Thesisonderwerpen IBCN AJ2013-2014 (alfabetisch op onderwerp) 9933: Adaptieve Video Streaming aan de hand van programmeerbare netwerkelementen Filip De Turck, Steven Latré Niels Bouten Niels Bouten Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Probleemstelling: Er wordt voorspeld dat video traffiek tegen 2016 ongeveer 86% van de totale traffiek op het Internet zal innemen. Daarenboven zal meer dan 65% hiervan afkomstig zijn van video streaming over het Internet. Ook de diversiteit van toestellen die toegang bieden tot video streaming diensten neemt alsmaar toe, denk maar aan smartphones, tablets, smart TV’s, etc. Dergelijke toestellen hebben uiteenlopende mogelijkheden qua resolutie en decoding. Daarenboven zijn deze toestellen via verschillende netwerken (WiFi, Ethernet, Power Line, 3G, 4G, etc.) verbonden met het Internet wat het voor service providers bemoeilijkt om dergelijke video streaming diensten aan te bieden. HTTP Adaptive Streaming biedt hiervoor een oplossing door eenzelfde video in verschillende versies aan te bieden waarbij de resolutie, de kwaliteit of de framerate varieert. Hierdoor kan de video streaming client op het toestel zelf beslissen welke kwaliteit wordt gedownload afhankelijk van de eigenschappen van het toestel én de beschikbare bandbreedte in het netwerk. Bovendien vormt streamen over HTTP geen problemen met eventuele firewalls en kunnen HTTP caches in het netwerk worden hergebruikt. Huidige routeringsalgoritmes zijn echter niet geschikt voor het optimaal afleveren van videotraffiek. Zo worden bijvoorbeeld routes gekozen met het minste aantal hops zonder hierbij rekening te houden met throughput eigenschappen of het voorkomen van caches of andere stromen langs het pad. Doelstelling: Het doel van deze thesis bestaat er dan ook in om de aflevering van HTTP Adaptive Streaming traffiek over het internet te optimaliseren. Zo kan bij het routeren van HAS requests en responses rekening worden gehouden met de locaties van de verschillende video kwaliteiten. Verder kunnen ook QoS garanties worden geboden via geselecteerde paden om zo een minmale service te garanderen en de kwaliteit van de geleverde video te optimaliseren. Om te komen tot een dergelijke oplossing kan gebruik gemaakt worden van OpenFlow. OpenFlow is een nieuwe technologie die de forwardinglaag en controlelaag bij routering op het internet ontkoppelt. OpenFlow kadert in het Software Defined Networking concept waarbij netwerktoestellen dynamisch en vanop afstand kunnen geprogrammeerd worden. Routers en switches met OpenFlow ondersteuning kunnen dus dynamisch worden geconfigureerd door intelligente gedistribueerde routeringssoftware, om zo het pad dat gevolgd wordt door multimediastromen aan te passen aan de huidige omstandigheden van het netwerk. Deze thesis biedt de mogelijkheid om mee te bouwen aan een toekomst voor videostreaming op het Internet, waarbij gedurende de masterproef kostbare kennis zal opdoen in verband met netwerktechnologiën en bijhorende managementtechnieken. Locatie: Zuiderpoort, thuis Opmerkingen: Indien gewenst kan deze thesis gecombineerd worden met een stage bij Alcatel-Lucent (niet verplicht). 9746: Alertingplatform voor efficiënte ondersteuning van medische beslissingen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Johan Decruyenaere Femke De Backere, Bram Gadeyne, Femke Ongenae Femke De Backere Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Op de kritieke diensten van ziekenhuizen, zoals de ICU (Intensive Care Unit) van het UZ Gent, is het van groot belang om snel en adequaat beslissingen te nemen op basis van de beschikbare data. Beslissingen worden bijvoorbeeld gemaakt bij de evaluatie van de vitale parameters van een patiënt, de uitvoering van een klinisch protocol of na vergelijking met gelijkaardige cases. De enorme hoeveelheid data uit de verschillende patiëntendatabanken zou hierbij kunnen gebruikt worden om trends of patronen te detecteren in voorschrijfgedrag, behandelingswijze of kosten van de dienst. In verscheidene andere sectoren, zoals bij de analyse van klant- en aankoopgegevens van supermarktketens of van beurs- en beleggingsgegevens in de financiële sector, wordt dit reeds toegepast. Er is echter meer onderzoek vereist om dit ook binnen de medische sector toe te kunnen passen. Binnen de ICU wordt de hoeveelheid data om een beslissing op te baseren steeds groter. Het is dus noodzakelijk om een computergebaseerd beheersplatform in te zetten waarbij beslissingen op basis van een klinisch protocol en/of gedetecteerde trends automatisch kunnen gesuggereerd worden aan de arts. Doelstelling: Het doel van deze thesis is het onderzoeken en ontwikkelen van een alertingplatform dat de arts zal ondersteunen bij zijn klinische beslissingen. Het alertingplatform geeft de dokters suggesties en notificaties over de toestand, diagnose en mogelijke behandelingen van de patiënt. Bijvoorbeeld: men hoort wel eens over de ziekenhuisbacterie die resistent is aan (bijna) alle antibiotica. Het is daarom belangrijk dat artsen zo weinig mogelijk antibiotica voorschrijven. Een alertingplatform kan een arts op de hoogte brengen als het ziektebeeld van een patiënt verandert en er bijvoorbeeld een lagere dosis van eenzelfde antibioticum kan gegeven worden. Het platform kan ook nagaan of bepaalde antibiotica niet te lang gegeven wordt op basis van de protocollen waarover het ziekenhuis beschikt. Vanuit de overheid kunnen bepaalde limieten gelegd worden op het (terug)betalen van bepaalde medicatie in bepaalde situaties. Een alert kan een arts op de hoogte brengen wanneer een bepaalde grens overschreden wordt en een aanbeveling geven voor een nieuwe behandelingsmethode. Dergelijke klinische beslissingen zijn afhankelijk van heel wat verschillende gegevens uit verschillende bronnen, zoals laboresultaten en meetwaarden, maar ook van metadata zoals de geschiedenis van een patiënt, zijn locatie en omgeving. Een belangrijk hulpmiddel bij het nemen van beslissingen kan het gebruik van klinische richtlijnen zijn, die bepaalde acties voorschrijven wanneer specifieke meetwaarden of symptomen zich manifesteren. Een alertingplatform moet in staat zijn om, aan de hand van regels die een bepaald ziektebeeld of belangrijke eigenschap van een patiënt omschrijven, de arts zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van deze situatie. Omdat deze gegevens uit verschillende bronnen afkomstig zijn, moet een generiek regelsysteem ontwikkeld worden om de alerts te kunnen definiëren. De ontwikkelde applicatie zal in de laatste fase van de thesis geëvalueerd worden aan de hand van een concrete use case, die in overleg met de begeleiders van de dienst Intensieve Zorg van UGent zal worden vastgelegd. Deze thesis laat toe om zich volledig in te werken in het domein van alerting en richtlijnen binnen een zeer actuele medische context. Locatie: Zuiderpoort 9890: Assembleren van het DNA van organismen uit miljoenen korte fragmenten Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Jan Fostier, Bart Dhoedt Jan Fostier Jan Fostier Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen 1 of 2 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: De laatste jaren is biologisch onderzoek sterk geinformatiseerd. Genetisch onderzoek steunt o.a. op het vergelijken en het analyseren van het DNA (de genetische `blueprint´) van een organisme. Het DNA bestaat uit een opeenvolging van miljoenen (vb. bacterien) tot miljarden (vb. mens) nucleotides A,C,G,T. Het bepalen van de correcte DNA sequentie van een organisme verloopt in twee fasen: (1) via chemische processen kan men stukjes (fragmenten) van het DNA bepalen met een lengte van ongeveer 50 tot 100 nucleotides. (2) met behulp van software worden de fragmenten aan mekaar ‘gepuzzeld’, d.m.v. het detecteren van overlap tussen de fragmenten. Dit proces wordt bemoeilijkt door (1) de enorme hoeveelheid data, (2) het feit dat de fragmenten fouten kunnen bevatten en (3) het feit elke genoom vrij grote herhaalde stukken (repeats) bevat waardoor een fragment niet ondubbelzinnig gemapped kan worden op het genoom. Het assembleren van het genoom uit fragmenten (het zgn. de novo assembly probleem), is momenteel onderwerp van uitgebreid onderzoek. In dit kader werkt onze onderzoeksgroep samen met het European Bioinformatics Institute (EBI) in Cambridge. Doelstelling: Voor deze thesis zijn reeds significante inspanningen ten aanzien van broncode ontwikkeling gedaan. In een eerste fase zal de student zich vertrouwd maken met assembly algoritmes gebaseerd op de De Bruijn grafen en met de bestaande broncode (geschreven in C++). In een tweede fase zal de student aan de hand van graaf topologie en uit de data afgeleide metrieken algoritmes en heuristieken ontwikkelen voor de reconstructie van het genoom. Er kan hierbij gestart worden van methodes die in de literatuur beschreven staan. Een belangrijk aspect omvat het visualiseren van data met behulp van vb. Cytoscape. Aan de hand van synthetische en echte biologische data, kunnen vervolgens de verschillende methodes vergeleken worden. Alnaargelang de interesse van de student(en), kunnen eveneens parallelle programmeertechnieken (MPI, MapReduce) aangewend worden voor het distribueren van de initiele stappen uit het algoritme. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9848: Automatisch detecteren van celtypes door middel van machine learning Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Tom Dhaene, Yvan Saeys Joeri Ruyssinck Joeri Ruyssinck Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 3 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Het onderzoek naar het immuunsysteem en de verschillende celtypes die hierbij een rol spelen is gedurende de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt door verschillende technologieën die het mogelijk maken om op grote schaal cellen in verschillende types van weefsels te kwantificeren en analyseren. Een van de technieken die gebruikt worden om op grote schaal cellen van het immuunsysteem te analyseren is flow cytometry. Door middel van een kleine buis worden cellen in een flow cytometer een voor een geanalyseerd, en door middel van verschillende lasers worden bepaalde fluorescente markers van de cellen geanalyseerd. Flow-cytometry-experimenten leiden typisch tot de productie van grote hoeveelheden data die nadien traditioneel manueel (=door een mens) geanalyseerd worden. Dit gebeurt momenteel met een zogenaamde“gating”-strategie, waarbij twee-dimensionele scatterplots gebruikt worden om verschillende subpopulaties van cellen (clusters) te identificeren. Het is overduidelijk dat zulke manuele strategieën zeer tijdrovend zijn, vaak zeer arbitraire parameters gebruiken en moeilijk exact te reproduceren zijn. Er is een duidelijke noodzaak aan automatische technieken die met dit type data kunnen omgaan. Doelstelling: In dit project zal de student automatische technieken uit het machine learning onderzoeksdomein ontwikkelen die gebruikt kunnen worden om automatisch subpopulaties van cellen (clusters) te identificeren in flow cytometry data. Initieel zal gestart worden met het uittesten van traditionele clusteringtechnieken, zoals hiërarchische clustering, maar ook meer geavanceerde methoden zoals modelgebaseerde clustering met multivariate finite mixture models zullen bekeken en vergeleken moeten worden. Kennis van bio-informatica, biologie en machine learning is niet vereist, een interesse in deze materie wel. In een eerste fase zal de student zich inwerken met behulp van een literatuurstudie en het implementeren van enkele eenvoudige algoritmen. Hierna volgt een onderzoeksluik waarbij de student op zoek gaat naar manieren om complementaire technieken te herkennen en op een verstandige manier te combineren. Dit onderzoek biedt reële mogelijkheden naar een wetenschappelijke publicatie toe en naar verder doctoraatsonderzoek. Locatie: Zuiderpoort 9658: Automatisch samenstellen van fietstochten voor wielertoeristen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Mario Pickavet, Pieter Audenaert Thijs Walcarius, Maarten Houbraken Thijs Walcarius Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: bedrijfskundige systeemtechnieken en operationeel onderzoek, Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 Aantal 1 masterproeven: AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Het wielertoerisme is in Vlaanderen al jaren met een steile opmars bezig. Het Vlaamse landschap biedt een heleboel mooie en gevarieerde wegen om van te genieten tijdens een fietstocht. Om deze te leren kennen kan je er gewoon op uittrekken en de buurt verkennen, of je kan aan een georganiseerde fietstocht deelnemen. Een andere optie die de laatste jaren aan populariteit wint is het gebruik van een fiets-gps. De wielertoerist kan daar GPX-tracks (GPS eXchange Format) op plaatsen, en krijgt via de GPS de nodige instructies om deze te volgen. Deze tracks worden nu manueel aangemaakt, hetzij door het gewenste parcours af te fietsen en de ritinformatie te bewaren, ofwel door het parcours op de computer op een kaart aan te klikken. Dit heeft veel potentieel om geautomatiseerd en verbeterd te worden. Aan de hand van cartografische data, en de analyse van de vele GPX-tracks die nu reeds beschikbaar zijn, kan een routeplanner ontwikkeld worden die een gepersonaliseerde fietstocht kan genereren, afhankelijk van het gewenste start- en eindpunt, de gewenste afstand en moeilijkheidsgraad. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is het ontwikkelen van een routeplanner die fietstochten uitstippelt aan de hand van enkele criteria die de gebruiker opgeeft. Mogelijke criteria zijn: start- en eindpunt, afstand, moeilijkheidsgraad, aantal hoogtemeters, etc. Hiervoor moet eerst een netwerk worden opgesteld met alle mogelijke wegen waarop gefietst kan worden. Aan deze wegen moet vervolgens een waardering worden gegeven op verschillende parameters, zoals aantrekkelijkheid, moeilijkheidsgraad, fietsvriendelijkheid, enzovoort. Deze parameters kunnen worden ingevuld door het analyseren van cartografische data, alsook door het analyseren van de vele bestaande GPX-tracks die op het internet te vinden zijn. Daarna moet een routeringsalgoritme worden ontwikkeld dat aan de hand van de opgegeven criteria een verzameling routes zoekt die zo optimaal mogelijk aan het verzoek voldoen Locatie: Zuiderpoort, thuis 9828: Automatische classificatie met de SUMO-Toolbox Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Tom Dhaene, Eric Laermans Dirk Deschrijver, Ivo Couckuyt Tom Dhaene Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Achtergrond In het SUMO-Lab (SUrrogate MOdeling Lab) van de IBCN-onderzoeksgroep wordt er heel wat onderzoek verricht naar adaptieve algoritmes voor het bouwen van surrogaatmodellen van diverse complexe systemen. Deze surrogaatmodellen zijn eenvoudige analytische gedragsmodellen die gebruikt worden om complexe, tijdrovende simulaties te benaderen en te vervangen. Binnen dit onderzoeksgebied wordt vaak gebruikt gemaakt van numerieke benaderingsleer, supervised machine learning en active learning. In de onderzoeksgroep is de SUMO-Toolbox (Matlab) ontwikkeld die de verschillende stappen van de modelbouw automatiseert. Probleemstelling De technieken die momenteel in de SUMO-Toolbox zitten worden voornamelijk gebruikt om regressieproblemen op te lossen (met behulp van neurale netwerken, support vector machines,…). Deze technieken kunnen ook ingezet en aangepast worden om classificatieproblemen op te lossen. Bij classificatie wil men een bepaald object analyseren en dit op basis van geobserveerde patronen toewijzen aan een overeenkomstige klasse. Een typisch voorbeeld is het analyseren van e-mails die vervolgens in de categorie spam of niet-spam onderverdeeld worden. Andere problemen waarvoor classificatie algoritmes veelvuldig gebruikt worden zijn bv. zelflerende algoritmes om handgeschreven cijfers te herkennen. Wanneer de data echter hoog-dimensionaal is, kan de rekentijd van een classificatie-algoritme significant toenemen. Feature-selectie speelt hierbij een belangrijke rol : 1/ om te bepalen hoeveel features er minimaal nodig zijn om de verschillende klassen van elkaar te onderscheiden, en 2/ om deze features te identificeren. Doelstelling: De eerste fase van deze masterproef bestaat uit het bestuderen van de technieken uit de SUMO-Toolbox en het lezen van enkele artikels over classificatie-algoritmes. Concepten en oplossingen uit de machine learning die nuttig kunnen zijn voor het bouwen van classificatiemodellen zullen daarna geïdentificeerd worden. In een tweede fase zal nagegaan worden hoe bestaande algoritmes in de SUMO-Toolbox gebruikt of aangepast kunnen worden om classificatieproblemen op te lossen. Een proof-of-concept-implementatie is reeds beschikbaar op deze URL : (http://sumolab.blogspot.com/2009/10/surrogate-models-forclassification.html). Tenslotte worden state-of-the-art classificatie- en feature-selectie-technieken uit de literatuur geïmplementeerd. Deze code zal gevalideerd worden op enkele relevante problemen of benchmarkdatasets. Deze topic biedt reële mogelijkheden naar publicatie toe, en naar verder doctoraatsonderzoek. Enkele nuttige links: http://en.wikipedia.org/wiki/Supervised_learning http://en.wikipedia.org/wiki/Classification_in_machine_learning http://sumowiki.intec.ugent.be Locatie: Zuiderpoort en/of thuis Opmerkingen: Kennis van machine learning en surrogaatmodellen is niet vereist, maar interesse voor deze materie wel. Ervaring met matlab zal zeker van pas komen Literatuur (20%), implementatie (50%), validatie (30%) 10299: Automatische detectie van bedreigende situaties op sociale netwerksites Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Tim Wauters Thomas Vanhove, Philip Leroux Philip Leroux Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Op sociale netwerksites zoals Netlog en Facebook worden kinderen vaak geconfronteerd met situaties die hun persoonlijke levenssfeer kunnen bedreigen. Dergelijke situaties kunnen voorkomen uit vormen van cyberpesten, seksueel overschrijdend gedrag, uitingen van depressies of zelfmoordneigingen, enzovoort. Recente voorbeelden uit het nieuws, zoals de commotie rond de “Antwerpse Hoeren”facebookpagina, tonen aan dat vroegtijdige detectie van onaangepaste pagina’s, posts of bestanden noodzakelijk zijn om problemen te vermijden. Uit verschillende studies blijkt verder dat 11% van de jongeren al slachtoffer geweest zijn van cyberpesten (Knack.be - 03/01/2013), maar het is ook zo dat meer dan de helft van de jongeren niet reageren op cyberpesten (De Standaard Online - 20/11/2012). Het doel van het AMiCA project is om een platform voor automatische detectie van onaangepast gedrag op sociale netwerksites te ontwikkelen, dat gebruik maakt van tekst- en beeldanalyse Doelstelling: Deze scriptie heeft twee mogelijke doelstellingen voor ogen. Enerzijds is er de ontwikkeling van een schaalbaar platform voor het ophalen en verwerken van grote hoeveelheden data van verschillende sociale netwerksites. Deze data omvatten profielinformatie, platforminteracties, tekstuele berichten en multimediale bestanden. Afhankelijk van het scenario zullen verschillende workflows met (bestaande) softwarecomponenten aangesproken moeten worden om de datastroom efficiënt te verwerken en relevante informatie op te slaan. De student zal hier nagaan welke schaalbare technologieën bruikbaar zijn en experimenten uitvoeren op dit systeem, waarbij gebruik kan gemaakt worden van relevante beschikbare data. Anderzijds kunnen ook platform tools ontwikkeld worden die moderatoren van sociale netwerksites kunnen helpen met de detectie van ongepaste content. Diensten die bepaalde berichten of bestanden rapporteren wanneer ze geplaatst worden of componenten die aangeven welke trends zich manifesteren op langere termijn zijn hierbij van groot belang. Ontwikkeling, integratie en testen van deze componenten in het platform komen hierbij aan bod. Locatie: Zuiderpoort 9706: Autonome werking van datacenters Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Bart Dhoedt, Pieter Simoens Tim Verbelen Tim Verbelen Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Datacentra zijn complexe omgevingen waarvan het beheer intelligente beslissingen vergt, en dus dikwijls interventie van operatoren vergt. Om kostenbesparend te werken worden momenteel routes onderzocht om dit beheer te automatiseren, en dus menselijke tussenkomsten te beperken. De uitdaging bestaat er dus in om datacentra autonoom te laten opereren, zonder dat deze autonomie mag resulteren in minder goede prestaties van het datacentrum. Beslissingen die moeten genomen worden betreffen onder andere: Welke maatregelen moeten we nemen wanneer de belasting van een toepassing plots toeneemt ? Welke toepassingen moeten extra beschermd worden tegen falingen en hoe realiseren we deze bescherming het best ? Hoe kan de toepassing beter geconfigureerd worden om de onderliggende infrastructuur beter te benutten ? Doelstelling: Een typisch voorbeeld betreft het schaalgedrag van toepassingen, waarbij gepoogd wordt om ongeacht de belasting van de toepassing een zekere responstijd te garanderen. Om die garantie te kunnen bieden gaan we dus achtereenvolgens: (i) de invloed van infrastructuur (bv. aantal en aard van de virtuele machines waarop de toepassing loopt) en configuratie van de toepassing (bv. aantal replica’s van de achterliggende gegevensbank) modelleren (ii) een aantal opties aftoetsen aan dit model wanneer we merken dat de garantie rond responsiviteit in het gedrang komt (is het beter een bijkomende VM in te schakelen, of moeten we de databank dupliceren op een bestaande VM ?) (iii) de beste optie doorvoeren Om tot intelligente beslissingen te komen, is het belangrijk de impact van een beslissing in kaart te brengen. Daarom gaan we in deze thesis in een eerste luik op zoek naar een model dat in staat is deze impact te voorspellen (zonder beslissingen daadwerkelijk door te voeren). Een dergelijk model bevat de structuur van het datacentrum, alsook het gedrag van de toepassing, zodat dit model voldoende kennis bezit om de invloed van beslissingen i.v.m. configuratie van de toepassingen en de onderliggende infrastrucuur te kunnen voorspellen. In een tweede luik wordt onderzoek verricht naar beslissingsalgoritmen zelf, waarbij een aantal heuristieken zullen ontwikkeld worden om interessante alternatieven te identificeren. Vervolgens wordt de impact van die beslissingen afgetoetst via de modellen uit het voorgaande luik, en wordt de finale beslissing genomen. Een derde luik bestaat uit de validatie van het werk, waarbij een prototype van de gevolgde aanpak zal gebouwd worden. Vervolgens wordt dit op het datacentrum van de onderzoeksgroep uitgerold en wordt experimenteel vastgesteld in welke mate autonomie in de praktijk gerealiseerd wordt. Locatie: Zuiderpoort 9640: Baas over je eigen smartphone, speel zelf netwerkoperator en beheer een volledig functioneel real-life LTE-netwerk! Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Ingrid Moerman Daan Pareit, Dries Naudts Dries Naudts Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: LTE (Long Term Evolution) is de mobiele standaard van de 4e generatie (4G) die momenteel in België uitgerold wordt of uitgerold zal worden door de mobiele netwerkoperatoren (Belgacom, Mobistar, Base) en is de opvolger van GSM/GPRS/EDGE (2G) en UMTS/HSPA (3G). Behalve talloze zendmasten, dienen deze netwerkoperatoren ook een kernnetwerk te hebben, waar alle gesprekken en dataverbindingen correct afgehandeld worden. Gelet op de complexiteit, de zeer hoge kost en het belang van een continue correcte werking van dit kernnetwerk, was het beheer en de configuratie hiervan tot op heden enkel mogelijk door een beperkt aantal gespecialiseerde ingenieurs bij deze netwerkoperatoren. Vandaag kan Universiteit Gent (via iMinds, zie http://www.iminds.be/en/develop-test/ilab-t/wireless-lab) echter gebruik maken van het ‘OpenEPC’-software pakket (zeer recentelijk aangekocht, zie http://www.openepc.net/) dat het mogelijk maakt om een dergelijk kernnetwerk (de EPC of Evolved Packet Core) op gewone PCs te draaien. Daarnaast hebben we eveneens enkele 3G en 4G (LTE) femtocellen (te beschouwen als kleine zendmasten) en zullen we beschikken over onze eigen SIMkaarten en enkele LTE-toestellen (smartphones en LTE-dongle). Hierdoor kunnen we zelf een volledig LTE-netwerk opzetten en zeer vele parameters aanpassen. Het kernnetwerk EPC biedt voor het eerst in de evolutie van cellulaire netwerken volledige IPfunctionaliteit voor communicatie tussen de verschillende entiteiten, waardoor nu het volledige pad tussen mobiele toestellen IP-gebaseerd is. Dit biedt vele mogelijkheden voor de optimalisatie van operatornetwerken, maar de huidige implementaties van EPC en LTE bieden enkel nog maar basisfunctionaliteit aan. Doelstelling: De doelstelling van deze thesis is om de aanwezige basisopstelling verder uit te testen en geavanceerde functionaliteit op dit testnetwerk mogelijk te maken (e.g. LTE voice calls, hand over van LTE naar Wi-Fi etc.). De thesisstudent onderzoekt de verschillende mogelijkheden tot geavanceerd gebruik van het LTEtestnetwerk. Aanpassingen zullen voornamelijk dienen te gebeuren in het kernnetwerk (vrij uniek! – tot nog doe was dit het monopolie van netwerkoperatoren) alsook (maar in mindere mate) op de LTEtoestellen (smartphone, LTE module) zelf. In samenspraak tussen de student, de promotoren en de begeleiders selecteren we enkele interessante pistes. Dit kan een subset van volgende onderwerpen omvatten: · Geavanceerde gebruikersscenario’s op het LTE-testnetwerk o Verschillende types van voice calls: e.g. Over The Top services (Viber, Skype), native VoLTE (Voice over LTE), CSFB (Circuit Switched FallBack) o SMS over LTE o Hand over van een dataverbinding van LTE naar Wi-Fi en vice versa o… · Extensie van de software op het LTE kernnetwerk o Aanpassen van de protocollen tussen de verschillende kernmodules o… Als student met een sterke interesse in telecommunicatienetwerken en de onderliggende communicatieprotocollen onderzoek je enkele van de pistes zoals hierboven beschreven en bouw je de huidige LTE-testopstelling hiermee verder uit. Ten slotte zul je dit duidelijk demonstreren door het gezamenlijk gebruik van dit kernnetwerk, de femtocellen en de LTE -toestelletjes. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9701: Beheer van crowd-sourced first-person video: Google Streetview Live Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Bart Dhoedt, Pieter Simoens Elias De Coninck, Tim Verbelen Elias De Coninck Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Door de opkomst van head-mounted displays zoals Google Glass wordt het veel eenvoudiger om video vanuit een first-person (FPV) standpunt te verzamelen. Deze video reflecteert de blik van de gebruiker, hoe lang die op een bepaalde plaats blijft stilstaan, enz. De verzameling van dit soort videos vormt dus een waardevolle bron. Door het gebruiksgemak van Google Glass, en door de opkomst van augmented reality toepassingen die gebruik maken van FPV, zullen velen deze camera quasi permanent laten opstaan. Al deze videos uploaden en bewaren in de cloud vormt een gigantische uitdaging op gebied van netwerkplanning en opslagcapacteit. In deze masterproef wensen we een aanzet te geven tot de oplossing via de bouw van een Google Streetview Live applicatie: hierbij kan je in plaats van doorheen statische foto’s te navigeren, meewandelen met iemand in de betreffende straat. Doelstelling: Het doel van deze masterproef is een systeem te ontwerpen voor de opslag en verwerking van crowdsourced first-person viewpoint video. De student start met de bouw van een smartphone-applicatie die video en bijhorende metadata (GPS, tijd) uploadt naar een cloud-platform. Op basis van metadata worden algoritmes ontworpen om de vereiste opslagcapaciteit voor geupload videos schaalbaar te houden. Deze algoritmes zijn contextafhankelijk: in de meeste situaties heeft het geen zin om beide video’s te bewaren van gebruikers die naast elkaar wandelen in een straat, tenzij men b.v. wil nagaan hoeveel mensen effectief naar een billboard kijken. De relevantie van een video zal ook dalen met de tijd. Als eindapplicatie wordt de hierboven Google Streetview Live beoogd Locatie: Zuiderpoort 9643: Betere en veiligere communicatie in het Internet of Things Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Ingrid Moerman Jeroen Hoebeke, Floris Van den Abeele, Jen Rossey Jeroen Hoebeke Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 4 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: De komende jaren zal de omvang van het Internet exploderen doordat steeds meer dagdagelijkse objecten een virtuele tegenhanger zullen krijgen. Zo voorspelt het OECD een vertienvoudiging van het aantal Internet geconnecteerde devices tot 50 miljard in 2020. Hiervoor worden kleine embedded devices zoals sensoren en actuatoren gebruikt met draadloze communicatiemogelijkheden. Het Internet zal zo evolueren naar een Internet of Things dat ons zal toelaten om op een eenvoudige manier en vanop afstand informatie te verkrijgen over dingen en hun omgeving (bv. de temperatuur, een deurslot, de status van de wasmachine) en ermee te interageren (bv. sluiten van de deur, aanschakelen van de verwarming). Met behulp van deze informatie en de mogelijkheid om objecten te controleren kunnen er compleet nieuwe toepassingen gebouwd worden die ons leven zullen vergemakkelijken. Cruciaal hierbij is dat het bouwen van dergelijke toepassingen even eenvoudig wordt als het bouwen van webtoepassingen de dag van vandaag. Hiervoor worden open standaarden ontwikkeld binnen het IETF, zowel op de netwerklaag om deze kleine devices te connecteren met IPv6 Internet als op de servicelaag om hun diensten te gebruiken in web services. Bij dit laatste zal het Constrained Application Protocol (CoAP), dat momenteel binnen IETF gespecifeerd wordt, een belangrijke rol spelen. Dit protocol laat toe om objecten (resources) aan te spreken en ermee te interageren op een manier die vergelijkbaar is met HTTP. Zo kan je bijvoorbeeld door middel van een CoAP GET request naar een temperatuursensor eenvoudig de temperatuur opvragen. De overhead van CoAP is veel kleiner dan HTTP, maar biedt gelijkaardige mogelijkheden om gebruikt te worden in web services. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is om een bijdrage te leveren aan betere en veiligere communicatie in het Internet of Things. Zowel netwerkaspecten als serviceaspecten zullen hierbij beschouwd worden. Er kan voortgebouwd worden op bestaande componenten die beschikbaar zijn binnen onze onderzoeksgroep zoals een C++ CoAP framework, HTTP-CoAP proxy, CoAP voor sensoren, enz. Bedoeling is hun functionaliteit verder uit te breiden. Dit kan zowel ontwikkelingen op de embedded devices zelf als op sensor gateways of andere devices omvatten. Afhankelijk van de interesses van de student bieden wij 4 mogelijke topics aan binnen deze scriptie: 1) Cloud controller voor sensornetwerken die toelaat om de complexiteit van de sensor gateway tot een minimum te herleiden door zelf de meeste functionaliteit op zich te nemen 2) Bestuderen en oplossen van problemen die zich voordoen door het gebruik van verschillende protocollen met eigen oplossingen om datafragmenten te versturen (6LoWPAN fragmentatie, CoAP block transfer, MTU discovery…) 3) Bouwen van een multi-purpose sensor gateway die in staat is om heterogene technologieën en protocollen met elkaar te laten samenwerken 4) Onderzoeken van de beveiliging van het CoAP protocol (encryptie/access control) De thesis omvat het ontwerp van een oplossing voor het gekozen probleem, de implementatie, de evaluatie en demonstratie op een Internet of Things testbed. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9645: Betrouwbare experimenten in een heterogene draadloze testomgeving in ISMfrequentiebanden Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Ingrid Moerman Michael Mehari, Wei Liu Ingrid Moerman Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: In een typische draadloze omgeving (thuisomgeving, werkomgeving, congrescentra, ...) zijn er talloze draadloze toestellen die gebruik maken van heterogene draadloze technologieën in de licentievrije ISMbanden (Wi-Fi, Bluetooth ZigBee...). Elke draadloze technologie heeft zijn netwerkprotocollen om te communiceren tussen devices. Daar in de licentievrije ISM-banden geen beperkingen zijn voor het gebruik ervan (behalve op het maximale zendvermogen), probeert elke technologie op een vrij egoïstische manier hun communicatie te optimaliseren, zonder rekening te houden met andere technologieën die gebruiken maken van de dezelfde frequentieband. Dit leidt uiteindelijk tot een inefficiënt van het draadloze medium en onbetrouwbare communicatielinks, daar meerdere technologieën met elkaar interfereren. Een mogelijk oplossing om het draadloze medium beter te coördineren is gebruik maken van cognitieve netwerken. Een cognitieve netwerk zal op een autonome manier zijn netwerkparameters aanpassen aan de huidige netwerkcontext in een iteratieve cyclus (‘cognition loop’ genoemd. De ‘cognition loop’ bestaat uit de volgende fases: (1) meten van de omgeving; (2) analyse van de metingen; (3) bepalen van betere netwerkinstellingen (bv. keuze van een andere frequentiekanaal); (4) (her)configuratie van de netwerkinstellingen, ten gevolge waarvan de omgeving zal beïnvloed worden; De ontwikkeling van cognitieve netwerkoplossingen is een hot topic in de onderzoekswereld. Er is verder een toenemende trend om de prestatieanalyse van nieuwe cognitieve oplossingen in een experimentele omgeving uit te voeren, omdat het zeer moeilijk is om de interferentieproblematiek en hardware-eigenschappen van draadloze toestellen (m.a.w. de verschillende operatiemodes die overeenkomen met verschillen configuratiemogelijkheden) met voldoende nauwkeurigheid te modelleren. Alhoewel een experimentele testomgeving een betere weerspiegeling is van de realiteit, heeft ook deze omgeving zijn problemen: het reproduceren van experimenten is niet eenvoudig, maar is wel essentieel om een objectieve vergelijking van meerdere oplossingen toe te laten. Een draadloos experiment kan immers beïnvloed worden door oncontroleerbare externe factoren (bv. externe interferentie van draadloze toestellen die geen deel uitmaken van het experiment). Doelstelling: Het doel van deze thesis is de ontwikkeling van een onderzoeksmethodologie voor het uitvoeren van betrouwbare en reproduceerbare experimenten. Bedoeling is om onbetrouwbare metingen te identificeren aan de hand gepaste observatiemethodes en correlatietechnieken. Vragen die moeten geantwoord worden in deze thesis zijn: (1) hoe dikwijls moet een experiment herhaald worden met het oog op de statische relevante van de prestatieanalyse? (2) welke experimenten zijn onbetrouwbaar (bv. door een ongekende externe storing, door verkeerde configuratie van het experiment, ...) en moeten bijgevolg verworpen worden? (3) welke metingen dienen uitgevoerd te worden om het experiment te observeren? (4) hoe kan ik het aantal iteraties van een experiment minimaliseren (bv. door interpolatie/extrapolatietechnieken), zonder verlies aan betrouwbaarheid van het experiment? Voor deze thesis zal de student experimenten uitvoeren op het draadloze testbed van iMinds (zie http://www.iminds.be/en/develop-test/ilab-t/wireless-lab). Hij zal niet alleen experimenten uitvoeren, maar ook experimenteermethodes ontwikkelen en implementeren in het controle en management raamwerk van het testbed. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9644: Bouwen en beheren van Internet of Things applicaties Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Ingrid Moerman Jeroen Hoebeke, Floris Van den Abeele, Jen Rossey Jeroen Hoebeke Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 4 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: De komende jaren zal de omvang van het Internet exploderen doordat steeds meer dagdagelijkse objecten een virtuele tegenhanger zullen krijgen. Zo voorspelt het OECD een vertienvoudiging van het aantal Internet geconnecteerde devices tot 50 miljard in 2020. Hiervoor worden kleine embedded devices zoals sensoren en actuatoren gebruikt met draadloze communicatiemogelijkheden. Het Internet zal zo evolueren naar een Internet of Things dat ons zal toelaten om op een eenvoudige manier en vanop afstand informatie te verkrijgen over dingen en hun omgeving (bv. de temperatuur, een deurslot, de status van de wasmachine) en ermee te interageren (bv. sluiten van de deur, aanschakelen van de verwarming). Met behulp van deze informatie en de mogelijkheid om objecten te controleren kunnen er compleet nieuwe toepassingen gebouwd worden die ons leven zullen vergemakkelijken. Cruciaal hierbij is dat het bouwen van dergelijke toepassingen even eenvoudig wordt als het bouwen van webtoepassingen de dag van vandaag. Hiervoor worden open standaarden ontwikkeld binnen het IETF, zowel op de netwerklaag om deze kleine devices te connecteren met IPv6 Internet als op de servicelaag om hun diensten te gebruiken in web services. Bij dit laatste zal het Constrained Application Protocol (CoAP), dat momenteel binnen IETF gespecifeerd wordt, een belangrijke rol spelen. Dit protocol laat toe om objecten (resources) aan te spreken en ermee te interageren op een manier die vergelijkbaar is met HTTP. Zo kan je bijvoorbeeld door middel van een CoAP GET request naar een temperatuursensor eenvoudig de temperatuur opvragen. De overhead van CoAP is veel kleiner dan HTTP, maar biedt gelijkaardige mogelijkheden om gebruikt te worden in web services. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is om het bouwen en beheren van Internet of Things applicaties eenvoudiger en gebruiksvriendelijker te maken. Het vertrekpunt hiervoor zullen de recente CoAP ontwikkelingen binnen onze onderzoeksgroep zijn zoals een C++ CoAP framework, HTTP-CoAP proxy, CoAP voor sensoren, resource directory, creatie van entiteiten enz. Bedoeling is hun functionaliteit verder uit te breiden of te gebruiken in nieuwe tools. Dit kan zowel ontwikkelingen op de embedded devices zelf als op sensor gateways of andere devices zoals een tablet omvatten. Afhankelijk van de interesses van de student bieden wij 4 mogelijke topics aan binnen deze scriptie: 1) Bouwen van geavanceerde oplossingen en een tool om IoT devices gemakkelijker te deployen, beheren, configureren en hun data te verzamelen door middel van een smartphone of tablet met 802.15.4 interface 2) Oplossing om dynamisch nieuwe CoAP resources toe te voegen aan een sensor 3) Ontwikkelen van een tablet tool die toelaat eenvoudige IoT toepassingen te bouwen door automatisch beschikbare sensoren, toegelaten operaties, slimme gateway functionaliteit… te ontdekken en intuïtief te combineren tot een functioneel geheel. 4) Bouwen van een geavanceerde HTTP/CoAP proxy+cache met een mapping naar bestaande web service tools De thesis omvat het ontwerp van een oplossing voor het gekozen probleem, de implementatie, de evaluatie en demonstratie op een Internet of Things testbed Locatie: Zuiderpoort, thuis 10294: Classificatie door middel van genetische programmeertechnieken Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Tom Dhaene Sean Stijven, Dirk Deschrijver Tom Dhaene Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Bij classificatie wil men een bepaald object analyseren en dit op basis van geobserveerde patronen toewijzen aan een overeenkomstige klasse. Een typisch voorbeeld is het analyseren van e-mails die vervolgens in de categorie spam of niet-spam onderverdeeld worden. Of bijvoorbeeld ook de ziekte van een patiënt bepalen a.d.h.v. de symptomen. Genetic Programming (GP) is een krachtige evolutionaire leertechniek die geïnspireerd is op biologische evolutie en die gebruikt kan worden voor het vinden van structuren vertrekkende van eenvoudige basisblokken. Uit onderzoek is gebleken dat GP succesvol is in het oplossen van regressie-problemen. Door gebruik te maken van multi-objective optimalisatie zijn de modellen zowel accuraat als eenvoudig te interpreteren. Ook binnen de classificatie is de GP techniek al toegepast, maar hier wordt de nadruk meestal enkel op accuraatheid gelegd [ http://sci2s.ugr.es/publications/ficheros/2010-Espejo-IEEETSMCC.pdf ]. Doelstelling: De eerste fase van deze masterproef bestaat uit het bestuderen van enkele artikels over classificatiealgoritmes en genetic programming. Concepten en oplossingen uit de machine learning die nuttig kunnen zijn voor het bouwen van classificatiemodellen zullen daarna geïdentificeerd worden. In de tweede fase zal een bestaande Genetic Programming implementatie (die gericht is op regressie) worden aangepast voor classificatie. De nadruk ligt hier niet alleen op de optimalisatie van het algoritme voor accuraatheid, maar ook op het verbeteren van de interpreteerbaarheid van het model. Het algoritme zal uitgetest worden op een aantal benchmarkvoorbeelden en er zal nagegaan worden wat de voor- en nadelen zijn t.o.v. andere technieken. Enkele vergelijkingspunten naast accuraatheid en interpreteerbaarheid zijn: robuustheid, computationele kost, mogelijkheid tot automatisatie, invloed van data met hoge dimensionaliteit en aanwezigheid van overbodige variabelen. Enkele nuttige links: http://en.wikipedia.org/wiki/Classification_in_machine_learning http://en.wikipedia.org/wiki/Genetic_programming http://en.wikipedia.org/wiki/Supervised_learning http://www.evolved-analytics.com Kennis van machine learning is niet vereist, maar interesse voor deze materie wel. Ervaring met Mathematica zal zeker van pas komen. Locatie: Zuiderpoort 10244: Cloud-dienst evenementen voor het intelligent toekennen van beschikbare plaatsen bij Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck Wannes Kerckhove, Thomas Dupont Wannes Kerckhove Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Online reservatiediensten voor evenementen zijn niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. Uiteenlopende types van evenementen (zoals concerten, sportwedstrijden, culture centra) werken met genummerde zaalplannen, hierbij krijgt de bezoeker bij zijn ticketaankoop ineens één of meerdere plaatsen toegewezen. Soms kan de koper zijn zitplaats zelf kiezen (hij zal eerst een suggestie krijgen), soms wordt achterliggend een plaats gekozen door het systeem. De bestaande algoritmes voor “Best Available Seating” zijn op dit moment achterhaald en te beperkend daar uitgegaan wordt van een statische indeling met als resultaat dat de organisator achterblijft met nog steeds individuele lege plaatsen. Naast een betere zaalvulling wil men ook rekening houden met bvb. de zitplaatsen van de bezoeker zijn Facebook vrienden. Ook het dynamisch verdelen van stoelen over de verschillende rangen (men zal zoveel mogelijk de duurste rang proberen te verkopen) is een interessant probleem. De uitdaging wordt echter pas echt complex als men deze berekeningen at runtime wenst uit te voeren, waarbij dus –op een efficiënte wijze- moet rekening houden met de andere lopende en verwachte bestellingen. Doelstelling: Het doel van deze masterproef is te onderzoeken hoe een dienst kan opgezet worden die in staat is om de verkoop en toekenning van beschikbare plaatsen bij een evenement op een intelligente en efficiënte manier te laten verlopen. Hierbij zijn vele aspecten belangrijk. Het systeem zal generiek genoeg moeten zijn om de vereisten die zullen variëren tussen de verschillende evenementen te kunnen ondersteunen. Organisatoren willen zoveel mogelijk plaatsen verkopen tegen een zo hoog mogelijke prijs. Hoe dit dan precies moet gebeuren is echter van veel factoren afhankelijk zoals de indeling van de locatie, het type evenement, bepaalde lokale regelgevingen, etc… Een ander aspect is schaalbaarheid. Reservatiediensten krijgen vaak te maken met enorme belasting verspreid over een korte periode. Een cloud-platform kan ingeschakeld worden om dit op te vangen, maar dan moeten de algoritmes die gebruikt worden voor plaatstoekenning kunnen werken in een gedistribueerde omgeving waarbij er de nodige synchronisatie zal moeten gebeuren tussen de verschillende instanties van het systeem. Eens de architectuur van de beschreven dienst in samenwerking met de begeleider ontwikkeld is, zal een Proof-of-Concept geïmplementeerd en geëvalueerd worden en zal een demonstratiescenario uitgewerkt worden. De hardware (Cloud backend) die benodigd is voor het succesvol uitwerken van deze thesis zal voorzien worden door de onderzoeksgroep. Voor de vereiste data en verdere expertise op het vlak van e-ticketing kan beroep gedaan worden op de samenwerking met Oxynade. Locatie: Zuiderpoort, thuis Opmerkingen: Deze thesis loopt in samenwerking met Oxynade (http://www.oxynade.com), een Gents bedrijf dat gespecialiseerd is in e-ticketing, data aggregatie, nieuwe media en online monetisatie modellen. Eventuele stagemogelijkheden kunnen besproken worden indien er hier interesse voor is bij de student 10309: Cloudschaalbaarheid zonder virtualisatie Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Gregory Van Seghbroeck Jeroen Famaey, Maxim Claeys Gregory Van Seghbroeck Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: De “Cloud” komt in tal van gedaanten. Bij Infrastructure-as-a-Service (IaaS), zoals de Amazon Cloud, kan je virtuele machines (VM) reserveren, die je dan zelf naar believen kan configureren. Platform-as-aService (PaaS), o.a. Google App Engine, laat je toe om nieuwe applicaties te maken bovenop een cloud infrastructuur. Google App Engine staat dan in voor de configuratie van verschillende functionaliteiten zoals Databank, Webserver, XMPP messaging, enz. Ook Software-as-a-Service (SaaS), zoals bij Salesforce, waar je als gebruiker een CRM applicatie kunt samenstellen door gebruik te maken van de verschillende software modules die aangeleverd worden door Salesforce, is een mogelijkheid om cloud services aan te bieden. Een belangrijke eigenschap van clouds is dynamische schaalbaarheid. Bij IaaS Clouds kan de gebruiker zelf extra servers deployen. Bij de andere vormen gebeurt dit vaak achter de schermen. In de onderzoeksgroep hebben we de Virtual Wall (VW), die hoofdzakelijk gebruikt wordt voor grootschalige experimenten rond netwerkemulaties, maar ook meer en meer in de cloudwereld gebruikt wordt. De VW laat echter niet toe om dynamisch VM’s toe te voegen aan een bestaand experiment, waardoor we hier echter de belangrijkste troef van clouds missen. Doelstelling: In deze scriptie is het de bedoeling om het beste van twee werelden te combineren: enerzijds de kracht van de VW om netwerken te virtualiseren en emuleren en anderzijds de schaalbaarheid en het dynamisch karakter van de cloud. Hierdoor zal het mogelijk worden om experimenten op te zetten die bestaan uit een variërend aantal nodes, verbonden via een netwerklinks waarvan we de bandbreedte, de vertraging en het pakketverlies dynamisch kunnen aanpassen. Om dit te realiseren zijn er verschillende oplossingen. Een eerste werkwijze bestaat er in om gelijkaardig aan Google App Engine, niet zozeer volledige machines te gaan virtualiseren, maar eerder op een transparante manier verschillende applicaties op dezelfde host te draaien. Deze applicaties delen dan hetzelfde fysieke netwerk, dus zal het onderliggende raamwerk moeten toelaten om de verschillende communicatiekanalen individueel te beheren. Een andere bijkomende moeilijkheid is het hosten van de verschillende applicaties, zonder dat deze elkaar beïnvloeden. De tweede optie is meer een uitbreiding op het IaaS model. Hier zullen we gebruik maken van cloud management software, zoals Eucalyptus, binnenin de VW. De moeilijkheid hier is het opzetten en het configureren van de interne cloud en van de nodige tools om het netwerk te beheren. Uiteraard is het de bedoeling dat de communicatie volledig transparant verloopt voor de gebruiker. Locatie: Zuiderpoort 9690: Co-creatie en automatische creatie van waardenetwerken voor het aanbieden van cloud diensten Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Mario Pickavet, Sofie Verbrugge Marlies Van der Wee, Bram Naudts Bram Naudts Master in de ingenieurswetenschappen: bedrijfskundige systeemtechnieken en operationeel onderzoek, Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal 1 masterproeven: AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Waardenetwerken omschrijven hoe waarde gecreëerd wordt door een organisatie. In een waardenetwerk wordt aangeduid hoe de drie vormen van waarde worden uitgewisseld tussen actoren: (1) goederen, diensten en inkomsten (2) kennis en (3) ontastbare voordelen Het opstellen en de toewijzing van waarde uitwisselingen tussen actoren vergt een goed begrip van de werking van een organisatie. Waardenetwerkanalyse wordt vaak gebruikt om te bepalen hoe innovatieve diensten en producten succesvol op de markt kunnen worden geïntroduceerd. De informatie die hierbij wordt gegenereerd is dan ook erg interessant voor startende ondernemingen die een innovatief product op de markt brengen. Hiervoor is in de meeste gevallen een uitgebreide sessie nodig waarbij de rol van de organisatie in het waardenetwerk wordt uitgetekend. Dit vergt veel tijd en dient regelmatig herhaald te worden wegens de dynamische aard van een onderneming. Hierdoor ontstaat een lacune tussen het opgestelde waardenetwerk en de werkelijke situatie. Doelstelling: Het doel van de thesis is het ontwikkelen van een tool die geautomatiseerd een eenvoudig waardenetwerk kan genereren. De gegenereerde informatie kan dan gebruikt worden om een initiële analyse uit te voeren om zo de volgende stappen in een gedetailleerde waardenetwerkanalyse aan te sturen. De thesis is gelinkt aan een case die onderzoek doet naar waardenetwerken voor cloud gebaseerde diensten (Facebook, Dropbox, Picasa, Windows Live Mail, etc.). De procedure die we wensen te automatiseren bestaat uit drie stappen. 1. In de eerste stap worden de gebruiker(s) (één of meerdere organisaties) bevraagd via een vragenlijst. 2. De antwoorden van deze vragenlijst worden in de tweede stap verwerkt om de huidige situatie (zoals het waardenetwerk nu is) en de toekomstige situatie (zoals het waardenetwerk er in de toekomst zou kunnen uitzien door introductie van een nieuw product) in te schatten 3. In de laatste stap wordt het waardenetwerk gevisualiseerd De te stellen vragen worden door de tool zelf op een intelligente manier gekozen. Op die manier kunnen we een zelflerend systeem ontwikkelen voor het waardenetwerken van verschillende types van cloud diensten. Tijdens de ontwikkeling van de tool dient ook rekening gehouden te worden met de snelle veranderingen die innovatieve ondernemingen ondergaan. De tool moet daarom aan de gebruiker kunnen worden aangeboden als een webapplicatie. Bij de uitwerking van deze thesis en de case dient de student economische onderzoeksmethoden (waarde netwerk analyse) om te zetten naar een technische tool (automatisatie). Locatie: Zuiderpoort 9688: Conflicterende belangen bij on-shore windmolenparken Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Mario Pickavet, Sofie Verbrugge Mathieu Tahon, Koen Casier Mathieu Tahon Master in de ingenieurswetenschappen: bedrijfskundige systeemtechnieken en operationeel onderzoek, Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal 2 masterproeven: AJ: 2013-2014 Probleemstelling: De installatie van on-shore windparken is één van de mogelijkheden om de productiecapaciteit van hernieuwbare energie te verhogen, om op deze manier de doelstellingen van de Europese Commissie te halen. De installatie van zulke capaciteit op het bestaande distributienet kan echter voor problemen zorgen. Het distributienet is niet gedimensioneerd voor lokale productiecapaciteit, en de distributienetbeheerder (DNB) is verantwoordelijk voor de integratie van deze capaciteit in het netwerk. Hiervoor zijn er verschillende mogelijkheden. De DNB kan investeren in extra netwerkcapaciteit, waardoor alle geproduceerde energie gedistribueerd kan worden. Op deze manier wordt een maximum aan hernieuwbare energie gebruikt, maar uiteraard is een netwerkuitbreiding financieel minder interessant voor de DNB. De tweede mogelijkheid is curtailing. Dit betekent dat bij netwerkproblemen, de DNB de productiecapaciteit van de windmolen kan terugschroeven, of zelfs de molen loskoppelen van het net. Het nadeel van deze methode is dat de eigenaar van de windmolen geen energie meer kan verkopen, en dus opbrengsten misloopt. Omdat problemen vaak heel kortstondig optreden, gevolgd door periodes van onderbenutting van het net, kan curtailing geoptimaliseerd worden. Hiervoor is er echter een realistische forecast van de windproductie noodzakelijk. Bij korte overproductie kan de DNB dan de windmolen toch laten produceren, aangezien er op een later ogenblik overcapaciteit op het netwerk is of opslagcapaciteit aanwezig. Zo wordt de levensduur van het netwerk niet verminderd, en verhogen de kosten voor de DNB niet, terwijl er toch meer hernieuwbare energie geconsumeerd kan worden. Uit de bovenstaande beschrijving is het duidelijk dat de twee spelers conflicterende doelstellingen hebben. Voor de eigenaar van de productiecapaciteit is het belangrijk om zo veel mogelijk energie te produceren, aangezien dit de winstgevendheid van zijn investering verhoogt. Zo kan het voor hem interessant worden om veel productiecapaciteit te bouwen op dezelfde locatie. Aan de andere kant is het voor de DNB kostenefficiënter om curtailing uit te voeren. Doelstelling: De techno-economische analyse van deze situatie wordt uitgevoerd binnen deze thesis. De student vergelijkt de verschillende mogelijkheden zoals hierboven beschreven. Er worden modellen gebouwd voor zowel de DNB als de energieproducent, die rekening houden met de verschillende strategieën. Om de interactie tussen verschillende actoren te modelleren kan gebruikt gemaakt worden van speltheorie. Een tweede belangrijke factor is de onzekerheid rond toekomstige windproductie en de voorspelling ervan. Deze onzekerheid heeft een duidelijk impact op de verwachte opbrengsten van de windproductie, maar ook op de benodigde investeringen van de DNB kant. De verschillende partijen hebben echter voldoende flexibiliteit om deze onzekerheid te reduceren. De DNB kan netwerkinvesteringen uitstellen, de eigenaar van de windmolens kan later extra capaciteit installeren. Optietheorie laat toe om de impact van deze onzekerheid te modelleren. Na het modelleren van de verschillende mogelijkheden dienen dus ook de conflicterende doelstellingen en de onzekerheid geïmplementeerd te worden in de analyse. Deze modellering kan zowel gebeuren vanuit een spreadsheet modellering, als vanuit java code, waarvoor we een bestaande bibliotheek ter beschikking stellen. Locatie: Opmerkingen: Stage mogelijk bij Eandis. 