeerders te interesseren
 Animo was groot; Rusland stipt aflossing en rente
 Spoorwegen werden gelegd
 Overschot op de handelsbalans; kwam door graanexport.
- 1891-1892: hongersnood en tyfus/cholera brak uit.
o Crisis kon niet worden bestreden door ministers
o Zemtsvo’s bleken effectiever.
Alexander III dood aan nier en leverkwalen. Hij dronk nogal veel en terwijl het hem verboden
was om te drinken had hij laarzen ontworpen waar hij drankflesjes in verborg.
Land maakte snelle economische groei door maar daarbij werd er door de
bestuursstructuren niet berekend op crisis.
Nicolaas II
Niet geknipt voor zijn taak. Alexander was een onverzettelijke man; Nico was een tsaar met
weinig vertrouwen.
- Haatte routineus regeren
- Buitenleven trok hem meer
- Beter gefunctioneerd als Engelse landlord dan Russisch soeverein.
- Slavofiel; heimwee naar oude Moskovië. Het westen kon Rusland weinig bieden op
religieus gebied.
- Niks hebben van pluriforme democratie/algmeen kiesrecht> handhaving van
aristocratie/orthodoxie.
Zijn vrouw; Alexandra (Alix von Hessen) dacht hier anders over.
Eerste jaren van zijn regime:
- Economische groei
o Sergei Witte propageerde snelle economische groei. Hoofddoel was het
aanleg van de Transsiberische Spoorlijn centraal Rusland verbond met Verre
Oosten
o Industrialisatie leidde tot verstedelijking; geen levensverbetering van
arbeiders
- 1898 verschillende marxistische groepen vormden de Russische Sociaal
Democratische Arbeiders Partij (RSDAP)
o Bolsjewieken ( daar zou Lenin de leider van worden) meerderheid
o Mensjewieken minderheid
1900 Spanning Russische samenleving nam toe.
- Kloof tussen arm en rijk
- Mensen gingen massaal naar de stad; moskou en SPB groeiden explosief
- Misere nam toe; de overheid ontplooide enige initiatieven tot verbetering van de
levensomstandigheden van de arbeiders; maar het maakte niks meer uit.
1904 Japanse Oorlog. 1905 Baltische vloot vernietigd. Vrede van Portsmouth:
- Korea, Mantsjoerije, Zuid-Sachalin en Lioutung gingen naar Japan
Ondertussen had Nikki nationale vergaderingen van de Zemtsvo’s verboden.
1905 O.l.v. Gapon was er een vreedzame betoging in SPB, doel was verbetering van de
slechte levensomstandigheden van de arbeiders
- Achturige werkdag
Politie en leger opende het vuur op de demonstranten; honderden slachtoffers vielen.
Vervolgens; stakingen, aanslagen, muiterijen. Nikki gaf toe en in oktober dat jaar werd er
een nieuw we doema opgericht. (had niks te doen met de lokale doema’s van Alexander II).
1906 Fundamentele wetten uitgevaarigd
- Doema had recht op wetgevende initiatieven te ontplooien maar het laatste worod
bleef berusten bij de tsaar.
- Tsaar kon wetsvoorstellen aan of afwijzen en hij was het die ministers benoemde en
ontsloeg
- Ministers waren verantwoording verschuldigd aan de tsaar
- Hiermee veranderde er fundamenteel weinig.
- Stolypin: strenge orde handhaving:
o Tsarisme alleen gered worden door economische en sociale vooruitging,
richtte zich hierbij op de boerenstand. Deze diende zich zelfstandig
(ongebonden aan de mir) te ontwikkelen en als steunpilaar voor de
monarchie worden. Stolypin had tegenstand van de aristocratie. (Nikki ook;
hij vond ze te westers). 1911: Minister werd vermoord tijdens de Opera
van Kiev. Terrorisme bestond dus nog!
1913: 300-jarige regeringsjubileum van de Romanov dynastie gevierd; pracht en praal kon
echter de tegenstellingen niet verhullen.
WO1. Toen oostenrijk de oorlog verklaarde aan Servië schokte dit de Russische publieke
opinie; men volde zich betrokken met Slavisch Servië en toen DL ook nog eens de
Oostenrijkse kant koos schaarde Rusland zich achter Servië.
-
Oorlog populair; interne tegenstellingen leken te zijn vergeten. Korte duur.
Herfst van 1914: grote nederlagen voor Russische leger.
1915: Nikki zelf opperbevel nemen; ook geen gelukkige greep> verantwoordelijk
voor militaire tegenslagen.
- Alexandra was in ban van Raspoetin> geen reclame voor het koningspaar. Nadat hij
in 1916 werd vermoord was het kwaad geschied:
o Hyper inflatie
o Voedseltekorten
 Monarchie was niet langer een bindmiddel van de samenleving.
23-24 februari 1917 voedselrellen in Petrograd. Nikki dacht: he we gaan geweld gebruiken;
niet zo goed idee.
Nikki doet afstand van de troon op 2 maart voor hemzelf en zijn zoon Alexej. En later nog
zijn broer Mikhail.
Hoe valt de val te verklaren?
- Isolement; rusland ontwikkelde zich geïsoleerd van West-Europa
- Op economisch gebied nam het niet veel initatieven waardoor een statisch stelsel
ontstond dat de vergelijking met het Westen niet kon doorstaan.
-
-
-
Privé initiatief was niet wijd verbreid; de afschaffing van de horigheid bracht in dit
opzicht dan ook geen wezenlijke verandering.
Geestelijke leven verschilde nadrukkelijk. Belangrijke westerse cultuurstromingen
beïnvloedden Rusland marginaal terwijl er anderzijds een superioriteitsgevoelens
heersten.
Orthodoxie en russische staat waren gegrondvest op het ware Christendom e nhet
westen had dit verloochend. Rusland ontiwkkelde zich aldus als een cultureel eiland
dat wantrouwend stond tegenover buitenlanders.
Buitenlandse kritiek werd gepareerd door beperkingen van buitenlandse contacten.
Rusland kon geen monoliet blijven omdat er een onoverbrugbare kloof bestond tussen volk
en staat. Ofwel er na 1905 de creatie van politieke partijen was toegestaan, betekende dit in
de praktijk weinig. De boerenbevolking bleef in grote meerderheid politiek apathisch. De
ontluikende democratie vond spoedig na de oktoberrevolutie van 1917 haar einde.
Rudimentaire politieke partijen bleken niet in staat dit te verhinderen. Rusland ging een
nieuwe fase van isolement in.
Hoofdstuk 4 - Strijd om invloedssferen
Westerse spelregels en Oost-Europese pionnen
Inleiding
Principe van zelfbeschikking = het idee dat (niet perse) Oost en Midden Europa na de eerste
wereldoorlog stabiele, democratische natiestaten zouden vormen.
Invloeden, belangen van grote mogendheden en de wijze waarop zij deze uitvoerde die gevolgen
hadden voor landen in Midden- en Oost Europa.
Tot 1918: Streven naar samenwerking en stabiliteit in Europa ( concertdiplomatie )
- Hoe om te gaan met het verval en de erfenis van het Ottomaanse Rijk
- Rusland en Habsburgse rijk krijgen meer invloeden
- Engeland, Frankrijk, Duitsland en Italie steeds belangrijker rol spelen
Ingewikkelder om afspraken te makene en een concertdiplomatie voort te zetten
- Nationalisme
- Imperialisme
Idee van Natiestaat moeilijk uitvoerbaar in Midden en Oost Europa
- Verschillende nationaliteiten ; gemengde samenstelling van de bevolking
Zij wilden verschillende naties vormen. Dit werd echter bepaald door de wisselende Europese
machtsverhoudingen.
Periode na 1918
- Hoe gaan de de grote mogendheden om met de nieuwe geopolitieke werkelijkheid die is ontstaan
na de Eerste wereldoorlog:
 Hoeveel ruimte krijgen de staten in Midden en Oost Europa?
 Door welke belangen laten het westen en de SU zich leiden tegenover deze landen?
 Wat waren de gevolgen van de westerse politiek en de afspraken die in Versailles,
Munchen en Jalta werden gemaakt?
Het concert van Europa
Duitse, Habsburgse, Russische en Ottomaanse rijk waren de mogendheden.
1648 Westfalen. Westfaalse systeem:
- Overleggen om conflicten tegen te gaan
- Belangenafwegingen
- Machtsevenwicht
Polen was hier slachtoffer van. Werd eind 18e eeuw speelbal van Rusland, Pruisen en het
Habsburgse rijk. Poolse gebied werd verdeeld:
- 1772
- 1792
- 1795
Na WO 1 Polen kreeg weer wat delen terug en werd een zelfstandige staat.
Oorzaken van de val van Concert van Europa
- imperialistische wedijver
 Gestimuleerd door het verval van het oosten
 Verval van het Ottomaanse Rijk
 Ontsluimeren van nationalisme in Mid en Oost Europa
Oosterse kwestie: van samenwerking naar concurrentie
Oorzaken val van het Ottomaanse rijk:
- Binnenland
 Corruptie
 Mislukte hervormingsprogrammaäs
 Nationalisme
- Buitenland
 Economische politiek. Zwaartepunt was naar het westen verschoven. Oosterse specerijen
en goud uit Amerika.
 Militaire politiek. Einde aan militaire dominantie. Door wetenschappelijke en
technologische vindingen in West Europa.
Habsburgers + Russen gingen samenwerken om hun doel te bereiken.
- 1699 Ottomanen verjaagd uit Hongarije en Kroatie (door Habsburg)
- Rusland veroverde gebieden rondom de zwarte zee
1774 Verdrag van Kuchuk Kainairji; Russen hadden de Turkse vloot verslagen en daarbij de Krim
geannexeerd. Russen dwongen dit verdag af> het Ottomaanse rijk was niet langer een Europese
mogendheid.
- Veroverde gebieden door Rusland directe bedreiging voor het Ottomaanse rijk
- Russen dwongen vrije vaart voor Russsiche schepen in Zwarte Zee
- Toegang tot Bosporus en Dardanellen (voorheen waren deze gesloten geweest voor niet Turkse
schepen)
1774 Rusland kreeg zeggenschap over Moldavie en Wallachije (officieel onder gezag van
Istanboel)> Rusland werd vertegenwoordiger van alle christelijke onderdanen in het Ottomaanse
Rijk (zo mochten ze zichzelf ook noemen).
Dit werd een belangrijk twistpunt om te mogen interveniëren.
- 1820 - 1827 Griekse onafhankelijkheidsstrijd
- 1875-1878 opstanden op de Balkan
Traditionele machtsevenwicht
Russen in opmars. 1784 Noordelijke Kaukasus geannexeerd. Het evenwicht dreigde verstoord te
raken. Pruisen en Habsburgers hadden geen zin in een conflict met Rusland ze probeerden hun
samenwerking te bewaren door Polen op te delen. Op deze manier:
- Werden terriotale ambities verwezenlijkt
- Bondgenootschap bleef behouden
- Positie versterkte ten opzicht van Frankrijk
Frankrijk was in de achttiende eeuw een soort beschermer van Polen, Zweden en het Ottomaanse
rijk. Zij waren allen in verschillende stadia van verval ze werden bedreigd door groeiende
Habsburgse en Russische invloed. Fransen hadden grote belangen in de handel in Istanbul daarbij
zagen ze zichzelf in de hoek gedreven nu Polen was verdeeld. France kon geen steun zoeken bij de
Engelsen; zij hadden geen belang bij Oost Europa ( en druk met Amerikaanse
onafhankelijkheidsstrijd). Door de Franse revolutie kwam Frankrijk echter als snel aan het licht.
Franse revolutie zorgde voor machtsevenwicht stoornis. Revolutionaren: macht aan het volk, niet
koning. Idee verspreide zich onder de landen die leefden onder Ottomaanse en Habsburgse
heerschappij; vrijheidsaspiraties wakkerden aan.
Napoleon kon enorme legers op been brengen: mensen gingen zichzelf identifeceren met de staat;
het vaderland beschermen.
1806 slag bij Auzerlitz: Pruisen, Habsburgers en Russen verslagen.
1815: Slag bij Waterloo. Napoleon verslagen met behulp van de Engelsen. Opkomst van
democratieeën onderdrukt.
1815 Congres van Wenen; de Grote mogendheden herstelden de multipolaire orde.
- Zij spraken opnieuw af dat Europa niet mocht worden gedomineerd door één land.
- Elkaar steunen als het machtsevenwicht bedreigd werd door nieuwe liberale of
nationalistische bewegingen
o Deze krachten lieten zich niet makkelijk beteugelen; zowel Russische als westerse
zijde.
Zelfbeschikking versus belangenpolitiek
1806 Eerste grote opstand tegen de Ottomanen: Serven vs Ottomanen.
Dit mislukte echter omdat Rusland weinig steun bood aan de Serven. De Russen hadden
namelijk vrees voor Frankrijk die gebruik zou maken van een verzwakt Ottomaans rijk.
1815: Tweede Opstand tegen Ottomanen: Serven vs Ottomanen.
Rusland kwam nu wel te hulp (dit was omdat Napoleon ondertussen ook verslagen was). Dit
wonnen de Slaven en de Ottomanen moesten autonomie verlenen aan de Zuid Slaven.
Echter niet het einde van het Ottomaanse Rijk! Het verstoorde ook niet de machtsbalans
waar de Europeanen zo naar streefden.
- Status quo onder de Europese grootmachten afgesproken.
1821: Griekse opstanden in Romeense vorstendommen.
Deze werden niet gesteund door Rusland omdat dit de machtsbalans zou verstoren tussen
de Europese mogendheden. Het Ottomaanse rijk moest niet vallen!
2e Griekse opstand; deze werd door de Ottomanen hard neergeslagen. Het geweld wat
tegen de Christelijke Grieken werd gebruikt leidde tot verontwaardiging en grote schok in de
publieke opinie in Frankrijk, Engeland en Rusland. Eng+Rus+FR hielden daarom militaire
actie tegen de Ottomanen; het niet interventie verdrag was overschreden.
- Het systeem van het nastreven naar een Europese balans was niet langer houdbaar dit
kwam door de publieke opinie en het nationalisme.
1830 Griekenland werd onafhankelijk. De Europese mogendheden bepaalden de grenzen en
de koning. Engeland had voornamelijk invloed op Griekenland.
Rusland had bijvoorbeeld in Wallachije en Moldavië (Roemeense vorstendommen) macht.
Formeel gezien kregen Wallachije en Moldavie een eigen zelfbestuur maar ze stonden wel
onder Russische bescherming.
Rusland dwong ondertussen het Ottomaanse rijk tot autonomie van de Serven. Het
Ottomaanse rijk bleef wel bestaan ondanks:
- autonomie van de Serven
- Zelfbestuur Roemenen
- Onafhankelijkheid van Griekenland.
Ondertussen ging Rusland vrolijk verder op de Kaukasus en de Balkan. Daar breidde Rusland
zijn gebeid uit. Dit zorgde voor ongerustheid onder de andere Europese mogendheden
omdat dit zeer geostrategische gebieden waren die Rusland een goede handel bezorgde.
Rusland had contact en handel nodig met het westen; het wilde al vanaf de achttiende eeuw
een inhaalslag maken op het westen op technologische, militair, economische gebied. De
gebieden op de Kaukasus en de Balkan zorgde ervoor dat ze toegang kregen tot de Zwarte
Zee en het Middellandse Zeegebied en dus handel konden drijven met het westen.
Belangrijke plaatsen voor Rusland:
- Bosporus
- Dardanellen
Beide boden belangrijke doorgang naar Middellandse Zee en Balkan. Ook waren dit
belangrijke gebieden omdat ze een buffer creëerden t.o.v. het Habsburgse Rijk.
Reactie van Engeland hierop:
- zij zagen het als een opmars van de Russen over de Balkan. Dit vonden zij gevaarlijk omdat
dit de invloed van de Engelsen op de Perzen zou verkleinen
- Handelsroute naar India zou kunnen worden geblokkeerd.
Reactie van Wenen: Zij waren bang voor de Russen, het had een slechte invloed op het
nationalisme dat binnen het Habsburgse Rijk heerste onder de Slavische volkeren.
Opstanden in Midden-Europa
1848: In heel Europa was het onrustig (revolutiejaar). In het Habsburgse Rijk waren er
opstanden van Hongaren, Tsjechen en Italianen. Het Habsburgse Rijk werd echter geholpen
door de Russen, tsaar Nicolaas I schoot Wenen te hulp. Zonder de hulp van de Russen zou
Wenen zich niet hebben hersteld.
Bezorgdheid onder de mogendheden:
Engeland + Frankrijk: Bang dat het Habsburgse rijk door verlies van Hongarije geen
grootmacht meer zou zijn en dus ook geen weerstand meer zou kunnen bieden tegen de
Russen.
Pruisen: Bang dat de aandacht van Wensen zou verschuiven op Duitse gebieden na het
verlies van Hongarije
-----Het Habsburgse rijk had te kampen met interne en externe druk. Ondertussen waren de
verhoudingen tussen Pruisen en Rusland verslechterd. Dit kwam door de Krimoorlog
(1854-1856).
Rusland was in oorlog met de Engelsen en de Fransen maar Wenen en Pruisen (zijn
bondgenoten destijds) deden helemaal niks. De Fransen zagen de Russen als obstakel voor
hun machtsuitbreiding en wilden de Russen dus graag uit de weg ruimen.
- Er kwam een Franse aanval op de positie van Moskou als beschermer van Christelijke
Ottomanen. De Fransen veroverden:
 Jeruzalem en verkregen daarbij de sleutels voor de heiligdommen (wat je daar aan
hebt.. geen idee)
Ondertussen bezette Rusland Moldavië en Wallachije.
Engelse reacite hierop: Rusen voeren een nieuwe vorm van offensieve politiek! Rusland zou
veel te machtig worden en dit zou leiden tot de val van het Ottomaanse Rijk.
Hierop volgende oorlog (ja er staat niet duidelijk in welke oorlog dat nou precies is, ik raad
ook ten zeerste aan om eerst hoofdstuk 1,2,3 grondig te lezen voordat je begint aan
hoofdstuk 4):
- Rusland verloor (volgens mij is dit besloten bij de Vrede van Parijs)
 protectoraten in Roemeense vorstendommen inleveren
 Russiche marine mocht de Zwarte Zee niet meer op
De Russen waren hier natuurlijk niet blij mee. Ook het verraad van Wenen (Wenen die
Rusland in deze oorlog niet te hulp schoot maar in de steek liet). Voor Rusland was het
behoud van een stabiel Europa niet langer meer belangrijk
Rus:
- herziening bepalingen van 1856
- Ondersteunen nationalisme in Midden en Oost Europa.
------------Nationalisme
Wenen had in eerste instantie moeite met het Pruisische en Duitse nationalisme
Bismarck (1e minister van Pruisen) wist het Pruisische Rijk te vergroten:
 1866 Pruisen verslaat de Habsburgers bij Köningratz
 1870 Pruisen verslaat de Fransen en krijgen Elzas-Lotheringen (Rijngebied)
 1871 Het Duitse keizerrijk wordt uitgeroepen in de Spiegelzaal van Versailles (dit is
natuurlijk extra pijnlijk voor de Fransen).
Hoe gaat het verder met de Habsburgers? Habsburgers na 1866:
- Italiaanse bezettingen opgeven
- Ze zijn gedwongen zaken te doen met Hongarije> dit leidde tot de Ausgleich (zie ook
hoofdstuk 1!!)
 Habsburgse rijk wordt dankzij de Ausgleich een Dubbelmonarchie en zou vanaf nu
Oostenrijk-Hongarije heten.
 De ausgleich leidde tot verdere desintergratie
 De Hongaren konden in hun eigen gebied min of meer doen en maken wat ze
wilden. De Hongaren voerden harde assimilatie politiek; dit wakkerde het
nationalisme aan onder de benadeelde volkeren (dit waren de Roemenen en de
Slaven; de Slaven wilden zelfs een Zuid-Slavische staat).
Van lokale opstanden naar de eerste wereldoorlog
Los van het Ottomaanse Rijk
- Hoogtepunt in 1870
1875-1878 Opstanden in Bosnië en Bulgarije. Deze opstanden werden heftig onderdrukt
door de Turkse Sultan. De Habsburgers en Rusland sloten een verbond om de Balkan te
verdelen als reactie op de Bosnische opstand.
Wenen --> wilde grote mogendheid blijven. Probeerde dit door uitbreiding richting Oosten
en Zuiden
Moskou --> moest zich ondertussen herstellen van Krimoorlog.
Engeland --> wilde de Ottomanen als bondgenoot houden; echter grote verontwaardiging
publieke opinie over harde optreden van Ottomanen tegen christenen.
Uiteindelijk ging Rusland op pad en trokken het Ottomaanse Rijk binnen. De Russen wonen
en bij de Vrede van Stefano (1878) werden de volgende afspraken gemaakt:
-Het Ottomaanse rijk moest toestaan dat Servië, Montenegro, Roemenië onafhankelijk
werden.
- Bulgarije werd een zelfstandige staat; was vrij groot.
Rusland wilde door middel van deze onderhandelingen indirect controle krijgen over de
Bosporus en Dardanellen.
De mogendheden waren niet zo blij met de afspraken die waren gemaakt tijdens de Vrede
van Stefano. Zij voelden zich bedreigd door de nieuwe geopolitieke verhoudingen. Omdat ze
niet tevreden waren werd er een nieuw congres gehouden: Congres van Berlijn (1878).
 Bulgarije wordt opgedeeld in drie staten
 De Ottomanen krijgen delen van Thracië en Macedonië terug.
 Bosnië-Herzegovina kwam onder Oostenrijks protectoraad
 Engelsen kregen macht over cyprus
Door deze afspraken verloor Rusland zijn strategische voordelen, maar het evenwicht tussen
de Europese mogendheden was hersteld. Er werd echter geen rekening gehouden met de
belangen van de staten zelf. Toch hadden de Balkan landen geen onafhankelijkheid kunnen
verwerven zonder de externe interventies en Rusland. Dit gebeurde natuurlijk wel onder
westerse voorwaarden want de grote mogendheden hielden zeggenschap over interne
zaken:
 Grenzen werden bepaald door mogendheden
 Handelsverdragen werden vastgesteld
 Mogendheden schreven grondwetten
 Mogendheden benoemden militairen en civiele adviseurs
Dit alles leidde tot grote frustraties onder de betrokken volkeren.
Leiders van de nieuwe staten predikten nationalisme en streefden naar een sterke staat.
Helaas konden de staten niet geheel onafhankelijk zijn want ze hadden grote leningen bij
west Europese landen en daarom ook grote schulden. West Europa koloniseerde de
gebieden als het ware op een economische manier. Ondanks dat kozen de staten op de
Balkan steeds meer hun eigen weg.
