Document

advertisement
Een vrolijke
chaos
Over de vorm van vroege
ontwikkelingsprocessen
Paul van Geert
Universiteit Groningen
Een vrolijke chaos
1
Overzicht
• Het beeld van de ontwikkeling
• Twee visies op de aard van psychologische
variabelen
• Ontwikkeling bij baby’s
• Ontwikkeling bij peuters
• Ontwikkeling bij kleuters en kinderen
• Enige consequenties voor de diagnostiek
van ontwikkeling
Een vrolijke chaos
2
Het beeld van
ontwikkeling …
Een vrolijke chaos
3
Tussen chaos en orde …
• Wetenschappelijk onderzoek van
ontwikkeling
• Het meten
van eigenschappen
De vrolijke
chaos van de vroege
ontwikkeling….
• Historische
bronnen van statistische methoden
Wat weten
we moyen”
er eigenlijk over?
• Quetelet:
“L’Homme
• Fisher en onderzoek van landbouwproductiviteit
• zijn onze meetpraktijken consistent met
de manier waarop allerlei te meten
kenmerken zich in werkelijkheid gedragen
• Is er sprake van “meten”?
Een vrolijke chaos
4
Bronnen van variabiliteit
• Verschillen tussen individuen
• van elkaar
onafhankelijke
individuen
We moeten
ons realiseren
dat ...
In onderwijs
opvoeding
• Verschillen
binnen en
een
individuwe
Proberen
te sturen over de korte termijn
• Over de
lange termijn
Met het oog
optherapie-effecten
een lange-termijn-doel
• Ontwikkeling,
leren,
Dat soms op basis van de korte-termijn• Over de
korte termijn
•
•
•
•
bevindingen moet worden bijgesteld
Bijvoorbeeld kort na elkaar herhaalde metingen
Intra-individuele variabiliteit
met behulp van welke informatie?
Wordt traditioneel gezien als meetfout of “ruis”
wat is de rol van meten en testen?
Maar kan een schat aan informatie over
ontwikkelingsprocessen geven…
Een vrolijke chaos
5
Twee visies op de
aard van
psychologische
variabelen
Een vrolijke chaos
6
De standaard kijk
13
0
3
6
9
12
15
18
21
24
prima meetmodel voor een timmerman
die een kozijn moet afpassen …
Maar
niet voor
een om de
We gebruiken een
meetlat
(test)
ontwikkelingspsycholoog …
ware score te schatten
Een vrolijke chaos
7
Een alternatieve kijk
0
3
6
9
12
15
18
21
24
Voor elke denkbare “meetlat (test)”
bestaat er een karakteristieke band van
gedrag
Een vrolijke chaos
8
Ontwikkeling bij
baby’s
Een vrolijke chaos
9
Baby’s: veranderingen in huilen
• 10 metingen om de twee weken tussen 0 en 5
maanden
• een meting betrof 3 uur wakkere periode
• 8 baby’s
• vergelijkingen individuele trends met
gemiddelde
Een vrolijke chaos
10
Baby’s: huilen
huilpercentage
Dit waren eigenlijk vier baby’s, met de metingen
25 verdeeld over de reeks “even weken” en
“oneven weken”
20 Baby’s verschillen dus evenveel van zichzelf als
• De intra-individuele variabiliteit in emotie-gerelateerde
van anderen en kunnen dus tegelijkertijd boven
communicatie
is zeer groot bij baby’s jonger dan 12
15 en onder het gemiddelde liggen…
maanden, maar neemt daarna snel af, dus toenemende
Zelfs bij veel herhaalde metingen ….