9834: Data compression bij gesuperviseerde leeralgoritmes Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Tom Dhaene, Eric Laermans Dirk Deschrijver Tom Dhaene Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Probleemstelling In de ingenieurswetenschappen worden vaak surrogaatmodellen berekend die het gedrag van complexe systemen benaderen met een wiskundig model (bv. een spline, neuraal network, support vector machines, …) De beschikbaarheid van deze modellen laat een wetenschapper of ingenieur toe om sneller inzicht te verwerven in zijn/haar probleem. Het berekenen van datapunten om een model te bouwen is vaak tijdrovend, en er zijn reeds efficiënte technieken ontwikkeld om de keuze van datapunten op intelligente manier te optimaliseren. In sommige gevallen is echter de omgekeerde situatie van toepassing. Door de toename van computerkracht en de grote hoeveelheid data die beschikbaar is, zal de complexiteit van het modelleren dramatisch toenemen (big data). Aangezien niet alle datapunten even belangrijk zijn, is er nood aan robuuste technieken die deze gegevens analyseren en rangschikken in de volgorde van belangrijkheid. Deze informatie kan dan gebruikt worden om gewichten toe te kennen aan ieder datapunt, of data te comprimeren. Om dit probleem aan te pakken kunnen er verschillende criteria toegepast worden, die elk hun eigen veronderstellingen en karakteristieken hebben. Doelstelling: Het doel van deze masterproef is om een grondige theoretische en praktische studie uit te voeren over de verschillende bestaande samplingscriteria (voor- en nadelen, toepasbaarheid, aannames, etc.). Vervolgens zullen er nieuwe methodieken ontwikkeld worden die een grote hoeveelheid data kunnen analyseren en reduceren tot een beperkte set van gegevens die de essentie omvat. Hierbij is het belangrijk dat deze stap een lage computationele kost heeft, en kan leiden tot een betere schaalbaarheid van de modelleringstechnieken. De resultaten hiervan kunnen dan ook getoetst worden aan de hand van een aantal concrete problemen uit verschillende onderzoeksdomeinen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de SUMO-Toolbox, een open source platform in MATLAB voor supervised learning, ontwikkeld binnen de IBCNonderzoeksgroep. Enkele nuttige links: http://en.wikipedia.org/wiki/Supervised_learning http://www.sumo.intec.ugent.be/?q=research_machinelearning http://sumowiki.intec.ugent.be Locatie: Zuiderpoort en/of thuis Opmerkingen: Kennis van surrogaatmodellering is niet vereist, maar interesse voor deze materie wel. Enig wiskundig inzicht en ervaring met matlab zal zeker van pas komen. Literatuur (40%), implementatie (40%), validatie (20%) 9824: Data mining en predictieve modellering voor een betere zorgverlening Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Tom Dhaene, Ann Ackaert Dirk Deschrijver, Jan Van Ooteghem Ann Ackaert Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Naargelang de levensverwachting hoger wordt en het aantal ouderen steeds toeneemt, zullen de zorguitgaven de komende jaren drastisch stijgen. Om de kosten van de zorgverlening in te perken wil men gebruik maken van ICT-oplossingen en zo een nieuwe vorm van ziektebeheer ontwikkelen. Een belangrijk deel van de Belgische bevolking lijdt immers aan meerdere gezondheidsproblemen die tegelijkertijd voorkomen en dus aan elkaar gelinkt zijn. Het is van belang om nieuwe aandoeningen vroegtijdig op te sporen en preventieve maatregelen te nemen om het verdere ziekteverloop beter te beheersen. Door geavanceerde data-mining-technieken toe te passen op allerlei gegevensbronnen (zoals bv. data van zorgverleners, verzekeraars, mutualiteiten, patiëntinformatie, …) wil men een beter inzicht verwerven in het ziekteverloop van gerelateerde aandoeningen. Dit kan in een verdere fase dan leiden tot een doelgerichte coaching en betere opvolging van patiënten. Doelstelling: De doelstelling van deze thesis is om diepgaande data-analyses uit te voeren op een databank met historische patiëntgegevens door gebruik te maken van data-mining-technieken. Deze databank kan allerlei informatie bevatten zoals medische gegevens, hospitalisaties, medicatie, interventies, en door hier clustering-algoritmes op toe te passen kunnen patiënten met een gelijkaardig ziektebeeld gegroepeerd worden. Binnen een cluster kan men vervolgens gebruik maken van patroonherkenning of associatieregels om verbanden te gaan zoeken tussen een ziekte en gerelateerde ziekteverschijnselen. De resultaten van deze studie kunnen dan in een latere fase gebruikt worden om predictieve modellen op te stellen die kans op medische gebeurtenissen of nieuwe aandoeningen kunnen voorspellen. Potentiële technieken die hiervoor in aanmerking komen zijn neurale netwerken, support vector machines, beslissingsbomen en classificatie-algoritmes. In een laatste stap kan aan de het clusteringsmodel ook nog een kostenmodel worden gekoppeld. Finaal kunnen dan conclusies en aanbevelingen worden voorgesteld voor verdere verbeteringen in het zorgproces. Locatie: Zuiderpoort 9660: De recursive internetarchitectuur voor interplanetair Internet Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Didier Colle, Mario Pickavet Dimitri Staessens, Sander Vrijders Dimitri Staessens Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Door de explosieve groei van het internet kwamen er een heleboel tekortkomingen van de huidige TCP/IP architectuur aan het licht. Echte oplossingen voor deze tekortkomingen bleven uit en de problemen werden meestal omzeild met incrementele “patches”. De “Recursive InterNet Architecture” (RINA) is een nieuwe netwerkarchitectuur die niet verder bouwt op TCP/IP. RINA beschouwt een netwerk als louter InterProces Communicatie en stelt een hiërarchie van recursieve lagen voorop die gelijkaardig zijn van functionaliteit (transport, foutcontrole, authenticatie,…) maar verschillen in bereik. Een laag in RINA (een DIF (Distributed IPC Facility)) groepeert communicerende applicatieprocessen die via een bepaalde policy kunnen geconfigureerd worden. De RINA architectuur heeft als eigenschap dat multihoming, QoS, verhoogde veiligheid, … inherent zijn aan de architectuur, zodat hiervoor geen specifieke oplossingen meer ontwikkeld hoeven te worden. Is the Internet an unfinished demo? Meet http://pouzin.pnanetworks.com/images/Is_the_Internet_an_unfinished_demo_-_Meet_RINA.pdf RINA! Doelstelling: In deze scriptie zal een simulator voor RINA worden ontworpen en geimplementeerd. De student moet eerst vertrouwd worden met de nieuwe netwerkarchitectuur. Daarna zal er een keuze moeten gemaakt worden tussen het gebruik van OPNET, OMNET++ of NS-3. Daarna zal de simulator ontworpen, en geïmplementeerd worden, met als eigenschappen dat deze mobiele applicaties en mobiele gebruikers ondersteunt. De simulator moet toelaten de schaalbaarheid van RINA te testen, en eventuele bottlenecks te identificeren. Als use case voor deze thesis zal het Interplanetair internet (http://ipnsig.org/) aan bod komen. Het doel is dan ook om een vergelijking te maken hoe RINA (en meer bepaald het onderliggende delta-t protocol) zich gedraagt voor communicatie over interplanetaire afstanden. De resultaten kunnen eventueel vergeleken worden met de huidige oplossingen, zoals bv. DTN (http://www.dtnrg.org). Locatie: Zuiderpoort 9732: Delven in Data - kennis distilleren uit grote hoeveelheden data Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Tom Tourwe [Sirris] Anna Hristoskova, dr. Elena Tsiporkova [Sirris] Anna Hristoskova Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Big data technologieën zijn een nieuwe generatie van algoritmes en architecturen, ontworpen om automatisch informatie en kennis te halen uit zeer grote volumes van uiteenlopende soorten gegevens, door deze aan hoge snelheid te vatten, te ontdekken en/of te analyseren. Deze technologieën worden steeds belangrijker naarmate er meer data beschikbaar is in vele verschillende domeinen, zoals sociale netwerken (Facebook, Twitter), groene energie (slimme energiemeters, domotica), mobiliteit en transport (TomTom GPS data), etc. Hoewel er een overvloed aan data gegenereerd wordt, er verschillende open source pakketten beschikbaar zijn om deze te verwerken (Apache Hadoop) en er vele voorbeelden van bedrijven zijn die deze data op een slimme manier gebruiken (Google, Amazon, Facebook), wordt de data nog niet altijd ten volle geexploiteerd door de meeste bedrijven. Dit komt ondermeer omdat zij de waarde en de mogelijkheden van de data onvoldoende kunnen inschatten, of omdat ze niet over de juiste kennis (nieuwe architecturen, algoritmen voor machine learning en data mining) beschikken om de data te analyseren. Doelstelling: De doelstelling van deze thesis is om geschikte data mining & machine learning algoritmen te identificeren, toe te passen en te evalueren in een bepaald domein. De big data technologieën zijn toepasbaar in zeer uiteenlopende domeinen, en hieronder volgt een opsomming van voor ons relevante domeinen. Het concrete domein waarbinnen gewerkt zal worden kan worden bepaald al naargelang de voorkeur en interesses van de studenten: - Voorspellen van verkeersstromen, m.a.w. het identificeren van patronen zoals structurele files, seizoensgebonden verkeer (toerisme), week- en weekendverkeer, dag- en avondverkeer, ... - Real-time trend en anomalie detectie bij grenscontroles, m.a.w. het identificeren van trends (zoals bv. seizoensgebonden verkeer) en situaties die afwijken van deze trends. - Voorspellen van de energievraag en –aanbod om deze beter op elkaar te kunnen afstemmen - Pro-actief onderhoud van machines, m.a.w. voorspellen wanneer een machine onderhoud zal nodig hebben Concrete voorbeelden van algoritmen zijn reinforcement learning, Bayesian networks, clustering, support vector machines. Locatie: Zuiderpoort Opmerkingen: Een stage is mogelijk bij Sirris, industrieel onderzoekscentrum van de Belgische technologische industrie 9753: Een context-aware platform voor dynamische consultatie van medische data Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Johan Decruyenaere Femke De Backere, Bram Gadeyne, Femke Ongenae Femke De Backere Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Op de kritieke diensten van ziekenhuizen, zoals de ICU (Intensive Care Unit) van het UZ Gent, is het van groot belang om snel en adequaat beslissingen te nemen op basis van de beschikbare data. Artsen worden echter overstelpt met gegevens, waardoor het moeilijk is om al deze gegevens in acht te nemen. Daarnaast heeft een patiënt geen vaste arts en is het dus mogelijk dat een arts heel snel juiste informatie moet kunnen vinden over een bepaalde patiënt. Er is nood aan een systeem dat toelaat, om aan de hand van de context en het ziektebeeld van de patiënt, de gegevens weer te geven die op dat moment en op die locatie het belangrijkst zijn voor de arts. Bovendien gebruikt de arts verschillende apparaten om op verschillende locaties in het ziekenhuis verschillende gegevens te raadplegen. Het generieke systeem moet aan de hand van de context en het gebruikte apparaat zijn weergave aanpassen. Doelstelling: Het doel van deze thesis is het onderzoeken en ontwikkelen van een context-aware systeem dat op ieder moment de belangrijkste informatie kan weergeven aan een arts. De relevantie van de informatie is niet enkel afhankelijk van de huidige context, bijvoorbeeld de locatie van de arts en het tijdstip, maar ook van het profiel van de patiënt, bijvoorbeeld diagnose en symptomen, en van de dokter, bijvoorbeeld zijn/haar specialisatie. Daarnaast kan ook rekening gehouden worden met het type toestel dat op dat moment door de arts gebruikt wordt, de hoogdringendheid van bepaalde cases en bepaalde richtlijnen voor het behandelen van bepaalde ziektebeelden. Monitorparameters en individuele labowaarden worden automatisch opgehaald om op die manier tot een en dynamische weergave te komen van de medische data. Bijvoorbeeld: Bij de overdracht van patiënten loopt een arts rond met zijn tablet. Wanneer hij bij een patiënt in isolatie komt, krijgt hij onmiddellijk de laboresultaten te zien met de aanduiding van de gevaarlijke kiemen en de behandeling die hiervoor opgestart werd. Hierna komt hij bij een patiënt met een longinfectie. Uit de laatste labowaarden blijkt dat de infectie niet afneemt en wordt de verdere behandeling gesuggereerd. Verder op de gang verandert de weergave op de tablet naar een grondplan waarop per bed de belangrijkste informatie weergegeven wordt. Ook ziet de arts dat er 2 patiënten naast elkaar liggen met dezelfde gevaarlijke kiem. Misschien is er hier sprake van een besmetting. De ontwikkelde applicatie zal in de laatste fase van de thesis geëvalueerd worden aan de hand van een concrete use case, die in overleg met de begeleiders van de dienst Intensieve Zorg van het UZGent zal worden vastgelegd. Deze thesis laat toe om zich volledig in te werken in het domein van alerting, richtlijnen en context-aware toepassingen en dit binnen een zeer actuele medische context. Locatie: Zuiderpoort 9648: Evalueren en optimaliseren van binnenshuislokalisatiesystemen voor het traceren van voertuigen of personen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Ingrid Moerman Tom Van Haute, Eli De Poorter, Jen Rossey Tom Van Haute Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 3 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: GPS is de meest traditionele manier om objecten, wagens of personen te traceren. Maar bij GPS is LOS (Line of Sight) een vereiste. Hierdoor is het gebruik van een GPS in gebouwen onmogelijk. Een alternatief voor indoor lokalisatie is het gebruik van draadloze sensornetwerken (WSN of wireless sensor networks). Oorspronkelijk werden WSN voornamelijk gebruikt om een omgeving te controleren (met bvb. een temperatuur- en/of vochtigheidssensor, etc.). Met de nieuwe generaties smartphones kunnen WSNs ook gebruikt worden voor positionering binnen gebouwen. Indoor lokalisatie zal gebruikt worden in tal van verschillende toepassingen. Enkele voorbeelden: (1) navigatie van personen in drukke luchthavens/overheidsgebouwen voor het vinden van de juiste gate/loket; (2) het navigeren en helpen evacueren van ondergrondse mijnwerkers; (3) het snel terugvinden van voertuigen in grote multi-level parkings; (5) of in de medische sector: patiënten met Alzheimer kunnen getraceerd worden waarbij bepaalde deuren automatisch worden afgesloten. Verder zou men de verpleegsters kunnen traceren om op die manier de verpleegsteroproepsystemen te optimaliseren waarbij de dichtstbijzijnde verpleegster kan worden opgeroepen. In de literatuur zijn reeds tal van indoor localisatie-oplossingen voorgesteld, maar deze blijken in realistische omgevingen meestal niet dezelfde resulaten op te leveren als in de theorie of als in een kleine testopstelling (o.a. wegens complexere propagatie-eigenschappen in realistische gebouwen, wegens interferentie van andere draadloze toestellen, ...) Doelstelling: Het doel van deze thesis is om een robuust binnenshuis lokalisatiesysteem te ontwerpen, te implementeren en te evalueren. De masterproef begint in eerste instantie met het onderzoeken van de State-Of-The-Art omtrent indoor lokalisatie-oplossingen. Welke oplossingen bestaan reeds en wat zijn hun resultaten en/of beperkingen? Eens een goed inzicht is bekomen in de literatuur, is het de bedoeling dat enkele algoritmes worden geïmplementeerd, getest en worden vergeleken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de uitgebreide iMinds w.iLab-t draadloze testbeds (http://www.iminds.be/en/develop-test/ilab-t/wireless-lab). Voor de evaluatie van de oplossingen worden draadloos gestuurde robots gebruikt. Deze bewegen volgens een bepaald traject zodat de accuraatheid tussen de verschillende oplossingen kan gemeten en vergeleken worden. Een belangrijke factor hierbij is ook de interferentie. Er zal onderzocht moeten worden in hoeverre deze interferentie een invloed heeft op de accuraatheid van een algoritme en hoe deze invloed kan worden verbeterd. Uiteindelijk kan het algoritme geoptimaliseerd worden zodat het kan worden gebruikt in een twee verschillende use cases. De eerste use case is in samenwerking met Televic waarbij de oplossing zal worden getest in een echt ziekenhuis. Hierbij dragen de verpleegsters dan een sensor waardoor we op een centraal scherm een plattegrond zien met daarop de posities/trajecten van de verschillende verpleegsters. Een tweede mogelijke use case, in samenwerking met Multicap, is het traceren van voertuigen in multilevel parkings (capaciteit: tussen de 2 000 en 10 000 voertuigen). De voertuigen moeten snel en efficiënt worden gelokaliseerd. Locatie: Zuiderpoort Opmerkingen: Dit thesisonderwerp biedt de mogelijkheid om de ontwikkelde oplossing te toetsen in reële gebruikersscenario’s, nl. in de gezondheiszorg in samenwerking met Televic en in grote multi-level parkings in samenwerking met Multicap. Zowel bij Televic als Multicap kan een bedrijfsstage uitgevoerd worden. 9912: Functionele analyse van het humane metaproteoom Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Peter Dawyndt, Jan Fostier Bart Mesuere Peter Dawyndt Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Complexe microbiële gemeenschappen zoals in het gastrointestinaal stelsel spelen een belangrijke rol in de gezondheid en ziekte van mensen en dieren. Deze gemeenschappen zijn dynamisch in samenstelling en hun leden zijn intens geassocieerd met elkaar en met de menselijke gastheer. Dankzij zeer recente ontwikkelingen op het gebied van massaspectrometrie, kunnen we vandaag niet enkel DNA-fragmenten uit een staal bepalen, maar kunnen we ook rechtstreeks de actieve eiwitten bepalen. Dit leert ons niet enkel welke soorten bacteriën er in een staal zitten, maar ook wat ze daar doen (of net niet doen). Unipept (http://unipept.ugent.be) is een webtoepassing die door de onderzoeksgroep computationele biologie (WE02) werd ontwikkeld in samenwerking met de Vakgroep Microbiologie en Fysiologie. Via deze toepassing kunnen onderzoekers op basis van massaspectrometrisch bepaalde eiwitsequenties van een staal (bijvoorbeeld stoelgang of verontreinigd water) inzicht krijgen in de diversiteit ervan. Hiervoor extraheert Unipept informatie uit verschillende databronnen. Zo wordt bijvoorbeeld UniProt (een publieke databank van 17 miljoen eiwitsequenties) verwerkt tot een indexstructuur van meer dan 240 miljoen tryptische peptiden, die gecombineerd wordt met een diversiteitsdatabank van het NCBI. Na matching van de peptiden uit een staal en postprocessing bovenop de hiërarchische classificatie van alle levende organismen, wordt de diversiteit vervolgens op een dynamische manier gevisualiseerd. Doelstelling: In deze masterthesis is het de bedoeling om naast een diversiteitsanalyse, Unipept uit te breiden met een pipeline voor functionele analyse. Dit vereist enerzijds het aanvullen van de Unipept databank met functionele annotaties uit het Gene Ontology project, om vervolgens deze functionele informatie te gaan integreren op peptide-niveau en te visualiseren binnen de webtoepassing. Gezien de grote hoeveelheid aan te doorzoeken informatie, is het belangrijk dat hiervoor algoritmen uitgedacht worden die deze functionele analyse op een computationeel efficiënte manier kunnen uitvoeren. Een verdere uitbreiding van Unipept bestaat erin om zowel de diversiteitsanalyse als de functionele analyse open te gooien naar een vergelijking tussen meerdere stalen. In het bijzonder zijn we in het kader van een onderzoeksproject geïnteresseerd om een vergelijking te maken tussen het microbioom van een reeks mucovisidosepatiënt en hun (gezonde) verwanten, met een bedoeling een beter inzicht te krijgen in deze ziekte. Voorkennis in de biologische achtergrond is zeker geen vereiste (gezonde interesse is voldoende). Concrete invulling van het onderwerp staat open voor eigen inbreng van de student Locatie: S9 (Sterre), Zuiderpoort, thuis 9896: Gedistribueerde motiefdetectie met MapReduce Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Jan Fostier, Bart Dhoedt Dieter De Witte Jan Fostier Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: DNA bestaat uit genen die de nodige informatie bevatten om eiwitten te synthetiseren. Deze eiwitten zijn betrokken in nagenoeg alle chemische processen binnen een levend organisme. Ze kunnen op hun beurt binden op specifieke plaatsen in het DNA en op die manier de productie van andere eiwitten reguleren. In deze scriptie willen we deze bindingsplaatsen voor eiwitten, zogenaamde ‘motieven’, bepalen op een computationele manier. Dit is een complexe taak, aangezien motieven moeilijk te onderscheiden vallen van het andere, nietfunctionele DNA. Door simultaan in DNA-sequenties van nauwverwante organismen te gaan zoeken, kan men met succes de sensitiviteit van de detectiemethode verhogen. Deze benadering is echter computationeel uitdagend. Er werd tot dusver een performant exhaustief algoritme uitgewerkt dat gebruik maakt van indexstructuren om snel patronen op te sporen in meerdere organismen. Dit algoritme is reeds geparalleliseerd, met behulp van message passing (MPI). De bottleneck blijkt hierbij echter de grote hoeveelheid data te zijn, die tussentijds gegenereerd wordt en in het geheugen dient te worden houden. MapReduce (Hadoop) lijkt een meer geschikt framework om deze uitdaging aan te gaan. Doelstelling: Er werd op papier een voorstel voor een nieuwe parallelle benadering voor het algoritme uitgewerkt waarmee de student onmiddellijk aan de slag kan. Deze maakt gebruik van een MapReduce benadering en dient te worden geïmplementeerd in Hadoop. Doordat data in het Hadoop framework kan worden weggeschreven naar lokale harde schijf kunnen de geheugenbeperkingen worden aangepakt. Het algoritme dient uitvoerig getest te worden om na te gaan wat de mogelijkheden/beperkingen zijn van de nieuwe parallelle benadering. Een vergelijking met bestaande, niet-exhaustieve software kan eveneens interessant zijn om mogelijke tekortkomingen van deze benaderingen bloot te leggen. Afhankelijk van de vorderingen en interesses van de student, kan er nog onderzocht worden in hoeverre meer complexe patronen kunnen gedetecteerd worden, zoals patronen die bestaan uit een combinatie van deelmotieven of patronen die opgebouwd zijn uit een meer flexibel, gedegenereerd alfabet. Kennis van Java is aanbevolen. Het programmeerwerk dient in principe thuis te gebeuren. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9908: Genen in een sociaal netwerk: het gebruik van netwerkgebaseerde similariteitsmaten voor de identificatie van functioneel gelijkaardige genen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Jan Fostier, Kathleen Marchal Lieven Verbeke Jan Fostier Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: Genen bepalen het functioneren van de cellen waaruit elk organisme is opgebouwd. Ze bevatten erfelijke informatie die gebruikt wordt als blauwdruk bij de synthese van proteïnes. De werking en activiteit van een gen wordt sterk beïnvloed door de activiteit van talloze andere genen. Deze interacties kunnen gemodelleerd worden doormiddel van een graaf. Hierbij stelt elke knoop een gen voor, en elke verbinding een positieve of negatieve beïnvloeding van een gen door een ander gen. Genen die betrokken zijn in dezelfde biologische processen zullen in een dergelijke graaf dikwijls met elkaar verbonden zijn, eventueel via intermediaire knopen. De basisveronderstelling van deze studie is dan ook dat een maat voor de connectiviteit tussen twee genen ook een maat is voor de overeenkomst tussen de biologische functies van deze twee genen. Dergelijke maten voor connectiviteit of similariteit vinden we typisch terug bij sociale netwerken en aanbevelingssystemen die bijvoorbeeld nieuwe contacten of voor de gebruiker interessante items oplijsten. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is drieledig: (1) Het implementeren van een aantal in de literatuur beschreven netwerkgebaseerde similariteitsmaten in java, c++ of matlab. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan schaalbaarheid en performantie van de implementatie. (2) Het toepassen en verfijnen van de geïmplementeerde similariteitsmaten op publiek beschikbare data. (3) Het statistisch evalueren van de bekomen resultaten, waarbij gebruik gemaakt wordt van publiek beschikbare databanken van bekende gen-functies. Na afwerking van het onderzoek moet het mogelijk zijn om een uitspraak te doen over de toepasbaarheid en eventuele complementariteit van de geteste similariteitsmaten. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9901: GPU-gebaseerde string matching voor biologische toepassingen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Jan Fostier, Bart Dhoedt Dries Decap Jan Fostier Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: Het menselijk genoom (DNA) kan beschouwd worden als een lange sequentie van ongeveer 3 miljard karakters uit een vierletterig alfabet A, C, G en T. Tussen verschillende individuen onderling zijn er kleine verschillen in het DNA die ons uiterlijk bepalen (grootte, kleur van ogen, etc.) maar eveneens aanleiding kunnen zijn voor genetische ziektes. Met de huidige technologie voor het bepalen van de DNA sequentie kunnen een groot aantal, kleine stukjes DNA van ongeveer 100 karakters lang (zogenaamde ‘reads’), uit het DNA verkregen worden. Hierbij gaat echter de positionele informatie verloren. Wanneer er een referentie genoom beschikbaar is (van een ander individu), is het mogelijk om deze reads te aligneren met deze referentie en aldus de verschillen op te sporen. Het probleem vertaalt zich dus in een string matching algoritme waarbij fouten (mismatches) moeten kunnen worden toegelaten. Hiervoor bestaan gespecialiseerde algoritmes. Desondanks kunnen bij grote datasets de rekentijden zeer hoog oplopen bij gebruik van een sequentieel algoritme. Doelstelling: Om het aligneren van de reads (‘read mapping’) snel uit te voeren zal gebruik gemaakt worden van de Burrows-Wheeler transformatie of BWT. De BWT is een permutatie van de originele string die toelaat op een zeer efficiënte wijze deze string te doorzoeken. Het doel van deze thesis is om de BWT gebaseerde methode te implementeren zodat deze van een Graphics Processing Unit (‘GPU’) gebruik kan maken. Een GPU bevat een groot aantal parallelle functionele units (stream processoren) die toelaten meerdere reads gelijktijdig te aligneren. Op die manier een grote reductie in rekentijd verkregen worden. Een moeilijkheid is hierbij dat het algoritme het geheugen op een niet geordende manier aanspreekt, wat nadelig is voor de performantie. Er kan worden vertrokken van een bestaande, sequentiële implementatie. De kennis van C is sterk aanbevolen. Interesse in GPU architectuur is aanbevolen. Locatie: Zuiderpoort 9683: Green ICT en het rebound-effect: bespaart of verhoogt de uitrol van ICT het energieverbruik? Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Mario Pickavet, Bart Lannoo Ward Van Heddeghem Ward Van Heddeghem Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: Informatie- en communicatietechnologie (ICT) is steeds meer aanwezig in ons dagelijks leven. Daar waar we 15 jaar geleden nog met zijn allen achter de eigen PC in een hoek in de kamer zaten, heeft ICT zijn weg gevonden naar tal van verschillende toestellen en werden netwerken gebouwd om deze toestellen wereldwijd met elkaar te laten communiceren. De groei van ICT is explosief, en de impact op ons leefmilieu groeit navenant. Tegelijk wordt ICT ook nadrukkelijk bekeken als sector die oplossingen kan bieden voor verschillende problematieken i.v.m. leefmilieu zoals telewerken, teleconferencing, etc. Een aspect dat echter weinig onderzocht is, is in hoeverre zulke ICT oplossingen en de toenemende (energie of andere) efficiëntie daarvan deels leiden tot een toename ipv reductie van een bepaalde metriek zoals energieverbruik of CO2-footprint. Het is immers goed mogelijk dat de brede toepassing van bijvoorbeeld videoconferenties leidt tot een toename van langeafstandssamenwerking, met als gevolg net meer vluchten in plaats van de gangbaar veronderstelde afname daarvan. Dit effect is gekend als het rebound effect. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is te onderzoeken in hoeverre de toenemende rol van van steeds efficiëntere ICT netwerken en bijhorende toestellen van eindgebruikers leidt tot een netto toename van energieverbruik of CO2 uitstoot. Deze scriptie zal bestaan uit een grondige literatuurstudie en een technische component. In eerste instantie is het de bedoeling om een lijst van indirecte eerste en tweede-orde effecten op te stellen aan de hand van een aantal cases en andere literatuur bronnen. Deze effecten kunnen dan gecategoriseerd worden en het onderlinge verband (afzwakkend of net versterkend) moet bepaald worden. Door middel van bronnen in de literatuur of enquêtes kan, waar mogelijk, een inschatting gemaakt worden van kwantitatieve impact van elk deeleffect. In een tweede luik moet een analytisch model gemaakt worden dat de onderlinge verbanden doorrekent, welke dan in software geïmplementeerd wordt (in bijv. Excel, Java, of andere programmeertaal). Het eindresultaat zou een inschatting moeten kunnen geven over de grootteorde van eventueel rebound effecten op energie en/of CO2 impact van de toename van communicatienetwerken. Locatie: Zuiderpoort 9853: Identificatie van nieuwe kankergenen voor neuroblastoomonderzoek met machine learning Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Tom Dhaene, Yvan Saeys Joeri Ruyssinck, Katleen De Preter Joeri Ruyssinck Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: In het UZ Gent wordt momenteel fundamenteel onderzoek gedaan naar de onderliggende moleculaire mechanismen van neuroblastoom, een type kanker dat voornamelijk bij kinderen voorkomt en de cellen van het zenuwstelsel aantast. Neuroblastoom is een vrij heterogene ziekte met zowel patiënten bij wie een volledige genezing verwacht wordt alsook hoogrisicopatiënten, die vaak sterven aan de ziekte. Momenteel zijn reeds enkele genen geïdentificeerd die een bepalende rol spelen in het ontstaan en verdere verloop van deze ziekte. Met de huidige vooruitgang in de biotechnologie is het mogelijk om op grote schaal verschillende types moleculaire data te verzamelen afkomstig van deze patiënten. Zo hoopt men een beter beeld te krijgen van de onderliggende mechanismen die leiden tot neuroblastoom. Om deze data maximaal te analyseren zijn automatische technieken zoals machine learning een uitermate geschikte keuze om patronen in deze data te vinden die tot nieuwe biologische hypothesen kunnen leiden. Doelstelling: In dit project zal de student op zoek gaan naar machine-learning-technieken die gebruikt kunnen worden om - op basis van een beperkte verzameling gekende kankergenen- uit een grote verzameling onbekende genen potentieel gerelateerde nieuwe kankergenen te vinden. Hierbij zullen verschillende types van semi-gesuperviseerd leren bekeken worden (o.a. one-class classifiers en modellen gebaseerd op positive and unlabeled data). In een tweede fase van het project zal bekeken worden welke representatie het best geschikt is om deze modellen te trainen. In eerste instantie zal vertrokken worden vanuit de klassieke, vectorgebaseerde voorstelling van data samples als features, terwijl vervolgens ook meer gestructureerde voorstellingen zoals grafen zullen geëxploreerd worden. Kennis van bio-informatica, biologie en machine learning is niet vereist, een interesse in deze materie wel. Dit onderzoek biedt reële mogelijkheden naar een wetenschappelijke publicatie toe en naar verder doctoraatsonderzoek. Locatie: Zuiderpoort 9925: Identificeren en voorspellen van het gedrag van autonome HTTP Adaptive Streaming clients Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Filip De Turck, Steven Latré Maxim Claeys Maxim Claeys Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Het streamen van video over het Internet heeft de laatste jaren enkele significante veranderingen ondergaan. De recente groei in populariteit van Over The Top (OTT) diensten zoals YouTube en De Redactie/Sporza zorgden voor de overgang naar HTTP-gebaseerde streaming protocollen. Bij HTTP Adaptive Streaming (HAS) , de nieuwste evolutie in HTTP-gebaseerde streaming, wordt de kwaliteit van de gedownloade video aangepast volgens de huidige omstandigheden (zoals throughput van het netwerk, prestaties van de client machine, …) om zo de videokwaliteit voor de gebruiker te maximaliseren. Momenteel ondersteunen verschillende technologieën HAS, zoals bijvoorbeeld Microsoft Smooth Streaming, Apple HTTP Live Streaming en Dynamic Adaptive Streaming over HTTP. De belangrijkste intelligentie van HAS zit bij de client: hij is verantwoordelijk voor het bepalen van de kwaliteit die zal gedownload worden. Hoe deze HAS client algoritmes precies werken wordt echter geheim gehouden voor de concurrentie. Dit bemoeilijkt het beheer van dergelijke videodiensten voor netwerk- en dienstaanbieders, doordat telkens andere eigenschappen zijn verbonden aan de protocollen (segment grootte, manier van kwaliteitsadaptatie, …). Daarnaast bieden enkele van deze protocollen ook nog mobiele versies aan waarbij natuurlijk andere vereisten zoals resolutie en bandbreedte gelden. Elk van deze protocollen reageert daarenboven anders op netwerkwijzigingen, waardoor ook de gevolgen van beheersoperaties niet nauwkeurig kunnen worden ingeschat. Doelstelling: Het doel van deze thesis bestaat uit twee luiken. Enerzijds het identificeren en classificeren van de diverse HAS protocollen door het inspecteren van hun gedrag zoals bijvoorbeeld wordt gedaan bij het identificeren van abnormaal gedrag in netwerken. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van machine learning technieken. Het tweede deel van deze thesis bestaat erin om, eens het gebruikte protocol werd vastgesteld, het gedrag van een dergelijke client op wijzigingen in het netwerk (bvb. grotere delay, lagere throughput, ...) te voorspellen. Ook hiervoor kan gebruik gemaakt worden van technieken uit machine learning. Deze voorspellingen stellen de netwerk provider ertoe in staat om specifieke configuratiewijzigingen (bv. het beperken of shapen van netwerkverkeer) uit te voeren in functie van het gebruikte protocol (bv. Apple Live Streaming, Microsoft Smooth Streaming). De ingesloten figuur geeft een mogelijke architectuur weer voor de intelligente proxy. Daarbij zal de “Heuristic Identification” op basis van de verzoeken van gebruikers de specifieke client heuristiek proberen te identificeren. Deze kennis kan dan worden gebruikt door “Heuristic Behavior Prediction” om de gevolgen van netwerkwijzigingen te voorspellen. De “Network Management“ component kan gebruik maken van deze voorspellingen om bepaalde configuraties te valideren. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld om – bij een Apple Live Streaming – het versturen van de data te vertragen om een gewijzigde beslissing in kwaliteitskeuze uit te lokken. Dit kan pas bewerkstelligd worden als (i) de proxy weet welk type client de video opvraagt en (ii) hoe die client op dergelijke veranderingen zal reageren. Locatie: Zuiderpoort, thuis Opmerkingen: Indien gewenst kan deze thesis gecombineerd worden met een stage bij Alcatel-Lucent (niet verplicht). 9642: Impact van mobiliteit op de communicatie in draadloze sensornetwerken a.d.h.v. roomba robots Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Ingrid Moerman Evy Troubleyn, Peter Ruckebusch, Pieter Becue Evy Troubleyn Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: Draadloze sensornetwerken zijn uitermate geschikt voor eHealth toepassingen: ze zijn opgebouwd uit een groot aantal kleine en goedkope sensorknopen die door hun onderlinge draadloze communicatie eenvoudig te plaatsen zijn. Op die manier kunnen sensorknopen transparant geïntegreerd worden in de omgeving van de zorgbehoevende. Ze kunnen gebruikt worden voor het monitoren van bv. hartslag en bloeddruk, voor het opzetten van een noodoproep en voor het transparant uitwisselen van alle informatie tussen verschillende instanties zoals ziekenhuizen, huisartsen en rusthuizen. Het aanbieden van voldoende Quality-of-Service (QoS) garanties is hierbij heel belangrijk. Voor een noodoproep zal er een maximum toelaatbare vertraging zijn, en voor de ene patiënt zal hartslaginformatie belangrijker (en dus betrouwbaarder) zijn dan bv. informatie over de bloeddruk. Zorgbehoevenden hoeven natuurlijk geen volledige dag op dezelfde plaats te verblijven. Ze kunnen bijvoorbeeld boodschappen doen of op familiebezoek gaan. Mobiliteit zal dus een belangrijke rol spelen. Doelstelling: In deze thesis is het de bedoeling om na te gaan wat het effect van mobiliteit op het geleverde Quality-ofService niveau is. Verder zal onderzocht worden op welke manieren het Quality-of-Service niveau verbeterd kan worden. Naar gelang de voorkeur van de student kan er vertrokken worden van een aantal beschikbare netwerkprotocollen die kunnen aangepast worden om aan de Quality-of-Service vereisten te voldoen, of de student kan volledig nieuwe netwerkprotocollen ontwikkelen. Voor deze thesis zal er een experimentele evaluatie gebeuren op het iMinds draadloos sensornetwerk testbed (zie http://www.iminds.be/en/develop-test/ilab-t/wireless-lab) dat beschikt over roomba robots om het effect van mobiliteit te onderzoeken. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9679: Implementatie en evaluatie van de Recursieve Internet Architectuur (RINA) Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Didier Colle, Mario Pickavet Dimitri Staessens, Sander Vrijders Dimitri Staessens Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Door de explosieve groei van het internet kwamen er een heleboel tekortkomingen van de huidige TCP/IP architectuur aan het licht. Echte oplossingen voor deze tekortkomingen bleven uit en de problemen werden meestal omzeild met incrementele “patches”. De “Recursive InterNet Architecture” (RINA) is een nieuwe netwerkarchitectuur die niet verder bouwt op TCP/IP. RINA beschouwt een netwerk als louter InterProces Communicatie en stelt een hiërarchie van recursieve lagen voorop die gelijkaardig zijn van functionaliteit (transport, foutcontrole, authenticatie,…) maar verschillen in bereik. Een laag in RINA (een DIF (Distributed IPC Facility)) groepeert communicerende applicatieprocessen die via een bepaalde policy kunnen geconfigureerd worden. De RINA architectuur heeft als eigenschap dat multihoming, QoS, verhoogde veiligheid, … inherent zijn aan de architectuur, zodat hiervoor geen specifieke oplossingen meer ontwikkeld hoeven te worden. Is the Internet an unfinished demo? Meet http://pouzin.pnanetworks.com/images/Is_the_Internet_an_unfinished_demo_-_Meet_RINA.pdf RINA! Doelstelling: Binnen IBCN wordt reeds gewerkt aan een RINA prototype over Ethernet (IEEE 802.1(Q)) op het Linux platform (Debian). Het doel van deze thesis is om deze implementatie uit te breiden naar een andere datalink-technologie, zoals bv. WLAN (802.11) of een hardware platform (NetFPGA). Na ontwerp en implementatie zal de student experimenten uitvoeren, en een vergelijkende studie maken met andere technologieën. Voor het WLAN platform zal vooral het aspect mobiliteit hierbij aan bod komen, voor het hardware platform de performantie van RINA voor applicaties die strengere eisen stellen aan het netwerk, zoals video streaming (bandbreedte) of gaming (latency). Locatie: Zuiderpoort 9921: Implementatie en evaluatie van een mobiele videospeler voor adaptieve videodiensten Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Filip De Turck, Jeroen Famaey Steven Latré Jeroen Famaey Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 3 2013-2014 Probleemstelling: Het sterk toegenomen gebruik van krachtige mobiele toestellen zoals smartphones en tablets enerzijds en mobiele internetoplossingen anderzijds ligt aan de basis van heel wat nieuwe online multimediadiensten voor mobiele gebruikers. Populaire diensten zoals YouTube, Netflix en Yelo maken gebruik van videostreaming om de beelden te verspreiden naar mobiele eindgebruikers. Hierdoor kan de gebruiker reeds tijdens het downloaden de video beginnen bekijken, maar kunnen er zich eveneens storende onderbrekingen voordoen als gevolg van bandbreedtefluctuaties. Om dit probleem op te lossen werden recent een aantal adaptieve videospelers ontwikkeld, die automatisch de aangevraagde kwaliteit aanpassen aan de beschikbare bandbreedte. De op dit moment beschikbare adaptieve videospelers maken gebruik van verschillende gesloten protocollen, zoals Microsoft Smooth Streaming, Apple HTTP Live Streaming en Adobe Flash Dynamic Streaming. Doordat deze protocollen en bijhorende videospelers vaak gebonden zijn aan bepaalde types of merken van mobiele toestellen, moeten de ontwikkelaars van mobiele multimediadiensten al deze protocollen ondersteunen indien ze hun volledige doelpubliek willen bereiken. Dit zorgt voor een sterke stijging van de kosten voor het ontwikkelen en onderhouden van zulke diensten. Doelstelling: Om het probleem van de verregaande divergentie van protocollen voor adaptieve videostreaming aan te pakken, heeft de Moving Picture Experts Group (MPEG) een gestandaardiseerd protocol voorgesteld onder de naam Dynamic Adaptive Streaming over HTTP (DASH). De DASH specificatie werd reeds geïmplementeerd als plug-in voor de desktopversie van de populaire opensource VLC videospeler. Binnen de vakgroep werd deze plug-in overgezet naar de VLC implementatie voor het mobiele Android besturingssysteem. Het doel van deze scriptie is om deze initiële implementatie verder uit te breiden en te optimaliseren. Hierbij kan gekozen worden uit een drietal richtingen; (1) het optimaliseren van het kwaliteitsbeslissingsalgoritme (bv specifiek rekening houden met mobiele toestellen), (2) het verder uitwerken en optimaliseren van de DASH specificatie, en (3) het overzetten naar nieuwe platformen, zoals iOS. Locatie: Zuiderpoort, thuis Opmerkingen: Indien gewenst kan deze thesis gecombineerd worden met een stage bij Alcatel-Lucent Belgie of TNO Nederland (niet verplicht). 9924: Implementatie en evaluatie van een tiled adaptive streaming videospeler voor ultrahoge-resolutie films Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: Filip De Turck, Jeroen Famaey Steven Latré Jeroen Famaey Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Ultra-High Definition TV (UHDTV) betreft videoformaten met een resolutie aanzienlijk hoger dan huidge HDTV standaarden. Voorbeelden hiervan zijn het 4k formaat dat gebruikt wordt in bioscopen en het 8k formaat van het Japanse NHK. De distributie van video met dergelijke resoluties ging traditioneel met apart ingerichte en beheerde optische netwerken. Recent zijn er echter aan aantal videodistributiemechanismen ontwikkeld, waarmee UHDTV ook over bestaande breedbandverbindingen te leveren is. Omdat de schermen van de huidige generatie TVs, tablets en smartphones nog niet in staat zijn om het UHDTV formaat weer te geven, is het van belang dat ook specifieke gebieden van videobeelden kunnen worden verstuurd. Het concept van tiled streaming maakt dit mogelijk: bij deze techniek worden videobeelden spatiaal opgedeeld in een aantal tiles. Deze tiles, of combinaties daarvan, kunnen afzonderlijk verstuurd worden. Daarbovenop kunnen de tiles in meerdere resoluties beschikbaar gesteld worden, zodat de videospeler de kwaliteit dynamisch kan aanpassen aan de beschikbare bandbreedte en de mogelijkheden van het toestel. Hierdoor kan de gebruiker zich bewegen door het beeld door bv in te zoomen, te pannen, enz Doelstelling: Het doel van deze scriptie is een bestaande tiled videospeler voor het bekijken van UHD beelden te optimaliseren en uit te breiden. Hierbij zal moeten worden gewerkt in twee dimensies; (1) beslissen welke spatiale tiles zullen worden aangevraagd en (2) in welke resolutie dit zal gebeuren. Daarbovenop kan de gebruiker verscheidene acties ondernemen waar rekening mee zal moeten worden gehouden, zoals het bewegen doorheen het beeld en in- of uitzoomen. Hierbij kan vertrokken worden van een bestaand prototype: dit is geschreven in Python en wordt schematisch weergegeven in bijhorende figuur. Het laat gebruikers reeds toe om doorheen het beeld te navigeren en ondersteunt het aanvragen van afzonderlijke tiles over het netwerk en het terug samenstellen ervan. Het onderliggende algoritme dat beslist over de aan te vragen kwaliteit van de tiles ondersteunt momenteel basisoperaties (bv zoomen, pannen) maar kan uitgebreid worden naar meer realistische operaties (gecombineerde operaties). De logica van dit algoritme optimaliseren is dan ook de concrete doelstelling van deze scriptie. Locatie: Zuiderpoort, thuis Opmerkingen: Indien gewenst kan deze thesis gecombineerd worden met een stage bij Alcatel-Lucent Belgie of TNO Nederland (niet verplicht). 9738: Informatie-integratie voor intelligent stedelijk transportbeheer Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Bruno Volckaert Stijn Verstichel, Femke Ongenae, Femke De Backere Stijn Verstichel Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 Aantal studenten: Aantal 2 masterproeven: AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Het openbaar vervoer wordt vandaag steeds meer geconfronteerd met stijgend gebruik, hogere eisen en soms problematische overbelasting, o.a. als gevolg van de alsmaar groter wordende bevolkingsdichtheid in onze steden. Aangezien het niet altijd haalbaar is om op korte en middellange termijn nieuwe, grote infrastructuurprojecten op te starten, bijvoorbeeld uit budgettaire overwegingen, moet er op een andere manier gezocht worden naar mogelijke oplossingen om te vermijden dan onze transportnetwerken in de toekomst volledig falen. Een belangrijke component in dit verhaal is het beter gebruik maken van de bestaande infrastructuur en informatie. Echter, bestaande informatiesystemen zijn dikwijls geïsoleerde entiteiten. Er bestaan momenteel weinig mogelijkheden om de bestaande informatie met elkaar op een intelligente manier te combineren. Dergelijke integratie faciliteert het uitgangspunt om tot een optimalisatie te komen van het gebruik van de bestaande infrastructuur. Ontologieen modelleren een bepaald domein in een graafstructuur. De entiteiten in de ontologie en hun onderlinge relaties en randvoorwaarden binnen dit domein kunnen op die manier gemodelleerd worden. Ze zijn tevens een uitstekende technologie om te gebruiken voor informatie-integratieproblemen. Doelstelling: De doelstelling van deze thesis is enerzijds om een informatie- en integratiemodel op te stellen voor het stedelijk transportdomein en hieraan verbonden de koppeling met bestaande digitale databronnen, ICT systemen en datastromen (al dan niet via emulatie en drivers). Ook zullen deze modellen en data gebruikt worden om anderzijds een veilig, schaalbaar, service-oriented ICT raamwerk te maken voor de integratie en voorstelling van stedelijk transport-gerelateerde data via het “linked data” principe voor het Semantisch Web. Linked data is een methodologie om gestructureerde informatie te publiceren zodat het onderling gecombineerd kan worden en dus ook bruibaarder wordt. Dit kan een geïntegreerde visualisatie zijn voor de eindgebruikers maar ook tevens naar de operatoren om op die manier kort op de bal te kunnen spelen door het potentieel inzetten van bijkomend materieel, wijziging van dienstroosters, etc. Een laatste aspect van deze thesis gaat dieper in op het autonome aspect van het uitgewerkte platform. Meer specifiek zal er gebruik gemaakt worden van intelligente redeneertechnieken om de beschikbare data te combineren en te analyseren. Op deze manier kan een meer kwalitatieve en betrouwbare dienstverlening bereikt worden voor zowel de gebruikers als de vervoersbedrijven. Een concreet voorbeeld kan het reageren op een file zijn. In eerste instantie zou kunnen beredeneerd worden om de timing van de verkeerslichten aan te passen om zo een groene golf te creëren in een poging om de file op te lossen. Enkele momenten later wordt via het ICT systeem van het ziekenhuis een ongeval gemeld op dezelfde locatie, waardoor we beter de weggebruikers kunnen adviseren om de buurt te vermijden en de verkeerslichten opnieuw aan te passen in functie van de locatie van de ambulance. Locatie: Zuiderpoort 9805: Inschatten van verkoopcijfers aan de hand van Flickr Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Bart Dhoedt Steven Van Canneyt Steven Van Canneyt Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Dagelijkse verkoopcijfers zijn erg bruikbaar om de impact van advertentie campagnes en veranderingen in beleid te meten en te optimaliseren. Als men daarenboven weet door welke gebeurtenissen de verkoopcijfers van gelijkaardige bedrijven en organisaties stijgt, kunnen doelbewuste beslissingen gemaakt worden om de eigen verkoopcijfers te laten toenemen. Echter zijn verkoopcijfers vaak niet dagelijks beschikbaar, zeker niet van andere bedrijven. Aan de andere kant bevat de sociale media heel veel informatie die producten en bedrijven omschrijven. In het bijzonder bevat de sociale media website Flickr veel foto’s van producten zoals van de nieuwste smartphones en van de populairste online games. Deze foto’s, samen met de bijhorende omschrijving, zal in deze thesis gebruikt worden om de verkoopcijfers van verschillende producten zo goed mogelijk in te schatten. Doelstelling: In de eerste instantie zullen bekende verkoopcijfers van producten worden verzameld. Voorbeelden zijn de Amazon Sales Rank die de verkoopcijfers van boeken aangeeft, en de verkoopcijfers van computeren playstation games verkrijgbaar via VGchartz.com. Daarnaast zullen Flickr foto’s van de verzamelde producten, samen met hun metadata (omschrijving, tags, titel, reacties, tijdstip…), worden gecrawld via de publieke API. Aan de hand van deze informatie zal achterhaald worden welke metadata van de foto’s de verkoopcijfers van producten zo goed mogelijk inschatten. Zo kan bijvoorbeeld rekening gehouden worden met hoeveel foto’s van een bepaald product worden geupload naar Flickr, hoeveel reacties de foto’s krijgen enz. Deze analyse zal vervolgens gebruikt worden om een systeem op te stellen die de verkoopcijfers van producten zo nauwkeurig mogelijk inschat. Indien mogelijk wordt ingegaan op evalueren van een dergelijk systeem op een grote schaal, zowel in aantal Flickr foto’s die gebruikt worden (in termen van miljoenen) als het aantal producten Locatie: Zuiderpoort, thuis 10359: Intelligente dataverwerking en -management in cloud omgevingen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Tim Wauters Thomas Vanhove, Philip Leroux Philip Leroux Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Dataverwerking en –management worden elke dag uitdagender door de opkomst en groei van grootschalige applicaties, zoals de sociale netwerksites Netlog en Facebook. Deze applicaties hebben vaak ook te maken met verschillende soorten data. Zo is er aan de ene kant een dynamische ‘stream’ van statusupdates, ‘comments’, etc. en aan de andere kant de meer statische data met profielinformatie. Daarnaast bestaat er ook vaak de nood om data op een intelligente manier op te slaan zodoende er analyses op te kunnen uitvoeren. Deze data dient dus op verschillende manieren verwerkt en opgeslagen te worden, maar door de overvloed aan technologieën en het gebrek aan standaarden is het niet duidelijk welke technologie het efficiëntst omgaat met de verschillende soorten data en hoe deze technologieën eventueel kunnen samenwerken. Doelstelling: Deze scriptie streeft naar de ontwikkeling van een schaalbaar platform voor het ophalen, verwerken en opslaan van grote hoeveelheden data van verschillende sociale netwerksites in het kader van het AMiCAproject. Deze data omvat profielinformatie, platforminteracties, tekstuele berichten en multimediale bestanden. Afhankelijk van het scenario zullen verschillende workflows met (bestaande) softwarecomponenten aangesproken moeten worden om de datastroom efficiënt te verwerken en relevante informatie op te slaan. De student zal hier nagaan welke schaalbare technologieën bruikbaar zijn en experimenten uitvoeren op dit systeem, waarbij gebruik kan gemaakt worden van relevante beschikbare data. Het doel van het AMiCA project is om een platform voor automatische detectie van onaangepast gedrag op sociale netwerksites te ontwikkelen, dat gebruik maakt van tekst- en beeldanalyse. Locatie: Zuiderpoort 9754: Intelligente diensten voor de preventie, de risico-evaluatie en detectie van valincidenten Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Filip De Turck, Stijn Verstichel Femke De Backere, Femke Ongenae Femke De Backere Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Valincidenten zijn voor ouderen vaak sterk levensveranderend. Ze kunnen leiden tot een vermindering of zelfs verlies van autonomie. Meer dan de helft van de ouderen in een verpleegtehuis en ongeveer een derde van de ouderen thuis valt eenmaal per jaar. Laattijdige hulp kan aanleiding geven tot verdere complicaties zoals dehydratie, drukwonden en zelfs de dood. Hoewel niet alle valincidenten leiden tot fysische verwondingen, zijn de psychologische gevolgen even belangrijk, namelijk de angst om nog eens te vallen, verlies van zelfvertrouwen en de vrees om de eigen onafhankelijkheid te verliezen. Deze grote impact zorgt ervoor dat zowel valpreventie als -detectie noodzakelijk is. Huidige valdetectiesystemen genereren echter nog vaak valse alarmen - bijvoorbeeld bewegingssensoren - of registreren enkel vallen op een zeer beperkte oppervlakte van de woning - bijvoorbeeld valmatten naast het bad. Bij een vals alarm wordt steeds een heel team aan zorgverleners onnodig gemobiliseerd. Om tot een betrouwbaarder systeem te komen is er dus nood aan een platform van diensten die de waarnemingen van verschillende sensoren combineren, bijvoorbeeld bewegingsdetectie, videobeelden, gebruik van domotica, geluidsopnames en valdetectiesystemen, om zo het risico op vallen correct in te schatten. Doelstelling: Het doel van deze thesis is de ontwikkeling van een platform dat toelaat om automatisch data over de toestand van een patiënt te verzamelen uit beschikbare, al dan niet bestaande, services en deze informatie te interpreteren aan de hand van een model dat de verbanden tussen deze data duidelijk maakt. Het platform kan dan enerzijds een overzicht geven aan betrokken hulpverleners over de toestand van de patiënt. Anderzijds kunnen hulpverleners ingelicht worden als bepaalde situaties zich voordoen. Op deze manier kan het risico op vallen tijdig ingeschat worden. Door de combinatie van sensoren, zoals bijvoorbeeld bewegingsdetectie, videobeelden, geluidsopnames en valdetectiesystemen kan een val ook met een hogere betrouwbaarheid gedetecteerd worden. Daarnaast is het ook mogelijk om het zorgnetwerk van de oudere meer gericht in te schakelen afhankelijk van de situatie. Zo kan bijvoorbeeld de buurvrouw op de hoogte gebracht worden wanneer een val wordt gedetecteerd met lage betrouwbaarheid. Zij kan dan een eerste inschatting van de situatie doen alvorens het volledige zorgteam gemobiliseerd wordt. Daarnaast zullen de mogelijkheden van het ontwikkelde platform gedemonstreerd worden aan de hand van een proof of concept. De ontwikkeling laat toe om het volledige resultaat van de thesis te toetsen aan enkele niet-functionele vereisten zoals schaalbaarheid en responstijd. Dit onderwerp biedt de student de mogelijkheid om kennis op te doen rond het modelleren en interpreteren van informatie (rule engines en context modellering) en cloud computing binnen een uitdagende en sociaal relevante use case. Locatie: Zuiderpoort 9740: Intelligente foutdetectie en -diagnose voor complexe systemen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Filip De Turck, Bruno Volckaert Stijn Verstichel, Femke Ongenae, Femke De Backere Stijn Verstichel Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: Complexe operationele systemen, zoals bv. treinen, worden logischerwijze opgebouwd uit verschillende deelsystemen. Traditionele foutdetectie en -diagnose (FDD) applicaties voor dergelijke systemen gebruiken dikwijls een hiërarchisch model om conclusies te trekken over de toestand van de trein. Zo zal bv. de conclusie van een diagnosesysteem dat de toestand van de volledige trein kent traditioneel een hogere zekerheid van correctheid hebben dan de conclusie getrokken door een diagnosesysteem dat enkel de toestand van een enkele wagon kent. Een mogelijk technologie voor het modelleren van complexe operationele systemen zijn ontologieën. Deze technologie laat toe om een bepaald domein te beschrijven d.m.v. van entiteiten (bv. locomotief of tractiemotor) en de relaties ertussen (bv. heeft_motor). Aangezien situaties en beperkingen vastgelegd kunnen worden in deze ontologie (bv. een locomotief heeft minstens 2 tractiemotoren), kan generieke software gebruikt worden om de data in het model af te toetsen aan de opgelegde beschrijving. Dit noemt men redeneren. Door een hiërarchische aanpak wordt een beslissing op een bepaald niveau noodzakelijkerwijs beïnvloed door de beslissingen op het onderliggende niveau. Dit heeft als gevolg dat conclusies uit onderliggende lagen kunnen geannuleerd worden door een bovenliggende laag in de hiërarchie. Deze hiërarchie wordt echter statisch op voorhand gedefinieerd. Bovendien kunnen de lager gelegen systemen op die manier zelf slechts een beperkte foutdetectie en –diagnose uitvoeren. Ze hangen hiervoor immers af van de conclusies die op een hoger niveau worden getrokken. Ook wordt de innovatieve ontwikkeling van intelligente FDD voor de individuele deelsystemen beperkt omwille van hun statische afhankelijkheid van en de samenwerking met de bovenliggende deelsystemen. Daarom willen we overschakelen naar een dynamische samenwerking, waarbij de hiërarchie op een automatische manier wordt opgesteld volgens de noden van elk subsysteem. Doelstelling: In deze scriptie willen we de traditionele statische aanpak uitbreiden met een dynamische. Dit houdt in dat het moet mogelijk zijn dat elk deelsysteem zelf initiatief neemt om andere deelsystemen te betrekken bij het diagnoseproces. In het voorbeeld van het diagnosesysteem voor de deuren, zou het systeem in een enkele wagon ook zelf initiatief moeten kunnen nemen om extra informatie van andere deelsystemen op te vragen, zodat het zelf dynamisch een compleet beeld kan opbouwen over de status van de deur. Zo wordt ook vermeden dat foutieve kennis in het diagnoseproces wordt opgenomen. Anders gezegd, komt dit neer op het dynamisch at-runtime definiëren van dergelijke foutdetectie en -diagnose hiërarchieën. Een ander voorbeeld hiervan is dat het diagnosesysteem van een Passagiers Informatie Systeem autonoom en at-runtime beslist welke andere deelsystemen aan boord van de trein te betrekken bij het diagnoseproces, zoals bv. de stroomvoorziening, de airconditioning of een GPS ontvanger. Dit brengt natuurlijk enkele uitdagingen met zich mee, zoals het ontdekken van de aanwezige deelsystemen, de corresponderende kennis over deze deelsystemen, het vermijden van oscillerend gedrag – bv. wanneer twee deelsystemen afzonderlijk redeneren en als conclusie van dit proces en nieuwe redenering opgestart wordt – of het vermijden dat tegenstrijdige beslissingen worden genomen – in deze situatie zal dus een onafhankelijke module in het diagnosesysteem moeten beslissen welke van beide beslissingen de correcte is. Deze scriptie zal bestaan uit een aantal fasen. In overleg met de begeleiders zal worden gestart met het vastleggen van een systeemarchitectuur en een demonstratie scenario. Vervolgens zullen een aantal algoritmen en