Laatste kwart van de 19e eeuw waren er twee allianties gesloten:
Oostenrijk-Hongarije + Duitsland
Frankrijk
+ Rusland
Duitsland had geen belang bij het
- Frankrijk zocht hulp bij Rusland
ineenstorten van
omdat ze Elzas-Lotharingen hadden
Oostenrijk-Hongarije; dit zou
verloren aan Duitsland.
leiden tot een machtsvacuüm in
- Rusland zocht economische hulp bij
Midden-Europa en daar hadden de
Frankrijk voor verdere ontwikkelingen
Duitsers geen baat bij.
Het grootste verschil tussen beiden: Onrust in Zuid-Oost Europa. Rusland steunde het
nationalisme dat zich op de Balkan ontpopte en Oostenrijk-Hongarije verzette zich juist
tegen dat nationalisme om het eigen rijk bijeen te houden.
1908 Oostenrijk-Hongarije annexeerde Bosnië-Herzegovina; dit had al tot een oorlog kunnen
leiden. Dit was een reactie van O-H op de Jong Turken die het oude Ottomaanse Rijk wilden
heroveren. Hiernaast wilden ze ook de Serven tot orde roepen. Bosnië was natuurlijk biet blij
met deze inlijving.
Waarom greep Rusland niet in?
- Duitsland had dit gezegd (seems legit..)
- Rusland kwam net uit een verloren oorlog met Japan (1905)
Europa was dus op het nippertje een oorlog bespaard
1912-1913 Balkanoorlogen
Serven dachten na de inlijving van Bosnië-Herzegovina in 1908: Toch die Groot Servische
droom maar vervullen, dan maar met de landen:
- Macedonië
- Kosovo
- Albanië
Deze landen waren allemaal onder Ottomaanse macht.
1912: Serven gingen de Ottomanen aanvallen. Was een succes en de Albanezen waren
ondertussen tegen de Jong Turken in opstand gekomen.
1913: Einde van de Oorlog; Verdrag van Londen.
- Ottomaanse Rijk was Europese gebieden kwijt
- Albanië kreeg autonomie
Het westen ging weer invloed uitoefenen dit leidde tot een tweede oorlog
Servië: Albanië + grote delen van Macedonië (hierbij waren de Bulgaren en de Grieken ook
betrokken). Uiteindelijk verloor Bulgarije weer een stuk gebied.
De oorlogen waren bedreigend voor Oostenrijk-Hongarije. Er kwam wel een einde aan de
Oosterse kwestie met een Slavisch triomf.
28 juni 1914: Gavrilo Princip vermoord Franz Ferdinand. Wenen kon nu mooi gelegitimeerd
Servië aanvallen. Rusland steunde Servië. Duitsland verklaarde hierop Rusland en Frankrijk
de oorlog; hierbij werd Engeland ook meegesleept in de oorlog: de eerste wereldoorlog was
begonnen.
Een nieuwe toekomst of opnieuw speelbal der staten?
Na WO1 zag de Europese kaart er heel anders uit. Drie grote rijken (Dubbelmonarchie, het
Ottomaanse Rijk en het Russische Rijk) waren door revoluties, interne problemen en verlies
van de oorlog uitgeschakeld/ontmanteld. Hierop grepen de volkeren in het oosten de kans
om hun onafhankelijkheid uit te roepen.
1922: Sovjets grepen in op de Kaukasus; daar wilden de mensen ook onafhankelijkheid maar
de Sovjets grepen daar dus in. Wel hadden de Sovjets moeten toestaan dat Polen, Finland,
Baltische Staten hun onafhankelijkheid verkregen. Hiernaast werden ook delen van Oekraine
en Wit-Rusland afgestaan aan de nieuwe Poolse staat.
1920: Russisch leger voor Warschau om af te rekenen met Polen en zo communisme
opleggen in de rest van Midden Europa. Polen versloegen de Sovjets met hulp van Fransen
en Engelsen> Akkoord van Riga 1920
- grenzen verschoven oostwaarts
- buffer gecreëerd tegen Rusland (Engeland, Frankrijk en VS waren grote tegenstanders van
het communisme en vonden een sterk Polen en prettige buffer).
Na WO1:
- Oude staten opnieuw op de kaart gezet (Polen)
- Nieuwe staten gecreëerd (Joegoslavië en Tsjechoslowakije)
- Vijanden gestraft (Verdrag van Versailles voor Duitsland, Hongaren en Bulgaren).
- Bondgenoten beloond (Roemenië kreeg o.a. Transsylvanië en Bessarabië )
Diende vooral geostrategische belangen als buffer tegen Duitsland en SU.
Eigenbelang en afzijdigheid
Bij verdrag van Versailles hielden de grootmachten geen rekening met de etnische balans,
gevoelens en aspiraties van de volkeren in de regio. Er ontstonden staten met grote etnische
minderheden die werden onderdrukt, terwijl ressentimenten bij de verliezers als Bulgarije
en Hongarije eveneens leidden tot een fel nationalistische politiek:
- Hongarije wilde zich wreken en wilden verloren gebieden terug
- Italië had ook het oog op de Balkan en schaarden zich achter Hongarije
Kleine entente: landen in de Balkan/Mid-Europa die zich verenigden:
- 1921: Joegoslavië, Roemenië, Tsjechië
Later: Balkanpact 1934:
- Joegoslavië, Roemenen, Grieken en Turken
Dit deden ze om zich te bewapenen tegen Hongarije en Bulgarije. Frankrijk ondersteunde
dit. Toch waren dit zwakke verdragen omdat:
- Het grote Polen ontbrak dat voor zijn veiligheid vertrouwde op bilaterale betrekkingen met
Frankrijk en niet aanvalsverdragen met SU (die waren in 1932 afgesproken) en Nazi
Duitsland ( die waren in 1934 afgesproken.
- Geen bepaling voor gemeenschappelijk verzet tegen een mogelijk toekomstige agressie van
Italië, Duitsland of de Sovjet Unie.
Nationalisme plaveiden de weg voor toenemende invloed van fascisten, nazi's, communisten
en interventie van buitenaf.
Bv. Benito Mussolini; hij wilde de bestaande orde veranderen en stimulerden daarom
separatistische groepen als de Macedonische IMRO en de Kroatische Ustasa om Joegoslavië
op deze manier van binnenuit te destabiliseren. Kwetsbaarheid van externe invloeden lag
niet alleen in de aanwezigheid van minderheden, maar ook in de economische zwakte van
Oost Europese landen:
- bevolking betaalde hoge belastingen, maar kreeg daar geen goed
onderwijs/gezondheidszorg/fatsoenlijk bestuur voor. (Met uitzondering van
Tsjecho-Slowakije)
- Er was ook geen middenklasse en een civil society; hierdoor kon democratie maar moeilijk
aarden.
Op economisch vlak moeizaam in Oost Europa:
- Sterk nationalistische politieke cultuur in het interbellum leidde tot de wens
zelfvoorzienend te zijn; hoge tariefmuren en importbeperkingen waren hiervan veelal het
gevolg. Van regionale samenwerking/openmarkt was geen sprake. Elke staat in Midd en
Oost Europa wilde een eigen industrie opbouwen, maar de afhankelijkheid van buitenlands
kapitaal en de hoge rentses veroorzaakten grote schulden.
- Crisis van de jaren 30 hakte er stevig in:
 Financiële beperkingen
 Gebrek aan koopkracht
 Kleine nationale afzetmarkt
West Europa was protectionistisch; maar Duitsland opende wel zijn markten en kreeg zo
invloed over de Oost-Europese regio.
West-Europa werd gedreven door eigenbelang, onverschilligheid en dubbele standaarden.
Deden weinig om Midden en Oost Europa er boven op te helpen.
- Financieeërden Duitsland en Oostenrijk
- Stonden onvoldoende bereid om te investeren in industriële potentie van de regio
- West Europa slechts geïnteresseerd om de regio op achterstand te houden.
o Midden en Oost Europa werden gezien als een goedkope bron van arbeid en
voedsel.
- Nauwelijks gedemonstreerd tegen de teloorgang van de democratie of schending
van de mensenrechten. Zolang de dictaturen anti-Russisch/anti-Duits waren dan was
het goed. En vooral belangerijk: niet anti-democratisch zijn.
Bekend voorbeeld van deze politiek: Verraad van München = Frankrijk en England gaven in
1938 toe aan de eis van Duitsland om het Tsjechische Sudetenland te mogen inlijven. Voor
het westen was dit een staaltje van Realpolitik (= op een nuchtere manier politiek bedrijven;
niet vasthouden aan ideologieën, ethiek en politiek-filosofische overwegingen.) Voor
Tsjechoslowak een traumatische gebeurtenis.
Russische reactie: SU was niet uitgenodigd bij de onderhandelingen van Frankrijk, Engeland
en Duitsland over Tsjechoslowakije. Rusland vond het een gebrek aan daadkracht bij de
Westerlingen. Moskou had al door hoe Duitsland in elkaar stak na de herbezetting van het
Rijnland/Elzas-Lotheringen (1936) en de Anschluss met Oostenrijk (1938). Rusland vond de
trek naar het Oosten van de Duitsers natuurlijk niet cool en voelden zich bedreigd.
15 maart 1939 Duitsland bezet het restant van Tsjechoslowakije (ze hadden immers
afgesproken dat DL alleen Sudenteland mocht binnen stampen) zagen de Fransen en de
Engelsen in dat hun appeasement politiek had gefaald.
Pas 12 augustus gingen de grootmachten echt om tafel zitten om militaire interventie te
bespreken. Westerse landen hoopten dat Duitse blik oostwaarts gericht bleef.
- Grote politieke onwil om samen te werken met de SU dit ivm met het communisme,
wat hen zeer tegenstond.
- Hiernaast hadden ze weinig vertrouwen in het Rode leger; Stalin had in de jaren van
terreur (jaren 30 en in het bijzonder 1937) hoge lieden uit het Rode leger laten
ombrengen waardoor het leger zwaar in diskrediet was gebracht.
Moskou: weinig vertrouwen leger Engelsen en Fransen
- Engelsen en Fransen lieten het niet toe dat Rusland op Fins, Baltisch, Roemeens en
Pools gebied zou vechten tegen de Duitsers.
o Polen wilde nadrukelijk niet dat het Rode leger op haar grondgebied kwam. De
Polen vreesden namelijk dat er opnieuw stukken land van hen zou worden
weggenomen.
o Gebeurde echter niet veel later: Molotov-Ribbentroppact; 1939 niet
aanvalsverdrag waarbij de Duitsers en de Russen in een geheim protocol
echter tevens Polen opdeelden en Oost Europa opnieuw verdeelden.
Van Duitse naar Russische hegemonie
Voor Moskou was het pact een begrijpelijke stap
- Een buffer creéren
- Tijd winnen tegen een politiek, economisch en militair dominant Duitsland
Onderlinge wantrouwen tussen de geallieerden bleef echter bestaan toen de Duitsers de
Sovjet Unie was ingestampt.
- Churchill maakte zich zorgen om het Machtsvacuüm wat zou ontstaan als de
Amerikaanse troepen zich na de oorlog zouden terugtrekken
- Stalin was wantrouwig want hij zag dat het Rode leger het voornaamste werk deed;
hij eiste een snelle opening van een tweede front om het Russische leger te
ontlasten. In ’43 werd het front echter elders geopend en Stalin was woedend.
o SU lag enorm in puin, veel doden; in Russische ogen was dit de schuld van het
lange uitblijven van het openen van een tweede front.
1944 Percentageovereenkomst; Churchill en Stalin hadden elkaar ontmoet in augustus
1944 waarbij ze de eerste plannen maakten voor de naoorlogse invloedsfeer over
Oost-Europa.
1945 Conferentie van Jalta: definitieve verdeling van Europa met toestemming van de
Verenigde Staten.
Zouden niet positief uitpakken voor Mid- en Oost Europa
- Rusland wilde niet de oude grenzen herstellen van Polen. In 1943 had SU al een
overeenkomst gesloten met Engelsen en Amerikanen over de oostgrens van Polen,
zonder dat de Poolse regering heirvan op de hoogte was.
o Twee jaar eerder in Katyn (Polen): Russen hadden duizenden Poolse Officieren
vermoord.
o Rusland had in 1944 de Polen niet meteen te hulp geschoten tijdens een
opstand in Warschau tegen de Duitsers terwijl de Russen heel dichtbij
waren. De opstand mislukte; hiermee was ook de kans op een
onafhankelijke regering van Moskou voor Polen verkeken.
Bij Jalta en Potsdam konden Engelsen en Amerikanen niets anders doen dan tegemoet
komen aan de behoefte aan veiligheid van hun Russische bondgenoot; een nieuwe
aanpassing van de grenzen in Mid en Oost Europa was uiteindelijk het gevolg.
- Polen schoof 200 km op in Westelijke richting (Silezië, Oost-Pruisen, Pommeren en
oostelijk deel van Brandenburg). Verloor hierbij oostenlijke gebieden (westelijk
Oekraïne).
- Sovjet grenzen ook naar het westen verplaatst. Roemenië moest Bessarabië en
Boekovina aan de SU af staan. Kaliningrad (köningsberg) kwam in Russische handen.
Roethenië en Karelië werden van Tsjechoslowak en Finland afgesneden door SU.
Waarom zouden de westerlingen samenwerken met de SU?
- Snelle einde van de oorlog tegen Japan en Duitsland
o Geallieerden bereikten overeenstemming over demilitarisering van DL en
verdeling van het land en Berlijn in vier bezettingszones waarbij de SU
toezegde deel te nemen aan de oorlog tegen Japan.
 SU wilde hier wel compensaties voor in het Verre Oosten.
 Stalin had eveneens belang bij een goedesamenwerking; hij was
bang dat anders de Engelsen en de Amerikanen misschien wel
zouden samenwerken met de Duitsers om de communisten te
verslaan. Hij kwam de westerse leiders in Jalta daarom tegemoet
ten aanzien van hun zorgen over de toekomst van de onder de
Sovjetinvloedsfeer vallende landen in Midden en Oost Europa.
Verklaring over het bevrijde Europa- een rede waarbij er werd gesproken over een
gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de politieke en sociaal-economische toekomst van
Europa. De drie wereldleiders verbonden zich hiermee aan het principe van zelfbeschikking
voor alle op de Duitsers veroverde landen. Bleek echter weinig van aard:
- Sovjet Unie wilde haar legers niet weghalen uit Midden en Oost Europa.
- Sovjet Unie hield geen vrije verkiezingen in Midden en Oost Europa
Sovjet Unie voelde zich door het grote en sterke Amerika steeds meer in het nauw gedrukt
(atoombom, economische wereldmacht etc.) Hiernaast vormden de Amerikanen ook een
bedreiging voor de SU omdat ze ook in Midden en Oost Europa het liefste een kapitalistische
markt daar zagen. Andersom was Amerika bang dat de SU communistische invloeden over
West- Europa zou tentoonspreiden. De mogendheden raakten in een spiraal van
wantrouwen.
Amerikanen boden daarom economische hulp (Marshallplan) aan als politiek wapen.
Washington zette de economische hulp aan de Sovjets na de capitulatie van Duitsland in mei
1945 abrupt stil. Er waren eerder afspraken gemaakt over een financiële tegemoetkoming
voor de enorme oorlogsschade die Rusland had geleden; deze werden echter door de
Amerikanen van de baan geveegd.
- Sovjet Unie en haar bezettingszone gebieden kwamen niet in aanmerking voor hulp
nadat ze hun systeem naar een kapitalistisch systeem hadden omhervormd. (geld
van IMF en Wereldbank).
- Stalin: Oost-Europese staten zware financiële verplichtingen op te leggen en
uiteindelijk over te gaan tot een sovjetisering van Midden en Oost Europa.
De bevolking in Oost Europa betaalde opnieuw de prijs van deze concurrentie en
belangenpolitiek van grote mogendheden. Dit monde uit tot een tweedeling van Europa.
Niet enkel werden de grenzen aangepast maar volkeren werden verplaatst/gedeporteerd en
andersdenkers werden vermoord of monddood gemaakt.
Hoofdstuk 6
Midden Europa
- Tussen hoop en nostalgie
Het probleem midden-Europa neemt verschillende problemen met zich mee.
- Wie horen er precies bij deze landen?
- Moeten we het nog niet verder opdelen?
In dit hoofdstuk: Midden Europa in zijn historische en culturele context plaatsen.
- Welke betekenissen zijn er in de loop van de tijd aan het begrip toegevoegd
- Welke intenties, wensen en dromen gaan achter het begrip schuil
Oorsprong
Bij grote geopolitieke veranderingen duikt het begrip Midden-Europa op.
- 1850 toen er een spanning was tussen Pruisen en Habsburgers
- WO 1 en WO2
- Val van de Sovjetunie
Midden Europa werd gebruikt om de aanspraak op machtsuitbreiding te onderbouwen/ als
argument om zich hier juist tegen te verwerken.
 Defensief
 Offensief
Nauman: Mittel Europa 1915, hij voorzag een tijd waarin de centrale mogendheden niet
alleen zij aan zij zouden strijden, maar ook op economisch terrein de rijen zouden sluiten en
gaan samenwerken: onder de Duitse hegemonie.
Kundra: The tragedy of Central Europa (1984): Midden-Europese identiteit die tracht te
overleven te midden van Sovjetoverheersing. Een minder defensieve interpretatie van zijn
artikel zou kunnen luiden dat Kundera de legitimeiteit van het begrip Oost-Eurpa tracht te
ondergraven.
Duitse hegemonie
Wat is Midden Europa volgens Friedrich List (1789-1864):
- Een geïntegreerde economische zone, afgeschermd door tariefmuren tegen
buitenlandse, vooral Britse, concurrentie.
Karl Ludwig Bruck (1789-1860):
- Hanteerde de term midden Europa voor zijn plannen in de richting van een vrije
handelszone tussen het Habsburgse Rijk, de Duitse staten en delen van Italië.
Deze plannen kwamen voort uit het idee om een Duitse eenheid te vormen
- Klein Duitsland
- Groot Duitsland
Uiteindelijk is gekozen voor de kleine Duitse oplossing, waar het Habsburgse rijk geen deel
van uit zou maken. 1848 Frankfurter congres werd dit besluit vastgelegd.
1866 Slag bij Köninggrätz  Pruisen won dus een echt Duits rijk kon gesticht worden. 1871
werd het Duitse keizerrijk uitgeroepen en werd de Pruisische koning benoemd. Pijnlijk voor
de Habsburgers want zij hadden aanspraak op de titel van Heilige Roomse Rijk.
Mittel Europa was dus nu verdeeld over
- Twee keizers
- Duitse suprematie
- Habsburgs kosmopolitisme
-  Donou vs de Rijn
Mitteleuropa stond in de eerste wereld vooral borg voor het Duitse streven naar hegemonie.
Habsburgers stonden minder centraal.
Friedrich Naumann schreef het boek Mitteleuropa in 1915. Hij verkondigde hierin dat de
centrale mogendheden niet alleen op slagveld moesten samenwerken, maar ook na de
oorlog een coalitie moesten hebben op economisch terrein. Zeker nu DL gebieden dreigde
kwijt te raken was het noodzakelijk om elders een compensatie voor dit verlies te hebben.
Anderen mochten aansluiten
 Pangermanist genoemd
 Door entente gebruikt als propagandamateriaal om Duitse en Oostenrijkse soldaten
de strijd te staken.
 Critici: slecht zijn voor de Duitse hegemonie, maar Naumann zag Duitsland dan
eigenljk als een primus inter pares. Streven was vooral gericht op grotere
economische samenwerking binnen een federaal verband waarbij rekening werd
gehouden met verschillende culturen.
Duits kanselier Betham Hollweg sprak daarentegen in zijn vierde oorlogsdoel (1914) over
een Duitse economische dominantie in Midden-Europa en riep zijn regering op verderde
Slavisering van Mid-Europa tegen te gaan (dus dat de Slavische volkeren onafhankelijke
landen wilden hebben). Naumann is dus (onterecht) vaak in dit daglicht gezet.
1918 Brest Litovsk ( het kwam gevaarlijk dichtbij) Duitsers kregen zeggenschap over Polen,
Balticum en delen van Oekraïne. Einde aan dit alles toen de Amerikanen mee gingen doen
aan de oorlog.
Einde van Duitse keizerrijk en einde van de Habsburgse dubbelmonarchie. Nieuwe staten
kwamen:
- Polen
- Joegoslavië
- Tsjechoslowakije
- Oostenrijk
- Hongarije
- Estland
- Letland
- Litouwen
Versnippering van Habsburgse rijk  machtsvacuüm.
- Revanchistische bewegingen die streefden naar herstel van oude grenzen.
Duitse nationalisten werkten aan een radicale invulling van Mitteleuropa in interbellum
-
Karl Haushofer: voornaamste protagonist van het nieuwe denken rond Mitteleuropa.
- 1. Kwestie van politieke wil
2. Begrippen als Drang nach Osten en Lebensraum werden vanaf deze tijd geassocieerd met
Mitteleuropa.
Nazi’s gingen de kaart van Mitteleuropa voor altijd veranderen
- 1938 Oostenrijk bij Duitsland
- 1939 Bohemen en Moravië kwamen erbij
- 1939 Molotov von Ribbentroppacht: Polen verdeeld.
o Volkerenmoord
o Volkeren verhuizingen
1945: opnieuw een volksverhuizing
- Duitsers weggejaagd uit Sudetenland, Hongarije, Joegoslavië en Roemenië. 1945 in
Potsdam hadden de westelijke geallieerden hiermee ingestemd
- Ook sHongaren, Slowaken en Polen moesten vertrekken.
Oost en West verdeling van Europa.
Terugkeer
In jaren 80 was het nog ondenkbaar voordat Gorbatsjov op het toneel kwam dat midden
Europa ooit grote veranderingen zou meemaken. Toch is het gebeurd.
Grofweg vallen er drie gedanten van Midden Europa te onderscheiden met de Koude oorlog
als gemeenschappelijke noemer.
Pacifistische variant
De eerste is de pacifisstische variant en dat is Duitsland die in twee delen is opgedeeld
- BRD
- DDR
Meest gemilitariseerde plek tijdens Koude Oorlog: the balance of terror. Als er iets zou
uitbreken dan zou dat gebeuren op Duits grondgebied daarom zochten de burgers uit BDR
een oplossing:
- Ostpolitiek o.l.v. Willy Brandt. Hij sloeg een andere weg in dan bijvoorbeeld
Ardenauer die alleen keek naar het westen.
o Detente
o Verdragen met Moskou, Warschau en Oost Berlijn
o De grenzen van de DDR werden erkend
o  volksduitsers mochten naar west duitsland komen.
- Nieuwe fase toen door de NAVO pershing II raketten werden geïnstaleerd in de BRD.
o Massale demonstraties
o West Duitsers wilden veiligere wereld en zette zich daar voor in
Mitteleuropa geassocieerd met ontwapening en pacifisme. Midden Europa moest een
nucleaire vrijzone worden, waarbij sommigen zelfs streefden naar terugtrekking van BDR uit
NAVO verbond.
