Paascyclus 2017 - Vloedschuurgemeente

advertisement
Één viering drie dagen lang ...
Pasen is eigenlijk niet op een zondag te vieren. Het heeft zoveel facetten dat we er drie dagen over
doen: Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag/Paasochtend. Het brengt ons daarin naar
de kern van ons christelijk geloof, elk jaar weer.
Witte Donderdag
We beginnen met de liturgische kleur wit, de
kleur van het leven, eeuwig! Het feest begint.
Traditiegetrouw lezen we het verhaal waarin
Jezus de voeten wast van elk van zijn leerlingen,
van de mens. Elkaars voeten wassen is een
intiem gebaar: zorgend voor de een en jezelf
daarin ook blootgevend. Een gebaar van
vertrouwen en wonderlijk is dat Jezus degene is
die de voeten wast. Dat schept ook onder de
leerlingen verwarring: de Heer die dient?
Nederigheid als levenskracht, is hij ‘Heer’ juist
doordat hij dient? Gods Liefde overstijgt en
sprengt onze denkkaders in termen van ‘Heer en
knecht’. Wat zegt dit voor ons eigen leven? Hoe
kunnen we hem in het klein daarin navolgen?
We vieren samen met de jongeren met elkaar
letterlijk de maaltijd, zeggen dank en spreken met elkaar hierover. Hoe kunnen we deze liefde Gods
in ons leven een plek geven?
Afsluitend delen we het brood en de wijn, vieren het Heilig Avondmaal.
Jezus gaf aan brood en wijn een vernieuwende betekenis:
* we breken brood in stukken, daarin schuilt de symboliek van de gebrokenheid die ieder in het
leven ervaart. Jezus zelf kent die gebrokenheid, is ons daarin nabij, hij overwint haar en zet zich in
voor heelheid in zijn verbondenheid met ons mensen: "wordt wie je bent, weet je met elkaar
verbonden als lichaam in Christus", deze belofte is ons toegezegd, voorgoed. Met het vieren van de
maaltijd gedenken we ze en geven haar een plek in ons leven.
* de wijn staat symbool voor de dorstlesser bij uitstek: al onze dorst naar vrede, ons verlangen naar
menswaardig leven voor het aangezicht van de Eeuwige wordt gelest. Jezus vernieuwt de
schepping, laat wegen zien waarin Gods koninkrijk nu al opbloeit. In de beker van het verbond
wordt Gods belofte zichtbaar van zijn trouw aan ons, zijn betrouwbaarheid, zijn nieuwe verbond.
Zo zijn we gesterkt en gaan we de tocht verder naar de Goede Vrijdag en de Paasnacht.
Wie wil kan aanschuiven om samen met de jongeren te kijken naar 'The Passion'. De kleur wit
verandert naar paars, de kleur van de inkeer. ... zo gaan we op weg naar de komende dag, de dienst
zal dan verder gaan ... op weg zijn we naar de donkere kant van het menselijk bestaan, het kruis … op
weg zijn we naar de overwinning van het donker en Gods nieuwe schepping.
Woord van welkom en toelichting door de voorganger
We zingen met elkaar Lied 556:1, 4, 5 ‘Alles wat over u geschreven staat…’
Groet, bemoediging en drempelgebed
Vg: ‘De Heer zij met u!’
Allen: ‘Ook met u zij de Heer!’
Vg: ‘Onze hulp is de Naam van de Eeuwige …. ‘ (drempelgebed)
We zingen Psalm 81:1, 2, 4 ‘Jubelt God ter ere’
Lezing: Johannes 13:1-15
Cantorij: ‘Het water van de reiniging’
Water van de reiniging, was af het vuil van deze winter,
Tegenslag en duisternis. Het stof van deze dag, was af,
maak ons schoon van lijf en leden water van de zuivering.