modellen worden gedefinieerd om dynamisch de hiërarchie op te stellen en eventuele oscillatie tegen te gaan. Als laatste aspect zal dit alles worden geïmplementeerd in een Proof-of-Concept, waarbij de vastgelegde scenario’s zullen worden gedemonstreerd en de volledige aanpak zal worden geëvalueerd. Locatie: Zuiderpoort of thuis 9680: Intelligente routering ter ondersteuning van cloud services Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Didier Colle, Mario Pickavet Wouter Tavernier, Seyedeh Sahel Sahhaf Wouter Tavernier Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: Dankzij het gigantische aanbod aan cloud services zijn we steeds minder afhankelijk van de fysische beperkingen van onze pc’s, smartphones of tablets. Onze documenten kunnen we kwijt op Dropbox, foto’s delen we via Flickr, muziek luisteren we op Spotify, en onze rekenvraagstukken laten we uitvoeren op een cluster van Amazon EC, Google of Microsoft Azure. De voordelen hiervan lijken onbegrensd. Waar we ook zijn, de infrastructuur van de aanbieder van de betrokken dienst zorgt er steeds voor dat we optimaal gebruik kunnen maken van hun lokaal-aanwezige infrastructuur. Achter de schermen worden hiervoor kopies gemaakt van onze data, worden virtuele machines verhuisd, of worden verbindingen opgezet naar onze steeds-wijzigende locatie. Deze recente evoluties leggen een zware hypotheek op de controlestructuur van ons internet: onze routeertabellen en DNS-tabellen worden steeds groter, en moeten steeds opnieuw aangepast worden wanneer gebruikers en/of services van locatie veranderen (koppeling tussen gebruiker en IP-adres). Verschillende studies tonen aan dat deze evolutie niet kan verder gaan zonder dat de kwaliteit van ons netwerk erop achteruit gaat. Structurele oplossingen zijn hiervoor noodzakelijk. Een nieuw, vooruitstrevend routeermechanisme steunt op het idee van geometrische routering. Hierin krijgt iedere node een coördinaat, en worden pakketten doorgestuurd naar de verbonden router die geometrisch het dichtst (vandaar ook de term greedy routing) ligt bij de bestemming van het behandelde pakket. Het doorsturen van pakketten wordt op die manier veel efficiënter dan bij traditionele IP routers. Doelstelling: De doelstelling van de thesis is om bestaande greedy routing-algoritmen te bestuderen, en nieuwe algoritmen uit te werken die kunnen zorgen voor een zekere balancering (load balancing) van het netwerkverkeer in grote netwerken. Deel van het probleem bestaat erin om de steeds wijzigende koppeling tussen de identiteit van een bepaalde gebruiker of toestel en de plaats waar de connectie met het netwerk wordt gemaakt verder te onderzoeken, en bestaande mechanismen zoals DNS, LISP en HIP hierbij in overweging te nemen. Het berekenen van de coördinaten van de nodes binnen het netwerk gebeurt vaak op basis van een boomstructuur. Optimalisatie van deze boomstructuur zodat de routering zo evenwichtig mogelijk gebeurt, is bijvoorbeeld een open probleem. Naast de studie en het ontwerp van deze algoritmen, is het ook de bedoeling dat de ontwerpen in realistische netwerken wordt geëvalueerd door middel van simulatie of emulatie op de virtual wall in het testlab van de onderzoeksgroep. Locatie: Zuiderpoort 9704: Intent-based computing: hersengestuurd manipuleren van toestellen in je gezichtsveld Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Bart Dhoedt, Pieter Simoens Elias De Coninck, Tim Verbelen Elias De Coninck Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: Wasmachines, je koffiezet tot lichtschakelaars: steeds meer toestellen worden verbonden met internet en kunnen dus van op afstand aangestuurd worden. Om een toestel te bedienen, moet op dit ogenblik manueel een netwerkverbinding opgezet worden. In deze masterproef wordt een toepassing gebouwd die uit videobeelden en gemeten hersenactiviteit afleidt met welk object een gebruiker wil te interageren, zodat automatisch een draadloze verbinding kan opgezet worden zonder expliciete actie van de gebruiker. De sensorinformatie wordt aangeleverd door twee gloednieuwe hardware devices in het domein van wearable mobile computing: een draagbare augmented reality bril (cfr. Google Glass) en een draagbare monitor voor hersenactiviteit (elektro-encephalogram, kortweg EEG). We gaan er van uit dat een gebruiker enkel wil interageren met objecten waar hij op dat ogenblik naar kijkt. Dit kan gerealiseerd worden door objectdetectie op first-person video: dit zijn beelden die geregistreerd worden door een head-mounted camera op augmented reality brillen. Visuele informatie voldoet evenwel niet voor een correcte interactie: niet elke keer we naar onze koffiezet kijken willen we ook effectief dat die geactiveerd wordt. We zullen deze informatie aanvullen met hersenactiviteit, gemeten door een speciale headset. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is om een systeem te ontwerpen dat mobiele gebruikers toelaat op elk moment met een IP-geconnecteerd object verbinding te maken en instructies te versturen. Dit systeem bestaat uit een applicatiecomponent op het mobiele systeem en een cloud-gebaseerd back-end voor objectdetectie en een databank met mogelijke instructies voor elk object in de omgeving. De student onderzoekt hoe de verschillende componenten optimaal verdeeld dienen te worden tussen smartphone en cloud. Na het bepalen van de connectie, dient automatisch een verbinding gemaakt te worden, waarna de juiste instructieset voor het desbetreffende object wordt geladen. Het uiteindelijke ontwerp zal in de eerste plaats geëvalueerd worden op parameters die betrekking hebben op het gebruiksgemak: vertragingstijd, bandbreedtegebruik, batterijverbruik. Verder zal een studie gebeuren naar de schaalbaarheid van het systeem: er kan immers verwacht worden dat duizenden objecten mogelijk kandidaat zijn om gemanipuleerd te worden. Locatie: Zuiderpoort 9685: Inventarisatie van het ICT-stroomverbruik aan de UGent met het oog op de transitie naar een duurzamere universiteit Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Mario Pickavet, Bart Lannoo Ward Van Heddeghem, Sofie Lambert Ward Van Heddeghem Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Informatie- en communicatietechnologie (ICT) is steeds meer aanwezig in ons dagelijks leven. Daar waar we 15 jaar geleden nog met zijn allen achter de eigen PC in een hoek in de kamer zaten, heeft ICT zijn weg gevonden naar tal van verschillende toestellen en werden netwerken gebouwd om deze toestellen wereldwijd met elkaar te laten communiceren. De groei van ICT is explosief, en de impact op ons leefmilieu groeit navenant. Tegelijk wordt ICT ook nadrukkelijk bekeken als sector die oplossingen kan bieden voor verschillende problematieken i.v.m. leefmilieu zoals telewerken, teleconferencing, etc. Gerelateerd hieraan heeft de UGent de voorbije jaren een duidelijk en groeiend engagement geformuleerd naar een duurzamere universiteit, en dit op verschillende vlakken zoals bijv. via het energiebeleidsplan (2009) ugent1010 (2010), Transitie UGent (2012). Echter, een belangrijke parameter om concrete verbetering te meten is een voldoende betrouwbare nulmeting en inventarisie van het huidige verbruik. Doelstelling: Het doel van deze scriptie spitst zich toe op duurzame ICT aan de UGent, en is tweeledig. In eerste instantie is het de bedoeling om een gedetailleerde schatting te maken van het electriciteitsverbruik van alle ICT toestellen binnen de gehele universiteit Gent. Deze inschatting moet ook een duidelijk inzicht geven in de verdeling van dit verbruik over enerzijds de verschillende toestelcategorieën (b.v. computers, schermen, printers, netwerkapparatuur, servers, ...) en over de verschillende faculteiten en vakgroepen. Gezien de omvang (in personeel, locaties en gebouwen) van de UGent zal de student een gepaste methodologie moeten uitwerken om toch een betrouwbare schatting te kunnen maken van het aantal aanwezige toestellen, type en bijhorend verbruik. Bijvoorbeeld door middel van een algemene bevraging van de aanwezige toestellen en een steekproefsgewijze manuele telling en verbruiksmetingen om afwijkingen op de gerapporteerde waarden te kunnen inschatten. In een tweede luik is het de bedoeling om op basis van de bekomen resultaten te kijken waar het grootste potentieel zit om het ICT electriciteitsgebruik aan de UGent te reduceren, en welke technologie kan worden aangewend om dit te bekomen, b.v. gebruik van cloud applicaties, intelligent uitschakelen van apparatuur in de daluren, etc. Voor één bepaalde use case zal een technische oplossing worden voorgesteld, waarvan dan het verwachtte electriciteitsverbruik zal bepaald worden aan de hand van een realistische simulatie. Locatie: Zuiderpoort 9928: Kwaliteitsfeedback voor mobiele HTTP Adaptive Streaming clients Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Filip De Turck, Steven Latré Maxim Claeys Maxim Claeys Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Het streamen van video over het Internet heeft de laatste jaren enkele significante veranderingen ondergaan. De recente groei in populariteit van Over The Top (OTT) diensten zoals YouTube en De Redactie/Sporza zorgden voor de overgang naar HTTP-gebaseerde streaming protocollen. Bij HTTP Adaptive Streaming (HAS), de nieuwste evolutie in HTTP-gebaseerde streaming, wordt de kwaliteit van de gedownloade video aangepast volgens de huidige omstandigheden (zoals throughput van het netwerk, prestaties van de client machine, …) om zo de videokwaliteit voor de gebruiker te maximaliseren. Momenteel ondersteunen verschillende technologieën HAS, zoals bijvoorbeeld Microsoft Smooth Streaming, Apple HTTP Live Streaming en Dynamic Adaptive Streaming over HTTP. De belangrijkste intelligentie van HAS zit bij de client: hij is verantwoordelijk voor het bepalen van de kwaliteit die zal gedownload worden. Naast dergelijke deterministische heuristieken kunnen ook zelflerende clients worden ontwikkeld die gebruikmaken van machine learning technieken zoals reinforcement learning. Op deze manier kan het gedrag van de client op een flexibele manier worden aangepast aan netwerkomgevingen die bij de ontwikkeling van de heuristiek niet werden in rekening gebracht. Om de zelflerende client echter de mogelijkheid te geven zijn gedrag aan te passen op de Quality of Experience (QoE) te maximaliseren is een quantiatieve kwaliteitsmetriek noodzakelijk. Doelstelling: Het doel van deze thesis bestaat uit twee luiken. Enerzijds omvat deze thesis de ontwikkeling van een algoritme om kennis te abstraheren uit continue feedback van de gebruiker. Uit de kennis van de uitgevoerde acties (het geleverde gedrag), in combinatie met de feedback van de gebruiker, kan met behulp van machine learning technieken worden afgeleid wat de invloed is van bepaalde kenmerken in het gedrag op de perceptie van de gebruiker. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de invloed van kwaliteitsoscillaties en video freezes. Deze informatie kan vervolgens worden aangewend om de zelflerende client bij te sturen op basis van de voorkeuren van de gebruiker. Anderzijds zal in deze thesis een mobiele applicatie (iOS of Android-gebaseerd) worden ontwikkeld om dit algoritme aan te sturen. Bij het bekijken van HAS video kan de gebruiker via deze interface zijn kwaliteitsperceptie invoeren, op basis waarvan het algoritme de zelflerende client kan aanpassen. Op deze manier dient de HAS client te convergeren naar een stabiel gedrag waarbij de voorkeuren van de gebruiker op gebied van videokwaliteit worden gevolgd. Locatie: Zuiderpoort, thuis Opmerkingen: Indien gewenst kan deze thesis gecombineerd worden met een stage bij Alcatel-Lucent (niet verplicht). 9709: Mobiele Augmented Reality in de Cloud Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Bart Dhoedt, Pieter Simoens Tim Verbelen Tim Verbelen Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Bij Augmented Reality wordt een immersieve ervaring gecreëerd door computergegenereerde beelden toe te voegen aan de waargenomen omgeving.. Belangrijk hierbij is dat de gebruiker mobiel is en vrij kan bewegen in deze omgeving. Omdat de geavanceerde algoritmen die nodig zijn voor het tracken van de camera en/of het herkennen van objecten in de waargenomen omgeving zeer rekenintensief zijn, wordt het moeilijk om deze uit te voeren op mobiele toestellen van vandaag en morgen. Om dat probleem op te lossen, kan men gebruik maken van servers in de omgeving of in de cloud, om zo het rekenwerk te distribueren en alsnog een goede gebruikerservaring te bieden aan de gebruiker. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is te onderzoeken hoe het principe van cloud computing kan bijdragen tot het aanbieden van een volstrekt mobiele gebruikerservaring in Augmented Reality. Er zal gestart worden met het onderzoeken hoe bestaande algoritmes voor het volgen en herkennen van objecten kunnen aangepast worden zodat ze op een gedistribueerde manier kunnen uitgevoerd worden. De uitdaging bestaat er in om de gepaste delen in deze algoritmes te identificeren die kunnen uitbesteed worden aan de cloud, rekening houdende met parameters zoals uitvoertijden, de hoeveel datacommunicatie met de cloud server, het energieverbruik op het mobiele toestel… Afhankelijk van de voorkeur van de student kan de klemtoon in deze scriptie gelegd worden op het algoritmische werk, het ontwikkelen van een gedistribueerde omgeving of het uitbouwen van een echte demo-opstelling. Locatie: Zuiderpoort 9689: Modelleren en optimaliseren van transactiekosten in open access business modellen voor telecomnetwerken Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Mario Pickavet, Sofie Verbrugge Marlies Van der Wee, Abhishek Dixit Marlies Van der Wee Master in de ingenieurswetenschappen: bedrijfskundige systeemtechnieken en operationeel onderzoek, Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek Aantal studenten: 1 of 2 Aantal 1 masterproeven: AJ: 2013-2014 Probleemstelling: De steeds stijgende vraag naar hogere bandbreedtes voor verbeterde of nieuwe diensten, zorgt voor de nood om een nieuw vast toegangsnetwerk aan te leggen dat, in tegenstelling tot de huidige coax kabels, gebaseerd is op versturen van signalen door middel van lichtpulsen over glasvezel. De investeringen voor de uitrol van deze netwerken zijn echter heel groot, en zullen waarschijnlijk niet (alleen) gedragen worden door de huidige telecom operatoren (zoals Belgacom en Telenet in Vlaanderen), maar gedeeld worden onder verschillende spelers, die elk hun eigen verantwoordelijkheid binnen het netwerk opnemen. Zo wordt er meestal het onderscheid gemaakt tussen de fysieke infrastructuur (de kabels en wachtbuizen), de actieve apparatuur (routers, switches en modems) en diensten (digitale televisie, telefonie, enz.). Indien deze rollen niet allemaal door dezelfde telecom operator opgenomen worden, zullen er, naast de gewone kosten voor uitrol en onderhoud van het netwerk, ook kosten verbonden zijn die voortvloeien uit de samenwerking tussen de verschillende partijen, transactiekosten genaamd. Doelstelling: In deze scriptie is het de bedoeling dat de student de verschillende onderdelen van deze transactiekosten onderzoekt, modelleert en optimaliseert. Hierbij kan vertrokken worden van een vaak gemaakte onderverdeling in business gerelateerde, managementen procesgerelateerde en apparatuurgerelateerde kosten en een kwalitatieve beschrijvingen van transactiekost-economie in de literatuur. Er zijn in essentie 2 belangrijke interacties in een telecomnetwerk in een competitieve omgving waar transactiekosten relevant worden: enerzijds de interactie tussen de fysieke infrastructuur en de actieve apparatuur en anderzijds tussen de actieve apparatuur en de diensten. De optimalisatie kan aangepakt worden door verschillende allocatiesleutels te bekijken: schalen de geïdentificeerde kosten met het aantal klanten, aantal marktspelers, aantal geïnstalleerde apparatuur? Finaal geeft de thesis een overzicht van de types transactiekosten, en modelleert en optimaliseert deze voor de specifieke case van een Fiber-to-the-Home uitrol, eventueel toegepast op een concreet geografisch gebied, zoals de stad Gent Locatie: Zuiderpoort, thuis 9934: Network as a Service: introductie van cloudtechnieken in communicatienetwerken Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Filip De Turck, Steven Latré Jeroen Famaey Steven Latré Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 3 2013-2014 Probleemstelling: Huidige communicatienetwerken hebben een erg sterke evolutie meegemaakt sinds hun eerste introductie meer dan 40 jaar geleden. Initieel werden ze gebruikt om simpele boodschappen te versturen (bv. statische websites, e-mails). Tegenwoordig wordt het Internet verkeer echter gedomineerd door diensten met hoge kwaliteitseisen (bv. video-diensten, on-line games, cloud-gebaseerde applicaties, enz.). In grote lijnen wordt het netwerk echter nog steeds beheerd en geconfigureerd zoals al decennia het geval is: dezelfde statische protocollen worden gebruikt en de stijgende eisen van nieuwe Internetdiensten worden opgevangen door een over-dimensionering van het netwerk (bv. een factor 4 meer capaciteit aanbieden dan gevraagd door de dienst). Dit is niet enkel suboptimaal, maar wordt moeilijker en moeilijker houdbaar: er wordt namelijk steeds een grotere flexibiliteit van het netwerk verwacht. Een gelijkaardig probleem werd in het verleden geobserveerd in het beheer van computer systemen: de introductie van cloud technieken (en meerbepaald virtualisatie) hebben in dit domein gezorgd voor de nodige flexibiliteit. Doelstelling: De doelstelling van deze scriptie is om te onderzoeken in welke mate het virtualiseren van het netwerk een gelijkaardige flexibiliteit kan brengen. Gelijkaardig aan cloud-gebaseerde virtualisatie (bv. principes zoals Infrastructure as a Service, Software as a Service, Platform as a Service) zal het netwerk “as a Service” worden aangeboden. Dit betekent dat de onderliggende fysieke netwerk infrastructuur zal gevirtualiseerd worden met als doel om sneller en automatisch configuratiewijzigingen te kunnen doorvoeren. Deze scriptie kan focussen op twee deelaspecten van het virtualisatieprobleem (afhankelijk van de interesse van de student). Ten eerste, het introduceren van elasticiteit in het netwerk: als een Internet-dienst meer resources zoals bandbreedte nodig heeft, kan het netwerk automatisch mee schalen. Ten tweede, het vervagen van de grenzen tussen cloud en netwerk: cloud-gebaseerde functies (bv intermediaire datacenters) kunnen ook in het netwerk geplaatst worden. De scriptie zal worden uitgewerkt via de bouw van een schaalbaar netwerkprototype die een complexe bestaande Internetdienst ondersteunt (bv video broadcasting, on-line game). Locatie: Zuiderpoort, thuis Opmerkingen: Indien gewenst kan deze thesis gecombineerd worden met een stage bij Alcatel-Lucent (niet verplicht). 9741: Ontwerp en managementoverlay Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: evaluatie van een robuuste en schaalbare hierarchische Filip De Turck Hendrik Moens Hendrik Moens Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: De grootschaligheid van hedendaagse clouds maakt het steeds moeilijker om deze complexe omgevingen te beheren: gecentraliseerde oplossingen schalen slecht en bij gedistribueerde ontwerpen verliest men het toaaloverzicht over de cloudomgeving, waardoor het moeilijker wordt om de toestand van de cloud te optimaliseren. Een oplossing om dit probleem op te lossen is het gebruik van een hierarchisch beheersysteem, waarbij beheernodes in een hierarchie geplaatst worden. Beheernodes die zich laag in de hierarchie bevinden hebben een gedetailleerd beeld van de toestand van een klein deel van de omgeving, terwijl nodes hoger in die hierarchie zicht hebben op een groter deel van het systeem, maar in minder détail. Een hierarchisch beheersysteem heeft echter ook nadelen: de faling van één enkele beheernode breekt de hierarchie en kan bijgevolg tot grote problemen leiden. Daarnaast levert de hierarchie extra overhead, die minimaal gehouden moet worden. Doelstelling: Het doel van deze thesis is het ontwerp en de evaluatie van een hierarchisch beheerfamework voor gebruik in gedistribueerde cloudomgevingen. Dit framework vormt een generieke hierarchische ruggengraat, waarboven specifieke cloudmanagementsystemen gebouwd kunnen worden. Het hierarchische framework moet robuust zijn door zichzelf snel te herstellen als nodes falen en moet dit doen met een minimale impact op het netwerk. Naast deze vereiste voor robuustheid moet het framework rekening kunnen houden met voorkeuren van de bovenliggende managementinfrastructuur om zijn structuur te beïnvloeden, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat één hierarchische node steeds ongeveer een gelijk aantal child nodes heeft, of door er voor te zorgen dat child nodes zich fysiek dicht bij elkaar bevinden binnnen het netwerk. Gezien de eisen van de managementinfastructuur kunnen variëren doorheen de tijd, bijvoorbeeld als nieuwe veeleisende applicaties uitgevoerd worden in een cloudomgeving, kan ook de dynamische reorganisatie en optimalisatie van de hierarchie bestudeerd worden. Om dit framework te ontwikkelen kan gebruik gemaakt worden van verschillende ontwerptechnieken, zoals bijvoorbeeld peer-to-peer structuren. Om het framework te evalueren kan eventueel gebruik gemaakt worden van simulaties, de virtual wall, een uitvoering van het beheersysteem op eigen hardware of het gebruik van de UGent high-performance compute cluster. Locatie: Zuiderpoort 9681: Ontwerp en evaluatie van volgende generatie toegangsnetwerken voor het aanbieden van nieuwe diensten in een competitieve omgeving Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Mario Pickavet, Didier Colle Bart Lannoo, Abhishek Dixit Bart Lannoo Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Telecom-operatoren zijn op zoek om de capaciteit van hun toegangsnetwerk verder uit te breiden zodat ze de stijgende vraag naar bandbreedte en nieuwe diensten kunnen volgen. In dit opzicht worden meer en meer voor fibre-to-the-home (FTTH) netwerken uitgerold, waarbij een glasvezelconnectie tot bij de klant wordt doorgetrokken. De uitrol van FTTH is een dure aangelegenheid, en daarom worden nieuwe netwerkarchitecturen voorgesteld waarbij een FTTH netwerk gedeeld wordt door meerdere operatoren (i.e. open access). Als er meerdere operatoren hetzelfde toegangsnetwerk gebruiken, moet er aan strengere eisen voldaan worden op het vlak van quality of service (QoS) en security aspecten. FTTH is geen synoniem voor 1 enkele technologie, maar er bestaan heel wat verschillende oplossingen, elk met hun voor- en nadelen. Vandaag worden geavanceerde FTTH technologieën voorgesteld die zowel het golflengte- als tijdsdomein van de glasvezel gebruiken om de capaciteit verder op te drijven. In deze netwerken wordt dezelfde glasvezel gedeeld door meerdere klanten en operatoren. Om open access, QoS en security te ondersteunen en de capaciteit van het netwerk optimaal te benutten, is er nood aan nieuwe netwerkarchitecturen en media access control (MAC) protocollen. Belangrijke ontwerpparameters hierbij zijn het type applicatie (b.v. hoge vs. lage bandbreedte, real-time vs. non realtime, unicast vs. broadcast of multicast) en de prioriteit van de gebruiker en operator. Een uitgebreide evaluatie van nieuwe netwerkarchitecturen en MAC protocollen voor FTTH netwerken is van groot belang om een goed inzicht te krijgen in hun werking en toepassingsdomeinen. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is het evalueren van netwerkarchitecturen en MAC protocollen voor volgende generatie FTTH technologieën. Binnen de IBCN onderzoeksgroep werd al heel wat werk verricht op dit vlak, maar veel zaken vergen nog een verdere optimalisatie, evaluatie en validatie. Hierbij zal rekening gehouden worden met meerdere diensten (zoals video, voice, gaming, etc.), verchillende gebruikersprofielen, specifieke netwerkeigenschappen en het open access principe. Deze thesis kan opgesplitst worden in 2 grote hoofddelen, waarbij de focus in overleg met de student kan vastgelegd worden: 1. Ontwerp en evaluatie van toekomstige FTTH netwerkarchitecturen, met focus op open access, QoS en security. De evaluatie zal hierbij steunen op berekeningen en analytische modellen. 2. Ontwerp en evaluatie van toekomstige MAC protocollen voor de voorgestelde netwerkarchitecturen. De evaluatie zal hierbij hoofdzakelijk gebeuren aan de hand van simulaties, b.v. in de C++ gebaseerde OPNET omgeving. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9646: Ontwerp van een driver voor de draadloze radio hardware van de toekomst Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Ingrid Moerman Peter De Valck Peter De Valck Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: Draadloze systemen hebben de laatste jaren een sterke evolutie doorgemaakt. Oorspronkelijk waren deze systemen niet echt flexibel en was een gebruiker vaak beperkt tot één bepaalde communicatietechnologie (bv. Wi-Fi of Bluetooth). Draadloze systemen worden echter alsmaar flexibeler op verschillende manieren: (1) In de eerste plaats is er de verregaande integratie waardoor één systeem talrijke verschillende communicatietechnologieën kan ondersteunen (kijk maar naar de doorsnee smartphone), (2) Daarnaast bestaan zelfs nog flexibelere systemen waarbij de communicatietechnologie volledig bepaald wordt in software (zogenaamde software defined radios). De flexibiliteit van draadloze system biedt uiteraard tal van voordelen zoals de mogelijkheid om altijd en overal geconnecterd te blijven met het Internet gebruikmakend van de meest geschikte en voorhanden zijnde communicatietechnologie (WiFi, UMTS, LTE...). Er zijn echter ook nadelen verbonden aan de toenemende flexibiliteit: toenemende flexibiliteit gaat gepaard met toenemende complexiteit, waardoor het steeds moeilijker wordt om nieuwe technologieën te ontwikkelen en interoperabiliteit tussen systemen te garanderen. Doelstelling: Het doel van deze thesis is om een universele driver te ontwikkelen voor de draadloze radio hardware van de toekomst, zodat op een transparante manier de flexibiliteit van de radio beter kan benut worden en meerdere heterogene radiotechnologieën kunnen ondersteund worden. In een eerste fase zal er onderzocht moeten worden welke oplossingen er al bestaan voor flexibele draadloze communicatie (bv. IRIS modular software radio architecture, USRP Hardware Driver software (UHD), LabView,…) en wat de beperkingen ervan juist zijn. Zo zijn vele oplossingen platformspecifiek en niet universeel bruikbaar. Afhankelijk van de interesse van de student(en) kan op basis van de opgedane kennis en ervaring een volledig nieuwe driver oplossing uitgewerkt en geïmplementeerd worden, of kan een bestaande oplossing uitgebreid worden om nieuwe functionaliteit te ondersteunen of nieuwe hardware te ondersteunen. Voor de experimentele validatie en vergelijking van de oplossingen zal gebruik gemaakt kunnen worden van het iMinds testbed met een uitgebreide variëteit aan hardware (zowel standaard communicatietechnologiën als software defined radio platformen, zie http://www.iminds.be/en/developtest/ilab-t/wireless-lab) Locatie: Zuiderpoort, thuis 9647: Ontwerp van universele netwerkprotocollen voor het Internet van de toekomst Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Ingrid Moerman Peter Ruckebusch, Eli De Poorter Peter Ruckebusch Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: In de nabije toekomst wordt verwacht dat meer en meer huishoudelijke en industriële toestellen (lampen, schakelaars, thermostaten, industriële machines, medische apparatuur, etc) uitgerust zullen worden met draadloze sensoren en actuatoren die informatie kunnen uitwisselen en intelligente beslissingen kunnen nemen. Deze “slimme” toestellen zijn gedefinieerd door hun autonome en zelf-regelende werking zowel op het vlak van communicatietechnologieën als applicatie, en bestaan uit heterogene toestellen (van energie-beperkte sensoren tot geavanceerde controletoestellen) met verschillende eigenschappen op vlak van CPU, batterij en geheugen. Deze trend wordt in de onderzoekswereld algemeen “The Internet Of Things” genoemd en omvat verschillende onderzoeksdomeinen (draadloze sensornetwerken, ad hoc netwerken, LTE, smart grids, cognitieve netwerken, ubiquitious computing, …). Aangezien de netwerkprotocollen oorspronkelijk ontworpen werden voor een specifieke technologie (zoals Wi-Fi, Bluetooth, RFID, PLC, LTE, IEEE802.15.4,…), zijn de gebruikte protocollen niet compatibel met elkaar. Dit heeft geleid tot een wirwar van suboptimale oplossingen waar op verschillende punten in het end-to-end pad tussen toestellen technologieconversies nodig zijn, en waardoor de communicatie tussen verschillende toestellen heel inefficiënt verloopt. Doelstelling: In deze masterproef is het de bedoeling om technologie-onafhankelijke communicatieprotocollen te ontwerpen en te evalueren. Hiervoor kan er vertrokken worden van bestaande protocollen en kan nagegaan worden welke van die protocollen, mits bepaalde aanpassingen, bruikbaar zijn voor meerdere technologieën (Wi-Fi, Bluetooth, RFID, PLC, LTE, IEEE-802.15.4, …) en in meerdere applicatie domeinen (E-Health, smart home, surveillance, remote monitoren, indoor lokalisatie, …). Doelstellingen • Implementeren (porteren/integreren) van bestaande protocollen in (naar) het IBCN test raamwerk. • Evalueren van de protocollen binnen het test raamwerk. • Test scenario`s uitwerken voor de evaluatie van de protocollen. • Analyse van de resultaten na de evaluatie. • Mogelijkheden voor protocolcombinatie bepalen. Het eindresultaat is een demonstratie waarbij een multi-hop network wordt opgezet met heterogene toestellen (WiFi, Bluetooth, Smartphone en sensoren) die rechtstreeks met elkaar kunnen communiceren. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9723: Ontwikkelen van een accuraat rij- en oplaadmodel voor elektrische voertuigen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Chris Develder, Matthias Strobbe Tom Verschueren, Kevin Mets Matthias Strobbe Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: De opkomst van elektrische voertuigen in het straatbeeld zorgt voor enkele uitdagingen in het elektriciteitsnetwerk. Het totale jaarverbruik door opladen van een elektrische wagen, is vergelijkbaar met het jaarlijks electriteitsverbruik van een residentiële woning. Bovendien zal het opladen de pieken in huidige verbruikspieken nog verhogen, bv. ’s avonds wanneer mensen thuiskomen van hun werk en niet alleen starten met koken, wassen, TV kijken, etc. maar daar bovenop ook hun wagen beginnen laden. Hier is het bestaande elektriciteitsnetwerk niet op voorzien. Een mogelijke aanpak zou het aanpassen van het netwerk zijn, maar impliceert bijzonder dure en hinderlijke infrastructuurwerken (cf. openbreken van straten en voetpaden). Een interessantere aanpak is het voorkomen van deze verbruikspieken, door het opladen zoveel mogelijk te spreiden in de tijd met behulp van slimme algoritmes die rekening houden met de laadtoestand (Eng. ‘state of charge) van de batterij en het moment waarop je je wagen nodig hebt ‘s morgens. Binnen onze groep wordt er al heel wat onderzoek gedaan naar dergelijke slimme oplaadalgoritmes, maar om deze goed te kunnen simuleren en evalueren zijn accurate modellen nodig van het rij- en laadgedrag van echte gebruikers. Doelstelling: In 2011 en 2012 zijn in Vlaanderen een 5-tal proeftuinprojecten rond elektrische voertuigen van start gegaan (Meer informatie vind je op http://www.proeftuin-ev.be/). Onze onderzoeksgroep verzamelt rij- en laaddata voor 2 van deze projecten, iMove en EVTecLab. Het doel van deze masterproef is om aan de hand van deze data een realistisch model op te stellen van het rij- en laadgedrag van verschillende types gebruikers: mensen die hun elektrische wagen gebruiken voor woon-werkverkeer, wagens die gebruikt worden als poolwagens binnen bedrijven, wagens die gebruikt worden als stadswagen, etc. Hiervoor moet de beschikbare data eerst opgekuist worden en gevalideerd worden. Om realistische state of charge waarden af te leiden bij het begin van een laadsessie kan er vergeleken worden met data afkomstig van een echt batterijbeheersysteem in samenwerking met Flanders’ Drive (http://www.flandersdrive.be/home). Vervolgens is het de bedoeling om met behulp van clustering algoritmes de verschillende gebruiksprofielen te karakteriseren. Daarna moet dan een datamodel opgesteld worden dat synthetische maar realistische rij- en laadprofielen genereert voor de verschillende afgeleide gebruiksprofielen, om te gebruiken voor simulaties en emulaties. Het bekomen model kan dan toegepast worden voor de analyse van bestaande oplaadalgoritmen binnen onze groep, en er kan een demo uitgewewerkt worden aan de hand van onze opstelling met modelwagens die op dit moment ontwikkeld wordt, en/of met het batterijbeheersysteem van Flanders’ Drive. Locatie: Zuiderpoort 9693: Ontwikkelen van een expertsysteem voor rapid prototyping binnen technoeconomische analyse in telecom Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Mario Pickavet, Sofie Verbrugge Koen Casier, Marlies Van der Wee Marlies Van der Wee Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Techno-economisch onderzoek heeft als doel kosten en baten van een technische oplossing te modelleren en tegen elkaar af te wegen. In dit soort onderzoek worden voortdurend nieuwe modellen ontwikkeld die een abstracte voorstelling maken van de verschillende processen, apparatuur, software, etc. verbonden aan een nieuwe applicatie. Vaak wordt nu bij verschillende modellen vanaf nul herbegonnen, wat heel wat werk met zich meebrengt. Niet voor alle toepassingen zijn alle facetten echter even belangrijk, zodat men een aantal modellen eenvoudig zou kunnen hergebruiken en focussen op verfijning waar nodig. Bv. het kostenmodel voor het gebruik van een cloud of het installeren van een draadloos netwerk in een gebouw zijn redelijk generiek. Het zou dan ook nuttiger zijn om die modellen heel snel en eenvoudig te kunnen selecteren en aanpassen aan de specifieke noden van de toepassing in kwestie. Deze modellen ontstaan echter typisch uit zeer veel verschillende visies, bv. van de verschillende betrokken spelers zoals operatoren, dienstenaanbieders, equipmentverkopers, software-ontwikkelaars, enz. Die spelers hebben vaak verschillende visies op de kosten van de verschillende onderdelen van het model, wat ervoor zorgt dat het model redelijk complex wordt en meestal geen generieke vorm heeft. Doelstelling: In deze thesis wordt op zoek gegaan naar de gelijkenissen tussen bestaande modellen, zowel in berekeningsmethode, input- als outputparameters, om deze vervolgens te groeperen en waar nodig om te vormen tot bruikbare templates. In deze thesis wordt de nadruk gelegd op 1 - het ontwikkelen van algemeen toepasbare, methoden voor het identificeren van belangrijke inputs en varianten 2 - koppeling aan het optimale bestaande model voor het genereren van de vereiste kosteninschattingen. Als meer specifieke uitbreidingen kan verder onderzoek gedaan worden naar: 1 – methodes voor optimale koppeling van verschillende bouwblokken van het model 2 – automatische detectie van de meest invloedrijke input-parameters op basis van sensitiviteitsanalyse 3 – uitbreiding naar multi-actor templates 4 – continue graduele verfijning van de templates 5 – toepassen op een uitgebreide case Bij de uitwerking van deze thesis en de case kan geput worden uit brede ervaring en bestaande modellen van de onderzoeksgroep rond eHealth, fiber to the home, green ICT of draadloze netwerken. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9650: Ontwikkeling van een beslissingsagent voor ondersteuning van QoS in een draadloos conferentiesysteem Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Probleemstelling: Ingrid Moerman Wei Liu Wei Liu Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 1 2013-2014 In hedendaagse conferentiesystemen, worden reeds draadloze microfoons en koptelefoons toegepast voor simultane vertaling. We denken hierbij o.a. aan het Europese parlement in Straatsburg, waar het Belgische bedrijf Televic recent een volledige draadloos conferentiesysteem heeft uitgebouwd. Het grote voordeel van draadloze apparatuur is de eenvoudige installatie, daar er geen bekabeling meer aan te pas komt. Bovendien kunnen draadloze systemen ook toegepast worden voor mobiele gebruikers. Helaas zijn er ook nadelen: zo is een draadloze oplossing onderhevig aan interferentie door andere toestellen in de omgeving, bv. toestellen met ingebouwde Wi-Fi (laptop, smartphone...). Interferentie kan leiden tot onbetrouwbare connectie tussen de microfoon van de tolk en de koptelefoons van zijn toehoorders of tussen de microfoon van de spreker en de koptelefoon van de tolk. Er is daarom nood aan een intelligente oplossing die interferentie kan in kaart brengen en hiermee verder rekening houdt bij de configuratie (i.h.b. de instelling van het kanaal) van de verschillende draadloze toestellen. Doelstelling: In deze thesis zullen we cognitieve technieken onderzoeken die toelaten dat niettegenstaande interferentie door andere toestellen in de omgeving, toch een betrouwbare communicatie kan opgezet worden tussen de verschillende microfoons en koptelefoons in een draadloos conferentiesysteem. Een dergelijke cognitief systeem bestaat uit een set inputparameters (nl. de configuratie-instellingen van de verschillende draadloze toestellen zoals zendvermogen, kanaal, modulatieschema, ...) en een set outputparameters (nl. prestatiemetingen zoals bandbreedte, vertraging, jitter, ...). Een cognitieve beslissingsagent zal op basis van de huidige input- en outputparameters een nieuwe set configuratieinstellingen bepalen zodat kan worden voldaan aan de vooropgestelde Quality of Service (QoS) voorwaarden. Dit is een iteratief proces, waarbij telkens op basis van de gemeten outputparameters, de configuratie-instellingen worden bijgestuurd. Tijdens deze thesis zal een beslissingsalgoritme ontwikkeld worden en zal dit algoritme experimenteel geëvalueerd worden in een realistische setting binnen het iMinds testlab. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9937: Ontwikkeling van een mobiele applicatie voor geoptimaliseerd batterijgebruik Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Filip De Turck, Steven Latré Jeroen Famaey Steven Latré Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 3 2013-2014 Probleemstelling: Mobiele toestellen zoals smartphones en tablets worden steeds krachtiger: er bestaan reeds multi core toestellen en ook geheugen, ondersteunde resolutie en opslagruimte groeien nog steeds significant. Doordat de mogelijkheden van deze toestellen stijgen, worden ze ook meer en meer gebruikt voor rekenkrachtige applicaties zoals gaming, video playback en document processing. De capaciteit van de batterij is hierbij vaak een belangrijke bottleneck: door de beperkte omvang van de toestellen is er ook slechts een beperkte batterijcapaciteit mogelijk. Vele toestellen kunnen daarom – bij intensief gebruik – slechts enkele uren batterijduur ondersteunen. Gezien er op hardwareniveau weinig uitbreidingsmogelijkheden zijn, is het belangrijk om zorgvuldig om te springen met de beperkte batterijcapaciteit op softwareniveau. Door intelligent configuratiewijzigingen te maken op basis van het profiel van de gebruiker van het toestel kan de batterijduur van een mobiel toestel grondig verbeterd worden. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is om een mobiele applicatie te ontwikkelen die het mogelijk maakt om de batterijduur van een smartphone of tablet te verbeteren. Dit kan door onnodige processen en hardware die een significante hoeveelheid resources vragen uit te schakelen of te wijzigen. Voorbeelden hiervan zijn het uitschakelen van Wifi wanneer de gebruiker geen toegang tot Internet gebruikt, het uitschakelen van een of meerdere cores of specifieke configuratiewijzigingen in applicaties (bv het verminderen van de toegestane resolutie van een spel). De te ontwikkelen mobiele applicatie zal continu de toestel status en het gebruik monitoren. Op basis van deze monitoring kan een inschatting gemaakt worden van het gebruikersprofiel en de impact op de batterijduur. Tenslotte kan de applicatie autonoom beslissen om optimaliserende acties (zoals het uitschakelen van services of het wijzigen van applicatie configuraties) uit te voeren. Hoewel er reeds een aantal gelijkaardige applicaties bestaan (bv Juice Defender voor Android) zijn er nog belangrijke verbeteringen mogelijk in de (i) accuraatheid van voorspellingen van het gebruikersprofiel en (ii) het spectrum aan optimaliserende acties. Afhankelijk van de interesse van de student en/of de mogelijkheden op het systeem kan gekozen worden om een Android of iOS applicatie te bouwen. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9641: Ontwikkeling van zelf-lerende sensornetwerken door middel van artificiele intelligentie Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: Ingrid Moerman Eli De Poorter, Milos Rovcanin Eli De Poorter Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 3 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Draadloze sensornetwerken zijn momenteel een ‘hot topic’ binnen de industriële wereld. Een sensornetwerk bestaat uit een groot aantal goedkope meettoestellen ('sensorknopen') die informatie uit hun omgeving (zoals temperatuur of vochtigheid) kunnen opmeten. Opgemeten informatie wordt draadloos uitgewisseld tussen de verschillende sensorknopen. Sensornetwerken gebruikt men bijvoorbeeld voor het monitoren van natuurgebieden (bijvoorbeeld voor detectie van bosbranden), voor gezondheidszorg (e.g. draadloze detectie van epileptische aanvallen) of voor domotica (waarbij toestellen voor beveiliging, verwarming of verlichting draadloos worden aangestuurd). Spijtig genoeg zijn de installatiekosten van een sensornetwerk momenteel nog te duur voor particulieren. Een sensornetwerk moet immers custom geconfigureerd worden, waarbij de instellingen afhangen van de specifieke omgeving en het toepassingsdomein. Indien deze manuele configuratiefase kan vermeden worden zou de kostprijs van sensornetwerken sterk omlaag kunnen gaan. Doelstelling: Deze scriptie wil het installeren van nieuwe sensornetwerken goedkoper en eenvoudiger maken. Hiervoor wordt gekeken naar twee onderzoekspistes. 1. Door middel van artificiële intelligentie technieken kunnen sensornetwerken zelf-lerend worden. Ze moeten (door middel van ‘trial and error’, ‘genetische algoritmes’, ‘reinforcement learning’, …) zelf kunnen afleiden welke netwerkinstellingen best geschikt zijn voor hun toepassing. Dit reduceert de installatiekosten door de configuratiefase te automatiseren. 2. Sensornetwerken kunnen samenwerken met andere sensornetwerken. Zo kunnen ze bijvoorbeeld afspreken om elkaars knopen te gebruiken voor het routeren van pakketten. Dit reduceert de installatiekost doordat het aantal sensorknopen dat moet worden geïnstalleerd voor nieuwe toepassingen sterk kan worden gereduceerd. Het gebruik van zelf-lerende en samenwerkende sensornetwerken kan aldus leiden tot een snellere en goedkopere introductie van sensornetwerken in particuliere woningen. Binnen deze thesis wordt onderzocht welke zelf-lerende methodes hiervoor geschikt zijn en wordt de gekozen methode geïmplementeerd en geëvalueerd. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9700: Optimale kwaliteit bij cloudgebaseerde multimediale toepassingen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Bart Dhoedt, Pieter Simoens Bert Vankeirsbilck, Tim Verbelen Bert Vankeirsbilck Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: Deze thesis situeert zich in een thin client of cloud gebaseerd systeem, waarbij applicaties op een server eventueel veraf in het netwerk worden uitgevoerd. De gebruikersinvoer en applicatieuitvoer worden tussen de thin client en de server verstuurd over het netwerk dat weinig kwaliteitsgaranties aanbiedt. Om dit gebrek aan kwaliteitsgaranties te overbruggen, kunnen aanpassingen op applicatieniveau doorgevoerd worden (bv. aanpassen van de frame rate, resolutie, enz). Deze aanpassingen gebeuren nadat kwaliteitsverlies gedetecteerd werd door een monitoringsysteem. De logica om de aanpassingen op applicatieniveau door te voeren om op die manier een adaptief thin client systeem te realiseren is het onderwerp van dit project. (zie figuur). Doelstelling: Binnen de masterproef vertrekken we van de remote uitvoering van grafisch geavanceerde programma’s zoals een race game of een 3D schetsprogramma. Binnen IBCN is een raamwerk gebouwd dat deze applicaties als in een videoformaat naar de thin client stuurt.De aanpassingen aan de videostream parameters (zoals frame rate of visueel compressieniveau) hebben zowel een invloed op de gegenereerde netwerkbelasting als op de kwaliteit ervaren door de gebruiker (Eng: Quality of Experience, (QoE)). We verwachten dat de optimale parameterconfiguraties afhankelijk zullen zijn van de applicatie die uitgevoerd wordt en het doel van de gebruiker (bv in een race game is het belangrijk de chronometer te kunnen lezen als men een ‘time trial’ doet, maar minder belangrijk bij een wedstrijd) De bedoeling bedoeling van deze scriptie is het maximaliseren van de gebruikerservaring (QoE) door het aansturen van het thin client systeem op basis van monitoring data. De student zal algoritmes ontwerpen die voor verschillende applicaties toepasbaar zijn. Daarbij wordt gelet op het feit dat monitoring data een resultaat is van sampling en dus een indruk geeft over het systeem van een bepaalde tijd geleden, en dat het doorvoeren van de aansturing van het thin client systeem enige tijd vergt (bv door het herstarten van een video encoder). De studenten worden verwacht het aansturingsalgoritme te ontwerpen. Ter validatie wordt verdergewerkt op bestaande software die momenteel bestaat uit de afzonderlijke monitoring en thin client systemen. Voor een selectie van applicaties zijn modellen van de verwachte gebruikerservaring voorhanden. Locatie: Zuiderpoort 9699: Optimale presentatie van HTML5-toepassingen op netwerk-displays Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Bart Dhoedt, Pieter Simoens Bert Vankeirsbilck, Elias De Coninck Bert Vankeirsbilck Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Veel displays in onze omgeving worden enkel gebruikt als grafische interface voor een enkel toestel, denk maar aan displays in wasmachines, op muziekinstallaties, enz… In de toekomst verwachten we dat deze displays zullen evolueren naar volwaardige displays.Op deze displays (die dan beschikbaar gesteld worden voor andere toepassingen) kunnen dan bijvoorbeeld persoonlijke agenda’s, een internet browser, of misschien zelfs video beelden van wie aan de voordeur aanbelt, weergegeven worden. Daarnaast wordt met de opkomst van HTML5 de toekomst van applicatieontwerp in vraag gesteld. Er zijn reeds initiatieven opgezet om volledige besturingssystemen op basis van HTML5 te bouwen (zoals Carbyn, Google Chrome OS, mozilla firefoxOS). Wat we beogen in deze scriptie is te onderzoeken hoe HTML5 applicaties om kunnen gaan met deze displays die over een netwerk, dynamisch beschikbaar worden en terug verdwijnen doordat de gebruiker zich in een omgeving beweegt. Doelstelling: In deze scriptie veronderstellen we dat de gebruiker een smartphone/tablet bij zich draagt waarop HTML5 applicaties uitgevoerd worden. Met dit toestel kunnen schermen via het netwerk worden aangesproken waarop de applicatie dynamisch wordt uitgebreid om zo de informatie op een andere manier weer te geven. Er wordt nagegaan hoe netwerk-displays beschikbaar gesteld kunnen worden en hoe dit beheerd kan worden. Verschillende methodologieën worden daarvoor vergeleken, zoals publish-subscribe, centrale registratie van de schermen, inscannen van QR codes, om vanuit het persoonlijk toestel beschikbare schermen te detecteren. Verder wordt onderzocht of er vereisten zijn aan HTML5 applicaties om dergelijke externe schermen dynamisch te kunnen ondersteunen. Hierbij is het bedoeling dat, afhankelijk van de beschikbare schermen, de toepassing optimaal weergegeven wordt. Dit houdt logica in om HTML5-inhoud automatisch te verdelen over de beschikbare schermen, en om die schikking eventueel dynamisch te leren (op basis van herschikkingen door de gebruiker uitgevoerd). Op basis van de resultaten wordt een systeem ontworpen dat aantoont of de toekomstvisie zoals in de contextschets beschreven een haalbare kaart is, en wat daarbij de nog blijvende uitdagingen zijn. Locatie: Zuiderpoort 9691: Optimale prijszetting telecominvesteringsbeslissingen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: voor het minimaliseren van risico bij Mario Pickavet, Sofie Verbrugge Jan Van Ooteghem, Bram Naudts Jan Van Ooteghem Master in de ingenieurswetenschappen: bedrijfskundige systeemtechnieken en operationeel onderzoek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: Bij de uitrol van nieuwe telecom infrastructuur zijn meestal grote upfront investeringen noodzakelijk alvorens het mogelijk is diensten aan te bieden. Afhankelijk van het type uitrol, lopen er dus een of meerdere actoren een groot risico op voorhand om deze investering te dragen alvorens inkomsten te zien, en dus een positieve business case te bereiken. Alles hangt af van hoe deze kosten zullen worden doorgerekend worden naar de andere actoren zoals de eindklant, business-to-business klanten die gebruik maken van de infrastructuur, service providers, enz. Hierbij is de selectie van de correcte kost driver, en de kost allocatie methode van groot belang. Vooral bij de uitrol van nieuwe vaste en mobiele netwerken, dragen de infrastructuur providers de investeringskosten, zonder meestal op voorhand zeker te zijn van hun klantenadoptie. Een belangrijke vraag is het kiezen van de juist prijszetting zodat hun risico wordt geminimaliseerd. Dit zorgt voor een individueel optimum, wat niet noodzakelijk leidt tot een sociaal optimum bv. het alloceren van kosten obv de afstand tot iedere klant (verschillende prijs voor elke klant; geen risico voor de netwerkeigenaar) versus allocatie obv het totaal aantal klanten (voor elke klant gelijke prijs; risico ligt bij de netwerkeigenaar). Deze problematiek geldt ook bij (de uitrol van nieuwe) testbed netwerk infrastructuren, waar een onzekere marktvraag bestaat, en een gesegmenteerde prijszetting noodzakelijk is (academisch, commercieel, …). Doelstelling: Het doel van de thesis is het bepalen van een optimale prijszetting voor het minimaliseren van risico bij telecom investeringsbeslissingen voor alle betrokken actoren. Eerst moeten alle kosten en hun drivers goed worden ingeschat voor de desbetreffende infrastructuur. Op basis van het gekozen type kost allocatie model kan er een prijs bepaald worden voor het gebruik van de infrastructuur, afhankelijk van het onderdeel van het netwerk, type dienst die aangeboden wordt, type klant, enz. Deze inschatting van de prijs is een cruciaal onderdeel in het business model van de infrastructuur, aangezien dit een effect zal hebben op de klantenadoptie, en dus ook een op het risico profiel van de investering, en finaal de economische haalbaarheid zal bepalen. De bedoeling is een model op te stellen voor het inschatten en optimaliseren van deze effecten (prijszetting, risico, maximalisatie van de business case), dit aan de hand van een of meerdere cases, alsook een aantal conclusies en aanbevelingen te formuleren voor het beter inschatten van risico in toekomstige cases Locatie: Zuiderpoort of thuis 10241: Optimalisatie van computationeel dure experimenten met de Successive Response Surface Methodology Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Tom Dhaene, Eric Laermans Keiichi Ito, Ivo Couckuyt, Dirk Deschrijver Tom Dhaene Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Achtergrond In het SUMO-Lab (SUrrogate MOdeling Lab) van de IBCN-onderzoeksgroep wordt er heel wat onderzoek verricht naar adaptieve algoritmes voor het bouwen van surrogaatmodellen van diverse complexe systemen. Deze surrogaatmodellen zijn eenvoudige analytische gedragsmodellen die gebruikt worden om complexe, tijdrovende simulaties te benaderen en te vervangen. Binnen dit onderzoeksgebied wordt vaak gebruikt gemaakt van numerieke benaderingsleer, supervised machine learning en active learning. In de onderzoeksgroep is de SUMO-Toolbox (Matlab) ontwikkeld die de verschillende stappen van de modelbouw automatiseert. Probleemstelling “Successive Response Surface Methodology” (SRSM), of “trust regions”, is een set van methoden in surrogaatmodel-gebaseerde optimalisatie die zeer efficiënt zijn in het optimaliseren van computationeel dure systemen. Om de optimalisatie tot uitvoering te brengen benadert SRSM een aantal (dure) datapunten met tweedegraadspolynomen. Vervolgens wordt er op iteratieve wijze een rotatie en contractie van de zoekruimte uitgevoerd zodat de nauwkeurigheid van de polynomiale voorstelling verbetert in het te bestuderen gebied. Net zoals vele surrogaatmodel gebaseerde optimalisatietechnieken schaalt SRSM niet goed voor hoogdimensionale problemen. Bijvoorbeeld; wanneer men een 30-dimensionaal probleem beschouwt, zullen er 406 datapunten nodig zijn om het surrogaatmodel te berekenen, wat vaak het beschikbare rekenbudget overschrijdt. In SRSM heeft met Niter*{D+1}*(D+2) /2 datapunten nodig, waarbij Niter staat voor het aantal SRSM-iteraties en D voor de dimensionaliteit van de inputvectoren. De methode is ook niet efficiënt als de objectieffunctie zeer niet-lineair is, omwille van de onnauwkeurige voorstelling van het polynomiale model. Doelstelling: De doelstelling van de thesis is de schaalbaarheid van de bestaande SRSM-methodologie te verbeteren en het aantal functie-evaluaties te reduceren tot het strikte minimum. Meer bepaald worden volgende stappen genomen: 1. Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken bestuderen, bv. radiale basisfuncties 2. Verschillende technieken beschouwen om de modelcoëfficiënten te berekenen 3. Verschillende optimalisatietechnieken uitproberen om het gebied te doorzoeken De resultaten worden vergeleken tegenover de originele aanpak die beschreven staat in de literatuur. Locatie: Zuiderpoort 9866: Optimalisatie van multiplex biologische testen door machine learning Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Tom Dhaene, Yvan Saeys Joeri Ruyssinck, Steve Lefever, Jo Vandesompele Joeri Ruyssinck Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: De werking van een genetisch laboratorium steunt in grote mate op de gevoeligheid en de efficiëntie van de gebruikte biotechnologische testen. Een van dergelijke testen (qPCR) bepaalt de expressieniveaus van genen om zo aberrante situaties op te sporen. In zijn eenvoudigste vorm wordt elke test afzonderlijk uitgevoerd, namelijk één test per reactie-tube (singleplex). Als aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt, is het echter ook mogelijk verschillende testen in eenzelfde reactie-tube te combineren (multiplex). Door de grotere complexiteit, zowel bij het softwarematig ontwerpen van de testen als bij het uitvoeren van de reacties zelf, ligt de success rate van een dergelijke multiplexreactie echter gevoelig lager dan een singleplexreactie. Doelstelling: In deze thesis wensen we na te gaan welke parameters (features) een belangrijke invloed hebben bij het combineren van meerdere qPCR-testen in eenzelfde multiplexreactie. Hiervoor zal een bestaande dataset van meer dan 290 000 ontwikkelde testen geanalyseerd worden met behulp van machinelearning-technieken. Ondermeer kunnen zogenaamde feature-selection-technieken gebruikt worden die een minimale set van relevante en predictieve features samenstellen. We zullen hierbij zowel parameters die bij de constructie van het testmateriaal worden vastgelegd, als parameters die bij elke uitvoering van de test kunnen wijzigen, in beschouwing nemen. Als tweede luik van deze thesis, zal een algoritme ontwikkeld worden dat op zoek gaat naar groepen van gelijkaardige multiplextesten in de beschikbare dataset op basis van de gevonden belangrijke features. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van bestaande clusteringtechnieken. Voorkennis van bio-informatica, biologie en machine learning is niet vereist. Locatie: Zuiderpoort 9810: Optimaliseren van de populariteit van Twitter berichten Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Bart Dhoedt Steven Van Canneyt Steven Van Canneyt Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Twitter is een handig medium voor bedrijven om gebruikers te informeren over hun producten en diensten. Echter worden gebruikers vaak overspoeld met een overvloed aan Twitter berichten, wat als gevolg heeft dat veel tweets die bedrijven posten vaak niet worden gelezen. Dit kan leiden tot een daling van de populariteit en zelf de verkoopcijfers van het bedrijf. Daarom is het belangrijk om te bepalen wat de optimale inhoud is van Twitter berichten zodat deze door zoveel mogelijk volgers worden gelezen, geretweet en gereplied. De respons op tweets kan bijvoorbeeld stijgen wanneer de tweets links bevatten naar de blog van het bedrijf. Daarnaast kunnen de gebruikte hashtags en het onderwerp waarover de tweet gaat invloed hebben op het aantal reacties. Door grondiger inzicht te krijgen over welke factoren invloed hebben op de respons van Twitter berichten kunnen gerichte aanbevelingen gedaan worden. Deze aanbevelingen zullen er toe leiden dat geposte Twitter berichten meer impact hebben en dat zo de populariteit van bedrijven op sociale media zal stijgen Doelstelling: In eerste instantie zal het nodig zijn om data te verzamelen van verschillende Twitter gebruikers via de publieke API. Uit elke tweet zal automatisch de gebruikte hashtags en links worden geëxtraheerd. Daarna zal een algoritme worden ontwikkeld die de hashtags en links categoriseert. De categorieën van de links kunnen bijvoorbeeld ‘sociale media’, ‘nieuws websites’, ‘fora’ en ‘blog’ zijn. Hashtags als #pleaseretweet en #checkthisout kunnen daarenboven bijvoorbeeld worden geclassificeerd als ‘actie ondernemen’, waarnaast #watching en #sleeping kunnen worden geclassificeerd als ‘status updates’. Deze informatie zal dan gebruikt worden om te bepalen welke type hashtags en links voor het grootste respons zorgen. Wanneer dit op punt staat, zal de verkregen analyse gebruikt worden om gerichte aanbevelingen op te stellen die de respons van nieuwe Twitter berichten optimaliseert. Indien mogelijk wordt ingegaan op evalueren van een dergelijk systeem op een grote schaal, zowel in aantal berichten die gebruikt worden (in termen van miljoenen) als het aantal hashtags en links Locatie: Zuiderpoort, thuis 9756: Opvolging van diabetes voor en na de zwangerschap Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Stijn Verstichel Femke De Backere, Femke Ongenae Femke De Backere Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Zwangerschapsdiabetes is een aandoening waarbij tijdens de zwangerschap een te hoge bloedsuikerspiegel ontstaat bij vrouwen die voor die tijd nog geen diabetes hadden. Risicofactoren zijn hogere leeftijd, obesitas en een familiegeschiedenis wat betreft diabetes. Naast het risico voor de moeder is er ook een verhoogd risico voor de baby. Daarnaast ontwikkelt 50% van de vrouwen met zwangerschapsdiabetes op latere leeftijd diabetes. Het opvolgen van zwangerschapsdiabetes vereist de samenwerking van verschillende zorgverstrekkers, zoals de huisarts, diabetesverpleegkundige, endocrinoloog en de diëtist. Het is ook belangrijk dat de zwangere actief betrokken wordt bij deze opvolging zodat de behandeling zo effectief mogelijk kan aangepast worden aan de specifieke situatie. Er is dus nood aan een platform dat de moeder in spe op een informele manier in contact kan brengen met de vele zorgverstrekkers. Doordat deze zorgverstrekkers op het platform toegang hebben tot alle, voor hen nuttige, informatie maakt het mogelijk om op een patiëntvriendelijke en efficiënte manier ondersteuning te bieden. Daarnaast kan op een automatische wijze ondersteuning geboden worden voor preventie, vroege diagnose en opvolging op de lange termijn van zowel moeder als kind. Doelstelling: Het doel van deze thesis is de ontwikkeling van een platform dat toelaat om informatie van verschillende bronnen en zorgverstrekkers te verzamelen en deze informatie te gebruiken om te komen tot conclusies wat betreft diagnose en opvolging van zwangerschapsdiabetes. Daarnaast is de patiënt in staat om suikerwaarden en andere relevante parameterwaarden door te sturen naar het platform. Het platform kan enerzijds een overzicht geven aan de patiënt en de zorgverstrekkers (die een zorgrelatie hebben met een specifieke patiënt). Anderzijds kunnen zorgverstrekkers ingelicht worden wanneer een bepaalde situatie of afwijkingen zich voordoen. Naast monitoring en opvolging kan het platform door de patiënt ook gebruikt worden voor het krijgen van voedingstips (op basis van de reeds ingegeven waarden). Het aanpassen van de voeding is namelijk een belangrijke stap in het onder controle houden van zwangerschapsdiabetes. Daarnaast zal het platform ook een sociaal luik bevatten, waarin vrouwen met zwangerschapsdiabetes ervaringen met elkaar kunnen delen, met elkaar kunnen praten en tips geven. De mogelijkheden van het ontwikkelde platform zullen gedemonstreerd worden aan de hand van een voorbeeldapplicatie. De ontwikkeling van deze applicatie laat toe om het volledige resultaat van de thesis te toetsen aan enkele niet-functionele vereisten zoals schaalbaarheid en responstijd. Dit onderwerp biedt de student de mogelijkheid om kennis op te doen rond het modelleren en interpreteren van informatie (rule engines en context modellering) en cloud computing binnen een uitdagende en sociaal relevante use case Locatie: Zuiderpoort 9742: Plannen van complexe parallelliseerbare taken binnen publieke cloudomgevingen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Filip De Turck Hendrik Moens Hendrik Moens Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Publieke cloudomgevingen maken het mogelijk om systeembronnen op aanvraag te reserveren, wat het mogelijk maakt om dynamisch bronnen toe te voegen als een applicatie deze bronnen nodig heeft. Een interessant gebruik hiervan is bij het plannen van sterk parallelliseerbare taken: in een dergelijk geval kan een taak die 24 uur duurt op één machine uitgevoerd worden in één uur op 24 machines tegen dezelfde kost. Deze eenvoudige aanpak werkt echter niet meer indien de taken complexer worden, zoals bijvoorbeeld bij documentverwerking. Daar worden uitgebreide workflows uitgevoerd. Deze workflows bestaan uit meerdere taken, die na elkaar uitgevoerd worden, maar waar individuele taken wel goed parallelliseerbaar zijn. Hierdoor is een naïeve oplossing waarbij individuele taken gelijk verdeeld worden tussen verschillende nodes niet meer mogelijk, gezien nu ook de relaties tussen de verschillende taken in rekening gebracht moeten worden. Doelstelling: Het doel van deze scriptie is het probleem van het plannen van complexe distribueerbare taken binnen publieke clouds te bestuderen. Hierbij kan in samenspraak met de begeleiders één van twee problemen bestudeerd worden: 1) Het statische probleem kan bekeken worden, hierbij wordt een zeer grote hoeveelheid workflows zo optimaal mogelijk gepland. Hiervoor kan men zich baseren op reeds bestaande optimale, maar slecht schalende, algoritmen. 2) Ook het dynamische probleem van het opvolgen van de uitvoering van de workflows, waarbij herpland wordt indien deeltaken uitlopen, kan bestudeerd worden. Hierbij is het snel maken van beslissingen belangrijk en moet een architectuur uitgedacht worden die minimale overhead veroorzaakt. Bij het plannen van deze taken kan met verschillende zaken rekening gehouden worden: 1) De structuur van de te plannen workflows en de bijhorende deadlines. 2) De kost en de prestaties van de gebruikte cloudinstanties. 3) Het gebruikte kostmodel van de cloudomgeving kan eveneens variëren: Amazon EC2 en Microsoft Windows Azure instanties moeten per uur betaald worden, terwijl uitvoering van taken op bijvoorbeeld Google AppEngine per CPU cycle betaald wordt. Ook andere eigenschappen van de cloudomgeving, zoals bijvoorbeeld opstart- en afsluittijd van de instanties, kunnen in rekening gebracht worden. Om de ontwikkelde algoritmen en frameworks te evalueren kan gebruik gemaakt worden van simulaties, evaluaties met de Amazon EC2 public cloud, of met de Microsoft Azure public cloud. De resultaten kunnen dan vergeleken worden met de optimale oplossing die beschreven is in de literatuur en die door middel van ILP modellering bekomen kan worden. Locatie: Zuiderpoort 9651: Platformondersteuning voor multi-screen e-learning applicaties Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Frank Gielen Heïko Desruelle Heïko Desruelle Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Het onderwijs is zonder twijfel de sector die na de muziek en de media een revolutie zal ondergaan ten gevolge van de invloed van het internet: de digitale technologie in combinatie met nieuwe communicatievormen zal ons onderwijssysteem ten gronde wijzigen. Studenten bezitten steeds vaker toestellen waarop allerhande applicaties geinstalleerd kunnen worden en die de mogelijkheid bieden om multimediaal lesmateriaal, sociale media en interactiviteit te integreren in een uniek platform dat uitermate geschikt is voor onderwijs : Van smartphones tot tablets, netbooks, laptops/desktops, en zelfs interactieve TVs. Met behulp van e-learning applicaties op deze toestellen zouden studenten nagenoeg altijd en overal hun leerstof moeten kunnen raadplegen – ubiquitous learning. Via webtechnologie is het bijvoorbeeld al mogelijk om mobiele applicaties te ontwikkelen die op de meeste van deze toestellen uitgevoerd kunnen worden (bv. PhoneGap). Toch slagen dergelijke applicaties er vandaag de dag slechts gedeeltelijk in om hun eindgebruikers een overtuigende gebruikerservaring aan te bieden. Dit is onder meer te wijten aan het feit dat applicaties nog zeer sterk gebonden zijn aan het ene toestel waarop ze worden uitgevoerd. Bestaande applicatieplatformen benutten amper de verscheidenheid aan toestellen waarover een gebruiker beschikt. Zo is het bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend dat een eindgebruiker de services van zijn smartphone kan aanspreken bij het uitvoeren van een applicatie op zijn TV. Het potentieel aan doordringende interactie tijdens het gebruik gaat bijgevolg voor een groot deel verloren. Voor een e-learning applicaties zijn bijvoorbeeld de volgende use cases mogelijk (zie ook Fig.): - Het openen van een slide set op een mobiel toestel, waarbij de presentatie ervan omgeleid kan worden naar het televisiescherm van de gebruiker maar de controls op het mobiel toestel blijven. - Lesmateriaal wordt op groot scherm of op PC getoond terwijl de interactie (vb. vragen of een quiz oplossen) gebruik maakt van de smartphone - Het lokaal inladen van learning content, waarbij de actie niet beperkt blijft tot het lokale filesystem. De download kan selectief gepusht worden naar je smartphone (zodat je deze bijvoorbeeld later op de trein kan doornemen). Doelstelling: Het doel van deze thesis is het ontwerpen van een systeem dat toelaat om de user interface aspecten van web-gebaseerde e-learning applicaties optimaal te distribueren over de verschillende toestellen van een eindgebruiker. Dergelijke adaptatie dient automatisch te worden ondersteund door het applicatieplatform op basis van de contextuele eigenschappen en mogelijkheden van de beschikbare toestellen, alsook de eigenschappen en voorkeuren van de eindgebruiker. In een eerste fase zal een uitgebreide state-of-the-art studie uitgevoerd worden. Hierbij zal voornamelijk de focus gelegd worden op de aspecten van context-awareness, web applicatie technologie, service discovery en broadcasting, adaptieve beslissingsalgoritmen, etc. Daarnaast zullen een aantal applicatie use case uitgewerkt worden binnen het e-learning domein. De vergaarde informatie zal vervolgens gebruikt worden om een aantal adaptatie structuren op te stellen, waarbij dynamisch kan worden ingegaan op de context van de eingebruiker en zijn toestellen. De correcte werking van het ontwikkelde systeem zal tot slot aangetoond en geevalueerd worden aan de hand van een proof-of-concept implementatie. De implementatie zal gebeuren op basis van een bestaand platform voor cross-device Web applicaties (i.e., Webinos). Locatie: Zuiderpoort 9736: Proactieve en intelligente voorstelling van data op een mobiel toestel Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Chris Develder Anna Hristoskova, Jelle Nelis Anna Hristoskova Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Domotica, autonome robots, telemonitoring, zijn slechts een aantal toepassingen die steeds vaker geïnterconnecteerd geraken. Zwermen van autonome entiteiten bewonen onze alledaagse omgevingen en verzamelen meer kennis en intelligentie dan waarvoor ze geprogrammeerd werden. Ambient Intelligence applicaties bieden een universele en onmiddellijke toegang aan tot een rijke hoeveelheid aan beschikbare diensten die de levenskwaliteit van hun inwoners verbeteren. Om een dynamisch, contextbewust, flexibel geheel te creëren, moeten deze intelligente toepassingen in staat zijn om vlot samen te werken. Een dergelijke samenwerking vereist de aanwezigheid van intelligentie in de deelnemende componenten en het aanreiken van hun interacties met een formele beschrijving van het specifiek domein. Dit introduceert het begrip semantiek, het toekennen van een betekenis aan deze anders vrij primitieve componenten. Een betekenisvolle semantische laag optimaliseert de structurering van de beschikbare kennis, en ondersteunt het redeneren over de huidige toestand van de gebruiker. Hiermee kunnen dynamische en intelligente toepassingen de beste combinatie van diensten selecteren om een specifieke taak te vervullen. Dit resulteert in een visie van een alomtegenwoordig web, waarbij door een symbiose tussen mensen en hun ’intelligente’ omgeving dagelijkse taken kunnen worden uitgevoerd. Daardoor is er nood aan een autonome omgeving die een verscheidenheid aan sensoren, apparaten en diensten op een transparante manier combineert tot gepersonaliseerde toepassingen voor de gebruiker. Doelstelling: Het doel van deze thesis is het ontwikkelen van een intelligent contextafhankelijk beheersysteem voor apparaten toegankelijk vanop een mobiel toestel. Dit zal de gebruiker in staat stellen om zijn hele netwerk van apparaten te beheren. Daarbij moet de gegenereerde data intelligent geïnterpreteerd worden. De ontworpen architectuur zal ondersteuning bieden voor: 1. het automatisch inpluggen en beheren van verschillende apparaten en diensten, 2. intelligente en contextbewuste verwerking en presentatie van de gegenereerde data afhankelijk van de noden van de gebruikers. Hierbij kunnen verschillende scenarios uitgewerkt worden naargelang de kennis en interesses van de studenten: · monitoren van de evacuatie van personen van een gebouw, · beheren van intelligent office inclusief localisatie van personen · intelligente presentatie van patient data · universeel beheer van domotica apparaten vanuit een gemeenschappelijke interface presentatie van augmented reality info tijdens festivals Locatie: Zuiderpoort 9760: Profilering en optimalisatie van semantische reasoners Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck Femke Ongenae, Stijn Verstichel Femke Ongenae Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Het Semantisch Web, ook wel Web 3.0 genoemd, wordt beschouwd als de volgende fase van het internet waarbij alle informatie/data op het web voorzien is van metadata die de betekenis van deze data beschrijft. Op deze manier kan alle data op het web intelligent en geautomatiseerd verwerkt en gecombineerd worden met elkaar. Dit betekent een grote stap vooruit voor tal van applicaties op het web. Zo zouden de verschillende eShops zoals Ebay en Amazon hun productcategorieën kunnen voorzien van metadata die bijhoudt hoe sterk producten gerelateerd zijn met elkaar, hoe populair ze zijn enz. Op basis hiervan kunnen intelligente aanbevelingsalgoritmes geschreven worden die gericht producten voorstellen aan klanten met een bepaald profiel. Andere voorbeelden zijn intelligentere zoekmachines, meer gerichte reclame, personalisatie van websites enz. Het beschrijven van de metadata gebeurt aan de hand van ontologieën. Een ontologie beschrijft de entiteiten binnen een bepaald domein (bv. Man, Vrouw, Auto), hun relaties (bv. heeft_broer) en hun eigenschappen (bv. Naam). Het mag duidelijk zijn dat voor dergelijke Web 3.0 toepassingen deze ontologieën vaak enorm groot zijn. De grootschaligheid van deze modellen leidt tot tal van problemen op vlak van performantie en schaalbaarheid van de intelligente applicaties die werken met deze ontologieën. Om intelligent te redeneren over ontologieën maken deze intelligente applicaties gebruik van herbruikbare software modules die Reasoners genoemd worden. Enkele voorbeelden van Reasoners zijn Pellet (http://clarkparsia.com/pellet/), Racer (http://www.racer-systems.com/), Hermit (http://hermitreasoner.com/), Fact++ (http://owl.man.ac.uk/factplusplus/) en de Eye Reasoner (http://eulersharp.sourceforge.net/). Doelstelling: Het eerste doel van deze thesis is dus om de performantie en de schaalbaarheid van de bestaande Reasoners te profileren en te vergelijken met elkaar. Hiervoor zal onderzocht worden welke benchmarks kunnen gebruikt worden om de prestaties van de Reasoners te profileren, bv. LUBM (http://swat.cse.lehigh.edu/projects/lubm/), Berlin SPARQL (http://www4.wiwiss.fuberlin.de/bizer/berlinsparqlbenchmark/) en OTAGen (http://users.atlantis.ugent.be/svrstich/otagen/). Eén of meerdere benchmarks kunnen daarna gebruikt worden voor de profilering van de Reasoners. Vervolgens kan de student conclusies trekken over welke Reasoner het best gebruikt wordt voor welk soort use cases/data. Daarnaast kan ook in kaart gebracht worden of er specifieke statements/constructies zijn in ontologieën waar bepaalde Reasoners slecht mee om kunnen. In een tweede fase zal deze kennis aangewend worden voor het ontwerp en ontwikkeling van een generiek en performant reasoning platform die de verschillende reasoners op een intelligente manier combineert en aanwendt afhankelijk van de specifieke use case. Dit betekent dat het platform detecteert over welk type van use case/data het gaat en automatisch de correcte (combinatie van) Reasoners aanwendt. Daarnaast kunnen ook automatisch statements gedetecteerd worden in de ontologie die de oorzaak zijn van de slechte performantie van de Reasoners. Deze statements kunnen dan voorgelegd worden aan de gebruikers ter correctie of kunnen (indien mogelijk) automatisch aangepast of verwijderd worden. Voorkennis over ontologieën en semantische Reasoners is niet vereist. In de eerste fase van de thesis wordt ruim de tijd gelaten aan om zich in te werken in deze technieken en technologieën. Locatie: Zuiderpoort 9812: Realtime opiniedetectie aan de hand van sociale media Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Bart Dhoedt Steven Van Canneyt Steven Van Canneyt Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Het is belangrijk om als publieke persoon, organisatie en bedrijven aanwezig te zijn op sociale media. Hierdoor kan in realtime ingegaan worden op ervaringen en meningen van gebruikers. Zeker als deze negatief zijn is het belangrijk om vlug en persoonlijk te reageren en daarbij doelgerichte acties te ondernemen. Dit leidt tot hogere tevredenheid van fans en klanten, wat op zijn beurt er voor zorgt dat de reputatie van de publieke personen, organisaties en bedrijven toeneemt. Daarvoor is er nood aan systemen die realtime de meningen van gebruikers op een overzichtelijke manier in kaart brengen. Hiervoor is Twitter, een platform waarop dagelijks miljoenen berichten die meningen bevatten worden gepost, een ideale bron. Daarbij moet een infrastructuur worden opgezet die deze grote hoeveelheid aan data op een schaalbare, fouttolerante en realtime manier verwerkt. Ten slotte moeten de opinies op een overzichtelijke manier worden weergegeven zodat op een correcte manier acties kunnen ondernomen worden om de reputatie van de bedrijven, organisaties en personen in stand te houden. Doelstelling: In deze thesis zal gebruik gemaakt worden van Storm, een door Twitter ontwikkeld gedistribueerde realtime berekening systeem. Storm maakt het mogelijk om op een betrouwbare manier een onbegrensde stroom aan data te verwerken in realtime. De eerste taak van de scriptie is om een Storm systeem succesvol te installeren. Dit zowel lokaal als op de Amazon Elastic Compute Cloud om data zo snel en schaalbaar mogelijk te verwerken. Na deze installatie zal het Storm gebruikt worden om realtime Twitter data te verzamelen die gerelateerd zijn aan een gebruiker gedefinieerde keyword (bv. product, organisatie, persoon). Daarna zal een methodologie worden ontwikkeld die aan de hand van de verkregen Twitter data realtime de opinies gerelateerd met het gegeven keyword achterhaald. Deze verkregen opinies zullen vervolgens op een eenvoudig interpreteerbare manier aan de gebruiker worden voorgesteld. Indien mogelijk wordt ingegaan op evalueren van een dergelijk systeem op een grote schaal, zowel in aantal berichten die gebruikt worden (in termen van miljoenen) als het aantal keywords. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9656: Routeren in giganische netwerken Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Mario Pickavet, Pieter Audenaert Maarten Houbraken, Thijs Walcarius Pieter Audenaert Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: Huidige routeplanners zijn te vinden op internet, de GPS in de auto of de smartphone. Zij worden op dagdagelijkse basis gebruikt door miljoenen mensen, en hebben een grote impact op de efficiëntie van verplaatsingen. Routeplanners maken gebruik van wegenkaarten, die op eenvoudige wijze kunnen gemodelleerd worden door grafen of netwerken. De beste route wordt dan berekend door een kortstepad-algoritme. Om nog betere en snellere routes te bepalen, worden momenteel veel attributen toegevoegd aan de digitale kaarten. We denken bijvoorbeeld aan maximum snelheden op wegen, maar ook beperkingen (bv. vrachtwagens boven een bepaald gewicht mogen een bepaalde weg niet nemen, hoogtebeperking bij een tunnel, links afslaan niet toegelaten op bepaalde kruispunten) en andere meta-informatie. Het gevolg is dat de grootte van de kaarten explosief stijgt, en dat algoritmen het moeilijk krijgen om de beschikbare data op een zinvolle, snelle manier te verwerken. Doelstelling: De onderzoeksgroep IBCN heeft expertise in het verwerken van grote digitale kaarten, en beschikt over zeer geavanceerde routeringsalgoritmen. Om deze positie te verdedigen, moeten we ons voorbereiden op de explosieve groei van de routerings-databases, en onze technieken opschalen zodat ze klaar zijn om de nieuwe generaties digitale kaarten het hoofd te bieden. Op dit moment is de omvang van onze grootste kaart in de orde van 25 miljoen knopen. In deze thesis mikken we op kaarten die minstens een ordegrootte uitgebreider zijn. Concreet hebben we twee netwerken ter beschikking met respectievelijk 25*10^7 knopen en 10^19 knopen. De eerste graaf is dus 10 keer zo groot, de andere meer dan 10^11 keer zo groot. In deze thesis zullen we nieuwe datastructuren en algoritmen ontwerpen die routes berekenen in deze kaarten. Ook in andere applicatiedomeinen wordt deze kennis gebruikt, bv. in de bio-informatica. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9652: Saas-platform voor open on-line course authoring (Mooc) Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Frank Gielen Jolien Coenraets Jolien Coenraets Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 1 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Het onderwijs is zonder twijfel de sector die na de muziek en de media een revolutie zal ondergaan ten gevolge van de invloed van het internet: de digitale technologie in combinatie met nieuwe communicatievormen zal ons onderwijssysteem hertekenen. Op internationaal vlak zijn er reeds een aantal initiatieven zoals EdX van MIT, Coursera en Udacity die aantonen hoe de toekomst er kan uitzien met cursussen die met 1 muisklik bereikbaar en toegankelijk worden voor duizenden studenten: MOOC – Massive Open On-line Courses.De grote uitdaging voor deze platformen is het voorzien van interactie met studenten en tussen studenten onderling. Hiervoor wordt er veel verwacht van de integratie van sociale media en samenwerkingsplatformen (wiki, forum, ..) met de MOOC platformen. Om kwalitatieve MOOCs aan te bieden is het belangrijk dat er goede omgevingen zijn waarmee de lesgevers op een eenvoudige en kost efficiënte wijze online een MOOC-cursus kunnen ontwerpen en implementeren die gebruik maakt van de nieuwe technologie, de sociale media en internetkanalen. De bestaande platformen (EdX, Udacity, Coursera,..) zijn in de eerste plaats publicatiesystemen maar bieden geen ondersteuning voor het online ontwerp en de creatie van een cursus. Daarnaast zijn deze platformen niet beschikbaar voor elke lesgever die zijn vak online wil brengen en is er geen overdracht van lesmateriaal tussen verschillende cursussen mogelijk. Doelstelling: Tijdens deze thesis zal er een software architectuur ontworpen worden voor een cloud omgeving voor de creatie en productie van massive open on-line courses - MOOCs. In eerste instantie zal er onderzoek gevoerd worden naar de bestaande omgevingen en zullen de problemen en toekomstige uitdagingen in beeld gebracht worden. Op basis daarvan zal er een ontwerp gemaakt worden die verschillende bestaande tools voor content management, content creation, social media en multichannel publication integreert. Ook de integratie met eBooks op bestaande eBook platformen moet onderzocht worden. Het platform moet voldoende aanpasbaar zijn om de verschillende leervormen te ondersteunen en moet ook toelaten dat iedere lesgever zijn eigen huisstijl op het vlak van layout en design kan blijven gebruiken (dwz.: het multitenant aspect) en zijn vertrouwde tools zoals Powerpoint en Word kan blijven gebruiken. Een voorbeeld van een verwant platform voor het aanmaken van een site voor professoren is http://scholar.harvard.edu. Voor gewone sites is Drupal Gardens ook een voorbeeld (http://www.drupalgardens.com). Tijdens de volgende fase van het thesiswerk zal er een MVP (minimum viable product) gemaakt worden. De MVP zal gebruikt worden om feedback van potentiele gebruikers te krijgen en de integreerbaarheid met de bestaande platformen te testen. Locatie: Zuiderpoort 9844: Sensitiviteitsanalyse voor hoogdimensionale modellering Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Tom Dhaene, Eric Laermans Dirk Deschrijver Tom Dhaene Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: Computergebaseerde simulaties worden vaak gebruikt om het input-output-gedrag van een systeem te analyseren. Door gebruik te maken van de simulatieresultaten kan men vervolgens een surrogaatmodel berekenen dat het globale gedrag van het systeem benadert. Deze analytische modellen zijn snel te evalueren en kunnen gebruikt worden om diverse studies op een efficiënte manier uit te voeren. Een gekend probleem is dat de rekentijd om een model te bouwen exponentieel groeit met het aantal variabelen. Om dit probleem aan te pakken wil men vooraf de gevoeligheid van iedere variabele bepalen. Hiertoe wordt vooraf een sensitiviteitsanalyse toegepast zodat men kan nagaan in welke mate het resultaat van een experiment wordt beïnvloed door veranderingen in de inputwaarden. Op deze wijze tracht men de belangrijkste variabelen te identificeren die een invloed hebben op het resultaat. Door overbodige variabelen te elimineren kan de dimensionaliteit en de complexiteit van het modelleringsprobleem significant verlaagd worden . Doelstelling: De doelstelling van deze thesis bestaat erin om verschillende algoritmes van sensitiviteitsanalyse te bestuderen (zoals o.a. lokale methodes, variantie-gebaseerde methodes, regressieanalyse, …) en de voor- en nadelen af te wegen. Vervolgens worden de meest prominente technieken geïmplementeerd in een MATLAB omgeving en uitgetest op een aantal benchmarkvoorbeelden en/of modellen die berekend worden met de SUMO toolbox. Door gebruik te maken van deze technieken wordt nagegaan in welke mate de hoge dimensionaliteit van een modelleringsprobleem gereduceerd kan worden. In een latere fase kan deze technologie toegepast worden in verschillende toepassingsdomeinen van ICT zoals een netwerkomgeving en/of beoordeling van videokwaliteit. Locatie: Zuiderpoort 9638: Sensornetwerken voor het realiseren van intelligente steden Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Ingrid Moerman David Carels, Eli De Poorter Eli De Poorter Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: Momenteel worden in verschillende steden sensoren geïnstalleerd voor verschillende doeleinden, onder andere voor het verzamelen van informatie. Deze informatie is zeer divers. Enkele voorbeelden zijn het meten van luchtverontreiniging en temperatuur, maar ook het detecteren van vrije parkeerplaatsen, overvolle vuilnisbakken en het monitoren van verkeersstromen. Deze informatie wordt door de zogenaamde sensorknopen draadloos uitgewisseld tussen de verschillende sensorknopen. Deze sensoren zijn meerstal goedkoop, maar ook beperkt in energie. De beperking in energie is afkomstig van het feit dat deze toestellen doorgaans batterij gevoed zijn. Soms worden deze sensoren ook gevoed door ‘energy harvesting’ oplossingen, zoals zonnecellen. Deze ‘energy harvesting’ oplossingen bieden echter geen