- Zou de SU dan ook haar troepen terugtrekken?
Derde Weg zou ruimte scheppen voor een politiek die de beste elementen uit beide
systemen in zich zou kunnen verenigen. De onderliggende gedachte hierbij was dat
transformatie van het communistische syteem tot de mogelijkheden behoorde.
Regionale variant
Oostenrijk was de regionale variant. Zij was neutraal en hoorde niet bij de EG of de NAVO.
Deze neutraliteit gold als model voor de regio en stimuleerde onderlinge samenwerking. Er
was een samenwerking op cultureel, economisch en ecologisch vlak tussen Noord-Italië,
Joegoslavië en Oostenrijk: Alp-Adriatische regio. Kroaten+ Slovenen + Noord-Italië ahdden
het niet zo op met het zuiden van hun land; dat waren achterblijvers en zij moesten het
touw trekken en de economische kosten betalen.
Tussen boedapest en wenen werd het langzamerhand rond de jaren 80 wat
vriendschappelijker. Hongaarse burgers konden zonder visum reizen naar Oostenrijk en
andersom. Toen hongarije omging en daadwerkelijk het ijzeren gordijn daar opendeed
racten ook heel veel DDR Duitsers weg naar het Westen.
Culturele variant
De culturele waarden die aan de basis lagen van het verzet tegen de Sovjetoverheersing.
Intellectuelen uit:
- Polen
- Tsjechoslowakije
- Hongarije
Sommige leefden in hun land; anderen waren verbannen.
Een belangrijk forum voor deze culturele elite was Cross Currents, A yearbok of Central
European culture dat vanaf 1982 verscheen in Michigan. Milosz schreef hier in een keer de
definitie van wat Midden Europa destijds was;
A cutlural unit tied together by historical awareness of a common past and maintaining its
own identity even while placed in the eastern orbit by force of arms and by pacts between
superpowers.
De intellectuelen die er voor schreven:
- Milosz
- Danilo kis
- Claudio Magris
- Adam Michnik
- Peter Esterhazy
Schreven werken over de regio. Milan Kundera wist Midden Europa terug op de agenda te
zetten in zijn artikel ‘The tragedy of Central Europa (1982) vormde het startschot voor een
breed gedragen debat, dat met politieke ontwikkelingen onder Gorbatsjov alleen maar aan
betekenis leek te winnen.
Hij omschrijft Midden Europa onder vier kopjes
- Midden europa als oostgrens
- Midden Europa dat sinds 1945 politiek behoort tot Oosten maar cultureel bij het
westen
- Midden europa als familie van kleine volken ingesloten door Duitsers en Russen met
een eigen visie op de geschiedenis
- Midden europa als een cultuur of een lot
Midden Europa als oostgrens van het westen
Europa is sinds de val van het Romeinse Rijk geografisch en cultureel altijd in twee helften
onderverdeeld
- Rome
- Constantinopel
Russische Rijk en Ottomaanse rijk zouden uit de Byzantijnse traditie voortkomen.
Oosten had belangrijke ontwikkelingen niet doorgemaakt die het westen wel mee maakte
- Renaissance
- Reformatie
- Verlichting
- Industriële Revolutie
Mindere betekenis onder de tsaar.
Staat en kerk nauw met elkaar verbonden. In het westen gingen deze tegenover elkaar
staan. Westerse beschaving plaatst Kundera tegenover Rusland  andere beschaving met
andere dimensie van onheil, ander beeld van ruimte en ander besef van tijd.
Huntington: clash of civilizations:
Politieke, ideologische tegenstellingen die er sinds het einde van de Koude Oorlog aan
betekenis ingeboet en plaatsgemaakt voor culturele tegenstellingen. Ook is er een mondiale
identiteitscrisis. Grenzen van de westerse beschaving liggen volgens hem daar in Europa
waar islam en orthodoxe christendom beginnen, de grenzen van oost en west dus.
Midden Europa zijn de gebieden die voorheen bij het Habsburges Rijk hoorden, inclusief het
overige Poolse territorium en de oostelijke delen van Duitsland. De strijd die in de jaren 90
van de 20e eeuw in Joegoslavië losbarstte past geheel in zijn schema van botsende
beschavingen: katholieken, orthodoxen en moslims.
Kundera accentueert ook bewust een schiedslijn tussen oost en west enplaatst hij midden
europa vervolgens zonder aarzelen in het westerse kamp.
- Feodale verhoudingen bleven lang bestaan: sterke burgerij was niet ontstaan
- Joden en Duitsers waren de modernisatoren van deze gebieden.
Politiek tot het Oosten, cultureel tot het westen
Stalin kreeg van het Westen de mogenlijkheid om zijn imperium uit te breiden. Door MOES
landen wordt het verdrag van Jalta dan nog altijd gezien als het ‘tweede München’.
Politiek ging het tot het oosten behoren en cultureel dus tot het westen.
Opstanden die plaatsvonden kwamen voort uit het besef dat de identiteit van een volk werd
aangetast. Voor deze opstandelingen was het een strijd voor de Europese beschaving en
zodoende meer cultureel dan politiek bepaald. En hier ligt een deel van de verklaring voor
Kundera’s gebruik van het bgerip tragedie in de titel. Het westen besfte namelijk
onvoldoende de aard van deze strijd, hechtte nauwelijk nog betekenis aan de culturele
waarde waar in Midden Europa mensen bereid waren hun leven voor op te offeren. Zij
vochten kortom voor een Europa dat deze waarden al nite meer aanhing. Daar in het westen
was het Europa van de geest inmiddels vervangen door Europa van de consument.
Opvallend aan Kundra: Ontstaan van midden europa begint hij veel later mee, dat plaatst hij
later in de tijd. Hde historische rol en betekenis van Duitsland laat hij achterwege. Naumann,
Wilhelm II en Hitler komen niet voor in zijn artikel. Beladenheid van het begrip Midden
Europa is afwezig.
 Duidelijk een kind van zijn tijd, dreiging kwam niet van Duitsland maar van Sovjet
Unie.
 Is de behoefte naar een Midden Europa nog wel zo groot na het verdwijnen van de
Sovjet Unie? Is het belangrijkstea argument van Kundera niet weggevallen?
Familie van kleine volkeren
Met de val van het Habsburgse rijk verdween tevens de culturele basis van Midden Europa.
De mogenlijkheid om de totstandkoming van een federatie van gelijkwaardige landen te
maken is verloren gegaan.
Teloorgang wijdt hij aan panslavisme.  slavische volkeren zich ontrekken aan Habsburgse
rijk en een eigen rijk stichten  na WO1 een machtsvacuüm  deze staatjes waren geen
partij voor Hitler/Stalin en konden zo makkelijk overrompeld worden.
Kundera noemt niet de desastreuze pangermanisten, die net zo belangrijk waren voor de
ondergang van het Habsburgse rijk!
Liever Frans Joseph dan Stalin. Was Habsburgse Rijk niet al een voorloper van de Europese
eenheidsgedachte?
Joden speelden een belangrijke rol binnen de Donaumonarchie volgens Kundera
- Intellectuele cement van Midden Europa
- Scheppers van de geestelijke eenheid
- Kosmopolieten van de Donaumonarchie
-  tragedisch ten einde, zij moesten het veld ruimen voor nationalisten.
-  midden europa is met de uitroeiiing van de Joden minder Europees geworden.
Een cultuur een lot
Kundera: MOES landen zitten teveel in het slachtoffer rol. Zij leverden slag om Turken en
Russen buiten de deur te houden
- Slag bij Mohacs (1526)
- Slag bij Wenen (1683)
- Verraad van München (1938)
- Verraad van Jalta
- Hongaarse opstand
Wisten wist dit onvoldoende te waarderen of te steunen. Maar onderling was er ook geen
sprake van solidariteit.  maar wij waren niet vrij om te handelen.. wij werden gedwonten
tot. Agressors zijn altijd de anderen, Duitsers, Oostenrijkser, Turken en Russen.. Zo’n
identiteit ontekend iedere vorm van verantwoordelijkheid en is een vrijbrief voor nieuwe
misstappen.
(Hier mist nog het hoofdstukje toekomst!)
Hoofdstuk 7 Van Balkan naar Zuid-Oost Europa
De last van het verleden
Verval Ottomaanse rijk ging gepaard met etnische zuiveringen, grote vluchtelingenstromen
en twee Balkanoorlogen. Na WO I werd Joegoslavië een speelveld voor verwoestende
wereldoorlog tussen grote Europese machten.
De Balkan is een constructie met betwistbare grenzen en veranderende betekenissen.
19e eeuw: Europees Turkije
Later: Balkan
Zeer gevoelig gebied
- Nationalisme
- Etnisch geweld
Hebben vrij spel
De erfenis van het verleden
De Balkan is een complex gebied op gebied van etnische, linguistische en religieuze
factoren.
- Geografische positie werd steeds van buitenaf bedreigd.
o Slavische stammen
o Turkse nomaden
- Afhankelijk van grote mogendheden tijdens verval van Ottomaanse rijk
Achterstand, politieke cultuur en nationale identiteit
Door Ottomaanse rijk gingen belangrijke ontwikkelingen min of meer voorbij aan de Balkan
Renaissance
- Verlichting
- Humanisme
- Industriële Revolutie
Nog meer achterstand, mindere moderne ontwikkeling vergeleken met de rest van
Oost-Europa.
- Andere alfabetisering
- Habsburgse en Pruisische rijk hadden ambtenarenapparaten en rechtstaat
ontwikkeld in overige landen.
- Geen burgerij/middenklasse
- Weinig onderwijs
- Grote kloof met vergriekste elite
Geografische verklaring voor achterstand
- Bergketens verhinderde
o Goed stelsel van infrastructuur
o Economische mogelijkheden
o Interne communicatie
- Wegen werden doelbewust slecht gehouden door de Ottomanen
o Externe invasies beslechteren
o Werd ondersteund door lokale autoriteiten (hoefden ze geen belastingheffing
te betalen en eigen geïsoleerde koninkrijkjes in stand te houden
Gevolgen slechte infrastructuur
- Kosten voor centraal gezag hoog: lokale traditie van zelfstandigheid zette voort op
de Balkan
o Recht van de sterkste
o Bloedwraak
o Bandietenbendes
o Belastingmoraal
Bleef typisch argrarisch gebied met weinig interregionale handel. Hierdoor ook achterstand.
- Familie en sociale en economische verbanden. Minder ruimte voor het individu.
o Belemmering voor de handel  hebben concurrentie nodig en willen niet
gelijkwaardig zijn.
o Buitenstaanders gewantrouwd elke groep kon zijn eigen identiteit
behouden omdat de volkeren op de Balkan weinig deden aan assimilatie.
 Religie, taal
Toch! Lange tijd geen botsingen
- Tolerantie in het Ottomaanse rijk
- Grote beschavende invloed van de Grieken. Grieken hebben lange tijd een
vooraanstaande rol gespeeld in het Ottomaanse Rijk. Sociaal-economische elite in
de steden. Wilde je daar bij horen: Grieks praten!
Sprake van Millet systeem (elke geloofsgemeenschap ingedeeld in verschillende millets, met
een spiritueel leider). De christenen waren onder leiding van de christelijk-orthodoxe
gemeenschap.
- Griekse patriarch
o Verantwoordelijk voor het onderwijs en liturgie
Dus er was een grote invloed van de Griekse cultuur. Pas in de 19e eeuw, met de opkomst
van het nationalisme werd het onderwijs gedehelleniseerd en kwamen er andere nationale
kerken.
Bij de elites ontstond het idee dat elk volk recht had op een eigen staat. Cultuur en
geschiedenis werden verheerlijkt.

Snellle groei van bevolking
Gebrek aan economisch perspectief
Pogingen vanuit het Ottomaanse rijk om het ambtenapparaat te moderniseren
Sociale onrust en groeiend nationalisme.
Bij de boeren ontstond het idee van nationalisme meer omdat ze onderdrukt werden
- Achterstand
- Belastingdruk
- Grootgrondbezitters
Zij dachten niet echt na over etnische verdeeldheid. Wel is het zo dat het idee van
nationalisme (dat pleitte voor individu ondergeschikt aan belangen van de natie) pastte bij
de traditionele identificatie van het individu. Ook past het binnen de vechtcultuur.
Homogene natiestaat stond niet op het menu. Ieder volk hat er weer een ander idee bij
Grieken: herrijzenis van Byzantijnse Rijk
Albanezen: eigen staat
Serven+Bulgaren: herstel van middeleeuwse rijken.
Na verkregen onafhankelijkheid ging de ontwikkeling nog steeds moeizaam
- West- europese investeerders lieten Balkan links liggen
- Veel geld naar Rusland
- Degene die wel gingen deden nauwelijks iets aan de ontwikkeling van
infrastructuur/industriële ontwikkeling.
- Vooral gezien als leverancier van argrarische producten
- Boeren bevolking niet welvarender
o Hoge belasting betalen om de militaire en bestuurlijke uitgaven voor de
ontwikkelingen van de nationale staat te bekostigen
Oorzaak van spiraal van geweld
- Conflicterende claims op grondgebied van jonge nationalistische staten
- Externe bemoeienis.
1912-1922: Erg zware periode voor de bevolking
- 2 miljoen doden
- Heel veel vluchtelingen die van het ene gebied naar het andere trok, waardoor er
een vermening kwam van verschillende nationale identiteiten
o Balkanoorlog
o Griekse-Turkse Oorlog
Migraties + Verdrag van Versailles
- Interne verdeeldheid
- Radicalisering
- Irredentisme
Griekenland + Bulgarije: enorme vluchtelingenstromen
Roemenië + Joegoslavië: grote etnische verschillen
Albanezen: eigen kleine staat, maar er waren ook minderheidsgroeperingen van Albanezen
elders.
Problemen in het interbellum
- Geen investeerders door hoge herstelbetalingen
- Intergratie en etnische veredeeldheid
- Gevaar verdwenen van bolsjewieken  meeste mogendheden verloren hun
belangstelling
Staten in interbelleum
- Dictoriaal bestuur
- Politiek geweld
- Intolerantie
-  allemaal gericht tegen de minderheden en andersdenkenden
- Groot contrast rijkdom en armoede (boeren) die ook werden getroffen door
economische crisis
o Afhankelijk van export
o  Vatbaar voor Duitse/communistische invloed
Communisten wisten de Balkan uit het slop van de armoede te trekken.Tijdens wereldoorlog
overgang naar centraal geleide economie.
- Snelle industrialisatie
- Uitvoering van publieke werken
- Grootscheepse mechanisatie van de landbouw
 Op termijn had het gevolgen
Historische constanten, uniformiteit en diversiteit
Na 1945:
Griekenland + Turkije: weinig ontwikkelde democratie waarin het leger een leidende rol had.
Slechte reputatie tegenover de minderheden. Beide lagen ook met elkaar in de clinch sinds
de Turkse bezetting van noord Cyprus (1974)
Turkije
- Ontwikkelde eigen economie
Griekenland
- Bleef op economisch gebied
afhankelijk van het westen
- 1981 Bij EU  flinke subsidies. Wel:
Balkankarakteristieken.
De communistische erfenis
Jaren ’50 – ’60: Enorme groei percentages. (Bleek of fictie te berusten).
- Goed onderwijs
- Gratis gezondheidszorg
- Openbaar vervoer
Welvaartsgroei (niet zo groot als in het westen) maar voor de Balkan bijzonder. In Albanië
verdubbelde de levensverwachting en kwam er een einde aan ziektes als TBC, Malaria e.d.
China en Rusland hebben beiden geïnvesteerd in het land waardoor ze een bescheiden
industrie konden opbouwen.
Hoge prijs betalen voor invoering communistische model
- Albanië: Enver Hoxha
- Romenië: Nicolai Ceausescu
Zeer repressieve regimes en onderdrukking van het volk.
Albanië
Hoxha
Kledingvoorschriften
Verbod op religie
Sigumi (geheime
Roemenië
Ceausescu
Groot Roemenië
Vrouw moest 4 kinderen krijgen
Abortus strafbaar en
Joegoslavië
Tito
Strafkampen
Tegenstanders regime
werden vermoord
Bulgarije
Strafkampen
Tegenstanders
vermoord
16E Sovjet Republiek:
dienst)
1948 Sloot zich aan bij
Rus
Bondgenootschap
China
Uiteindelijk niks
voorbehoedsmiddelen niet
verkrijgbaar. Maandelijkse
gynaecologisch onderzoek
Secritate (geheime dienst)
Onafhankelijke koers van
buitenland (dus weinig met
Kremlin op)
BRD
Afhankelijk westerese leningen
Eigen weg naar
Socialisme
Afhankelijk westerse
leningen
trouwe slaafse
houding Moskou.
Economische steun
uit Moskou
Toen de crisis echter kwam van het communisme, leningen moesten worden afbetaald en
het volk kreeg daarvan het bonnetje, grepen de communisten elke kans aan om hun macht
te legitimeren. Om het volk slaafs te houden. Veel communisten op de Balkan zorgde voor
een zwart schaap: de minderheden.
Boekarest:
- Probeerde zich van de minderheden te ontdoen
o Duitse inwoners verkopen aan BDR
o Joden: naar Israël
In Roemenië zelf
- Buiten eigen woonomgeving werken
Sofia:
- Bulgariseringscampagne tegen Turkse minderheid
o Turkse namen moesten vervangen worden door Bulgaarse  Turken vluchten
naar Turkije in 1989.
Kosovo:
- 1974 Autonomie voor Albanezen in Kosovo.
o Eisten steeds meer rechten
- Servische tegenreactie  ongedaan maken Kosovo 1989.
Dit droeg bij aan het uiteenvallen van de multietnische staat Joegoslavië.
Beeldvorming, beleid en (des) intergratie
Beeldvorming niet altijd negatief: Late oudheid tot 12e eeuw werd het wel de Wieg van
Europese beschaving genoemd. Ottomanen dwongen vrees en bewondering af. Rust en
stabiliteit, in schril contrast met de christelijke wereld.
- Verlichting: Beeld werd steeds slechter.
o Ottomanen:
 Aziatische barbaarse cultuur, wild en bloeddorstig
 Weinig effectief
 Economische slop
-
 Achterblijven; weinig effectief, corruptie, onderdrukkend, niet
gebasseerd op legetieme gronden
Na 1912: Einde aan Aziatische macht in Europa
o Men verwachtte snelle ontwikkeling
o Grote teleurstelling tweede Balkan oorlog
o Slecht beeld bleef
 Moord
 Verkrachting
 Etnische zuiveringen
 Dood van Franz Ferdinand
Invloed van negatieve percepties
Balkanvolkeren: staan positief tegen over de klassieke oudheid en middeleeuwen, maar
willen het liefst de politieke en culturele erfenis uit de Ottomaanse periode vergeten.
14e – 19e eeuw: zich slechts met hulp van mogendheden ontrekken aan Ottomaanse juk.
Verder in de tijd terug dus om hun territoriale claims te legitimeren.
Overlevering van
- Traditionele ballades, oude rijken en heldendaden uit een ver verleden bleven zo
bewaard
- Orthodoxe kerk heeft de tradities gekoesterd. In 19e eeuw een grote rol in de
verdere ontwikkeling van deze nationalistische gevoelens.
- Geschiedschrijving: veel aandacht voor eigen glorierijke verleden en militaire
triomfen over vijanden.
o Gevolg van o.a. negatieve westerlingen.
o Reactie op slachtoffer rol
-  constructie van sterke nationale identiteit
- Ook onderscheiden van anderen
Ondanks dit alles toch een negatieve externe perceptie geÏnternaliseerd. Veel mensen
gingen naar ‘Europa’. Destijds werd behoorde ook Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije.
Na 1989:
Gefrustreerd over het achterliggen op economische, technische, materiële gebieden.
Midden en Oost Europa hadden het idee ergens tussen in te zitten; voor Zuid-Oost Eurpa
gelde dit nog meer.
Eind 20e eeuw: nog steeds een negatief beeld.
- Landen verzetten zich met de identificatie met de Balkan
o Slovenië & Kroatië:
 wij zijn katholiek!
 Onze wortels liggen in de Dubbelmonarchie!
 Hardwerkende, tolerante en democratische Europeanen
o Roemenië: wij zijn Latijns! Romaanse eiland in een Slavische zee!
Waarom distantiëren van de Balkan?
Begin ‘90
- Geen zin om te intervëren waar idereen zich schuldig maakte aan geweld
- Onderlinge verdeeldheid
- Grote onderlinge verdeeldheid
- Tijd leek stil te staan
Oorlogen zouden voortkomen uit
- Duistere Balkan geschiedenis
- Gevoed door expansionistische nationale ideologieën
- Agressief nationalisme
- Eeuwenoude haat
- Cultuur van geweld
Er was daardoor een terughoudendheid om in te grijpen in de conflicten die zich voordeden
op de Balkan in de jaren 90. Wat had het voor zin? Was de Balkan het wel waart? En al de
bovengenoemde aspecten speelden daarbij een rol. Deze werden zowel door de
voorstanders als de tegenstanders van interventie gebruikt om dan wel niet in te grijpen.
Beschaafd Europa kon niet aan de kant blijven staan, de druk voor de politiek om in te
grijpen werd ook nog eens verhoogd toen beelden van Bosnische concentratiekampen,
etnische zuiveringen en verkrachtigen het Westen bereikte.
Westerse persepties weliswaar invloed gehad op bepaling van het beleid, maar ze deden
weinig recht aan de complexe werkelijkheid.
- Grootste deel van de groepen leefden vreedzaam samen met of gescheiden van
elkaar
- Nationalisme, etnische zuiverheden niet perse Balkanfenomenen
o Midden en Oost Europa werden ook honderduizenden Duitsers, Polen en
Oekraïners gedwongen te verhuizen/vermoord. Joden…
- Ondanks de vechttraditie zijn veel jongeren gevlucht of gedeserteerd uit het leger.
Hierdoor werden er irreguliere eenheden ingezet, die zich vaak ernstig misdroegen
tegenover de burgerbevolking.
Joegoslavië: van kunstmatige constructie tot desintegratie
Schuldvraag speelt een belangrijke rol in het zoeken naar onderliggende oorzaken van het
conflict. Na de oorlog heeft het strijdtoneel zich verplaatst naar de historiografie,
interpretatiestrijd met elke publicatie en invalshoek kreeg nieuwe impulsen voor
onderzoeken..
Ateurs verschillen van mening al naar gelang van achtergrond, ideologie en beroep. Zij
verschillen op de manier waarop ze de meeste nadruk leggen:
- Cultuurhistorische achtergrond
- Demografische context
- Sociaal-religieuze tegenstellingen
- Economische institutionele crisis
Er bestaat eveneens verschil van mening over de rol die toegekend wordt aan het
internationale systeem, de staat of de categorie die wordt aangeduid met individuele
actoren. Tot deze laatste behoren bv.