stabiliteit
10
• Grote variatiebreedte = grote “zoekruimte” voor het
bereiken van optimale, stabielere aanpassing tussen
5
baby en omgeving
• zelfde geldt voor de stress-huishouding en
0
cortisolproductie:
aanvankelijk10zeer grote variabiliteit
die
0
5
15
vervolgens afneemt
leeftijd in weken
average
K1
K2
K3
Een vrolijke chaos
K4
K5
K6
K7
20
K8
11
Baby’s: emotionele aspecten van
communicatie
•
•
•
•
4 baby’s, tussen 0 en 15 maanden,
Meer dan 60 observaties per baby
Om de week, minstens 3 uur gedrag
Huilen, glimlachen, zeuren, lichaamscontact
Een vrolijke chaos
12
Baby’s: huilen en glimlachen
70
20
18
60
16
50
frequentie
14
40
12
30
10
8
20
6
10
4
0
2
0
10
20
30
40
50
-10
60
0
leeftijd in weken
smile%
smile% smooth
Een vrolijke chaos
cry%
cry% smooth
13
Baby’s: huilen en glimlachen
70
35
60
30
frequentie
50
25
40
20
30
15
20
10
10
5
0
0
10
20
30
40
50
-10
60
0
leeftijd in weken
smile%
smile% smooth
Een vrolijke chaos
cry%
cry% smooth
14
Ontwikkeling bij
peuters
Een vrolijke chaos
15
Peuters: gemiddelde uitingslengte
(MLU)
Interpretatie
• 1 meting absoluut onvoldoende
• • MLU:
vroege
voor
gemiddelde,
ok,indicator
maar variatiebreedte
is informatiever
(MLU-stadia
• taalontwikkelingsniveau
hoogste waarde is informatief:
kind laat zienvan
dat Brown)
het
zinnen
produceren
• complexe
2 kinderen
vankan
ongeveer
2.5 jaar oud, drie weken
• lang
nu onderzoek
naar variatie
binnen 100
een dag...
bijna dagelijks
gemeten,
uitingen per
keer
• Kinderen verschillen in de breedte van de
variatierange
• Beide kinderen variëren aanzienlijk: twee tot drie
“stadia” over dagen
Een vrolijke chaos
16
Peuters: fluctuatie als indicator voor
transities in taalproductie
• Twee Franssprekende en twee
Nederlandssprekende kinderen,
• geobserveerd tussen 14 en 36 en 24 en 36
maanden
• Hoe verandert het patroon van de zinnen?
• Wat zegt dat over de ontwikkeling?
Een vrolijke chaos
17
Pauline:1, 2-3 en 4+ woordzinnen (1 van 2)
35
30
20
15
10
5
36
35
34
32
31
30
29
26
.5
27
.5
25
24
21
.5
22
.5
20
19
16
.5
17
.5
-5
15
0
14
frequency
25
age
W1
W23
W4plus
W1 17.4%
Een vrolijke chaos
W23 17.4
W4plus 17.4%
18
36
35
34
32
31
30
29
26
.5
27
.5
25
24
21
.5
22
.5
20
19
16
.5
17
.5
15
Resultaat
16
•30Er zijn statistisch twee significante pieken in de
fluctuatie
14
25
• 1 hangt samen met tijdelijke regressie in 2-3
12
20
woordzinnen
10
•151 hangt samen met snelle toename van
4+woordzinnen
8
10
•Interpretatie
6
•5pieken markeren kwalitatieve overgangen tussen
4
verschillende strategieën van taalproductie
•0diagnostisch belang van tijdelijke piek in variabiliteit en2
belang
van discontinue veranderingen
-5
0
14
frequency
Pauline:1, 2-3 en 4+ woordzinnen (2 van 2)
age
W1 17.4%
W23 17.4
W4plus 17.4%
Een vrolijke chaos
observed
Perc 0.95
19
Ruimtelijke voorzetsels
• Voorzetsels gebruikt in ruimtelijke context
(bv A op B)
• Kinderen tussen 1 ½ en 2 ½ jaar
• Hypothese: er is sprake van een transitie,
gemarkeerd door een tijdelijke
productiviteitspiek
• Achterliggende gedachte: extreme waarden
zijn informatief
Een vrolijke chaos
20
Transitie en onverwachte piek
40
35
frequency
30
25
20
15
10
5
0
-180
-130
-80
-30
20
70
120
170
age
data Lisa
Een vrolijke chaos
linear model
21
Transitie als sprong in de bandbreedte
40
35
frequency
30
25
20
15
10
5
0
-100
-50
0
50
100
150
200
age
data
progmax
Een vrolijke chaos
regmin
22
Ontwikkeling bij
kleuters en
kinderen
Een vrolijke chaos
23
Conservatiebegrip
• Kinderen tussen 4 ½ en 5 ½ jaar
