B&W.nr. 11.0124, d.d. 8 februari 2011 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Beantwoording van de schriftelijke vragen van de raadsleden E. de Graaf, P. Labrujere en J.K. Boer (SLO) dd 3 januari 2011 inzake aanpak van het project Entree van de Stad. BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. de beantwoording van de schriftelijke vragen van de raadsleden E. de Graaf, P. Labrujere en J.K. Boer (SLO) dd 3 januari 2011 inzake aanpak van het project Entree van de Stad vast te stellen. 2. dit besluit te zenden aan de vragensteller(s) en de overige leden van de gemeenteraad. Samenvatting Er zijn schriftelijke vragen gesteld door de raadsleden E. de Graaf, P. Labrujere en J.K. Boer van Stadspartij Leiden Ontzet inzake de aanpak van het project Entree van de Stad. Stadspartij Leiden Ontzet stelt vragen over de manier waarop de gemeente op dit moment handhaaft op het gebied van gevelreclame. Werken we ZO aan een sfeervolle binnenstad??? De Stadspartij schrikt van de manier waarop de afdeling handhaving op dit moment de ondernemers in de binnenstad meent te moeten aanpakken. De geest van Kafka lijkt weer door het stadhuis te dwalen. Zoals enige jaren geleden – toen men dwangsommen uitdeelde voor een zonnescherm of luifel in de verkeerde kleur. In deze economisch moeilijke tijden - waarin ondernemers de handen vol hebben het hoofd boven water te houden – vliegen de dwangsommen hen om de oren en zijn ze gedwongen strijd te leveren met het stadhuis. Inzet van die strijd: de gemeente eist dat ze hun gevelreclame aanpassen aan het modellenboek en een beetje snel graag, anders een dwangsom. Hoeveel jaar zo’n reclame er al hangt, of die nu vergund is of niet, wie hem heeft opgehangen, of de dader misschien al op het kerkhof ligt; het maakt allemaal niet uit. Op grond van o.a. een wet uit 2008, krijgen zowel eigenaar als gebruiker 12 weken om de boel af te breken. Het aanzien wordt daar echt niet mooier op. De gemeente legt bouwvergunningen van tientallen jaren geleden onder het vergrootglas om de eigenaar/huurder te dwingen zaken als betimmeringen, tegels, neon contourlijnen, versieringen of een monumentale vlaggenmast, van zijn gevel te slopen. Vlaggen horen blijkbaar niet bij het historische stadsbeeld van de toekomst. Tegen het inperken van gevelreclame en bevorderen van het historische stadsbeeld is op zich weinig bezwaar. Maar de manier waarop dat nu gebeurt gaat alle perken te buiten. Wie had gedacht, dat alleen nieuwe vergunningaanvragen worden getoetst aan de nieuwe richtlijnen, heeft er niets van begrepen. Met de zogenaamde “wortel-en-stok aanpak” gaat het immers veel sneller? Dat is maar zeer de vraag. Voorlopig ziet het er niet uit. Bovendien is het ook niet erg klantvriendelijk. Kennelijk is punt 13 van het nieuwe beleidsakkoord nu al vergeten: Leiden moet de meest klantvriendelijke stad van Nederland worden met minder bureaucratie en regels. Met die “wortel-en-stok aanpak” maakt ons bestuur in ieder geval geen vrienden; dat begrijpt zelfs een fanatieke bureaucraat. Maar deze aanpak is ook nog eens juridisch aanvechtbaar. En dat schijnt niemand te deren. De vergunning-eis voor gevelreclame bestaat pas sinds de jaren negentig. Dit betekent dat alles wat er voor die tijd is aangebracht gewoon legaal is. Men moest alleen wel jaarlijks precario lasten betalen. Maar daar werd goed op gelet door een ambtenaar op een brommer. In feite is die situatie nog zo. De gemeente heeft die zaak toentertijd namelijk op zijn beloop gelaten. Ze paste de vergunningplicht alleen toe bij nieuwe reclame aanvragen. Het is niet fatsoenlijk, om als gemeente jaren later te gaan handhaven met dwangsommen, als je eerst jaren lang gedoogt en als de zaak eigenlijk is verjaard. Binnenkort krijgt ook de rest van de binnenstad met dit liberale schrikbewind te maken. De ondernemers van Haarlemmerstraat en Breestraat zijn dan aan de beurt. - Dat betekent: - geen stoep borden, - geen vlaggen en banieren - geen luifels en andere versieringen - het blinden pad vrijhouden (ook van fietsen van klanten), en het liefst gisteren de gevelreclame