- Politieke leiders
- Elite
- Kerk
- Media
Interpretaties (ook chronologische) zijn onder te verdelen in vijf hoofd categorieeën:
- Lange termijn factoren (eeuwen oude haat).
- Botsing van culturen en de erfenis van de oude rijken
- De verklaringen over onverenigbaarheid van de Zuid-Slavische nationalistische
ideologieën en het falen van de eerste Joegoslavische staat.
- Theorieeën over de crisis in het federale politieke en economische systeem
- De verklaring over de rol van poltieke en intellectuele actoren
- Invloed van internationale factoren
Historische erfenis heeft zowel gestimuleerd homogene natiestaten te vormen als geleid tot
grootschalige migraties en grensconflicten. Wantrouwen tussen bevolkingsgroepen leidde
ertoe dat de dominante groep ten opzicht van andere etniciteiten meestal een harde
assimilatiepolitiek voorstond.
1918: Eerste Joegoslavië. Het bovengenoemde gebeurde daar precies. De Serven
domineerden. Vanuit historisch oogpunt hadden zij het meeste recht en kregen dus ook het
meeste zeggenschap over het gebied.
- 19e eeuw hadden zij al een eigen staat op de Turken bevochten
- Idee van Zuid-Slavische eenheid is ontstaan
o Motor achter de Servische opstanden
o Serven verzwakten met de steun van Rusland het Ottomaanse rijk; Serven
stimuleerde andere bevolkingsgroepen om hetzelfde te doen. Deze had ook
invloed op de Dubbelmonarchie, daar verzette de Serven zich ook tegen.
- Veel slachtoffers gehad in de eerste wereldoorlog en hard meegevochten
Joegoslavië I: Er ontstond na WO 1 dus een koninkrijk van Serven, Slovenen en Kroaten.
Deze verschillende bevolkingsgroepen verschillenden erg van elkaar op gebeid van
economische ontwikkeling, religie, cultuur en bestuurlijke tradities (Habsburgers of
Ottomanen).
Hiernaast:
- Geen goede afspraken over gezamenlijke toekomst door de snelheid waarmee de
eenwording plaats vond
Serven meerderheid
- Koning
- Servische leger werd nationaal leger
Politieke programma:
- Uitbreiden van land
- Assimilatie van andere Zuid Slavische volkeren
- Sterke staat
Deze wensen kwamen niet overeen met de ideeën van de Slovenen, Kroaten.
- Zochten erkenning als verschillende, maar gelijkwaardige naties
- Meer autonomie
- Afscheiding van de Servische politiek en militaire dominantie
Serven: Centralistisch geleide staat.
1941: Duitsers vallen binnen. Maken gebruik van de verdeeldheid.
Kroatië + Bosnië gesticht wordt een fascistische marionettenstaat
- Ustasa beweging gingen Serven uitmoorden en in kampen zetten. Ze moesten zich
gedwongen bekeren tot het katholicisme. Kamp Jasenovac
- Bosniërs ook wraak op Serven
- Albanezen ook wraak op Serven o.l.v. Cetniks
Joegoslavische communisten hadden de Duitsers verslagen; probeerden de problemen uit
het interbellum te voorkomen:
- Verboden nationalistische uitingen
- Tito: Servische dominantie inperken
- Federatie van zes republieken (Slovenië, Kroatie, Bosnië-Herz, Servië, Montenegro,
Macedonië)
- Economische (en later politieke) decentralisatie  poging tot gelijkwaardigheid
Dit had juist negatieve effecten:
- Verbod op nationalisme: geen goede verwerking van de oorlog. Burgeroorlogen die
later werden gevoerd, daar werden nog vaak oude verheffingen vereffend.
- Bestuurlijke veranderingen: Serven boos.
o Verloren belangrijke bestuurlijke positie
o Grote Servische minderheid buiten Servië (werd pas een probleem toen
Joegoslavië uit elkaar viel).
o Nieuwe bestuur ging voorbij aan hun historische legitimatie van macht
- Kroaten en Slovenen boos
o Ze waren erg rijk en de gelijkheid van rijdom over Joegoslavië vonden ze niet
zo’n goed idee en dat irriteerde ze. Economische crisis in de jaren ’80
verergerde dit gevoel.
o Armere republieken vond dat er veel te weinig terecht kwam van de
communistische pretentie om werkelijk gelijkheid te brengen
- Decentralisatie bracht zelfbewuste elites voort die steeds meer bevoegdheden
eisten en vaak ook kregen federatie  confederatie
o De republieken eigende zich steeeds meer macht toe en er stond ook meer
ruimte voor nationalistische bewegingen.
-
 Albanezen Kosovo  Serven boos. Kosovo zagen zij als de historische
kern van hun land! Dit gebruikte Milosovic om aan de macht te
komen en de Serven achter zich te scharen.
Economische problemen door socialistische systeem
o Inefficiënt beleid
o Gebrek aan innovatie
Politieke en economische gebreken droegen in belangrijke mate bij aan het verval van
Joegoslavië.
- Desintergratie gevoed door buitenland en individuele actoren
o Dood van Tito 1980 (vader des vaderlands): er ontstond een machtsvacuÜm.
Zijn erfgenamen konden geen oplossing vinden voor de economische en
bestuurlijke problemen  het land ging richting de afgrond
o Internationale crisis
o Dichtdraaien van de westerse geldkraan
o Joegoslavië verloor zijn strategische positie met de komst van Gorbatsjov in
Kremlin
IMF dwong Belgrado tot vergaande economische en politieke hervormingen. Er braken
heftige discussies uit over de koers die ze moesten volgen.
Slovenië + Kroatië waren eens met deze koers.
- Verdere liberalisering
- Decentralisatie
Andere republieken: meh..
De economische gevolgen van de gedwongen hervormingspolitiek waren groot. Inflatie en
werkeloosheid. Bevolking werd vatbaarder voor nationalistische partijen.
Machtsbeluste politici gingen hier op in en gebruikten:
- Oorlogstrauma’s uit het verleden
- Ontevredenheid met delen van het federale systeem
- Angst voor discriminatie
 Massa mobiliseren.
 Media, kerk en intellectuelen speelden hierbij ook een rol.
Communisme maakte plaats voor nationalisme. Op het niveau van Republiek (ipv
staatsniveau).
Kroaten en Slovenen wilden los, de Serven verzetten zich hiertegen ( ook tegen verdere
decentralisatie).
- Kosovo weer niet onafhankelijk maken
- In Montenegro een stroman neerzetten
Kroaten zagen hervormingspolitiek gehinderd door Servië. Zij besloten in 1991 onafhankelijk
te worden. Bosnië en Macedonië onafhankelijk een jaar later.
Kroatië + Bosnië = oorlog door Servische minderheid.
- Milosevic: Beschermen van minderheden en ideaal van hereniging van Serven
binnen één staat.
Kritiek van de rol van de Westerse landen
- Verschillende tegengestelde en veranderende signalen iut de westerse hoofdsteden
bijgedragen aan desintegratie.
- Te lang vasthouden aan de fictie van een verenigd Joegoslavië  Joegoslavische
Volksleger en de Servische politieke elite zich in 1991 gesterkt voelden militair in te
grijpen
- Anderen: Vroegtijdige erkenning van dissidente republieken is de oorzaak geweest
van de excalatie.
De vraag: Gaat het om een conflict dat een burger oorlog was tussen verschillende partijen?
Of Servische argressie oorlog tegenover de zelfbeschikking strevende andere
bevolksgroepen?
-
Servische mythevorming; herstel van het middeleeuwse Servische rijk. Dat zou
eerder zuidwaarts moeten worden ingezet ipv tegen Kroatië en Bosnië.
- Milosovic was een communistische partijbons die de macht wilde behouden dmv
nationalisme. Pragmaticus/opportunist dus.
o Akkoord van Dayton, Serviërs en Bosnische Kroaten werden dankzij dit
akkoord tegen hun zin in door het Westen gedwongen samen in een staat te
leven.
o Wisselde snel van idee toen Kosovo zou afscheiden. Doorstond
bombardamenten van de NAVO. Hij herwon hiermee (kortstondig) de steun
van zijn bevolking (die steeds kritischer was geworden tegenover Milosovic).
 Gaf pas over toen er grondtroepen zouden worden ingezet
 En toen de NAVO dreigde om infrastructuur in Servië kapot te
maken.
 Uiteindelijk zorgde Rusland ervoor dat het niet zo ver hoefde te
komen.
  Kosovo werd niet onafhankelijk, maar een protectoraat van de
VN. 2008: onafhaneklijkheid uit. (het duurde heel erg lang en het
waren vruchteloze onderhandelingen.
Desintergratie was voltooid, maar nog altijd problemen.
De lange weg van de Balkan naar Brussel
Lang geduurd voordat EU zich verantwoordelijk ging voelen voor de Balkanregio.
gedaan aan de etnische conflicten, desintergratie en humanitaire catastrofes.
Weinig
Problemen in Zuid-Oost Europa waardoor het een grote achterstand op liep in het
transformatieproces.
- Maffioso en warlords. Deze konden gedijen door westerse sancties en
oorlogsvoering. Hindernis voor de democratisering, goed bestuur en
markteconomie.
- Enorme schade van oorlog, heel veel materiële kosten: dit bemoeilijkte de handel.
Veel westerse investeringen bleven steken in Midden Europa. Ook andere landen ( die niks
met het gedoe van de oorlogen op had) waren hier de dupe van. Terwijl zij zich loyaal
opstelde tegenover de sanctiepolitiek van EU en VN.
Zou het zo zijn dat er geen sprake is van angst voor Russisch communisme dat de Balkan
minder gewillig is om haar systeem te veranderen? Er ontbrak dus een
sociaal-pshychologisch klimaat voor snelle politieke en economische veranderingen.
Verder
- Massale armoede
- Grote werkeloosheid
- Sociale ongelijkheid
- Corruptie
- Cliëntelisme.
De criminelen uit delanden oefenen veel controle uit op de economie, politiek en
samenleving.
Kosovo wordt gezien als een risico voor de stabiliteit in de regio.
- Servische minderheid
- Twijfelachtige reputatie op het terrein van vrouwenhandel, smokkel van wapens en
drugs.
Bosnië-Herzegovina en Macedonië blijven twijfelachtige staten.
Hoofdstuk 8 De Sovjet Unie en de Russische Federatie – Zoeken naar Nieuwe wegen
Oktoberrevolutie 1917: omslag in de ontwikkeling van Rusland. Ondergang van de
Romanovs  politiek vacuüm  nieuwe staat met nieuwe economie en waarin iedereen op
papier gelijk was.
Toch geen grote omwenteling?
- Nog steeds een kloof tussen regeerders en bevolking
- Plan economie niet flexibel genoeg om te voldoen aan de wensen van de individuele
Sovjetburger
- Ideologische starheid
- Bureaucratie
-  Steeds minder enthousiast
Van Lvov tot Lening: de opkomst van de socialistische staat
Georgi Lvov werd minister president, benoemd door Tsaar Nicolaas die daarna aftrad. Het
nieuwe regime had geen monopolie op de macht. In de dagen van februari 1917 formeerden
arbeiders en soldatenraden: Sovjets. De doema probeerde nog wat enige politieke ervaring
te koppelen aan autoriteit op straat, maar de Sovjets wilden niks weten van samenwerken.
Zij waren juist kritisch op de regering.
Grootste twistpunt: Oorlog met DL
- Voorlopige Regering: doorvechten met DL; Broesilovoffensief liep op niks uit.
- Indruk maken op geallieerden en DL
Lenin kwam terug op het toneel (via Duitsland gereisd en met geld van Duitsers naar SPB
gegaan).
- Verwierp elke samenwerking met burgerlijke politici
- Bepleitte de vorming van een zuiver socialistische regering
-  Aprilthesen. Hierin formuleerde hij zijn politieke programma.
o Vrede, land voor de boeren, arbeider wat wils.
Ondertussen in Juni opstanden in SPB omdat het Broesilovoffensief tot niks was uitgelopen.
Blolsjewieken namen de macht echter nog niet over.
Julidagen: reorganisatie van de Voorlopige Regering
- Links de meerderheid o.l.v. liberaal-socialist Alexander Kerenski
Lavr Kornilov besloot de zaken op orde te stellen. Hij stuurde legereenheden naar Petrograd.
Deze troepen muitte en de VR kon Lavr Kornilov oppakken.
Dit bood de Bolsjewieken nieuwe kansen!
- September: meerderheid van de Sovjets. Petrograd: Leon Trotski voorzitter. Hij
kreeg ook het gezag over het garnizoen
- Lenin greep zijn kans! Hij wilde dat de communisten nu zelf in opstand zouden
komen. Veel partijlijders twijfelden, maar Lenin zette met hulp van Trotski door.
25 oktober: Roodgardisten bezetten de strategische punten in Petrograd. Voorlopige
Regering was heel zwak:
- Sloot zich op in winter paleis en gaf zich een dag later al over.
Begin november ook Maskva in communistische handen.
Decreten over land en vrede
Land: Al het particulier grondbezit schafte Lenin af. Boeren bezetten eenvoudigweg
landbouwgrond en verdreven de eigenaren. Op het platteland waren de sociale
verhoudingen in 1 klap verandert.
Vrede: Er moest een definitieve vrede worden gesloten met de Duitsers. Zonder annexaties
en herstelbetalingen.
In westerse steden: --‘
- Ze hadden weinig respect voor eigendomsverhoudingen
- De Russen hadden een wereldrevolutie voor ogen
- Oostfront weg
Duitsland: 
- Gehele Duitse militaire apparaat kon worden ingezet aan het Franse hof
1917: Brest Litovsk onderhandelingen.
1918: Vrede. Rusland verloor:
- Baltische landen
- Polen
- Oekraïne
Waarom accepteerde Lenin dit?
- Wankelende positie van de communisten.
o Duitse troepen dicht bij Petrograd.
Karl Marx en Friedrich Engels: dictatuur van het proletariaat staat niet automatisch gelijk aan
dictatuur van 1 partij! Waarom gebeurde dit dan wel in Rusland?
Te maken met de Russische geschiedenis voor 1917.
- Geen voorwaarden aanwezig voor het ontwikkelen van een democratische en
pluralistisch systeem. Autocratie en elite had de politieke ontwikkeling van de
grote massa verhinderd.
De sovjets vormden de basis voor democratie:
- Bolsjewieken
- Mensjewieken
- Sociaal-revolutionairen
- Partijlozen
1921 Matrozen opstand bij Kroonstad.
- Sovjets werden geliquidieerd en niet communistische partijen werden verboden.
1918 machtsstreven van de bolsjewieken stuitte in de zomer op tegenstand. De Witten (als
tegenhanger van de Rode bolsjewieken) vormden de tegenstanders.
- Mensjewieken
- Voormalige aanhangers van de tsaar
- Liberalen
- Tsaristsiche elgertop
Wist
- Moermansk/Archangelsk
- Siberië
- Oeral
- Zuid-Rusland
Onder controle te krijgen, waarbij ze steun kregen van Frankrijk en Groot-Brittannië.
- Wapenleveranciers.
- Handjevol militaire eenheden
Waarom werkte het niet?
- Weinig samenwerking/coherentie
- Geen centrale macht
Bolsjewieken
- Toonden veerkracht
- Rode Leger werd effectief door Trotski opgebouwd
- Centraal Rusland bleef in handen van de Bolsjewieken
o Beste communicatie lijnen
o Spoorwegen: troepen konden snel worden verplaatst
1920: Alles voorbij; de laatste Witten vluchtten naar Turkije.
Witten en Roden
- Streefden naar eenheidsstaat Rusland
o Geen separatisme
Toch had Lenin in 1917 geroepen dat minderheden het recht hebben op afscheiding
- Finland doet dit, Finse socialisten en elite met hulp van Duitse troepen.
o Bolsjewieken niet zo blij
Uiteindelijk wist Polen ook de bolsjewieken van zich af te schudden in 1920.
- Bezetten west deel van wit Rusland
- Oekraïne
1921 Vrede van Riga  Status Quo tussen Rus en Polen.
Baltische Staten wisten zich te handhaven
Wit Rusland en Oekraïne te weinig weerstand.
Georgië werd ook ingenomen.
Burgeroorlog: kostte veel levens.
Hoe socialistische samenleving op bouwen?
Na Oktoberrevolutie: arbeiders de macht in de fabriek overgenomen  chaos, einde aan
utopisch ideaal van arbeiderszelfbestuur.
Juni 1918: industriën nationaliseren
- Ook buitenlandse bedrijven
- Buitenlandse leningen geannuleerd (en schulden kwijtgescholden)
Vanaf nu probeerden de communisten de economoie centraal vanuit Moskou te leiden.
Platteland
- Gedwongen voedselleveranties
-  Dwang en intimidatie wezenskenmerken van Russische economie!
Ook hiërarchie in de partij
De mensen die hier verantwoordelijk voor waren zaten in het Politieke Bureau (Politbureau)
Hierin zat de elite van de partij.
Organisatieburau (Orgbureau) bepaalde de verdeling van de personen over de functies.
Secretariaat bereidde belsuiten van beide instituties voor.
Centraal comité verloor door de andere takken aan invloed.
- Niet dagelijks vergaderen
 Er ontstond dus een oligarchise elite die paste binnen de Russische politieke cultuur.
1.
2.
3.
4.
Politbureau
Orgbureau
Secretariaat
Centraal Comité
1921 Lenin Ziek
1924 Lenin dood; opgebaard in mausoleum.
Gedachten op papier
- Stalin: tactloos en grof
o Resultaat optreden in Georgië
o Hij vulde de partij (als secretaris-generaal) met aparatsjiki. (beetje van de oude
garde, vastgeroeste mensen chauvinistisch (overdreven vaderlandse liefde).
Stalin had echter een bondgenootschap opgericht met Grigori Zinovjev en Lev Kamenev.
Conclusie: De Russische historische traditie vervormde het Marxisme tot een autocratische
oligarchie die zich net zo wienig van de massa aantrok als de tsaristische elite voorheen.
De Stalinistische revoluties
Marx over Rusland:
- Rusland is nog niet klaar voor een socialistisch systeem; het is te weinig economisch
ontwikkeld.
Stalin: We moeten Rusland socialistisch maken, de bourgeousie is in iedergeval verslagen er
moet een basis worden gelegd voor een Russisch socialisme.
Trotski: Wereldrevolutie.
Water bij de wijn doen
Geen hulp van buitenland dus een eigen economie ontwikkelen.
1919 Communistische Internationale (Komintern) opgericht
- Doel: wereldrevolutie. Dit lukte echter niet; wel veel communistische partijen
opgericht in andere landen.
- Officieël SU samenwerking; maar ineternationaal niet zo.. Toch uiteindelijk in 1922
Verdrag van Rapallo waarbij DL+SU+nogwat landen samen gingen werken.
Samenwerken en tegelijkertijd ondermijnen  geen vertrouwen van westerse
landen.
Er waren veel hongersnood en standen en er was veel ontevredenheid op het platteland
door die voedselleveranties.
Invoering van NEP = Nieuwe Economische Politiek.
- Gedwongen leveranties werden vervangen door vaste belasting op alle
voedselproductie.
- Boeren mochten bedrijven oprichten en van de winst genieten.
- Lichte industrie en handel kregen mochten particulieren ook van winst genieten.
Banken, transporten e.d. bleven in handen van de staat.
Eind ’20 had de economie hetzelfde niveau bereikt als vooroorlog. Maar er moest wat
gebeuren, verdere industrialisatie was noodzakelijk. Stalin was voor deze stelling en
gebruikte dit debat om de absolute macht binnen de partij te verkrijgen. Hij ontdeed zich
van Trotski, Zinovjev en Kamenev en liet hun aanhangers zuiveren. Hoe kon hij dit doen?
- Partijburaucratie gevuld met zijn eigen aanhang
- Oppositie: Fractionisten
Stalin’s grootste angst en ook in zijn ogen waarheid: het westen zal de Sovjetstaat ongedaan
willen maken.
- Het land snel ontwikkelen
- Industrialisatie stond daarbij voorop: vijfjarenplannen, totaal door de staat geleide
economie. De boeren moesten hierbij het onderspit delven en de prijs daarvoor
betalen; zij moesten precies produceren wat de staat nodig had om dit voort te
zetten. Als de boeren in kolchozen (collectieve boerderijen zaten) dan kon de staat
vragen wat ze maar wilden en leiden hoeveel de boeren zouden produceren.
1928-1933 Eerste vijfjarenplan
- Industriële productie laten groeien met 180% (veel te hoog gegrepen)
- Collectivisatie (lukte wel, hoger tempo dan voorzien)
Hoe werkte het systeem van Kolchoz?
De kolchozen kregen een machinepark dat een gemechaniseerde bwerking van de gronden
mogelijk maakte. Boerengezinnenmochten zelf een halve hectare grond bewerken en wat
vee houden. De overschotten konden ze verkopen op de kolchozmarkt. De bewoners van de
kolchoz werden kolchozniki genoemd, zij staken natuurlijk de meeste energie in hun eigen
landje. Dit bleek voor de Sovjet Unie van groot belang voor de economie!
 Echter geen productiestijging
Industrialisatie wel een productiestijging.
- Zware industrie
- Militaire industrie
Ten koste van verbruiksgoederenproductie.
-
Schaarste
Houden aan cijfers> anders probleenm
- Verlaging van levenstandaard
Jaren ’30 ook nog eens actief atheïstische propaganda voeren.
- Geestelijken: concentratiekampen
- Kerkgebouwen verwoest
 Toch bleef het altijd een beetje voortbestaan
Intolerant tegen minderheden. Iedereen moest in dienst zijn van de maak van de sovjetski
tsjelovjek (Sovjet Mens).
- Socialistisch
- Atheïstisch
- Anti nationalistisch
- Optimistisch
- Opofferingsgezind
Goelag en Molotovcocktails
1936: iedereen stemrecht
1. Operste Sovjet
2. A. Sovjet van de Unie
3. B. Sovjet van de nationaliteiten
Als de opperste sovjet niet vergaderde (wat meestal het geval was) dan nam een presidium
(soort voorzitter van het besturende orgaan) de taken over. Deze staatsorganen bestonden
parallen naast de instituties van de partij (Polit-Orgbureau).
De communistische partij besloot wie waar allemaal terecht kwam. Daar zat de vermenging
tussen partij en staat.
Het apparaat bezat de partij, de secretaris generaal het apparaat. In iedergeval kon de
gewone Sovjet burger/boer weinig politiek uiten. De elite voerde de wensen van de
allerhoogsten uit.