stabiele voeding voor de sensoren, en daarom eerder een aanvulling of ondersteuning van de batterijvoeding. Ook mobiele sensornetwerken maken deel uit van het ‘smart city’ concept. Een voorbeeld hiervan is het monitoren van verhuurfietsen. Momenteel bestaan er echter nog geen gestandaardiseerde oplossingen voor routering van informatie afkomstig van mobiele knopen. Doelstelling: Binnen deze scriptie worden oplossingen ontwikkeld die toelaten om data afkomstig voor mobiele sensoren te routeren over een city sensornetwerk. Daarbij zal een routeringprotocol dat instaat voor de communicatie worden uitgebreid om ook mobiliteit te ondersteunen (‘supporteren van hand-overs’). Als routeringprotocol wordt geopteerd voor RPL, dat een standaard aan het worden is voor routering binnen sensornetwerken (binnen IETF). De voornaamste uitdaging hierbij is dat het routeringprotocol mobiliteit moet ondersteunen maar tegelijkertijd erg energie-efficiënt moet zijn, aangezien de beschikbare stroomtoevoer erg beperkt is. Dit wil zeggen dat de radio van de sensor node regelmatig moet worden uitgeschakeld en dat de communicatie zo beperkt mogelijk moet worden gehouden. Het aangepaste protocol zal initieel ontwikkeld worden in een simulator. Nadien zal de ontwikkelde oplossing getest worden op het draadloze sensor testbed in de Zuiderpoort (zie http://www.iminds.be/en/develop-test/ilab-t/wireless-lab). Tot slot zal de student kunnen deelnemen aan het opzetten van een real-life demonstratie waarbij sensor nodes worden geplaatst op fietsen in Gent en deze fietsen worden gevolgd doorheen de stad Locatie: Zuiderpoort, thuis 9725: Simulatie van een ICT-architectuur voor het efficient uitwisselen van data in slimme elektriciteitsnetwerken Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Chris Develder, Matthias Strobbe Kevin Mets Matthias Strobbe Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Slimme energienetwerken (smart grids) integreren energie-, informatie- en communicatietechnologieën met als doel het optimaliseren van het opwekken, transporteren en consumeren van energie. Een belangrijke motivatie voor de transformatie naar slimme energienetwerken zijn de veranderingen die consumptie- en productiepatronen ondergaan, in het bijzonder onder invloed van de introductie van elektrische voertuigen en gedistribueerde hernieuwbare energiebronnen, waardoor o.a. het balanceren van vraag en aanbod complexer wordt. Hierdoor is het mogelijk dat bijvoorbeeld beschikbare hernieuwbare energie niet maximaal benut kan worden. In dergelijke slimme energienetwerken wordt veel meer data uitgewisseld dan in de huidige netwerken, o.a. meetdata van slimme meters en gedistribueerde productiefaciliteiten (windmolens, zonnepanelenparken, ...), allerhande sensoren in het distributienetwerk, controlesignalen afkomstig van slimme controle algoritmen, etc. Om al deze informatie op een schaalbare en efficiente manier uit te wisselen tussen alle de betrokken actoren zijn nieuwe communicatieplatformen nodig. Binnen een Europees onderzoeksproject (C-DAX – http://www.cdax.eu) waar we aan meewerken wordt op dit moment onderzoek gedaan naar een generiek cloudgebaseerd platform dat een brede waaier aan smart grid toepassingen ondersteunt. Doelstelling: Om het effect van nieuwe ICT architecturen, communicatie en intelligente controle algoritmen in slimme energienetwerken snel te kunnen evalueren is simulatie erg belangrijk. Daarom werd binnen onze onderzoeksgroep een simulator ontwikkeld die zowel het elektriciteitsnetwerk als de bijhorende communicatienetwerken kan modeleren en evalueren. Bij de ontwikkeling van onze simulator lag tot nu toe de focus vooral op slimme controle algoritmen die bepaalde aanstuurbare lasten gaan verschuiven in de tijd, vooral voor residentiële gebruikers. Bv. het slim opladen van elektrische voertuigen tijdens de nacht waarbij rekening gehouden wordt met het moment waarop je ’s morgens met de wagen vertrekt. Het doel van deze masterproef is om deze simulator verder uit te breiden met communicatiecomponenten om op die manier o.a. het C-DAX platform te kunnen simuleren. Eerst zullen een aantal aanpassingen en uitbreidingen aan de bestaande simulator geïmplementeerd moeten worden. In een tweede fase is zullen verschillende experimenten uitgevoerd worden ter evaluatie van dit C-DAX platform, waarbij vooral gekeken zal worden naar communicatie aspecten. Bv. waar moet je de data plaatsen in de cloud om vetraging te minimaliseren? Wat is het effect van verbroken links? Welke communicatiesnelheden heb je nodig opdat slimme controle algoritmen nuttig kunnen zijn? Etc. Het is de bedoeling deze simulator vrij te geven als open source tool wanneer deze matuur genoeg is. De geïmplementeerde uitbreidingen gerealiseerd in deze masterproef zullen dan ook blijvend gebruikt worden voor toekomstig onderzoek zowel binnen IBCN als daarbuiten. Locatie: Zuiderpoort 9657: Slim palletten stockeren in een magazijn Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Mario Pickavet, Pieter Audenaert Maarten Houbraken, Thijs Walcarius Pieter Audenaert Master in de ingenieurswetenschappen: bedrijfskundige systeemtechnieken en operationeel onderzoek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: Grote magazijnen stockeren vaak vele duizenden pakketten, al dan niet gegroepeerd op palletten. De doorlooptijd, dus de tijd dat een willekeurig pakket in zo’n magazijn staat, is soms kort, bijvoorbeeld enkele dagen. Daardoor is het vaak niet mogelijk om lange berekeningen te maken die een optimale plaatsing bepalen. Goederen kunnen trouwens in groepen toekomen, gesplitst en herverdeeld worden, om tenslotte op verschillende tijdstippen het magazijn weer te verlaten, hetgeen een extra problematiek oplevert bij het verplaatsen van de goederen. Een concreet geval betreft een magazijn van een paar duizend vierkante meter oppervlakte, waar de doorlooptijd ongeveer 3 dagen bedraagt. Een 4-tal vorkheftrucks plaatsen goederen ad hoc op lege plaatsen, verplaatsen goederen om ze te hergroeperen, en laden ze weer in. Doelstelling: Het spreekt voor zich dat het optimaal plaatsen van palletten van essentieel belang is. Als goederen misplaatst worden, zodat ze moeilijk terug te vinden zijn, of nadien onbereikbaar zijn vanwege een grote hoeveelheid andere goederen die ervoor staan, is de organisatorische impact niet te onderschatten. In deze thesis wensen we deze problematiek aan te pakken in een vereenvoudigde context. Aan de hand van grondplannen van magazijnen en de lokaties van palletten, zoeken we naar strategieen die efficient de palletten stockeren in het magazijn op de vrije lokaties. Daartoe moet rekening gehouden worden met fysische beperkingen (bv. een verkeerd geplaatste pallet die een doorgang blokkeert). Het probleem zal moeten opgelost worden ahv een aantal heuristieken of vuistregels, die de vorkheftrucker toelaten om een goede volgorde te bepalen bij het plaatsen en verplaatsen van palletten. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9692: Techno-economische evaluatie van eHealth-diensten ontologiegebaseerde operationele procesoptimalisatie Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: met behulp van Mario Pickavet, Sofie Verbrugge Jan Van Ooteghem, Stijn Verstichel Jan Van Ooteghem Master in de ingenieurswetenschappen: bedrijfskundige systeemtechnieken en operationeel onderzoek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: Binnen de context van de gezondheidzorg is de werkdruk de laatste jaren enorm toegenomen, wegens de toenemende bevolking en vergrijzing, besparingsmaatregelen, enz. De ziekenhuisomgeving is een enorm complexe wereld, met combinatie van zowel medische als paramedische zorgprocessen, die door verschillende type actoren worden uitgevoerd. Dit zorgt voor een complex kluwen van processen die niet altijd optimaal op elkaar afgestemd zijn, en waarbij de patient veelal niet centraal staat in het proces. Indien deze processen beter kunnen worden beschreven, geanalyseerd en geoptimaliseerd, zijn enorme besparingen in resources (tijd, aantal handelingen, geld) mogelijk. Ontologieën beschrijven een wereld of een domein op basis van een overeengekomen terminologie. Daarboven bestaat er een set van regels of axiomas die inwerken op de wereld. Dankzij deze regels kunnen acties worden ondernomen bv. indien een bericht binnenkomt voor dringende hulp, wordt de dichtstbijzijnde verpleegster opgeroepen, en andere minder belangrijke oproepen uitgesteld. Een eenduidige modellering bestaat nog niet om ontologieën, de operationele processen met hun benodigde resources, en een kostenmodel te koppelen, zodat ook optimalisaties vanuit economisch perspectief mogelijk zou zijn. Doelstelling: Binnen deze thesis willen we ontologieën, de operationele medische en paramedische processen met hun benodigde resources, en een kostenmodel koppelen. Als use case wordt de uitvoering van de zorgtaken van de verpleegkundigen in een ziekenhuissetting genomen. Hierbij kunnen we vertrekken van use cases uit het iMinds ACCIO project. We kunnen vertrekken van een bestaande ontologie en set van regels, geïmplementeerd in Java. Een eerste stap is het meer detail uitwerken van de operationele zorgprocessen, zodat deze kunnen gelinkt worden met de ontologie en regelset. Vervolgens moeten de processen worden uitgebreid met een techno-economisch model, waarbij resources en kosten worden toegekend aan de verschillende onderdelen. Op basis van de kostenberekening zullen voorstellen voor aanpassing van de operationele processen en taken van de betrokken verpleegkundigen (en dus hieraan gelinkt de ontologie en regelset) moeten worden geformuleerd en geïmplementeerd om de dienstverlening op een meer optimale en kostenefficiente wijze te laten verlopen. De resultaten kunnen verder worden uitgewerkt in samenwerking met verschillende actoren uit de sector (technologie ontwikkelaars, ziekenhuizen, artsen, verpleegsters). Locatie: Zuiderpoort of thuis 9918: Temporele analyse in de geschreven pers: kroniek van de financiele crisis? Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Chris Develder, Thomas Demeester Johannes Deleu Thomas Demeester Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Kranten en magazines bevatten een schat aan informatie over personen, bedrijven, gebeurtenissen, etc. Deze informatie is professioneel van onschatbaar belang voor bedrijven die trends willen opsporen of onmiddellijk willen inspelen op belangrijke gebeurtenissen gerelateerd aan hun business. Door de ver doorgedreven digitalisatie worden hedendaagse persarchieven algauw reusachtig groot. Gewone zoekmachines volstaan niet om aan professionele gebruikers een overzicht naar wens te geven van bijvoorbeeld de evolutie in het politieke landschap, of het sneeuwbal-effect in de bankencrisis en de daaropvolgende algemene economische malaise. In deze thesis wordt de nadruk gelegd op de financiële crisis in het algemeen. In het bijzonder het tijdsaspect is eigen aan nieuws-archieven, en het ontwikkelen van intelligente algoritmen die specifiek verbanden leggen tussen opeenvolgende gebeurtenissen of automatisch detecteren wanneer een gebeurtenis rond een bepaald onderwerp precies plaatsvindt, is nog steeds een grote uitdaging. Doelstelling: We onderscheiden twee richtingen waarin deze thesis kan evolueren, afhankelijk van de interesse van de student (zodat hier 2 studenten kunnen op werken). 1. Eerder theoretisch / algoritmisch is de voornaamste onderzoeksvraag het leren detecteren van en linken leggen tussen ‘events’ en entiteiten (personen, organisaties, etc.) rond een bepaald thema. 2. Een andere uitdaging is het visualiseren van de tijdsafhankelijkheid van grote hoeveelheden data. Dit vraagt niet alleen het identificeren van de meest relevante termen, maar ook het onderzoeken van op welke manier de eindgebruiker maximaal inzicht kan krijgen in de data rond het gekozen onderwerp. Als uitgangspunt zijn er in de onderzoeksgroep veel ervaring en een aantal software tools beschikbaar om de student op weg te zetten. Eerst zal het Vlaams persarchief (zo’n 10.000.000 artikelen) worden geëxploreerd, om een aantal sleutelmomenten te identificeren die belangrijk zijn geweest in het verloop van de financiële crisis (bv. via het detecteren van ‘bursts’ in het gebruik van specifieke termen). Vervolgens worden gerelateerde gebeurtenissen opgezocht en geïdentificeerd. Deze data zal dan verder worden gebruikt als trainingsdata en voor de evaluatie van het systeem. Hierbij kunnen een aantal machine-learning technieken worden getest en met elkaar vergeleken. Locatie: Zuiderpoort, thuis 9711: The Vanishing PC, a PC in your pocket Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Bart Dhoedt, Pieter Simoens Tim Verbelen Tim Verbelen Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 2 2013-2014 Probleemstelling: Door de opkomst van smartphones, worden steeds meer taken uitgevoerd op mobiele toestellen, die vroeger voorbehouden waren voor de PC, zoals e-mails lezen en versturen, browsen op het Internet, enz. Hoewel de huidige smartphones steeds krachtiger worden, blijven ze beperkt qua interactie, omwille van het kleine scherm en de kleine hardware of onscreen toetsenborden. In deze thesis wordt een oplossing gezocht voor deze problemen door op zoek te gaan naar andere manieren om met de smartphone te interageren, bijvoorbeeld met behulp van een Head Mounted Display (HMD) en/of hand tracking / gebarenherkkening. Doelstelling: In deze masterproef wordt onderzoek gedaan naar nieuwe interactiemechanismen met mobiele toestellen, om deze op een eenvoudige manier desktoptaken te laten overnemen. Zo kan het scherm vervangen en/of uitgebreid worden met een Head Mounted Display. Dit laat toe om bijvoorbeeld een virtueel toetsenbord of andere userinterface te projecteren in het gezichtsveld van de gebruiker, dewelke dan kan aangestuurd worden door handbewegingen. Deze nieuwe manier van interactie zal dan geimplementeerd worden op een prototype, en geëvalueerd worden in vergelijking met conventionele user input op smarthpones Locatie: Zuiderpoort 9845: Variability in Photonic Circuits Promotor(en): Begeleider(s): Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Wim Bogaerts, Tom Dhaene Martin Fiers, Thomas Van Vaerenbergh, Francesco Ferranti Erasmus Mundus Master of Science in Photonics, Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek, Master in de ingenieurswetenschappen: fotonica, Master in de ingenieurswetenschappen: toegepaste natuurkunde 1 1 2013-2014 Probleemstelling: Silicon Photonics is an enerming technology that allows integration of photonic components into an optical circuit on a much larger scale than any previous technology, because in silicon photonics the indivdual building blocks can be much smaller. However, the same effect that allows this shrinking of photonic building blocks (i.e. the high refractive index contrast) makes these components sensitive to very small variations in geometry. Even though silicon photonics can be fabricated with the same tools that are used for the manufacturing of deep-submicron CMOS transistors, the variability that is introduced by the fabrication process poses a major technological challenge. For instance, the response of wavelength filters will show a shift in wavelength between devices, or in the same devices as a response to operational conditions (e.g. temperature). Such effects can accumulate inside an entire circuit. At the same time, the larger circuits and the variability pose a significant challenge on the design side. Ideally, a photonic circuit is designed such that it can work with a certain degree of variability. However, because the circuits can now be much larger, it is not easy to estimate the response of a photonic circuit to the variability in the individual building blocks. Brute-force Monte-Carlo simulations only work up to a certain extent. Doelstelling: The goal of this thesis is to enable variability analysis for photonic integrated circuits, and apply the analysis on real-life silicon photonic technology. For the analysis, we will use Caphe, a very powerful photonic circuit simulator developed in the photonic research group. With Caphe, we can construct photonic circuits and simulate the response between inputs and outputs. In a first instance, we can use a Monte-Carlo routine to simulate how variability affects the circuit, and look at the effect of correlated vs. random variations between components. We can insert real-life statistics of components (e.g. waveguide linewidths and thicknesses) from the silicon photonics technology platform of IMEC. More elaborate methods, as developed in the Surrogate Models (SUMO) group, could also be applied. Such analysis can lead to a prediction of how varibility on component level can have an effect on the overall yield of the circuit. In parallel, we want to extend Caphe to support more efficient variability analysis methods. For instance, using Polynomial Chaos, we could replace the actual circuit with a larger circuit, which incorporates the effect of the variability. The outputs will then provide a statistical view of how the entire circuit will behave. The results of this methodology can then be compared to the earlier results of Monte-Carlo analysis, and be validated against measurements on real-life circuits. For this, the Photonics Research Group has automated measurement equipment that allow the collection of statistical circuit data over a large number of samples. A love and affinity for programming is desirable, as this thesis will involve some in-depth engineering in C++ and Python. Locatie: Technicum, Zuiderpoort 9797: Verwerking van gepersonaliseerde video in een Content Centric Network Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Bart Dhoedt, Pieter Simoens Piet Smet Piet Smet Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: Stel je wenst een video-opname van New York zo aan te passen dat een UFO tussen de torenhoge gebouwen vliegt. Om dat nu te realiseren moet je eerst de beelden opnemen met je camera om vervolgens thuis op je desktop deze video te bewerken met rekenintensieve video editing software. Je zou deze software als service op een server kunnen hosten, en dan van op je mobiel toestel beelden naar de server streamen, waar de bewerkingen dan plaatsvinden. Hiervoor moet je echter wel weten op welke server deze service gehost wordt en bovendien kan de netwerkvertraging zeer groot zijn. Content-Centric Networking (CCN) kan een oplossing bieden voor dergelijke problemen, door clients een service te laten aanspreken zonder de locatie ervan te kennen. Een gebruiker geeft de naam op van de service waar hij mee wenst te communiceren en het CCN netwerk zal de meest geschikte server de aanvraag laten verwerken, of zelfs aan load-balancing doen. Dit vereenvoudigt sterk de aangehaalde use case: je stuurt de beelden van je camera op het netwerk en je vraagt voor een video editing service, die als antwoord de bewerkte beelden zal versturen waarop je vliegende UFO de stad schrik aanjaagt. Wanneer we dit wensen te realiseren stoten we echter op een probleem: wanneer we een video streamen gaan we, om bandbreedte te sparen, geen volledige frames op het netwerk versturen, maar wel net genoeg data zodat de service onze opname kan reconstrueren op basis van vorige beelden en de nieuwe data. Het is dus belangrijk dat alle aanvragen van een gebruiker door dezelfde service instantie worden verwerkt. Huidige CCNs bieden echter geen ondersteuning voor sessies en dus moeten hier extra voorzieningen gemaakt worden om stateful services mogelijk te maken. Doelstelling: In deze masterproef is het de bedoeling dat de student eerst op zoek gaat naar methodes om stateful services aan te kunnen bieden in een op CCN gebaseerd netwerk. Eerst moet beslist worden of hiervoor een bestaand CCN framework of een eigen implementatie de voorkeur krijgt. Een eerste state-of-the-art analyse zal hier een antwoord bieden. Na deze initiële analyse ontwerpt de student een proof of concept, waarmee de gevonden aanpak geëvalueerd kan worden. De student gaat vervolgens over op het ontwikkelen van een Virtual Reality use case: beelden worden naar de service verstuurd en hier worden artificiële objecten op gegenereerd. Objectherkenning zorgt ervoor dat de artificiële objecten niet tegen muren aanbotsen en bovendien ook in 3D perspectief bovenop de omgeving weergegeven worden. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van bestaand onderzoek in de onderzoeksgroep. Vervolgens wordt deze service uitgebreid zodat deze compatibel is met het CCN-concept, waardoor naamgebaseerde aanvragen correct verwerkt kunnen worden. Hierbij moet rekening gehouden worden dat deze service in servicecomponenten is opgedeeld die zich op verschillende fysieke locaties kunnen bevinden. Het uiteindelijke doel is om deze service schaalbaar te maken voor meerdere gebruikers op een Wide Area Network (WAN), waarbij communicatie via het CCN protocol verloopt. Locatie: Zuiderpoort 9868: Voorspelling van de overlevingskansen van neuroblastoompatiënten met machine learning Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Tom Dhaene, Yvan Saeys Joeri Ruyssinck, Katleen De Preter Joeri Ruyssinck Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 of 2 1 2013-2014 Probleemstelling: In het UZ Gent wordt momenteel fundamenteel onderzoek gedaan naar de onderliggende moleculaire mechanismen van neuroblastoom, een type kanker dat voornamelijk bij kinderen voorkomt en de cellen van het zenuwstelsel aantast. Neuroblastoom is een vrij heterogene ziekte met zowel patiënten bij wie een volledige genezing verwacht wordt alsook hoogrisicopatiënten, die vaak sterven aan de ziekte. Patiënten worden bij diagnose in deze verschillende risicocategorieën ingedeeld waarop de intensiteit van de behandeling wordt afgestemd. Met de huidige vooruitgang in de biotechnologie is het mogelijk om op grote schaal verschillende types moleculaire data te verzamelen afkomstig van deze patiënten. Zo hoopt men een beter beeld te krijgen van de onderliggende mechanismen die leiden tot neuroblastoom. Om deze data maximaal te analyseren zijn automatische technieken zoals machine learning een uitermate geschikte keuze om patronen in deze data te vinden die tot nieuwe biologische hypothesen kunnen leiden. Doelstelling: In dit project zal de student modellen ontwikkelen die kunnen gebruikt worden om de overlevingskansen van patiënten met neuroblastoom te bepalen. In een eerste fase van het onderzoek zal bekeken worden welke de beste strategie is om deze modellen op te bouwen: ofwel een enkel (heterogeen) model dat verschillende subgroepen van patiënten modelleert, ofwel verschillende modellen die elk focussen op een specifieke subgroep van patiënten. In het laatste geval zullen bijvoorbeeld ook clusteringstechnieken bekeken worden om te zien of de verschillende subgroepen van patiënten overlap vertonen. In de tweede fase van het project zal dan bekeken worden welke de belangrijkste kenmerken (features) zijn die uit deze predictieve modellen afgeleid kunnen worden. Kennis van bio-informatica, biologie en machine learning is niet vereist, een interesse in deze materie wel. Dit onderzoek biedt reële mogelijkheden naar een wetenschappelijke publicatie toe en naar verder doctoraatsonderzoek. Locatie: Zuiderpoort 9762: Vroegtijdige voorspelling van langdurige opnames van patiënten in de Intensieve Zorgen Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Filip De Turck, Johan Decruyenaere Femke Ongenae, Femke De Backere Femke Ongenae Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen Aantal studenten: 1 of 2 Aantal masterproeven: 2 AJ: 2013-2014 Probleemstelling: Een lang verblijf op de dienst Intensieve Zorg (IZ) wordt geassocieerd met een enorme last voor patiënten en hun families, maar ook met hoge kosten voor het ziekenhuis. Geplande opnames kunnen immers niet doorgaan wegens te weinig beschikbare bedden. Daarnaast hebben patiënten die langdurig op het IZ liggen vaak extra zorg nodig door hun ernstig ziektebeeld. Een langdurig verblijf brengt ook extra risico’s die met zich mee, namelijk een verhoogd risico op ziekenhuisbacterie of risico’s verbonden aan het langdurig in coma houden van de patiënt. Het is dus in het voordeel van zowel de patiënt als het ziekenhuis indien zou kunnen voorspeld worden of een langdurige opname zal nodig zijn. Op deze manier kan men hier ideaal op inspelen en kunnen de nodige voorzorgen genomen worden. In het IZ wordt er heel wat data verzameld over de toestand van een patiënt, zoals labo-resultaten van het bloed en de urine of parameters via monitoringtoestellen, bijvoorbeeld bloeddruk en hartslag. Het is echter moeilijk voor de zorgverleners om constant deze gigantische stroom van data in de gaten te houden en in verband te brengen met elkaar, zodat vroegtijdige signalen voor een langdurige opname kunnen opgemerkt worden Doelstelling: Het doel van deze thesis is de ontwikkeling van een intelligent, zelflerend platform die in staat is om op basis van de data, verzameld op de dienst Intensieve Zorgen over de toestand van de patiënt, vroegtijdig te voorspellen hoeveel dagen deze patiënt nog opgenomen zal zijn in het IZ. Dit brengt natuurlijk enkele uitdagingen met zich mee. Ten eerste moet het platform in staat zijn om de gigantische hoeveelheid informatie, die verzameld wordt over een patiënt op een performante manier te verwerken. Hiervoor kunnen technieken onderzocht worden voor het opsporen van parameters, die het meest geschikt zijn voor het voorspellen van de opnameduur van een patiënt. Ten tweede moet op basis van deze kleinere set van parameters voorspeld worden hoe lang de patiënt nog zal opgenomen zijn in het IZ. Hiervoor kunnen verschillende artificiële intelligentie technieken onder de loep genomen worden, bijvoorbeeld neurale netwerken en support vector machines. In de laatste stap zal een evaluatie uitgevoerd worden van de output van de gekozen technieken, zodat geëvalueerd kan worden in hoeverre deze kan gebruikt worden voor predictie en trend-analyse. Deze thesis gebeurt in nauwe samenwerking met de dienst Intensieve Zorg van het UZ Gent. Dit onderwerp biedt de student de mogelijkheid om kennis op te doen rond intelligente verwerking van data, eHealth en artificiële intelligentie binnen een uitdagende en sociaal relevante use case. Kennis van artificiële intelligentie is niet vereist. Er wordt ruim de tijd gelaten aan het begin van deze thesis om zich in te werken in deze technieken. Locatie: Zuiderpoort 10237: Zoeken naar graafmotieven met behulp van parallelle programmeertechnieken Promotor(en): Begeleider(s): Contactpersoon: Aantal studenten: Aantal masterproeven: AJ: Jan Fostier, Pieter Audenaert Pieter Audenaert Pieter Audenaert Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen, Master in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek 1 1 2013-2014 Probleemstelling: In biologische systemen kunnen proteïnen (eiwitten) met elkaar interageren. Ze vormen grote moleculaire complexen die belangrijke functies hebben in biologische processen. Zo bestaan er databases van miljoenen proteïne-proteïne interacties in bepaalde organismen, bv. Saccharomyces cerevisiae (biergist). Het is nu mogelijk om die interacties in kaart te brengen (via een graafstructuur), en bepaalde structuren te zoeken in deze zogenaamde interactienetwerken. De structuren waar we naar zoeken, zogenaamde motieven, zijn in grote aantallen aanwezig in de databank. Eenmaal je ze er allemaal uitgehaald hebt, moet je ze nog clusteren per type, om op die manier de belangrijkheid van bepaalde proteïnen in een bepaalde context bepalen. Op basis van deze gegevens kunnen biologen gemakkelijker bepaalde processen in organismen bestuderen en begrijpen. De motieven zoeken en clusteren zijn twee verschillende taken, die achtereenvolgens worden uitgevoerd. Dit is een tijdrovend proces, en bovendien kan de tweede fase niet opgestart worden vooraleer de eerste fase afgelopen is. In het geval dat de tweede fase snel vastloopt, moet de eerste fase weer volledig heropgestart worden, met veel tijdsverlies tot gevolg. Doelstelling: In deze thesis is het dan ook de bedoeling om tegelijkertijd motieven te zoeken en te clusteren. Enerzijds gaan we parallel op zoek naar de motieven (op verschillende plaatsen in de database tegelijkertijd), en anderzijds moeten we ze te clusteren van zodra het kan. Hiervoor dienen vernieuwende, parallelle algoritmen ontwikkeld worden die toelaten om het werk zo efficient uit te voeren. Referentie: https://biblio.ugent.be/publication/1266372/file/1266452.pdf Locatie: Zuiderpoort, thuis