• Herhaalde afname van een conservatietest,
zonder feedback
• Hypothese:
• er is een sprong in de ontwikkeling van
conservatiebegrip
• Die sprong gaat gepaard met hoge fluctuatie
Een vrolijke chaos
24
Conservatie-ontwikkeling (± 5 jaar)
9
9
9
8
8
8
7
7
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
0
0
0
8
7
6
5
4
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
11
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
2
1
0
1
9
9
8
8
8
7
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
1
0
0
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
2
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
9
8
9
9
8
7
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
0
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Horizontaal = meetmoment
Vertikaal
= score
Een vrolijke chaos
25
Conservatie: leeftijds- en gecalibreerd
gemiddelde
8
gemiddelde sscore
7
6
5
4
3
2
1
0
1
3
5
7
11
9
13
15
17
meetpunt
gemiddelde op leeftijd
Een vrolijke chaos
gecalibreerd gemiddelde
26
Theory-of-Mind: cross-sectionele data
• Theory-of-Mind test: elementair begrip van de
werking van de menselijke geest
• 324 kinderen tussen 3 en 11 jaar oud
• Zich normaal-ontwikkelende kinderen
Een vrolijke chaos
27
Theory-of-Mind: cross-sectionele data
100
90
Tom score
80
70
60
50
40
30
20
35
55
95
75
115
135
age in months
score
Model quad2
Een vrolijke chaos
score Loess
28
Theory-of-Mind: cross-sectionele data
100
14
90
12
Tom score
80
10
70
8
60
6
50
40
4
30
2
0
20
35
115
95
75
55
135
age in months
score
score Loess
Een vrolijke chaos
Residuals (Loess)
29
Theory-of-Mind: herhaalde metingen
• 6 herhaalde metingen met 4-maand interval
• Kinderen tussen 4 en 9 jaar oud
• Met pervasieve ontwikkelingsstoornis (autistisch
stoornissen spectrum)
• Hellingshoek van de curve als maat voor ToMtoename; fluctuatiemaat
Een vrolijke chaos
30
Theory-of-Mind: herhaalde metingen
1.2
3
2.5
1
hellingshoek
2
0.8
1.5
0.6
1
0.4
0.5
0.2
0
55
65
85
75
105
95
115
0
-0.5
leeftijd in maanden
slope smooth
werkelijke slope
Een vrolijke chaos
extremen
31
Enige consequenties
voor de diagnostiek
van ontwikkeling ….
Een vrolijke chaos
32
Ontwikkelen, voorspellen en handelen
• Meehl (1954): voor lange-termijn
voorspellingen verliest de klinische blik van
de expert het altijd van eenvoudige
statistische modellen
• Maar ….
• Experts (bv opvoeders) zijn beter op korte-termijn
• Binnen een specifieke context
• Waarin moet worden gehandeld
Een vrolijke chaos
33
Een andere kijk op diagnostiek (1/3)
• Kernpunt: een beter begrip van de dynamica
van individuele ontwikkelingsprocessen
• Tegen de achtergrond van ontwikkelingskenmerken
•
•
•
•
•
•
Variabiliteit en fluctuaties
Veranderingen in de variabiliteit
Tijdelijke pieken
Sprongen
Tijdelijke regressies
Effect-anomalieën
Een vrolijke chaos
34
Een andere kijk op diagnostiek (2/3)
• Deze kenmerken zijn nog maar nauwelijks
onderzocht
• Ons standaardmeetmodel
• Beschouwt veel van deze kenmerken als
meetfout, ruis, uitbijters …
• En compenseert interessante verschijnselen bij
het individu door middeling over groepen
individuen
Een vrolijke chaos
35
Een andere kijk op diagnostiek (3/3)
• Rekening houden met de “vrolijke chaos” van
de ontwikkeling
• Wisselende bandbreedtes, regressies, sprongen,
anomalieën, …
• Terug naar het individu in de context van een
ontwikkelings- en opvoedingsproces
Een vrolijke chaos
36
• www.vangeert.nl
• [email protected]
Een vrolijke chaos
37
Download