1934 Sergej Kirov vermoord. Hij was een Leningradse partijleider. Gevolgen:
- Groot aantal mensen geëxecuteerd
- Zuiveringen voor de elite zelf:
o Drietal showprocessen 1936-1938
o Veel strijdmakkers van Lenin uitgeschakeld
Stalin zag overal vijanden, hij was van mening dat naarmate het socialisme vorderde er
steeds meer klassenvijanden kwamen. En deze klassenvijanden konden elke gedaante
aannemen. Ook als je grote verdiensten had gedaan voor de partij.
- Iedereen verdacht
- Marteling gewoon
Dit was de begin periode van de Grote Terreur met aan het hoofd Nikolaj Jezjov, die sinds
1936 de septer over de NKVD (voormalig Tsjeka) zwaaide.
1937 ook leger:
- 15% officierskorps
- 90% hogere rangen
Onthoofding van de strijdkrachten.
De kring van verdachten werd steeds groter 1934-1953: 18 miljoen mensen in de goelag.
1938 Grote Terreur neemt in heftigheid af.
- Opkomst nationaalsocialisme en Hitler
- Niet iedere partijfunctionaris kan worden weggezuiverd
Aan beide kanten twijfel west-SU
Westen:
- SU wel capabel genoeg?
- Wel sterke militaire macht?
- Terreurmiddelen
SU:
- Concessies doen aan Duitsland, wilde westen wel confrontatie met DL?
1939 Molotov- Ribbentroppact
17 september 1939: SU valt Oost Polen binnen. Polen verdween daarmee van de kaart.
- Baltische Staten + Litouwe werden aan Sovjetinvloedssfeer overgeheveld
- Ultimatum gesteld dat ze het Sovjetinvloedssfeer moesten accepteren
1940: volledige annexatie van deze landen.
1939 Finland aanvallen, 1940 gecapituleerd, mar behield zijn onafhankelijkheid. Voor Hitler
was duidelijk dat het Rode Leger niet sterk genoeg was en ging binnen vallen.
Wereldoorlog en destalanisatie
1941: Duitsers vallen binnen. Begin van Grote Vaderlandse Oorlog.
Sovjet Unie had een enorme veerkracht. Duitse Nederlagen:
1941: Moskou
1943: Stalingrad
1943: Koersk
 Ondergang Duitse leger
Verovering Berlijn en ondergang Derde Rijk.
- Vele miljoenen doden (burgers en soldaten).
Patriottisme keerde terug, ook de kerk. Want de oorlog voerde men in naam van Rusland en
niet in naam van het communisme.
Na 1945: SU op toppunt van haar macht.
Invloedsferen hadden wel een slechte relatie met het westen tot gevolg.
- Marshallhulp afgewezen
Wel overal communisten in het zadel helpen, in Oost Europese landen.
- Economisch exploitatiesysteem, satellietstaten betaalden mee aan herstel van
oorlogsschade.
- Stalinistische terreur
o Arrestaties
o Collectivisaties
o Nationalisaties
Na Oorlog moest de industrie weer worden opgebouwd
- Zware industrie
- Militaire industrie
- Geen prioriteit: consumptiegoederen.
Leven van de gemiddelde burger slecht langzaam verbetering.
- Teugels stevig aangehaald
- Westen bleef de vijand
- Soldaten die in het westen gezeten hadden: politieke heropvoeding in
cencentratiekampen. Dit voorkwam zogenaamd een ideologische besmetting.
- Antisemitisme (Doktercomplot 1953)
1953 Stalin dood
Nikita Chroetsjov aan de macht.
- Partijleider Oekraïne
- Niet zachtzinnig met collectivisatie
- Beria vermoord
o Beria had namelijk de NKVD omgebouwd tot een veiligheidsdienst dat zich
ontwikkeld had tot een instituut dat los opereerde van de partij
- Wees Stalin aan als schuldige, niet de partij!
- KGB
1956 Twintigste congres van de communistische partij
- Kritiek op overleden leider
- Antistalinistische rede van Chroetsjov
o Stalin is een tiran die ten onrechte terreur had gebruikt.
o Repressie tegen eigen partijkaders werd veroordeeld, de rest van de terreur
niet. Selectieve verontwaardiging.
Invloed op binnenland:
- Weinig, veel konden weg uit Goelag
- Scherpe kanten van Terreur wat afgevlakt
- Ruimte voor meer culturele vrijheid
Buitenland
- Vielen van hun stoel; Stalin leek altijd onveilbaar maar was dus eigenlijk een vuile
sadist.
- Hongarije en Polen; snakten naar vrijheid. Bij hen kwam het over alsof ze zelf een
weg konden kiezen. Deze droom werd gesmoord in 1956.
Problemen Chroetsjov
- Vrijheidsstreven satellietstaten
- Economie hervormen
o Landbouw was zwak
o Verzorging individuele Sovjetburger was ook niet goed
o  oplossing: Velden in Kazachstan ingezaaid.
 Het was een succes maar winderosie maakte hier een einde aan.
o Nadruk bleef op zware industrie liggen/militair-industriële complex
 Joeri Gagarin de ruimte in
Chroetsjov
- Gewapende confrontatie met Westen leek voor hem een einde
- Nog wel competitie met het kapitalisme. Socialisme zou zeker overwinnen, maar nu
door suprioriteiten van zijn economische systeem en dor politieke middelen.
Chroetsjov en buitenland
- Detente; vreedzame co-existentie het parool van de buitenlandse politiek.
o Vreedzaam leven, maar wel beconccureren in Derde Wereld. Daar konden ze
dus wel uitvechten.
Chroetsjov was geen alleenheerser.
- Rekening houden met opinieleiders van medeleiders
Chroetsjov weg door Cuba Crisis en economisch falen.
- Pensioen tot aan dood in huisarest
Stagnatie
Leonid Breznjev gaat de eerste viool spelen binnen een collegiaal bestuur.
- Veel investeren met cultiveren van de relaties met zijn medebestuurders
- Geen paleiscoup
- Militaire top plezieren:
o 1965 omvangrijk bewapeningsprogramma
- Met VS pariteit wat betreft wapenarsenaal, maar investering in militaire apparaat
bleef.
Waar werd dit allemaal van betaald?
Einde aan uitmelken van de boeren. Kochozniki kregen gewoon uitbeltaald en niet in natura.
De overheid verhoogde de inkoopprijzen.
- Landbouw en veeteelt steeg de productie
Wel:
- Gebrekkig transportmogenlijkheden
- Tekort aan arbeidskrachten
- In praktijk te ingewikkeld om alles te plannen  zwarte markt  corruptie
Deze corruptie kwam ook voor in de elite van de sovjets.
Iedereen mocht zijn gang gaan, mits houden aan centrale lijn van de partij!
Er ontstond een klasse van partijbonzen: nomenklaturisten die zichzelf uitstekend wist te
voorzien van allerlei goederen. Daarbij behoorden ook westerse goederen.
Einde van Brezjnev:
- Stagnatie
o Financiering van militair industriële complex werd lastiger.
Ze wilden samenleven met het westen, maar ook wel de concurrentie aan gaan.
- Binnenlands mochten ze niet in opstand komen, maar buitenlands ook niet tot
kapitalistische wereld horen!
o Via Cuba bemoeien met Portugeze dekolonisatie
 Ethiopië en Soemalië
o Afhangistan, 1979. Deze oorlog kon de Sovjet Unie niet winnen.
Naar Europa toe:
- Dentente, periode van ontspanning.
- Conferentie van Helsinki 1975; hierin verklaarden oost en west de europese grenzen
onschendbaar. SU moest hiervoor wel de mensenrechten erkennen.
Breznjev veranderde weinig
- Duizenden dissidenten werden in pshychiatrische inrichtingen gestopt
- Maakte het moeilijk om voor Joden naar Israël te emigreren
Breznjev een flop
- Gezondheid liet het afweten
- Oorlog in Afghanistan was een kostbare mislukking
- Polen werd steeds invloedrijker
1982 Breznjev dood. Joeri Andropov en Konstantin Tsjernenko. Die gingen al snel dood. SU
een flop.
Duidelijk noodzaak voor verandering!
1985 Gorbatjsov aan de macht
- Jong
- Vrouw geleerd en slim
- Buitenlandervaring
- Dynamisch
- Goede banden met Margareth Tatcher.
Nog steeds competitie met het westen. Economie moest daar toe wel worden hervormd
- Perestrojka herstructurering van de economie. Synoniem voor gehele
hervormingsprogramma.
- Individuele sovjetburger moest ook een duidt in de zak doen.
o Minder werken
o Minder drinken. Zo stelde hij anti-alchoholmaatregelen in. Dit gaf hem de
bijnaam van Seceretaris mineral.
 Illegale stoken nam toe  veel doden.
 De staat mistte veel inkomsten.
 Fundament gelegd voor criminelen die gingen handelen in alchohol.
o Niet corrupt zijn
Perestrojka vergeleek Gorbatsjov met NEP.
1988 wet op coöperaties; bedrijsvorm kreeg hierdoor behoorlijke vrijheid.
Sovjetbureaucratie was er niet zo blij mee. Ze hadden een grote afkeer tegen het maken van
winst. Ze boden tegenstand.
Hiernaast liepen de inkomsten uit olie en gas dramatisch terug> nog grotere tekorten op de
begroting. De winkels namen af, dit kostte Gorbatsjov veel sympathie.
Perestrojka kon pas slagen als de individuele sovjetburger ook commentaar kon leveren:
glasnost. (Stemheid, recht om je stem te laten horen).
 Openheid, het recht kritiek te uiten.
Dit kwam moeizaam opgang, samenleving was gewend aan 1 opinie. Later kwam het wel op
gang de fundamentele institutsies van de comm samenleving werden uitvoerig bekritiseerd.
- Kranten: over slechte voorzieningenniveau
- Debatten over stalinisme
o Grote Terreur
o Molotov-Ribbentrop pact
 Menselijke keten in Baltische staten
Ook in de Kaukasus kritiek.
1988 massale gevechten tussen Armeniër, Azeri.
- Twistpunt: Armeense enclave Nagorno Karabach die binnen de Azerbeidzjaanse
Republiek lag.
o Toen er zelfs een aardbeving was en Gorbatjsov op bezoek was, scandeerde
een grote roep mensen Karabach karabach. Ze vonden Karabach
belangrijker dan de aardebeving. Gorbatsjov had geen rekenig gehouden
met dit soort kritiek. Dat was hem onbekend.
“De glasnost maakte als een doos van Pandora moeilijk beheersbare krachten los die de
fundamenten van de Unie ondergroeven. Hetgeen nooit de bedoeling van Gorbatsjov is
geweest.”
Partijleider uit Moskou: Boris Jeltsin.
 Wilde versnelde hervormingen
o Meer invloed sovjetburger
o Minder corruptie
Moest uiteindelijk aftreden in 1987
Nina Andrejevna 1988: Ik kan niet langer zwijgen. Vond glasnost niet cool en schreef er een
artikel over dat Stalinisme wel vet chill was: hier kwam ophef over! Glasnost heeft gewerkt
dus.
Gorbatsjov: ook om de perestrojka beter te laten werken moet de partij minder de leiding
nemen. In 1989 had hij een aantal voorstellen.
Toch onduidelijkheid over of de communistissche partij achter de schermen controle zou
houden.
 Oppossitie groeide tegen hervormingsdrang van Gorbatsjov.
Gorbatsjov zelf wenste overduidelijk veranderingen, zij het voorzichtig en met mate.
Principieel diende voor hem het machtsmonopolie van de partij overeind te blijven, al
behoorden ook de staatsinstellingen, ten koste van de partij-instituties, te worden
ontwikkeld. Hier lag een duidelijk spanningsveld: het ontwikkelen van nieuwe staatsorganen
stond haaks op de Sovjettraditie van dominante partij-instellingen.
In Oost Europa communistische machtsmonopolie: verleden!
Polen, Hongarije, Oost-Duitsland: oppositie won aan kracht. 1989: val van de Berlijnse Muur
zonder ingrijpen van het Sovjetleger. 1990 hereniging van DL. Zuid-oost Europa waren ook
de communistische leiders gevallen: oost europese sovjetimperium bestond niet meer.
- Impopulariteit van Gorbatsjov groeide hierdoor. Oost Europese invloedsfeer werd
gezien als de hoofdprijs van de overwinning van de Grote Vaderlandse Oorlog.
- Estland en litwouen volgden…
Gorbatsjov probeert de Unie bijeen te houden – niet zo vreedzaam
1990 strijd tussen centrale regering en republikeinen.
1991 Sovjettroepen bezetten tv gebouw Vilnius. 10 doden.
 Nog meer haat Gorbatjsov
o Boris Jeltsin (ondertussen leider van de Russische Federatie) zette ook een
grote bek op.
Gorbatsjov probeert de Unie bijeen te houden – vreedzaam
- Door een referendum in 1991 verschafte hem mandaat om een nieuw Univerdrag te
ontwerpen.
o Republieken grote mate van zeflstandigheid
o Centrale regering in tact blijven
- Vertrok daarna naar de Krim op vakantie.
18 augustus echter crisis in Moskou:
- Noodtoestand Comité (dus tegen Gorbatsjov)
o KGB, minister van binnenlandse zaken/minister van defensie
Trokken door de strate van moskou met tanks.
De regering van de Russische Federatie (voorstanders Gorbatsjov), onder leiding van
de in juni tot president gekozen Boris Jetlsin, weten de legers te stoppen en achter
zich te krijgen.. Jeltsin zelf vertoonde grote persoonlijke moed. Toespraak op een
tank enzo: volk berust u niet in de toestand! Kom in opstand!
Couplegers werden snel opgepakt, Gorbatsjov keerde alsnog naar Moskou terug.
Wel:
-
Jeltsin won aan invloed want Gorbatsjov was niet meer zo populair.
o Was echter wel Pro Federatie en niet Pro Sovjet Unie.
Decreet waarin stond dat de activiteiten van de Communistische Partij werden
verboden was Gorbatsjov zijn aandeel weg.
Gemenebest van Onafhankelijke staten
25 december 1991. Rus-Oekraïne en Wit Rusland
- Samenwerken op terrein van economie en onderwijs
- Erkennen van onschendbaarheid van elkaars grenzen
Later:
- Vijf Centraal Aziatische republieken
- Armenië, Azerbeidzjan, Moldavië
13 januari
Gorbatsjov zet het leger in tegen vreedzame demonstranten voor
onafhankelijkheid in de Litouwse hoofdstad Vilnius. Er vallen veertien doden
en honderden gewonden.
20 januari
In de Letse hoofdstad Riga doodt het Sovjetleger wederom demonstranten
voor onafhankelijkheid. Gorbatsjov ontkent alle verantwoordelijkheid maar
weigert de daders te straffen.
22 januari
30 januari
De Europese Gemeenschap schort de toegezegde voedselhulp aan de
Sovjet-Unie op.
Gorbatsjov legt de ordehandhaving in alle grote steden in handen van het
leger en de strijdkrachten van Binnenlandse Zaken.
17 april
12 juni
17 juli
26 juli
31 juli
Massale stakingen in Georgië en Wit-Rusland voor loonsverhoging en het
ontslag van Gorbatsjov.
Boris Jeltsin wordt in vrije verkiezingen tot president van de Sovjet-republiek
Rusland gekozen.
De
leiders
van
de G7 weigeren
de
door
Gorbatsjov
gevraagde
miljardensteun.
Het Centraal Comité steunt Gorbatsjovs voorstel om de CPSU om te
vormen tot een sociaaldemocratische partij.
Ondertekening in Moskou van het START-verdrag voor de drastische
vermindering van de nucleaire langeafstandsraketten.
19 augustus Gorbatsjov wordt door een Comité voor de Noodtoestand aan de kant gezet.
Belangrijkste spelers in dit comité:Gennadi Janajev (vicepresident), Dimitri
Jazov (minister
van
de KGB),Valentin
Defensie), Vladimir
Pavlov (premier)
Krjoetsjkov (hoofd
van
Pugo (minister
van
en Boris
Binnenlandse Zaken). Tot 22 augustus heeft Gorbatsjov huisarrest in zijn
vakantiehuis op de Krim.
22 augustus Onder zware druk, waarin Jeltsin die het leger achter zich weet te krijgen de
hoofdrol speelt, treedt het Comité af. Gorbatsjov keert terug maar zijn
populariteit en invloed is tanende. Jeltsin heeft hem van het eerste plan
verdrongen en breidt zijn invloed uit. Verschillende Sovjetrepublieken
verklaren zich, in de dagen en maanden volgend op de coup, onafhankelijk
of willen niet meer onderhandelen over een nieuw Unieverdrag.
8 december Achter Gorbatsjovs rug wordt het Akkoord van Minsk gesloten. Dit houdt de
oprichting
van
het GOS in
door
de
onafhankelijke
republieken
Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland. De Sovjet-Unie is hierdoor de facto een
lege huls geworden.
26 december Gorbatsjov treedt af. De Sovjet-Unie houdt de jure op te bestaan.
Vrije val en chaos
- Rusland werd een stuk kleiner
- Kiev behoorde nie tmeer tot Rusland
Opsplitsing van het Sovjetrijk ging wel vreedzaam.
- 25 miljoen Russen buiten de Russische grenzen
- Controle over Wit russische en oekrainse strategische wapens
- Militaire bases in de voormalige unierepublieken
Nieuwe markteconomie
Jeltsin: markteconomie naar westers voorbeeld.
- Rusland moest en betrouwbare partner worden van het westen.
Hij ging voor een snelle transformatie. Men wist echter nog niks van de gevolgen af.
- Rol overheid terugdringen in economie
- Ondernemers scheppen
- 1992: prijscontroles losgelaten  hyperinflatie.
Gevolgen
- Westerse producten verdrongen Russische equivalenten
- Spaartegoeden verdampten
- Russische producenten verloren hun afzetgebied
Ook nog eens een grootschalig privatiseringsproces ingezet.
- Elke rus: 10.000 roebel om aandelen in bedrijven te kopen.
o Russen geen idee wat een aandeel was
o Veel van deze vouchers verdwenen in malafide belegginsgfondsen.
- Toch is het ook wel een paar gelukt om echt eigenaar te worden.
Oude communistische elite werd een Kapitalistische lite.
Directeuren niet geïnteresseerd in het opbouwen van een bedrijven, maar aandelen en
onderdelen verkopen. Tientalle miljarden werden Rusland uitgesluisd.
De gewone Rus:
- Geld verloor zijn waarde
- Ruilhandel floreerde
- Levensverwachting daalde
- economische depressie temperde enthousiasme over westerse markt.
Russische parlement gekozen in 1990 had nog een overgrootdeel dat communistisch was 
veel gedoe tussen parlement en president. 1993: Jeltsin ontbind de boel en wil nieuwe
verkiezingen. Tegelijkertijd ook nieuwe wetsvoorstellen waarin de president veel
bevoegdheden kreeg.
- Doema weigerde de ontbinding  jeltsin afgezet  alexander Roetskoj 
gewapende confrontatie  Jeltsin wint, nederlaag doema  krijgt 2/3 van de
stemmen voor zijn nieuwe grondwet
o Talloze bevoegdheden voor president
o President kan opereren buiten het parlement om
Tijdens het geruzie met Gorbatsjov had Jeltsin gezegd: zoveel mogelijk soevereiniteit!
Sommige landen gingen daar ver in bv. Tatarastan en Tsjetsjenië.
- Tataren: Soeveine staat geassocieerd met Rusland te verkrijgen
o Groot deel van de inkomsten uit delfstofwinning naar de Tartaarse schatgist
ging
o Enige vertegenwoordiging in het buitenland
- Tsjetsjenié
o 1991: onafhankelijkheidsverklaring
o Moeilijk rechtsgeldig omdat het een onderdeel van de Russische Federatie
was. Sinds de 19e eeuw hoort Tsjetsjenie namelijk bij Rusland.
 Veel wrok tegen Russische regering vanwege deportaties in 1944 van
de gehele bevolking van Kazakstan.
 Doedajev speelde hier een belangrijke rol in.  vrijstaat met
criminelen…
Kremlin dacht: he kut dit kan niet. We zouden de hele noordelijke Kaukasus nog verliezen.
1994: Tsjetsjenië werd binnen gevallen.
- Veel zwaarder dan gedacht; na maanden vechten Grozny verovert. Nog geen
einde van de oorlog  guerillaoorlog. Duizenden mensen gingen dood.
1996: voorlopig einde van het conflict.
- Grozny weer door de Tsjetsjenen ingenomen.
- Russische troepen Tsjetsjenie verlaten
-
Het land werd de facto onafhankelijk
 vijf jaar later moeten we de status maar eens bepalen
1996 ook verkiezingen. Jetlsin stond er niet zo best voor. De overwinning zou zijn voor de
communist Gennadi Zjoeganov.
Oplossing Jeltsin: verkiezingscampange revitaliseren.
Het geld hiervoor kwam bij oligarchen vandaan die de staat leningen verschaften in ruil voor
meerderheidsbelangen in de overgebleven kroonjuwelen van e Russische economie.
Jeltsin
- Achterstallige lonen en pensioenen uitbetalen  het leek alsof hij de zaakjes weer
onder controle had.
- Zjoeganov gedemoniseerd in de massa media
- Alexander Lebed kwam positief in beeld
Alexander Lebed ging samenwerken met Jeltsin en beloofde hem steun. Hij verkreeg het
ambt van secretaris van de presidentiéle Veiligheidsraad. Zjoeganov werd verslagen.
Economie was een ware flop.
1994: Gazpromgrondlegger Viktor Tsjernomyridin werd premier
- Monetair beleid, verder weinig hervormingsgezind
- Inflatie wel minder
- Bescheiden groei  schijn bedroog echter
Veel te weinig inkomsten russ staat. Olieprijzen laag. Gapromgast:
- Leningen tegen hoge rente af te sluiten
Aziatische crisis 1998 joeg de rentetarieven echter omhoog en prijzen voor grondstoffen
omlaag.
Rusland; bankroet.
Augustus 1998 Roebelcrisi.
- Massaal geld opnemen en roebelsomgezet in westerse valuta.
- Banken geldgebrek
- Devaluatie van de roebel met 50%
Tekenend voor de chaos
- Binnen 1,5 jaar 4 verschillende premies (benoemt en ontslagen)
1999 Vladimir Poetin aan de macht
- KGB  Duisland, buitenlandervaring. Ook vloeiend Duits.
- SPB
- Had gewerkt bij administratie van Anatoli Sobtjak.
Rossija rediviva, het herlevende Rusland
Poetins premieschap begon met Tsjetsjeens probleem.
1999 radicale Tsjetsjenen vielen Russiche buurrepubliek Dagestan binnen. Het doel was een
islamitische revolutie.
- Bommen ontploften in Russische steden (FSB of Tsjetjenen?)
Poetin kon hiermee zijn populariteit opbouwen.
23,4 % van de stemmen behield de Eenheidspartij….
Jeltsin trad af in die maand.