Maaltijd van verhalen, maaltijd van herinnering,
bevrijding groeit in de avondschemering
Kruiden van de reiniging, klein hoefblad, weegbree, maarts
viooltje lepelblad en waterkers viooltje, driekleur, brandnetel,
eerste bloei en jonge loten kruiden van de zuivering.
Maaltijd van de lente, wie ze eet wordt schoon en leeg,
laat achter zich heel de koude wintertijd.
Vg:
Avond waarop het brood wordt gedeeld,
als wordt gegeten
het brood der ellende, het brood van de haast,
het brood van bevrijding, herinnering,
brood der genade, op weg naar heelheid.
Avond waarop het brood wordt gedeeld,
als wordt gebroken
brood van gemeenschap, brood van de troost,
brood van het lijden, brood van de dood.
Brood van wedergeboorte.
We eten met elkaar soep en brood, benieuwd hoe de ander deze paastijd in gaat, met welke
verwachting, vreugde of aarzeling. Ter overdenking:
Jij schonk nieuwe hoop
aan mensen van wie weinig werd verwacht.
Jij gaf Jouw vertrouwen
aan mensen die meer gewantrouwd
dan vertrouwd werden.
Jij bent de weg gegaan die loopt
langs vergeten en verwaarloosde mensen.
Jij werd door hen toegejuicht langs de weg.
Jij hebt hen in het licht geplaatst.
Jij hebt het risico genomen
van Je eigen leven.
Jij wilde niet dat de weg van mensen
een doodlopende weg zou zijn.
Jou volgen wij deze week op de weg
van delen en breken, van vallen en opstaan.
Van uitgedreven worden en onuitwisbaar worden.
Jij bent een naam die leven blijft.
Jij bent voor mensen de weg
die begaanbaar is
(Marinus van den Berg)
We zingen Lied 395: ‘Op de avond van de uittocht’
Vg:
Hij heeft ons aangekeken. De een na de ander. Telkens bleven zijn ogen even hangen op elk van onze
gezichten. En zoals wij iedere trek rond zijn mond, elke rimpel om zijn ogen kenden, zo kende Hij die
van ons. We kennen elkaar al zolang. Maar Hij keek verder. Dieper dan de oppervlakte reikte zijn blik
en elk van ons was alleen met zijn gedachten. Wat denkt Hij? Hoe zou Hij mij noemen? ‘Dwaas’,
‘verrader’, ‘lafaard’, ‘zwakkeling’, ‘mislukkeling’? En toen Hij de ronde met zijn blik gedaan had,
ontkende Hij de namen die wij onszelf in zijn ogen gegeven hadden niet. Maar voluit, royaal
gemeend zei Hij: “Ik hou van je!”
En nu ik me dit herinner, zou ik het een avond lang, een leven lang willen herhalen:
“Ik hou van je!” … om het uiteindelijk te kunnen geloven.
Cantorij en allen: Laudate omnes gentes
Lezing : Mk 14:22-24
Cantorij: ‘Neemt en eet met elkaar, leeft van het oergebaar’
Neemt en eet met elkaar, leeft van het oergebaar,
deelt te samen brood en wijn, heelt de onmacht en de pijn.
Neemt en drinkt met elkaar wordt als een bedelaar
levend met een open hand, die geluk om niet ontvangt.
Komt, vernieuwt het verbond stemt in met hart en mond
dankt de God die leven doet ons tot liefde samenroept.
Gebeden
Vg: gebed …. Afgesloten met gezamenlijk bidden van het Onze Vader
Vredesgroet
Vg: De vrede van de Eeuwige zij altijd met U,
geeft elkaar een teken van vrede.
Delen van brood en wijn (orgelspel)
Vg: Het brood dat wij breken is gemeenschap met het lichaam van Christus
-
we delen het brood, afsluitend zingt de cantorij ‘Brood hier gedeeld’
Brood hier gedeeld om te leven, voedsel om verder te gaan
teken van liefde gegeven in ons bestaan
om in Gods naam de weg van Jezus te gaan.