aan passen aan het modellenboek: anders vliegen de dwangsommen je om de oren. Want de gemeente werkt aan een sfeervolle binnenstad en daarom is voortaan van alles verboden. Wij als Stadspartij zijn daar niet blij mee. Wordt het niet eens tijd voor een partij voor ECHTE Vrijheid en Democratie? Stadspartij Leiden Ontzet Schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van de raadsleden E. DE GRAAF, P. LABRUJERE en J.K. BOER (SLO) inzake aanpak van het project Entree van de Stad (ingekomen 3 januari 2011) Alvorens de vragen te beantwoorden, willen wij graag een alinea opnemen uit de inleiding van het modellenboek gevelreclame uit 2007 (rv07.0120) De afgelopen jaren (2001-2005) uitten de ondernemers steeds vaker kritiek op de manier waarop de gemeente en de ARK met de regels voor gevelreclame omgingen. De gemeente hecht waarde aan een goede relatie met de ondernemers en ging dan ook graag in op de uitnodiging van het Centrummanagement Leiden om samen met ondernemers, ambtenaren en betrokken wethouders tot nieuwe regelgeving te komen. Tijdens de discussie bleek dat zowel ondernemers als vertegenwoordigers van de gemeente het belangrijk vinden dat de historische binnenstad van Leiden beschermd wordt. Niet de regels op zich waren een probleem, maar het feit dat de gemeente niet meedacht met de ondernemers, dat de regels te strikt gehanteerd werden en dat er geen oog was voor kwaliteit. Bovendien bleken de regels niet in alle gevallen een garantie voor kwaliteit. Ondernemers en ambtenaren waren het snel eens dat er gedifferentieerd moest worden tussen verschillende gebieden in de stad: in de Haarlemmerstraat mag meer dan op het Rapenburg. Antwoord van Burgemeester en Wethouders (ingezonden 8 februari 2011) 1. Sinds wanneer is er een vergunning nodig voor het aanbrengen van gevelreclame en welke gevolgen heeft dit gehad voor de op dat moment aanwezige gevelreclame van voor de invoering? Voor gevelreclame was op grond van de Woningwet al in 1962 een bouwvergunning (omgevingsvergunning) vereist. Illegale gevelreclame blijft vergunningplichtig. Slechts gevelreclame die voldoet aan de regelgeving komt voor een bouwvergunning in aanmerking. 2. Is de gevelreclame van voor de invoering automatisch vergund of is dit nagelaten? Er bestaat geen automatische vergunningverlening. Alle illegale bouwwerken dienen aan de regelgeving te worden getoetst. Het langdurig aanwezig hebben van reclame schept geen (recht op een) vergunning. 3. Als dit is nagelaten, wat is dan de tegenwoordige status van deze gevelreclame, uit de vergunning vrije periode? Zie hiervoor. 4. Kan deze gevelreclame uit de vergunning vrije periode als nog automatisch worden vergund, ook al is het in strijd met het modellenboek? Nee, er bestaat in geen enkel geval een automatische vergunningverlening. 5. Binnen welke termijn kunt u nog handhaven, wanneer is er te lang gedoogd en is er sprake van verjaring? Er is geen maximale termijn om tot handhaving over te mogen gaan. De gemeente is bevoegd om handhavend op te treden tegen alle illegale bouwwerken. 6. Als er al jaren sprake is van illegale reclame, waarom wordt er dan wel geheven en geen aanschrijving gestuurd? precariobelasting Het heffen van precario en handhaving staan los van elkaar. De afdeling Belastingen toetst niet of gevelreclame illegaal is. Zolang de reclame aanwezig is wordt belasting geheven. Gedurende die termijn wordt ook geprofiteerd van de reclame. 7. Vindt u ook dat u de indruk wekt dat een vergunning niet nodig is, door het heffen van precariobelasting nu en in het verleden? Die indruk kan gewekt worden. Het heffen van precariobelasting zegt niets over het mogen hebben van de betreffende reclame-uiting. 8. Waarom is er een vergunning nodig als de gevelreclame in overeenstemming is met modellenboek? het Het Modellenboek Gevelreclame is een toetsingskader waar gevelreclame aan wordt getoetst. Indien de gevelreclame voldoet aan het Modellenboek Gevelreclame, wordt naar aanleiding van een aanvraag daartoe een vergunning verleend. 