- Dik pensioen
- Mooie Datsja
- Beveiliging en immuniteit
Poetins regeer periodes stonden in het teken van economisch herstel
- Stijgende olie/gasprijzen. Hierdoor had de regering financiële speelruimte.
- Stabiliteitsfonds werd opgericht; devaluatie van de roebel mocht niet meer
gebeuren.
- Toch is de Russische markt eenzijdig; hangt af van olie en gasprijzen.
Wantoestanden van Jeltsin worden gecorrigeerd
- Staat zeggenschap over
o Energie
o Staal
o Mijnbouw
o Luchtvaart
- Shares for loans moest dus ophouden te bestaan
o Sommige oligarchen gingen er in mee en verkochten hun deel aan de staat
(bv. Abramovitjs).
o Chodorovski deed dit bijvoorbeeld niet, hij wilde het verkopen aan
Amerikaanse branchegenoten zijn oliemaatschappij  hopsa Siberische
gevangenis in.
Centralisatie
- Jeltsin veel regionale macht, Poetin wilde dit niet. In 2000: Constitutionele hof
verklaarde in 2000 de regionale soevereiniteitsaanspraken onwettig.
o 7 Federale gewesten werden gecreëerd. Omvatten 89 regio’s. O.l.v.
supergouverneurs (gekozen door Kremlin) ook gewone gouverneurs
gekozen door Kremlin.
2008: Medvedev president.
- SPB
- Gefungeerd als voorzitter van Raad van Bestuur van Gazprom
- Hardere lijn
- Tegen het westen
- Kent zwakheden van Rusland
- Transsparant rechtssysteem
Zal de overheid haar centralisatiezucht intomen of niet? Hier hangt de toekomst van Rusland
af.
Is er ruimte voor oppositie in Rus?
Op het oog democratisch
- Parlement
- Meerpartijensysteem
- Massamedia
Begrip souvereine democratie bedacht: Rusland vult het begrip democratie op eigen wijze
in.
Oppossitie slechts in mondjesmaat getolereerd
TV is staatsbedrijf
Wat doen tegen crisis?
- Diversificatie van economie
- Welzijn voor individuele rus, dat moet centraal staan voor de regering
Hoofdstuk 9
Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië Europese grensgebieden
Oekraïne
Oekrajna betekend grensgebied. Verdeeld, overheerst en tussen de grote rijken in die
eeuwenlang het lot van Midden en Oost Europa hebben bepaald. Tegenwoordig is Oekraine
een grensgebied dat zich in het westen geconfronteerd ziet met buurlanden die streven naar
democratie en markteconomie.
EU en NAVO breiden zich steeds verder uit. Oosten: assertief Rusland dat voormalige
Sovjetsferen graag in eigen kring wil houden.
- Moldavië
- Wit Rusland
Kunnen ook worden beschouwd als bufferstaat.
-
Overheersing door, en verdeling tussen vreemde mogendheden en ook zij bevinden
zich heden ten dage tussen de EU/NAVO en Rusland.
Een relaas van overheersing en verdeling
Oekraïne, Moldavie en Wit-Rusland kennen allen een geschiedenis van
- Machtswisselingen
- Grensverschuivingen
- Conflicten en oorlogen
Oekraine
900: Kiev-Rus was een prinsendom wat een belangrijke politiek, economische en culturele
rol heeft gespeeld.
- Orthodoxe geloof heeft zich verspreid
- Cyrilische schrift
1240: overheerst door de Mongolen van Kiev-Rus
1400: Na wegtrekken van de Mongolen was er weinig over van de invloed.
- Litouwen had een deel
1569: Oekraine viel onder Pools gezag nadat de Pools-Litouwse Gemenebest was ontstaan
onder de Unie van Lubin.
- Er waren veel opstanden
1648 Hetman Bogdan Cmelnitski (kozakkenleider) slaagt erin om de Polen uit OekraÏne te
verdrijven.
1654 Verdrag van Pereslavl. Cmelnitski wist niet lang de macht te behouden en moest een
verbond sluiten met de Russen. Oekraïne kwam zo onder de bescherming van Rusland te
zijn. Klein-Rusland is steeds verder weggedreven van westelijke richting.
1772-1795 Poolse delingen; Oekraïne voor een grootdeel bij Rusland. De rest Habsburgse
rijk.
Oekraïne verdeeld
In Habsburgse rijk was een opbloei van Oekraïens nationalisme. In het Russische deel niet,
daar was sprake van russificatie. Maar uiteindelijk dan toch vanaf 1850 opleving van het
Oekraïnse nationalisme.
- Streefden naar autonomie ipv volledige souvereiniteit
1917 Russische revolutie  machtsvacuüm  elite zag de kans schoon om
onafhankelijkheid uit te roepen.
1917-1920 onafhankelijk Oekraïne. Maar bij het Verdrag van Versailles kwam daar weer
verandering in want de Europese mogendheden wilden niet aan het idee van nationaal
zelfbeschikkingsrecht gehoren.
1920: Rode leger. Oekraïne werd Oekraïense Socialistische Sovjet Republiek (SSR).
Wit Rusland
950: Kiev-Rus wilde de Wit-Russen bij hun gebied hebben.
1240: Mongolen (de Gouden horde) maakten hier een einde aan.
1400: Litouwse Grootvorstendom
1569: Pools-Litouwse Gemenebest
1772-1795: Poolse deling; behoorde vanaf nu tot Russische Keizerrijk. Tot einde 18e eeuw.
- Polinisering
- Rusificatie
Het idee van een Wit-Russische nationaliteit kwam laat op gang. Het was niet wijdverspreid
en vooral gericht op het krijgen van autonomie.
1917: Uitroepen onafhankelijkheid Minsk. Het land steunde op Duitsland. Maar Duitsland
verloor de oorlog en daarmee verloor Wit-Rusland zijn beschermheer
1918: Geen verzet bieden tegen het Rode leger  Wit-Russische SSR  Sovjet Unie
Moldavië
1538: Moldavië onder gezag van Ottomaanse Rijk. Dit bleef zo de 16e en 17e eeuw
1806: Rusland veroverde Bessarabië (Moldavië).
1812: Vrede van Boekarest Russische gezag over Bessarabië volledig vastgelegd.
- Bessarabië vormde oorspronkelijk het oostelijke deel van de provincie Moldavië.
Moldavië behoorde samen met Wallachije en Transsylvanië tot Roemeense
gebieden.
1915: Onafhankelijkheid van Bessarabië  aansluiting bij Roemenië
1941: Molotov-Von Ribbentroppact Bessarabië geannexeerd door het Rode Leger 
Moldavische SSR toegevoegd aan het Sovjetimperium.
Als deelrepubliek bevonden Oekraïne, Wit Rusland en Moldavië zich in hetzelfde schuitje. De
Russische SSR was primes inter pares binnen een federatief staatsverband.
Rusificatie was dus erg belangrijk in deze landen.
- Eigen taal op basisschool, maar op de middelbare school werd alleen in het Russisch
lesgegeven.
- Russische cultuur, literatuur, poëzie, film en muziek had een meer bevorrechte
positie dan de Oekraïnse, Wit-Russische en Moldavische kunst.
Politiek: communisten. Er was geen sprake van onafhankelijkeid of zelfs autonomie. De
touwtjes waren stevig in handen van de Moskou.
Van deelrepubliek naar onafhankelijkheid
1985 verandering in Oekraïne, Wit Rus en Moldavië. Mikhail Gorbatsjov met zijn perestrojka
en glasnost heeft daar een rol in gespeeld  hernieuwde opleving van nationaal bewustzijn.
- Moldavië
- Oekraïne
 Meer interesse voor cultuur, taal, tradities en religie.
 Verzet tegen Russificatie
Ze wilden autonomie voor de deelrepublieken wat het recht zou doen aan het streven naar
zelfbeschikking.
Wit Rusland: minder aandacht voor cultuur, taal , tradities en religie.
- Streven naar autonomie werd vooral gevoed na het ontdekken van massagraven in
de jaren van de Grote Terreur. Er werden dus massagraven gevonden bij de bossen
van Minsk en de bevolking wilde uitleg en opheldering van de politieke leiders.Ook
wilden ze rekenschap.
- 1986: Tsjernobyl. De wolk ging richting Wit-Rusland. Stilzwijgen vanuit Moskou en
gebrekkige hulpverlening.
 Nieuwe oppositionele beweging: Wit Russische Volksfront
 Hernieuwd Oekraïne
 Moldavië kwam samen in Volksfront
Kritiek op Sovjet Unie
- Economische stagnatie
- Schending van mensenrechten
- Niet kunnen bijbenen met Amerikanen
- Schadelijke consequenties van doorvoeren
Binnen de grenzen van de Unie ook onrust nadat Midden en Oost Europa kwijt waren.
-
Baltische Staten soevereiniteit (hun wetgeving had voorrang boven de door
Mokskou uitgevaardigde wetten)  onafhankelijkheid
O-WR-M ook schreeuw om vrijheid. De partij probeerde dit nog wat te sussen met
verkiezingen en discussies over heen verrag waardoor de SU op nieuwe leest geschoed zou
kunnen worden  zinloos.
Verkiezingen voor Opperste Sovjets kwamen in de diverse deelrepublieken de oppositionele
volksbewegingen als grote winnaars uit de bus. Een nieuw unie Verdrag was voor hen geen
aantrekkelijk alternatief.
Soevereiniteitsverklaringen werden aangenomen voor O-WR-M. Ook werd er gediscussieerd
over hoe ze zich aan het federatieve staatsverband moesten ontrekken.
Communistische hardliners om door middel van een coup Gorbatsjov af te zetten en het
overkoepelende gezag van Moskou te herstellen liep uit op een debacel en deed de situatie
alleen maar verder escaleren.
-
Oekraïne Wit Rusland en Moldavië riepen ook onafhankelijkheid uit
Kaukasus
Centraal Aziatische deelrepublieken
Russische Federatie
Sommige Sovjetrepublieken: Eurpa in de vorm van NAVO
Andere Sovjetrepublieken: 1991 Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS)
Andere groepen: samenwerken met Westen? Wat is dan onze rol in Europa? Samenwerken
met GOS? Of een neutrale positie innemen?
 Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië
Zoeken naar een Modus vivendi
Oekraïne
24 augustus 1991: Oekraïne onafhankelijkheid uitgeroepen. Er was een referendum
gehouden op 1 december 1991 en daar stemde een groot deel van de bevolking voor.
- Euforie  bezorgdheid over de levensvatbaarheid
o Russische Federatie worstelde met de erkenning  ze hadden het altijd als
een provincie beschouwd. Oekraïne nog steeds Klein Rusland. Een jong en
lastig broertje dat weer in het gareel moest worden gebracht.
 Politici dreigden dan ook dat het vooral een integraal deel van
Rusland moest blijven.
 1997 pas een verdrag tussen Russische Federatie en OekraÏne waarin
beide partijen elkaar territoriale integriteit erkenden.
o Krim: had lang uitgemaakt van Russische Keizerrijk en SU. Bevolking
overwegend Russisch. Pas rond 1950 werd Krim aan Oekraïne geschonken.
 1991: Spanningen, afscheiding van Krim. Krim kreeg uiteindelijk de
status van een autonome republiek binnen Oekraïnse staat.
o Politiek terrein bleek het niet makkelijk om 70 jaar communistische erfenis
van zich af te schudden
 Leonid Kravtsjoek en Leonid Koetsjma; moeilijk politieke
hervormingen. Democratie was moeilijk in werkelijkheid te
verwerven.
 1996 nieuwe grondwet
 Meerpartijenstelsel kwam nauwelijks van de grond
 Coalities instabiel
 Regeringen volgden elkaar in hoog tempo op
 Fraude
 Persvrijheid niet gegarandeerd
 Geen civil society
Oorzaken voor moeilijke karakter van politieke transformatie
- Gebrek aan ervaring
- Complexiteit van de transformatie
o Communisme  democratie
o Geleide economie  vrije markt
o Nomenklatura wilde geen macht uit handen geven
o Russische federatie weinig coöperatief
o VN en EU afwachtend
2004 Oranje Revolutie, de situatie leek te veranderen. Deze revolutie brak uit nadat de
regering stembusfraude had gepleegd: bevolking liet onvrede horen in massale
demonstraties en oprichten van tentekampen in het centrum van Kiev.
- Viktor Janoekovitsj (pro Rus) moest het veld ruimen en presidentschap opgeven.
- Joesjenko kwam aan de macht (pro westen).
Joesjenko aan de macht – politiek
Ten dele in zijn opzet geslaagd. Te snel wilde hij veranderen waardoor de situatie in
Oekraìne ambivalent blijft.
- Civil society wel gegroeid
- Persvrijheid is uitgebreid
- Verkiezingen verlopen eerlijk (Janoekovitsj weer in 2010 herkozen)
Wel:
- Snel wisselende kabinetten
- Terugkerende discussie over grondwetsherzieningen
Economie
- Wel wat groei, maar economie bleef achter bij het niveau dat Oekraine in 1990 had
bereikt.
- Industriële sectoren waren verouderd, vervuild en konden niet de concurrentie
aangaan.
- Grote informele sector
-
Verborgen werkloosheid
Inflatie
Coruruptie
Grote rol van oligarchen
Wettelijke kader ontbreekt om investeringen zeker te stellen daarom niet zo veel
buitenlandse investeerders
- Niet alle vereiste hervormingen zijn aanwezig
Gedoe met Rusland zorgt ook voor een andere houding met internationale economie.
Oekraïne neemt deel aan GOS en is voorstander van Gemeenschappelijke Economische
Ruimte (GER). Rusland domineert samenwerkingsverband.
- Energieconflict
Cultuur, gedeelde geschiedenis
- Cyrillisch schrift. De taal is nauw aan elkaar verwant. Veel Oekraïners beschouwen
Russisch als hun eerste taal.
o Oekraïnse is enige officiële taal
 Onderwijs wordt in het Oekraïens verzorgt
 Overheidsdocumenten
o Sommigen willen Russisch als tweede officële taal  oostelijke regio’s
- Orthodoxe geloof dat zich heeft verspreid vanuit Kiev-Rus
Oost
Russisch
Russisch/Oekraïns orthodox
Voelen zich verwant met Russen; aanhalen
van banden met Russen.
West
Meer nationalistisch, willen één
nationaliteit, één staatstaal
Uniatenkerk
Voelen zich verwant met Midden Europa.
Zijn voor een nauwere band met EU en
NAVO.
De laatste dictatuur van Europa
Wit-Rusland
Wit Rus wilde in de nadagen van de Sovjetunie banden aanknopen met westen en Rusland.
Russische federatie was een belangrijkere partner dan de NAVO/EU. Wit Rusland kwam zo
stevig binnen de invloedsfeer van Rusland.
Wit Russen voelen zich nog meer verwant met Rusland. Alleen Russisch orthodoxe kerk. Er
zijn twee officiële staatstalen. Wit Rusland heeft een kleinere minderheid Russen.
Op economisch gebied is Wit Rusland gebaat bij verregaande samenwerking met Rusland.
- Moeite concurreren op de wereldmarkt
- Grotendeels in handen van de overheid  nog geen overgang plaatsgevonden naar
een kapitalistische markt. Hierdoor zijn ze sterk afhankelijk van Rusland en andere
voormalige Sovjetrepublieken.
- Zelfde problemen als Oekraïne
-
GOS
Oprichters van Eur-Aziatische Economische Gemeenschap (landen die al bij de GOS
horen en die voorstander zijn van een dipere economische samenwerking zoals bij
de EU).
April 1996: Gemenebest tussen Rusland en Wit-Rusland opgericht.
1997: Verdrag over de Unie tussen Wit-Rusland en Rusland, ondertekend.
- Rus: bestaande samenwerking op sociaal,economisch en politiek terrein verder
verdiepen  wit rusland in eigen invloedsfeer houden.
- Wit Rus: manier om zwakke economie op te krikken



Geen:
-
Reizen en werken zonder visum
Gezamenlijke opleidingv an officieren
Doel: gemeenschappelijke munt, daar is nog niet zoveel van terecht gekomen.
Overeenstemming nieuwe vlag
Veel instellingen nog niet bij elkaar geroepen (gemeenschappelijk parlement/hof
van justitie)
- Beide landen opereren als onafhankelijke actoren op het internationale toneel
-  geen sprake dus van fedratief staatsverband.
Mogenlijke verklaring
2000: nauwelijks sprake van politieke hervormingen/democratie  laatste dictatuur van
Europa  niet gewenst in Europa en ook niet in Rusland.
Loekasjenko maakt er geen geheim van dat hij een belangrijke rol wil spelen bij de Unie
tussen Rus en wit Rusland. Hij wil zelfs president worden  Poetin meh.
Loekasjenko
- Man met autoritaire neigingen; hij is er voor verantwoordelijk dat de democratie
niet zo best gaat.
- 1990: hij was de enige tegen opheffing van Sovjetunie
- 1994: Gekozen tot president
- 1996: Referendum; meer dan de helft stemde voor een wijziging in de grondwet die
de bevoegdheden van de president aanzienlijk deed toenemen
- 2001: gekozen tot president
- 2006: weer gekozen tot president
o Stembusfraude
o Intimidatie van tegenkandidaten
o Gebrekkige persvrijheid
o Schendingen van mensenrechten
o Manipulatie van parlement en re gering
Verbonden met het oosten, kijkend naar het westen
Moldavië
27 augustus 1991: uitroepen onafhankelijkheid
2001: Vladimir Voronin president (communist). Het leek alsof het gedaan was met een
democratie in Modlavië.
- Sloot bilateraal verdrag met Russische Federatie
o Rusland speciale rol toebedeeld bij oplossen conflict in Transdniestrië (gebied
dat onafhankelijk is de facto)
o Russische taal een bescherme status
o Russische les verplicht op basisscholen
o Geschiedenisboeken herschrijven door historici die positief stonden tegenover
de SU
-  grote onrust in Moldavië
o Bang dat culturele ideniteit in gevaar was (deze is meer verbonden met
Roemenië)
o Moldavische onafhankelijkheid in het geding
 opstanden
o --> communistische partij grijpt in
 Geen persvrijheid
 Oppositieleiders onder druk gezet
 Als er noodtoestand was: leger inzetten
 Sancties van internationale gemeenschap
 Groeiend internationaal isolement
 Escalerende binnenlandse situatie
o Door al deze dingen deed Voronin uiteindelijk water bij de wijn en werden in
2002 veel van zijn plannen teruggedraaid.
 Russische taal niet langer beschermde status
 Ook niet meer verplicht op bassisschool
 Geen officiële heroriëntatie op Moldavische geschiedenis
 Wel: verzoening tussen regering en oppositie en werden de
betrekkingen met de internationale donorgemeenschap hersteld.
Na 2000:
- Meer pro westerse koers  aanhalen van banden met de EU
- Democratisering vooruitgang  nog steeds wel moeilijkheden, maar de
verkiezingen in 2009 zijn positief beoordeeld
Geen tweede Wit-Rusland dus.
Economie iets minder rooskleurig
- Internationale financiële instellingen werd hersteld na 2002
- Moeite transitie van centraal-geleide economie naar vrijemarkteconomie
- Moldavié is het armste land in Europa.
Cultuur
- Russische minderheid: wil meer met Rusland en speciale betrekkingen voor
Russische taal
- Moldavische meerderheid: meer naar Roemenië.
o 1989 Moldavisch-Roemeense taal
o 1991 Romeense taal
o 1994 Moldavische taal
Banden met Moldavië en Roemenië
1990: Moldavië souvereiniteit
1991: verklaring van onafhankelijkheid
Weer bij Roemenië?
- Niet iedereen is het daar mee eens, wel terugkerend thema.
- Russische minderheid er niet blij mee  Russische federatie
o Russisch orthodoxe kerk
o Roemeens orthodoxe kerk
Nog twee kwesties:
- Gagaoezen
o Turkssprekende orthodoxe chritenen.
o Zuiden van Moldavië
o 1989-1991 groeiend besef van nationalisme
 Riepen in 1990 autonome staat uit: Gagaoezisch republiek
 Probleem opgelost door: erkenning van autonome regio en
erkenning van de Gagaoezische taal.
-
-
Transdniestrië  willen ook onafhankelijkheid
o 30% Russen en Oekraïners. Bang dat hun identiteit in het geding zou komen.
o Groep die aansluiting wil bij Roemenië
o 1990 onafhankelijkheid (door geen enkel land erkend)
o 1991 nog een keer onafhankelijkheid  burgeroorlog, Russische troepen
hielpen Transdniestrië
o 1992 wapenstilstand: vrede tussen Moldavié, Transdniestrië en Russische
Federatie
Nu: de jure (volgens het recht) deel uit van Moldavié. De facto (in feite)
onafhankelijk
Hoofdstuk 10
Transformatie en integratie in Europa – Weg van Moskou, op weg naar Brussel
1 mei 2004: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Slovenië 
EU
1 jan 2007: Bulgarije, Roemenië  EU
Kroatië en Macedonië kandidaat zijn lidstaat sinds de 21e eeuw.
Albanië, Kosovo, Servië, Montenegro, Bosnië-Herzegovina zijn potentiële kandidaatlidstaten.
Dit hoofdstuk:
- Motieven van de landen om te integreren in de EU
- Verloop 2004 en 2007 behandeld
- Hervormingen die Oostblok moest doorvoeren
Weg van Moskou
Tijdens Koude Oorlog was de band tussen EG (EU) en midden- en oost Europese landen erg
klein. Vanaf Gorbatsjov in 1985 daar verandering ingekomen. De landen gingen banden
anknopen met Brussel in de vorm van akkoorden over handel en andere aspecten van
economische samenwerking.
1989: stroomversnelling opbouw van relaties tussen EU en MOES landen. Wilden weer net
als voorheen deel uit maken van Europa ‘Terug naar Europa’.
Sommige landen: misschien beter om neutraal te blijven. Niet meteen weer de
soevereiniteit opgeven en in handen leggen van Europese Unie. Weinig weerklank. Veel
wilden juist terugkeren (politici, inwoners en geleerden) naar de Europese Unie die een
stabiele welvarende democratie hadden.
Niet gek dat ze de kant kozen van Europese Unie. Deze bood stabiliteit, fundamentele
vrijheden, democratie; zou als een lichtend voorbeeld moeten gelden voor de moeilijke
hervormingsjaren. Bovendien zou de EU ook praktische steun bieden (financiële hulp).
Doel en middel om het doel te bereiken.