Vg: De beker der dankzegging waarover wij de dank uitspreken
is gemeenschap met bloed van Christus
-
we delen de beker, afsluitend zingt de cantorij ‘Beker gereikt vanuit vreugde’
Beker gereikt van uit vreugde wijn in gekleurd door de pijn
teken dat het Hem verheugde kwetsbaar te zijn
om in Gods naam de weg ten leven te gaan.
Handen bereid om te delen mensen geplaatst in het licht
teken dat breuken wil helen tot ons gericht
om in Gods naam de weg van liefde te gaan.
Dankgebed
Vg: Aan het eind als in het begin: God is God
Allen: door ons gezocht, door ons bemind
door ons gediend, door ons geloofd,
die ons beademt, die de aarde vervult.
Vg: Om brood en wijn, deze plaats, deze tijd
Allen: Wij danken U, mijn Heer, mijn God.
Vg: Om vrede aan ons beloofd, teer en onverwoestbaar,
Allen: Wij danken U, mijn Heer, mijn God.
Vg: Om Gods hemel op aarde, het lied dat eeuwig klinken zal,
Allen: Wij danken U, mijn Heer, mijn God.
We gaan de avond in en zingen met elkaar Lied 247:1, 4, 5 ‘Blijf mij nabij, wanneer het duister
daalt’
na moment van stilte
verlaten we de kerk
Goede Vrijdag, een dag zo bitter én zo goed.
Jezus gaat dwars door de bitterheid heen, maar
wat is er goed aan een gekruisigde? Hoeveel
mensen worden tot aan vandaag gekruisigd
omwille van ...! Jezus ontwijkt deze laatste stap
niet. Hij niet anders dan wij mensen, Immanuël
leren we in het kerstverhaal. De diepste twijfel is
ook hem eigen. Hem rest enkel het gebed ....
'Vader laat deze beker aan mij voorbij gaan'.
Waarom toch? Als er een viering, een moment in
ons geloof is waar deze vraag terecht gesteld
wordt in het aangezicht van menselijk lijden, dan
op Goede Vrijdag! Waarom?! Kunnen we het met
deze vraag uithouden? Is er een weg die ons van
het waarom bevrijdt? Bevrijdt van datgene waar
we onszelf in de weg zitten? Draagt Jezus dit met
ons of verlost hij ons zelfs ervan? Net als het lam op de grote Verzoendag de schuld van mensen
wegdraagt en nieuwe levensruimte schept en schenkt?
Jezus sterft, het licht gaat uit - duisternis komt over het hele land -. Einde verhaal, einde geloof? Wij
blijven achter én hopen … desondanks … lukt het ons om het geloof te houden dat God zelf de
stervende zal vasthouden, zijn eigen kind, en daarin ook ons ... en wij Hem ... onzeker in het weten
én tegelijk zeker in het geloof.
In stilte gaan we opnieuw naar huis, wetend dat het verhaal verder gaat, ingetogen zingend verlaten
we de kerk: ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.’
Binnenkomst in stilte
Vg: Gedenk, o God van genade al uw daden van ontferming
en strek uw zegenende armen uit over ons en over al die mensen,
voor wie Uw eigen Zoon de pijnen heeft doorstaan:
Verwerping, vernedering, verlatenheid
tot in de diepste diepten.
Cantorij: ‘In de stilte van de nacht…’ (couplet 1,2)
In de stilte van de nacht met mijn vrienden, met mijn vrienden
word ik bang, beangst en bang zo vlakbij mijn trouwe vrienden.
In de stilte van de nacht groeit de wanhoop, groeit de wanhoop
slechts verlatenheid en angst, ja van god en mens verlaten.
Vg: Verborgen God, laat je toch vinden
treed toch tevoorschijn laat je zien!
Wij zoeken U met hart en zinnen,
wij zoeken U met hart en ziel!
Cantorij: ‘In de stilte van de nacht…’ (couplet 3)
In de stilte van de nacht groeit aanvaarding, groeit aanvaarding
vrede spreidt zich in mijn hart, overgave en onthechting.