Motieven vallen uiteen in twee verschillende doelen
- Politieke: erfenis van het verleden speelt hierbij een rol. Weinig landen hadden
kennisgemaakt met een goed functionerende democratie.
o Interbellum: Verdrag van Versailles wilde daar democratieën neerzetten als
bufferstaten voor Sovjet Unie en Duitsland. Strandde in polarisatie en
afnemende tolerantie. (met uitzondering van Tsjecho-Slowak!). Juist een
verzwakking van democratie, autoritair en dictoriaal.
o Na WO2: Ook opzetten democratische politieke stelsel  eindigde in
totalitaire, dictoriale regimes (communisme).
o Na Koude Oorlog: hoop op democratie. Voorbeelden: Poolse Soladiriteit,
Tsjechische Burgerforum. Slowaakse Publiek tegen Geweld > rol gespeeld bij
vreedzame ontwikkelingen. Toch ook angst voor herhaling.
o Dingen die ze moesten doen:
 Nieuwe grondwet
 Betrouwbare rechtsstaat
 Functionerend meerpartijenstelsel
 Duurzame coalitieregeringen
 Verkiezingen vrij en eerlijk verlopen
 -> burger moest hiervoor wel betrokken zijn: non-gouvermentale
organisaties en civil society.
o Problemen
 Gebrek aan ervaring
 Oude, communistische elite (namenklatoura).
 Argument: schone lij beginnen (Tsjechië).
 Oude bestuurlijke apparaat houden, want het is zonde om
mensen met ervaring weg te wuiven (Bulgarije, Roemenië).
 Minderheden; Midden en Oost Europese landen hebben altijd
bestaan uit lappendeken van verschillende nationaliteiten. Staats en
natie viel veelal niet samen.
- Economische
o Jarenplannen werkten niet: de SU was failliet.
 Verregaande economische stagnatie
 Daling van het welvaartsniveau (levenstandaard ook)
 Afname van productiviteit
 Vermogen tot innovatie laag
 Concurreren op de wereldmarkt laag
 Betalingsbalans en handelsbalans, de betalingen werden steeds
groter
o Overgang was moeilijk
 Corruptie
 Maatschappelijke spanningen
 Oligarchen
 Het zou nog lang duren voor er verandering zou kunnen
plaatsvinden, niet patsboem in 1x. Er lag juist economische crisi en
dreigende sociale ontwrichting in het verschiet.
Op weg naar Brussel
Eind Koude Oorlog: Brussel liet niemand toe. Europese akkoorden tussen EU en diverse
landen uit de regio.
- Samenwerking op politiek, sociaal en cultuur gebied
- Geleidelijke totstandkoming van vrijehandelszone
- Hoe de EU zou helpen bij implementatie van vele noodzakelijke politieke en
economische hervormingen.
- Er werd verwezen naar de wens van MOES landen om bij EU te komen. Dit laatste
bood geen concreet perspectief op de toekomst, niet eens sprake van of ze mochten
toetreden.
MOES landen bleven echter aandringen. EU was zich er van ‘bewust’ om de scheidingslijn op
te heffen; stabiliteit brengen naar het oosten.
 Rhetorical entrapment: Brussel gaf steeds meer toe aan een beleid waar het in
eerste instantie niet mee eens was/niet wilde. Uiteindelijk was er geen weg meer
terug omdat ze het te vaak hadden over de ‘noodzaak’ en zich ‘bewust’te zijn.
’90 toetreding werd bespreekbaar
1993: Europese Raad van Staatshoofden komt bij elkaar en besluit dat er een drietal zaken
zijn waar een land zich aan moet houden als het bij de EU wil ‘Kopenhagen Criteria’:
- Stabiele instellingen hebben die de democratie, rechtstaat , mensenrechten en het
respect voor en de bescherming van minderheden garanderen.
- Toetreding uitsluitend mogelijk voor landen die een functionerende markteconomie
hebben en het hoofd kunnen bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten
binnen de EU
- Acquis communautaire: Toetredend land moet de verplichtingen die het
lidmaatschap met zich meebrengt aankunnen, en met name de doelstellingen van
een politieke, economische en monetaire unie kunnen onderschrijven.
- 1995: Er moet rekening worden gehouden met de opnamecapaciteit van de EU,
zonder daarbij het momentum van het integratieproces in gevaar te brengen.
Bang voor het binnenhalen van landen die er niet klaar voor waren. Zij zouden verzwakking
betekenen voor de interne cohesie binnen de EU. Hiernaast moet er fors geïnvesteerd
worden. Griekenland, Spanje en Portugal die zelf geld ontvingen van de EU waren bang om
financiële ondersteuning te verliezen.
De EU was zelf nog niet klaar voor uitbreiding.
- Duitse eenwording was een gedoe; traditionele Frans-Duitse machtsevenwicht zou
worden verstoord. Duitsland zou geografisch het hart worden van de EU
- 1991 Verdrag van Maastricht; hierdoor was de EU verandert in een voornamelijk
economische actor naar een organisatie die zich ook bezig zou houden met
buitenlands en veiligheidsbeleid.  buitengewoon ambitieus project.
Een lange en bochtige weg
Fasen die een land moet doorstaan om bij de Europese Unie te mogen:
- Fase I:
o Landen die willen toetreden moeten officieel verzoek indienen bij de Europese
Raad
 Nog geen toetsing van de merites van de lidmaatschapsaanvrag of
van de mogelijke geschiktheid van het betreffende land. (Marokko
uitzondering)
o Oostbloklanden: vrij soepel doorkomen eerste Fase. 1994-1996: 10 landen
aanvraag.
- Fase II:
o Aanvraag doorgestuurd naar Europese Commissie
 Nog geen toetsing
- Fase III:
o Europese commissie bereid een avis voor.
 Onderzoek gedaan naar het land; in welke mate moet het zich
aanpassen. Drie criteria van de Kopenhagen critiria; politiek is de
belangrijkste.
-
-
-
-
 Aan de eerste van de drie voorwaarde is gedaan; dan Commissie
Positief  de Commissie komt met de aanbeveling om de
handelingen met het aanvragende land te openen.
o Oostblok landen in 1997: al vijf landen hadden genoeg hervomringen
ondergaan dat troetredingsonderhandelingen geopend kan worden. De rest
moest nog wat meer vooruitgang boeken en moest nog wachten met
onderhandelingsproces. Pas in 1999 was de tweede groep positief avis.
Fase IV:
o Europese Raad moet officiële besluit tot opening van de
troetredingsonderhandelingen nemen.
o Oostblok:
 1997: vijf landen positief Europees besluit
 1998: onderhandelingen van start
 Overblijvers: 1999: positief besluit
 2000: onderhandelingen
Fase V:
o Toetredingsonderhandelingen
 Is weer opgedeeld in verschillende onderdelen
 Bv. wetenschap, onderzoek, onderwijs en training,
telecommunicatie, economische en monetaire unie, vrije
handelsverkeer van goederen en mensen,
gemeenschappelijk landbouwbeleid, regionaal beleid.
 Eerst makkelijke dan moeilijke onderhandelingen.
 Europese Unie dient een gezamelnlijk standpunt in te nemen over
elk hoofdstuk.
 Dit resulteert dat het vaak een reflectie van standpunt van
de EU is en dat nieuwe lidstaten maar weinig hebben in te
brengen zoals gebeurde bij de Oostblok landen.
Fase VI:
o Alle betrokken partijen overeenstemming bereiken over alle hoofdstukken.
o Oostblok:
 2002: Europese raad van mening dat toetredingsonderhandelingen
soepel verliepen dat al in april 2003 de officiële
toetredinsakkoorden ondertekend zouden kunnen worden
 2003: officiële toetredingsakkoorden ondertekend
 2004: Estland, Letland, Litouwe, Polen, Tsjechië, Slowakije,
Hongarije, Slovenië.  Bulgarije en Roemenië nog niet!
Fase VII:
o Ratificatie van toetredingsakkoorden. Alle lidstaten van de EU, alsmede het
aanvragene land, dienen het gesloten akkoord op officiële wijze te
bekrachtigen.
o Oostblok:
 2004: Europese Raad tot ordeel dat de onderhandelingen met
Bulgarije en Romenië landen gelsoten konden worden en
toetredinsakkoorden getekend  2005
 2007: Bulgarije en Roemenië bij EU.
Geen integratie zonder transformatie
Belangrijk dat er aan het eerste criterium wordt voldaan. Alleen positief advies voor het
openenen van de onderhandelingen aan landen die aan de politieke voorwaarden tegemoet
waren gekomen. Daarnaast werd er ook gekeken naar de andere twee Kopenhagen Criteria.
- Niet helemaal vrije markt economie en ook de implementatie van acquis
communautaire niet voltooid hoeft te zijn
- Wel sprake van transitie en progressie!
Over de vijf landen Europese Commissie op trede 1; dus het niveau van politieke
democratie; redelijk positief.
Ook ten aanzien met de minderheden redelijk positief. De landen hadden namelijk:
- Bilaterale basis verdragen getekend over bescherming van minderheden
- Goed nabuurschap en erkenning van grenzen
- Aantal documenten van de Raad van Europa ondertekend  bescherming van de
rechten van minderheden (recht op onderwijs, eigen taal)
- Raamverdrag voor de bescherming van nationale minderheden
Met uitzondering van Slowakije, waren de landen van de eerste en tweede groep goed
gekeurd op punt 1.
Estland, Polen, Tsjechië, Hongarije en Slovenië hadden haast gemaakt voor een vrije markt
economie en overname van de acquis. Ze moesten nog wel meerdere vorderingen doen,
maar waren al zo ver dat de Europese Commissie het erover eens was dat de
toetredingsonderhandelingen mochten worden geopend.
Letland, Litouwe, Slowakije, Bulgarije en Roemenië gold dit niet. Liepen nog te ver achter in
het transitieproces dat er geen positief advies werd gegeven.
 Inhaalslag
Uiteindelijk op hetzelfde moment als de koplopers de onderhandelingen af te ronden en de
toetredingsakkoorden te ondertekenen.
Bulgarijë en Roemenië liepen al achter op hun buurlanden uit het voormalige Oostblok in
termen van snelheid van toetreden. Bleven ook in gebreke van de mate van transformatie.
- Bestrijding van corruptie; Brussel had hier kritiek op, maar het baatte niet veel voor
de landen. Uiteindelijk met dreigingen kwam er schot in de zaak
Ander voorbeeld van conditionaliteit in de uitbreidingsrondes van 2004-2007:
- Voortgangsreportages: Regular reports from the Commission on progress towards
accession
o Per land aangegeven op welke elementen er van de Kopenhagen Criteria
(voldoende) vooruitgang was geboekt en waar de landen nog op moesten
verbeteren.
Dit rapport was open, dus de landen die wilden toetreden konden ook in alle ernst wat
veranderen.
Het is dus integratie en transformatie…
Nog twee criteria speciaal voor de Balkan
- Goed nabuurschap
o Wanneer de landen op de Balkan laten zien dat ze hun onderlinge animositeit
hebben overwonnen en met elkaar kunnen samenwerken; bestaat er hoop
op deelname aan het toetredingsproces.
- Samenwerking met Joegoslavië Tribunaal
o Meewerken en oorlogsmisdadigers uitleveren.
Afgelopen jaren gaat EU strenger om met de Kopenhagen Criteria.
- Ze willen niet dreigen met toetredingsdata op het laatste moment
- Ze willen geen sancties
Lat lijkt dus hoger te liggen voor de Balkan.
Hoe moet de EU omgaan met de GOS?
- Oekraïne, Moldavië en Georgië willen lid worden van de EU.
- Wordt afgewezen  apart samenwerkingsverband ingesteld
o Europees Nabuurschapsbeleid ENB probeert Brussel de relaties met deze
buren te verbeteren en de ontwikkeling van democratische politieke
systemen en vrijemarkt economieën te stimuleren.
Hoe effectief is dit Nabuurschapsbeleid? Veregaande hervormingen blijven tot het minimum
beperkt omdat het niet de bedoeling is dat ENB een springplankje is voor de EU.
Geen stok achter de deur.
Hoofdstuk 11
Overgang naar een markteconomie – De slingerbeweging in transitieprocessen
Inleiding
Val van de Sovjetunie was een verassing. Er was sprake van een hoge politieke stabiliteit. De
mensen hadden zich er bij neergelegd; het reëel bestaande socialisme; geleide economie
bestond nu eenmaal. Nadelen konden worden hervormd, maar werd niet getransformeerd
naar iets anders. De conclusie dat het communisme wel ten onder moest gaan kan ook
worden gezien als een hind sight bias.
 Economische slijtage was immers al lang bezig en kon nog wel even doorgaan.
Centraal geleide economie  vrije markt economie; zou nog een hele klus worden
- Geen historische precedenten
-
Er waren ook geen theorieën beschikbaar voor een soort ‘markteconomie voor
dummies’.
1. Theoretische onderbouwing van de transitieprocessen
2. Kenmerken en organisatiestructuur van de planeconomie
3. Kenmerken van het ancien regime worden gebruikt als basis voor een begrip van de
transitie naar een markteconomie.
4. Debat over transitiestrategieën wordt toegelicht  schoktherapie vs geleidelijke
transitie
5. Successen die zijn geboekt voor MOES landen. Landen die tot de EU zijn getreden.
De anatomie van centrale planning en de wonderen van het socialisme
Planeconomie
Janos Kornai: tekorteneconomie. In een planeconomie is er geen balans tussen de
beschikbaarheid van goederen en geld. De consument trekt dus altijd aan het kortste eind.
Er is wat er is, en niet de vraag; er kan niet meer geproduceerd worden. Dit in tegenstelling
tot de markteconomie waar de vraag bepaald hoeveel er geproduceerd wordt.
Productiedoelstelling is het begin. De poltiek besliste hierover. Dit werd een geforceerde
industrialisatie.
De politiek besliste dus hoeveel er geproduceerd moest worden, dit werd omgezet in een
soort materieel balans, hoeveel was er aanwezig om producten te verbouwen en vice versa?
Problemen
- Niet genoeg informatie
- Economische planning was geen technische rekenprocedure maar een
onderhandelingsproces
Hoogste planautoriteit  productiedoelstellingen werden gestuurd naar ministeries 
informatie kwam bij bedrijven vandaan. De bedrijven berekenden dus hoeveel grondstoffen
ze nodig haden voor het behalen van de productieplanning. Meestal hadden ze meer input
nodig
4 symptonen
- Bedrijven niet meer produceren dan nodig was (dan het plan voortschreef)
- Informatie naar boven trachtten te bespelen; boekhouding na gelieve aan te passen.
Als er niet kon worden voldaan aan een plan dan werd dat afgedaan als
assortimentswijziging.
- Planeconomie aan de ene kant altijd tekorten, en aan de andere nutteloze
voorraden aangehouden. Voorraden waren kosteloos.. je weet nooit waar je het
nodig voor hebt.
- Consument is altijd de klos. Koopgedrag werd aangepast op het aanbod niet aan de
behoefte
Niet in alle MOES landen was dit het geval. Sommige landen deden er wat aan
- 1968 Hongarije: Managers mochten zelf bepalen hoeveel, wat en voor wie ze gingen
produceren. Wel aan de hand van een aantal indicatoren  indicatieve planning
- 1982 Polen volgt met dit systeem
De politiek deed dus een soort consessies, maar het bleef communistisch. Als je niet tegen
mij bent, ben je voor ons. Er was een soort sociaal contract tussen economische en politieke
bereik..
Economen op Gods stoel: Genesis van een markteconomie
Hoe moest de transitie plaatsvinden?
- Schokbeleid tegenover een geleidelijke overgang
o Tegelijkertijd vs totale maatschappelijke kosten geminimaliseerd worden door
een volgorde aan te brengen in noodzakelijke hervormingen en zo nodig te
temporiseren.
- Over welke hervormingen hebben we het eigenlijk?
1. Macro economische stabilisering
- Na val van communisme werden alle MOES landen geconfronteerd met de noodzaak
van stringente politiek.
o Vroeger gehinderd door besparingen (monetary overhang)  hoeveelheid
goederen en hoeveelheid geld. Daar zit zeg maar geen balans tussen. Er was
ook een schaarste van goederen.
2. Liberalisering van prijzen, productie en handel.
3. Micro economische herstructuering
4. Institutionalisering
( hier mist nog een deel!)
Hoofdstuk 12
Cultuur in Midden en Oost-Europa – Rol en betekenis
Cultuur en politiek zijn van oudsher veel nauwer met elkaar verbonden dan in het Westen.
Schrijvers nemen snel de plaats in waar geen transparante politiek is of publieke opinie.
- Schrijvers meer aanzien  ware vertegenwoordigers van het volk
- Literatuur lijkt meer de waarheid te spreken dan in rapporten
- Kunstenaars vertegenwoordigen de essentiële rol binnen een samenleving hoeers
van bedreigde identiteit.
- Zorgen voor continuïteit met zekere tradities waaraan het publiek graag vasthoudt
en lijken veelal uit diepere en oorspronkelijke lagen te putten dan de politieke
leiders.
Post communistische periode: positie van cultuurdragers aangetast. Aanzien is nog steeds
groot, maar rol is kleiner.
Literatuur is in de MOES landen bij uitstek de cultuurvorm waarin de nationale identiteit tot
uitdrukking komt.
Rus: Dostojevski, Pasternak, Brodski
Pool: Sienkiwicz, Milosz, Szymbroska
Tsjech: Hasek, Hrabal, Havel
O-H: Kafka, Roth en Musil
Het cultuurbegrip
Wat is cultuur?
Enge zin: hoge cultuur: intellectuele en esthetische activiteit. In het bijzonder de schone
kunsten.
Bredere zin: iedere menselijke activiteit.
Edward Tylor: Culture or Civilization, taken in its wide etnographic sense, is that complex
whole which includes knowledge, belief, art, morals, law, custom and any other capabilities
and habits acquired by man as a member of society.
 Hoge cultuur valt niet los te zien van systeem van annames, impliciete warden en
gedragscodes die gelden binnen een maatschappij.
 Hoge cultuur doorgeefluik en medium van reflectie en onderzoek daarvan.
Nu heerst ook de opvatting dat cultuur nooit kan worden bestudeerd vanuit een objectief
nulpunt, maar uitsluitend vanuit een positie die gekleurd is door aannames, waarden en
gewoonten.
Cultuur in brede zin
Volgens sommige speelt cultuur een belangrijke rol als het gaat om integratie van de MOES
landen in Europa. Cultuur zou ook een verklaring geven voor de wisselende mate waarin een
land integreerd. Maar wát wordt er toegeschreven aan deze culturele factor dat ze zo’n
grote rol kan spelen?
IMF en Amerika zagen in de introductie van vrijemarkt economie en vrije verkiezingen de
remedie om de economische stagnatie in de betreffende landen tegen te gaan. Schuld van
stagnatie lag volgens hen natuurlijk bij het communisme. Kapitalisme was volgens hem een
menseigenschap die onder bepaalde omstandigheden niet tot ontwikkeling kan komen.
In MOES landen en Rusland was het moeilijk om een kapitalistische mensen ziel te vinden.
De verschillen met West-Europa hadden dus te maken met factoren die het diepste wezen
raken en dus niet zozeer verbonden waren met het communisme.
Over welke factoren hebben we het?  verschillende meningen vaak over de remmende
factoren
- Sterke tendens tot centralisatie van de macht
- Weinig ontwikkeld privé initiatief
- Gebrek aan verantwoordelijkheidszin
Veel minder ontwikkeling van civil society/rule of law.
Verder:
- Etnisch nationalisme
- Collectivisme
Deze kenmerken worden vaak aangehaald. Er moet wel een samenhang bestaan tussen
cultuur en de kenmerken van bepaalde mentaliteit in de MOES landen.
Enkele onderzoekers kijken naar de omstandigheden waarin de MOES cultuur zich heeft
gehandhaaf en is ontstaan.
Dit model uit zich in
- Ruimte
- Tijd
- Het Sociale
- Het politieke
 Er is een scherpe scheiding tussen staat en burger
 Civil society was er nauwelijks  geen bemiddelde laag tussen burger en staat 
geen stimulatie voor verantwoordelijkheidszin  politiek is ver weg van je bed
show..
MOES landen: meedoen in maatschappelijke organisaties minimaal maar het groeit.
Rusland: cijfers in maatschappelijke organisaties erg laag en nemen nauwelijks toe.
Communisme is dus niet perse het einde van polariteit tussen regeerders en geregeerden.
Rusland: geen tegenwicht voor het Kremlin (bekende Russen, media figuren, zakenlieden,
academische groeperingen of instituties). Zij hebben geen gezaghebbende factor. Net als in
Sovjet tijd:
Zij tegenover wij.
 Levada instituut.
Deze houding is al lang beschreven voor de Sovjet tijd. In West – Europa heeft zich een soort
burgerklasse ‘derde stand’ ontwikkeld dat meer inspraak wilde in de politiek (bv.
ambtenaren, kooplieden), maar deze derde stand heeft zich niet ontwikkeld in MOES
landen. Dit heeft natuurlijk ook te maken met geografische, klimatologische, economische
en sociaal-politieke oorzaken.
Vaak worden deze ingewikkelde factoren achterwege gelaten als het gaat over de cultuur
van MOES landen en Rusland. Er wordt vaak gekeken naar essentialistische benadering 
dus wat te maken heeft met het geloof. Daarbij wordt Europa opgesplitst in protestanten,
katholieken en orthodoxen. (2 sferen).
Orthodoxen: anti-democratisch,anti-individualistisch, passieve wezenstrekken  niet
democratisch.
Katholieken: nog bestaande feodale kenmerken  daarom niet democratisch.
Protestanten: individualistisch, geloven in vooruitgang, vinden sparen en investeren
belangrijk  wel democratisch. (westerse waarden, feodalisme)
Mensen die er nu ook nog zo over denken, halen hun ideeën vandaan bij Max Weber (1905
Duitser)
- Protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus:
o Door ascetische levenshouding (met name calvinisten) kwam de nadruk te
liggen op hard, rationeel en systematisch werken en op winst maken.
- Weber zag hier echter niet een causaal verband in tussen geloof en kapitalisme,
eerder het beschrijven van mentaliteit.
- Vraagtekens zetten of dit wil klopt, want Frankrijk en Italië zijn ook katholiek en
kapitalistisch.
Orthodoxie zou dus al de wortels hebben gelegd voor de Russische traditie om
anti-democratisch en onkritisch te zijn. Het sovjetimperium was hier slechts een voortzetting
van in een ander jasje.
Van den Berghe: de koude oorlog kan ook worden gezien als een specifieke periode waarin
de orthodoxen strijden tegen de westerse christenen.
Culturisten: Deze benadering wordt sterk aangenomen en vaak aangehaald. Het is een
makkelijk uit te gaan van een bepaalde in een cultuur en godsdienst verankerde
eigenschappen die sommige gedragspatronen oonvermijdelijk maken en andere uitsluiten.
Orthodoxen denken er ook zelf zo over.. Deze manier van denken kan ook tot in het extreme
worden doorgevoerd.
Samuel Huntington: The clash of civilizations and the remaking of World Order is
vertegenwoordiger van cultuurbepaaldheids-idee. Conflicten zijn niet terug te voeren op
economische of ideologische tegenstellingen, maar juist op culturele verschillen waarbij
wereldgodsdiensten veelal de grenzen tussen deze conflicterende regio’s bepalen.