Vg: Verborgen God, laat U toch vinden
treed toch tevoorschijn laat U zien!
Wij zoeken U met hart en zinnen,
wij zoeken U met hart en ziel!
Geef ons de kracht die ene stap te doen,
weg van onszelf, weg van wat ons weerhoudt,
weg van waar we onszelf tegenhouden,
nabije help ons om de stap te zetten naar U toe.
We zingen Lied 561: ‘O liefde die verborgen zijt..’
Gebed
‘...wat is waarheid... ‘ Tekst
Lezing: Johannes 18:27-38a
We zingen op melodie van 482:
Daar is uit ’s werelds duist’re wolken
een licht der lichten opgegaan.
Komt tot zijn schijnsel, alle volken,
en gij, mijn ziel, bid het aan!
Het komt de schaduwen beschijnen,
de zwarte schaduw van de dood.
de nacht der zonde zal verdwijnen,
genade spreidt haar morgenrood.
Gij wilt met vrede tot ons komen,
met vreed’ en vrijheid, vreugd’ en eer.
Het juk is van de hals genomen,
God lof, wij zijn geen slaven meer!
De staf des drijvers ligt verbroken,
aan wie ons hart zich had verkocht,
en ’t wapentuig in brand gestoken
Van hem, die onze ziele zocht.
‘… zie de mens…’
tekst
Lezing: Johannes 18:38b-19:7
We zingen: Lied 575:1, 2, 6
‘…koning der joden…’ tekst
Lezing: Johannes 19:8-22
We zingen: Lied 576:1, 2, 4
‘… het is volbracht …’ tekst
Lezing: Johannes 19:23-30
-
Doven paaskaars –
Stilte - Onze Vader
Cantorij: ‘Grijze nevels om mij heen…’
Grijze nevels om mijn heen alles staat bewegingsloos
waar ik mij ook wend of keer, nergens licht of lucht of hoop.
Waar is toch de zon gegaan die mijn leven overstraalt
afglans van Gods goed gelaat of de hemel open gaat.
Treed dan toch het donker in, tastend ga ik, stap voor stap
niets dan leegte die ik vind, nergens heeft mijn hand houvast.
In het duister wordt het licht uit het niets straalt Gods gezicht
door die ene stap te doen lacht mij toekomst tegemoet.
‘… mirre en aloë …’
Lezing: Johannes 19:38-42
Cantorij: ‘Laten wij dan nu begraven …’
Laten we dan nu begraven wie zijn taak hier heeft gedaan,
toevertrouwen aan de aarde met zijn woorden verder gaan.
Stof uit stof en as uit as
Laten wij dan nu de tranen van verdriet en van gemis,
laten vallen op de aarde die ons wieg en woning is.
Stof uit stof en as uit as.
Laten wij dan nu verzorgen wat er bleef van deze mens,
wetend dat zijn geest geborgen bij de Bron van alles is.
Stof uit stof en as uit as.
Gebed (naar ps 31)
Vg: in uw handen leg ik mijn leven
Allen: Gij hebt ons bevrijd, Gij zijt ons God, onze waarheid.
Vg: in uw handen leg ik mijn leven
Allen: Amen
Een tijd van waken breekt aan, die we afsluiten met de viering op Stille Zaterdag, morgen.
We verlaten in rust de kerk,
zingend Lied 598 ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft’
Stille Zaterdag – Paasnacht
De derde dag
Onze spirituele tocht gaat verder en we gaan met de viering een tijd van waken in: rouwen doe je
alleen maar kan je niet alleen doen, vandaar dat we bidden…, luisteren naar oeroude verhalen van
het begin van de schepping. Hieruit spreekt ons verlangen naar heelheid, heelheid die God alleen kan
schenken. Rouwen kent ook het gebed met de klacht over wat verloren is, over wat niet tot
bestemming kon komen. En onze weg is ook een weg waarin je leert luisteren wat stilte zegt, naar
wat in ons eigen binnenste omgaat ... luisteren... en zoeken… spreekt God toch nog?