Culturele verschillen schrijft hij veel minder toe aan intrinsieke kenmerken van die religies,
en beperkt hij zich tot het constateren dat in zijn orthodoxe civilisatie de scheiding van kerk
en staat, de rule of law, sociaal pluralisme, politieke representatie en individualisme
ontbreken.
Francis Fukuyama: The primacy of culture. Fukuyama stelt hierin dat het weinig zin heeft
maatschappelijke veranderingen te initiëren door institutionele hervormingen (een
democratisch kiesstelse, economische liberalisering). Er zijn namelijk langere termijn
processen van culturele aard die een daadwerkelijke verandering blokkeren of in ieder geval
aanmerkelijk vertragen.
 MOES landen zouden dus niet verandert kunnen worden door het invoeren van een
democratisch bestel of economische liberalisering.
Institutionalisten: Anderen: Institutionele veranderen hebben wel degelijk impact. Ze zijn
alleen wat karig doorgevoerd in Rusland en andere orthodoxe landen. Hiernaast zeggen ze
dat er te weinig aandacht is geschonken aan essentiële elementen zoals bv;
- Onafhankelijke rechtspraak
- Principe van legitimiteit in de economische sfeer
-  door dit gebrekkige beleid zou een rol hebben gespeeld in de zo veel aanwezige
georganiseerde misdaad in het economische leven in voormalige Sovjet Unie.
Middenpositie: Prioriteit toekennen aan het initiëren van economische en andere
institutionele hervormingen, maar daarbij wel oog willen houden voor wat path dependence
heet (de omstandigheid dat in het verleden gemaakte keuzens de mogelijkheden van het
heden beperken, zelfs al zijn de omstandigheden van het verleden zelf niet meer relevant).
 History matters; wanneer sociale, politieke en economische structuren zich eenmaal
hebben gevormd neigen ze ertoe zichzelf in stand te houden.
Culture matters en de argumenten die zij aanhangen
- Godsdienst doorslaggevende rol
- Orthodoxie krijgt de schuld van het ontbreken van
o Scheiding van kerk en staat
o De rule of law
o Sociaal pluralisme
o Politieke representatie
o Individualisme
- Orthodoxie: hiervoor is karakteristiek: gehoorzaamheid en onderwerping aan macht.
Ze zouden de Renaissance, wetenschappelijke revolutie en de verlichting zijn
misgelopen waardoor individualistissche principes zich minder zouden hebben
kunnen ontwikkelen.
Pas tijdens Verlichting en Romantiek kwam het idee op van een ‘ander Europa’ (MOES
landen). Toen zijn de beelden gevormd van een autoriteir en collectief denkend
orthodoxisme. Renaissance ontbrak aan de checklist van de Orthodoxen en daarm is het
geen Europeesheid.
Dat missen wordt toegeschreven aan intrinsieke engeschappen van de Orthodoxie zonder
historische omstandigheden te onderzoeken.
Oost europa bekeerd vanuit constantinopel: niet Rome! Cyrillisch alfabet voor de Slavische
volkeren ontworpen (oud-Kerk slavisch) door twee moniken: cyrillus en Methodius. Hierdoor
konden de Slaven in hun eigen taal liturgie, de bijbel lezen en dingen vieren.
Verschil met katho’s: Latijn. In de nieuw gekerstende orthodoxe gebieden wordt de
landstaal ingevoerd als litugrische taal. Veel mensen vinden dit een sympathieke trek van de
Orthodoxie in verlijking met het Rooms-Katholicisme: het lijkt de geloofsinhoud immers
dichter bij de mensen te brengen. Maar het is eigelijk helemaal niet zeker of dit nu een
kwestie van principe was, of dat Constantinopel gewoon niet bij machte was het gebruik van
Grieks af te dwingen.
- Grote afstand
- Hoofdstad brokkelde wat af
Gevolgen:
- Door Latijn kreeg katholicisme een internationaal karakter (en dat had de Orthodoxe
kerk niet!)
- Orthodoxen: geen internationale religieuze identiteit, maar identiteit sterk met
landstaal verbonden.
- Slavische landen kenden zelf nog geen cultuur, dus import cultuur konden ze alleen
maar overnemen.
o Schrijfcultuur
o Bouwkunst
o Ikonenschilderkunst
o Zangcultuur
o  grieken gaven het voorbeeld
Toch niet gehele Byzantijnse cultuur geïmporteerd
- Vooral in teken van christelijke geloof
o Teksten alleen vertaald van christenen geen aristoteles, plato, homerus, cicero
of tactius, ‘heidense afgodsbeelden’
o  logisch dat er geen renaissance was!
o Orthodoxie dus niet perse anti-rennaissance
Rusland verzet zich stevig tegen culturele invloed van het buitenland; zij zijn niet onder de
voet gelopen door het Ottomaanse rijk en beschouwen zichzelf als het enige ware
christelijke land. Daarom geen invloed van Renaissance uit het westen (en ook niet uit het
oosten). Constantinopel was daarnaast (volgens hun) gevallen door het teveel openstellen
voor het katholicisme.
Dit wil niet zeggen dat er geen cultuurverschil is tussen modern oost en west, maar het wil
ook niet zeggen dat geloof daar aan ten grondslag ligt. Dat is namelijk niet vast te stellen.
Alleen al omdat bv. het orthodoxe geloof in Servië en Bulgarije heel anders is dan in Rusland!
Cultuur in enge zin
In de negentiende eeuw zijn veel MOES landen zich gaan verzetten tegen Ottomaanse,
Habsburgse of Russische Rijk. Daarbij moet de rol die schrijvers hebben gespeeld niet
onderschat worden; zij speelden een belangrijke rol bij nation building (bewust worden van
nationaliteit en dit opbouwen). Forum waar de nationale taal, dat instrument bij uitstek om
de natie mee te definiëren, zich kon ontwikkelen.
- Morele leiders
- Profeten
Schrijvers speelden een rol in het maatschappelijk debat
Kon ook op maatshappelijke zin geval zijn
- Radicale literatuurkritiek die diende als forum van sociaal-politieke oppositie
-
o Vissarion Belinski
o Nikolaj Tsjernysjevski
Religieus profetische sferen
o Dostojevski
o Tolstoj
MOES landen
Polen:
- Adam Mickiewicz: roept in werk op tegen de Habsburgers en Russen
Hongarije
- Sandor Ptofi: roept in werk op tegen Habsburgers en Russen
o Nemzeti dal (nationaal lied) vormde het startschot voor opstand 1848 maar
ook Hongaarse Opstand in 1956.
Communisten probeerden cultuur in te zetten als wapen in revolutionaire strijd
- Cultuur politiek
o Majakovski werd ingezet; miljoenen oplagen van zijn druk. “Schrijver is de
ingenieur van de ziel”
- Sloeg snel om in cultuurpolitie
o Censuur
 Pasternak nobelprijs  uit schrijversbond!
 Alexander Solzjenitsyn ‘Goelacharchipel’  kampen, in 1974 land
uitgezet.
 In MOES landen was dat ook het geval, in de een kon je wat meer
maken dan in de ander.
o Beloning voor welvallige schrijvers
 Schrijversbond  8.000 roebel voor een boek. Gemiddeld
maandsalaris was 200 roebel.
 Auto’s/appartement huren, zonder wachtlijsten (wel voor
geld)
 Op vakantie
 Inkopen doen in speciale winkels
 Goede medische voorzieningen
 Buitenlandse reizen
  hoge sociale status
 Weinig interessante literatuur.
Officieuze literatuur – onderdrukte literatuur
Qua esthetica niet duidelijk een scheidingslijn. Solzjenitsyn hield zich bijvoorbeeld aan de
klassieke stijl, wat onder de officieuze literatuur viel. Onderdrukte literatuur had te maken
met massacultuur van
 Lezers aangewezen op serieuze literatuur.
o Tenzij: samizdat / tamizdat
Uiteindelijk is na de val van de muur Russische en MOES literatuur van hun voetstuk
gevallen.
-
-
Door de politieke, economische, sociale en culturele liberalisering is een belangrijke
voorwaarde voor de bijzondere rol van literatuur als discussieplaats verdwenen
o Niet langer het privilege van de schrijver om het voortouw te nemen in het
bepalen van culturele gezicht van de natie
Met verdwijnen van staatscontrole op cultureel gebied ook het system van
beloningen en privileges voor goedgekeurde schrijvers.
Weinig geld voor consument om boeken te kopen na val van de muur. Terwijl er wel
meer goederen op de markt kwamen  daar ging het weinige geld heen.
Concurrentie van westerse uitgeverijen
Verschuiving van hoge literatuur  ontspanningsliteratuur.
Toch nog altijd meer gelezen in MOES dan in Europa.
Literatuur wordt met rust gelaten qua censuur van Poetin.
Hoofdstuk 13
Veiligheid – Een nieuw begin of een terugkeer van oude patronen?
Failed state = wanneer een staat niet de basisbehoeften van zijn bevolking kan vervullen
- Fysieke veiligheid
- Legitieme politieke instituties
- Economische management
- Sociaal welzijn
Veel Afrikaanse landen werden failed states.. in europa speelde de desintegratie van
Joegoslavië een grote rol en uiteenvallen van de Sovjet Unie.
Na wegvallen Oost-West scheidingslijn
- Multilaterale interventies
- Vredesbewarende missies
- Interventie souvereiniteit indien met deze interventie schendingen van
mensenrechten konden worden beëindigd of humainitaire nood gelenigd.
Amerikanen steeds grotere rol t.a.v. veiligheidsvraagstukken gaan spelen. Unilaterale
opstelling van VS  bezorgdheid bij Rusland en West-Europese hoofdsteden.
Oost Europa nog steeds wantrouwend tegenover westen en Rusland.
- Berlijn
- Versailles
- Munchen
- Jalta
- Na 1989 na weinig toeschietelijke houding tegenover een verdere integratie van de
MOES landen.
Toetreding NAVO door MOES landen wordt door hen gezien als
- Voortdurend aandringen van hun kant
- Amerikaanse druk
- Westers eigen belang
o Brussel keek niet echt naar het feit dat veiligheid zou kunnen leiden tot
toetreding; juist streng beleid. Rusland was immers toch al verslagen.
-  niet echt een welwillendheid
West Europa en VS snappen niet dat Moskou de uitbreiding van de NAVO ziet als vijandig.
Vanuit westers perspecitief brengt dit meer
- Veiligheid
- Stabiliteit
- Niet gericht tegen Rusland
Rusland ziet dit wel als bedreiging
- Offensieve doctriene van de Navo
- STATIONERING VAN VREEMDE TREOEPEN IN NIEUWE navo STATEN
- HET GEBRUIK VAN GEWELD ZONDER TOESTEMMING VAN DE vn
- CONCEPT VAN HUMANITAIRE INTERVENTIE
 Rusland reageert met assertief beleid in eigen achtertuin.
 Russen ook ongerust; zijn zij niet 3x aangevallen vanuit het Westen?
Zoektocht naar een nieuwe Europese veiligheidsorde
Tijdens koude oorlog veiligheid bewaren door (zowel oost als west)
- Militaire suprerioriteit
o Wantrouwen, wapenwedloop, directe militaire confrontatie bleef uit
- Militaire allianties
Hoe kon sovjetunie zijn satellietstaten in het gareel houden?
- Economische afhankelijkheid
- Russische troepen
 Effectieve beteugeling van lokale conflicten en bilaterale spanningen, slechts
tijdelijk.
Midden Europa voelden zich steeds in de steek gelaten door het westen
- Ontspanningspolitiek Nixon
- Ostpolitik Brandt
- Status quo
- CVSE –project  Helsinki akkoorden
Westers perspectief:
- Helsinki akkoorden droegen juist bij aan vrede en stabiliteit. Mensenrechten
werden namelijk erken. Uitholling van comm systeem van binnen uit.
o Talrijke mensenrechten organisaties die hierna zijn ontstaan hebben wel
geholpen.
- Ook angst voor revanchistische politiek van Duitsland was voorbij na de Ostpolitiek.
Pan-Europese idealen vs nieuwe veiligheidsrisico’s
Na koude oorlog was er sprake van optimisme
- Verzoening en intergratie
- Vrede en vooruitgang
- Nieuwe wereldorde
- Welvaarststijging
Werkelijkheid was anders
- Lange weg van politieke hervormingen
- Verwachte steun van het westen viel tegen
- Pan Europese veiligheidssstructuur; dat wilden de MOES landen wel, maar
invloedrijke bondgenoten niet.
- Oorlog in Joegosalvië kon niet worden tegengehouden door VN, EG, WEU, CVSE
dus meer vertrouwen in NAVO.
Crisis in Joegoslavië
- EG nam als eerste initiatief.
o 1991 onafhankelijkheid Slovenië en Kroatië werd gezien als Europees
probleem.
 Optimisme
 Ingegeven door eigen belang  ze wilden gemeenschappelijk
buitenlands en veiligheidsbeleid. Joegoslavië gaf Brussel de kans
om zijn Europese veiligheidsamibities te verwezenlijken. De
europeanen bleken echter hopeloos verdeeld over de wijze
waarop de crisis in Joegoslavië moest worden opgelost
 Wel of niet erkennen van republieken die
onafhankelijkheid uitriepen
 Interpretaties over de aard van het conflict
(burgeroorlog of Servische agressieoorlog)
MOES landen hadden hun hoop opgegeven voor pan-Europeseveiligheidstructuur, wilden nu
bij de NAVO horen.
- Rusland
- Falen in Joegoslavië
- Prestige van amerikanen toegenomen door Irak oorlog
NAVO was echter na 1989 zijn doel een beetje kwijt. Ze moest haar militaire en politieke
strategie herzien en nieuwe dreigingen en vieligheidsrisico’s definiëren.
- Golfoorlog
- Joegoslavië
Werd organisatie voor defensiesamenwerking tussen bondgenoten en voormalige
tegenstanders van het Warschaupact. Ook uitbreiden van NAVO.
1990: MOES landen en Sovjetunie diplomatieke banden aangaan met NAVO  Noord
Atlantische samenwerkingsraad (1992: Euro-Atlantische Parnerschapsraad EAP)
- Terugtrekken van Russische troepen
- Wapenbeheersing
- Risico’s van nucleaire proliferatie
- Stabiliteitssituatie in de regio
-  wel samenwerking, maar terughoudend ten aanzien van uitbreidingsvraagstuk.
- Goede betrekkingen met Rusland behouden.
VS kritiek op beleid NAVO
- Richten teveel op Rusland
- Wensen van voormalige oostblok negeren
Moskou: bezorgt, toenemeden druk uit MOES voor toetreding. Russen hadden steeds
aangedrongen op westerse erkenning van de speciale verantwoordelijkheid van Rusland met
betrekking tot stabiliteit in MOES landen.
- Andrej Kozyrev 1993: integratie van MOES landen in de NAVO zou leiden tot
isolatie van Rusland  reactiveren van neo imperialistiche, nationalistische
krachten. Europese veiligheidsproblemen moeten worden opgelost met CVSE en
EAP en gemeenschappelijke peacekkping operaties
- Pavel Gratsjev: uitbreiding van NAVO alleen denkbaar als ook RUS mee doet.
Partnership for Peace bood een compromise
- PfP moest MOES landen behulpzaam zijn bij voorbereiding op toekomstig
lidmaatschap
- Bilaterale samenwerking (ook met Rusland) op politiek en militair terrein
versterken  stabiliteit exporteren.
-  maar over echt toetreden sprak het niet
CVSE moest ook versterkt worden  werd permanente organisatie Organisatie voor
Veiligheid en Samenwerking in Europa OVSE.
- Rusland hoorde er ook bij; hoopte op ontmanteling van NAVO en
gemeenschappelijk beleid
- OVSE ging andere kant op
o Hoge Commisaris voor Nationale Minderheden
o Speciale vertegenwoordiger voor mediavrijheid
o Bureua voor Democratische Instellingen en Mensenrechten;
verkiezingswaarnemingen
o Veldmissies in conflictgebieden
-  meer wrijving
Integratiewensen: verwachtingen en teleurstellingen
Teleurstellingen
- Joegoslavische oorlog wat uitmonde in
o Grensoverstijgende criminaliteit
o Internationale wapenhandel
o Vluchtelingenstromen
- Achterblijven economisch herstel  nieuwe conflicten zouden kunnen ontbranden
o Polen  litouwe, duitsland
o Griekenland  Albanië en Macedonié
o Hongarije  hongaarse minderheden in Roemenië, Slowakije en Servië.
EU zelf in economische crisis aandacht ging naar NAVO en EU, intern gericht.
1993 Europese Akkoorden
- Eerder uitbannen van westerse markt dan MOES landen voorbereiden op
toetreding.
-  druk nam toe om MOES landen toe te laten.
o In DL waren ze bang om te belanden in een zone tussen partijen in net als
in Interbellum.
o Integratie van de regio zou wel moeten geschieden in samenwerking met
Russische federatie  als dit niet zou gebeuren moest DL zelf de rust
behouden en dat zou ze misschien wel doen met verbond met Rusland.
 zeer gevoelig voor Polen.
Russische bezwaren, Amerikaanse unilateralisme en Europese initiatieven
Het duurde nog kei lang voordat de MOES landen mochten toetreden tot de NAVO in hun
ogen de enige oplossing voor veiligheidsprobleem. Ook in belang van Europa in hun ogen.
Dilemma NAVO
- Grote landen isoleren
o Russische frustraties zou de veiligheid van MOES landen verkleinen
MOES landen hadden teveel illussie over hulp die het westen bood, was te afhankelijk
geworden van het westen . Vanaf 1999 werd dit echter ingehaald.
- Atlantische bondegenootschap herwon zijn zelfvertrouwen
o 1995 kwam er door militair ingrijpen een einde aan de oorlog in Kroatië
en Bosnië. Afgedwongen vrede met Implementation Force.
o Goed voorsamenwerking landen
- 1999 toetreding van Hongarije, Polen en Tsjechië bij NAVO
o Overige landen: Membership Action Plan (MAP).
- Nieuwstrategisch concept; in geheel Europa mocht de NAVO taken van
conflictpreventie en conflictbeheersing uitvoeren.  uitbreiding werd gezien
door Russen als vijandelijkheid tegenover Rus Federatie.
o Rusland ging dit te ver  toenadering zoeken amerika  Permanenten
Gemeenschappelijke Raad (PGR). Hierdoor kreeg RUS een belangrijke
stem binnen veiligheidsregelingen in NAVO. Uiteindelijk gaf RUS toe, wel
met de overeenkomst dat er geen nucleaire wapens zouden worden
gestationeerd in deze landen.
Rusland voelde zich bedreigd door NAVO omdat
- Het uitbreidde
- Amerikanen meer macht hadden
- Makkelijk konden ingrijpen in Rusland omdat daar veel etnische conflicten waren
- Unilaterale koers van de VS 1998
o Amerikanen beetje bommen werpen zonder toestemming van
Veiligheidsraad.
 Soedan
 Afghanistan
 Irak
o Hoge defensie uitgaven  National Missile Defense (raketschild),
niet-ratificeren van allerlei wapenbeheersingsverdragen
- Voelde zich gepasseerd, genegeerd en gemarginaliseerd
o VS Servië bombaderen over Kosovo (Servië is bondgenoot van Rusland)
 westerse alleingang.
Wat deed Rus?
- Economische presiemiddelen inzetten (minder olie-gas leveren) om Baltische
Staten te onderdrukken (daar werd Russische minderheden onderdrukt en ze
mochten niet toetreden tot de NAVO).
Boris Jeltsin:
- Vond dat de principes van het Handvest van de VN waren geschonden
o Samenwerking tussen Russische Federatie met NAVO in kader van PGR en
PfP te stoppen.
o Russische militaire vertegenwoordigers bij NAVO terugroepen
o NAVO vertegenwoordigers wegsturen
o  dreigen met nieuwe oorlog over Balkan onstane situatie
Nieuwe strijd om oude invloedsferen
Argumenten die de NAVO voerde om in te vallen bij Kosovo
- Spill over effecten die het nog erger zou maken
o Vluchtelingen stromen naar Macedonië en Albanië
 Stabiliteit werd bedreigd
Critici:
- Juist ingrijpen zal leiden tot verdere escalatie.
In Europa drong het eindelijk door dat ze een rol moesten gaan spelen bij de veiligheid van
Oost Europa.
- Stabiliteitspact voor Zuidoost Europa kwam tot stand
Ingrijpen in Kosovo, de Europeanen en de Amerikanen kwamen het er niet uit. De
amerikaenn besloten zelf te gaan opereren, de Europeanen kwamen tot het besef dat ze
militair afhankelijk waren van de Amerikanen. Leidde tot veel internationale kritiek, want ze
hadden geopereerd zonder toestemming van de Veiligheids Raad van de VN. Ook de
betrekkingen tussen Rusland en de NAVO had zwaar te lijden gehad. Rusland ging
uiteiindelijk een belangrijke rol spelen bij de onderhandelingen over Servië.
NAVO Rusland in de eenentwintigste eeuw: een nieuw begin?
Vladimir Poetin wil de banden weer aanhalen met NAVO. Hij zag in dat RUS de NAVO had
voor stabiliteit om de jaren 90 weer te boven te komen. Al quida zorgde ook voor
verbetering van de relaties.
- Poetin condoleerde Georg Bush jr. als eerst met de doden
- In PGR kwam nieuw beleid waarin terrorisme werd veroordeeld en ze zouden
samenwerken tegen terrorisme.
- 2002 PGR werd NAVO Rusland Raad, waarin Rusland een gelijkwaardige speler
werd.
Toch weer onenigheid
- Inval Irak
o Schending van soevereiniteit van Irak
o NAVO geen partij was in de Irak oorlog
- Westerse kritiek op het optreden van Rusland in Tsjetsjenië
o Vanaf ’90 oorlog tegen de rebellen die onafhankelijkheid wil
o 9/11  tsjetsjenië ook terroristen, westen bleef afkerig. Gijzeling van
meer dan 1100 schoolkinderen in Beslan wekten afschuw maar was
geen vrijbrief voor het optreden van de Russische soldaten in
Tsjetsjenië.
- Westerse kritiek op Russische federatie
o continuÏteit van democratie
o geen vrije pers
o pluriformiteit van politieke landschap
o oligarchen
o moorden op criticasters van het regime
- nabije buitenland; bemoeienis van NAVO in Ruslands achtertuin
- uitbreiding van de NAVO
Onrust in de Regio en angst voor de Russische beer
Rusland liet zien dat het invloed had
- cyberattack in Estland 2007
- energie  oekraïne afsluiting van gaskraan om het land naar Rusland te laten
dansen.
Oorzaken russische optreden
- Angst voor issolatie
Download