In stilte komen we de kerk binnen, kwetsbaar roepen we om licht.
De nieuwe Paaskaars wordt binnengedragen,
één vlam midden in het donker,
deze kwetsbare vlam is teken dat Gods licht ons leven draagt.
In dit licht kunnen we weer verder kijken, ligt de toekomst, kunnen we misschien zien wat kracht
geeft juist in het kwetsbare, mogen we zo de toekomst tegemoet gaan ... durven we op te staan?
We gedenken daarom in deze viering (onze eigen) doop en belijden ons geloof ... opdat we
hernieuwd in het leven staan.
Paasochtend is het dan: muziek, orgel in volle glorie, vreugde volop. God heeft overwonnen. Christus
is waarlijk opgestaan, het duister is overwonnen, nieuw leven ontvouwt zich in zijn licht.
We zijn gesterkt door de maaltijd, getrokken door het donkerste wat het leven kan geven, Jezus
heeft de weg gebaand, voorgoed, ... er is een doorkomen aan de nacht, er is voorgoed een leven in
licht en vreugde geschonken, nieuwe schepping: Halleluja.
De driedaagse viering is voltooid.
------------In de stilte komen we binnen
Cantorij zingt: “Nachtblauw de hemel, donker de aarde’
Nachtblauw de hemel, donker de aarde. Geen enkel geluid
Niets te horen, niets beweegt. Als in doodslaap wachten wij op wat komt.
Vg: Mk: 15:40-47
Cantorij: ‘Waarom zoekt gij de levende in het rijk der doden’
Paaslicht wordt binnengedragen
Drager zingt: Licht van Christus allen: Heer wij danken U
Drager zingt: Licht van Christus allen: Heer wij danken U
Drager zingt: Licht van Christus allen: Heer wij danken U
Cantorij zingt: ‘Licht dat terugkomt, hoop die niet sterven wil, vrede die bij ons blijft.’
-
We ontsteken een kaars aan het licht van Pasen –
Gebed
Lezing : Gen 1:1-5
We zingen Lied 601 ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’
Lezing : Ex 14:15-31
We zingen Lied 168 ‘When Israel was in Egyptland … let my people go’
Lezing : Jona 2:1-11
We zingen ‘Wil je opstaan en mij volgen als ik noem jouw naam’
dgh-kinderkoor-wil_j
e_opstaan_en_mij_volgen.pdf
Mediatief moment
Cantorij: ‘Licht, geluid, beweging, lied’
Licht geluid beweging, lied, wit de glans van hergeboorte,
goud de glans van eeuwigheid di eons aanraakt en bekleedt
met dit wonder, ongekend … Diep geheim. Dood en herleving
Inzicht als een witte flits, inslag als een bliksemschicht,
dood heeft niet het laatste woord. Leven sterker als de dood!
Woorden schieten nog te kort ... Diep geheim. Dood en herleving.
Vreugde die zich in ons brandt, vuur dat reinigt en verteert.
wat ons nog tot ballast was, rook die zuivert en ontsmet,
wat ons van de dood nog aanhangt… Diep geheim. Dood en verrijzenis.
Dankbaarheid en groot geluk zó te worden aangeraakt,
zó nabij de eeuwigheid, deel en deelgenoot te zijn
van een nieuwe werkelijkheid… Diep geheim. Dood en verrijzenis.
Doopgedachtenis
Inleidende woorden
Wie wil mag zijn doop herdenken aan het doopvont (orgelspel)
Voorbede, Stilte, Onze Vader
Vg: Math. 28:1-7
Vg: De Heer is opgestaan!
Allen: De Heer is waarlijk opgestaan!
We zingen Lied 634: ‘U zij de glorie opgestane Heer’
Zegenbede
Cantorij: ‘Licht, licht alles wordt licht!’
Gezegende Pasen
Download