9. Wordt ook vergunde gevelreclame aangeschreven en gedwongen deze aan te passen het modellenboek. Kunt u uitleggen hoe dit juridisch mogelijk is? aan Gevelreclame die is aangebracht met de vereiste bouwvergunning (omgevingsvergunning) wordt niet aangeschreven. Deze is immers niet illegaal. 10. Waarom wordt het modellenboek niet geleidelijk ingevoerd, door alleen nieuwe hieraan te toetsen? vergunningen Het Modellenboek Gevelreclame is met de ondernemers tot stand gekomen om duidelijke afspraken te maken over reclame-uitingen. In het Modellenboek Gevelreclame (vastgesteld op 20 december 2007 bij raadsbesluit nr. RV 07.120) is een overgangsrecht opgenomen voor reclame-uitingen waarvoor in het verleden stadsschoonvergunningen (op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening) zijn verleend, die niet voldoen aan het Modellenboek Gevelreclame. Die reclameuitingen dienen voor 31 december 2012 te worden aangepast aan het Modellenboek Gevelreclame. Het Modellenboek Gevelreclame is door de gemeenteraad vastgesteld. 11. Waarom stuurt u twee maal een dwangsom zowel aan de eigenaar, als aan de gebruiker? Vaak is het ook nog dezelfde persoon, er is toch maar een overtreding en geen twee. Zowel de eigenaar als de gebruiker van een pand zijn wettelijk verantwoordelijk voor illegale bouwwerken en gevelwijzigingen. Indien de eigenaar ook de gebruiker is wordt slechts één last onder dwangsom opgelegd. 12. Hoe vaak is een dwangsom in dit kader opgelegd, aan hoeveel met en aan hoeveel zonder vergunning en hoeveel jaar geleden was de reclame aangebracht? Het antwoord op deze vraag is te omvangrijk. In het kort; de eigenaren en gebruikers van de panden in de Steenstraat en de Beestenmarkt zijn aangeschreven. Het betreft enkel illegale gevelreclame. Hoelang de illegale gevelreclame aanwezig is doet niets af aan de beginselplicht tot handhaving. 13. Waarom moeten monumentale vlaggenmasten niet bedoeld voor reclame-uitingen, maar voor gebruik tijdens vieringen en herdenkingen worden verwijderd omdat ze aangebracht zijn in de vergunning vrije periode. Hoe zit dat met al die vlaggenmasten aan het stadhuis, graag een kopie van de vergunningen? Vlaggenmasten die met vergunning zijn aangebracht op een al dan niet monumentaal pand en die gebruikt worden voor nationale feestdagen hoeven niet te worden verwijderd. De vlaggenmasten van het stadhuis zijn tijdens de bouw gebouwd en vormen dus onderdeel van de vergunning die destijds hiervoor is afgegeven. 14. Waarom zijn stoep borden, banieren en vlaggen in strijd met het historische stadsbeeld daarom binnenkort verboden? Terwijl het nota bene de oudste reclame-uitingen zijn. Waarom geen uitvoering die bij dit stadsbeeld past? en Stoepborden zijn reeds verboden in het huidige Modellenboek Gevelreclame dat is vastgesteld door de Raad bij raadsbesluit RV 07.0120 d.d. 20 december 2007 en dat is samengesteld mede door een vertegenwoordiging van de ondernemers. Zie p. 34 van het modellenboek met toelichting. Stoepborden trekken onder meer het plaatsen van fietsen aan. Vlaggen en banieren zijn in het huidige Modellenboek Gevelreclame in bepaalde gebieden wel en in andere gebieden niet toegestaan. De overwegingen zijn per gebied terug te vinden in het Modellenboek Gevelreclame. Omdat banieren en vlaggen niet altijd een positieve uitstraling hebben (sneller kapot gaan dan vaste reclame, het zicht op de historische gevels wegnemen) heeft het College het voornemen om banieren en vlaggen verder terug te dringen recent aan een vertegenwoordiging van ondernemers voorgelegd. Dit wordt vervolgens opnieuw besproken in College en is dus nog in beraad. Indien dit zou leiden tot een voorstel tot wijziging van het Modellenboek Gevelreclame, dan zal dit eerst een formeel inspraaktraject in gaan en daarna ter besluitvorming aan de Raad worden voorgelegd. Overigens staat in de inleiding van het Modellenboek Gevelreclame ook een historie van de gevelreclame. Vlaggen en banieren behoren niet tot de oudste reclame uitingen. Ze zijn relatief jong. Oude reclame uitingen zijn bijvoorbeeld relatief kleine, onverlichte (smeedijzeren / houten) uithangborden, gevelstenen of herkenningstekens zoals de gaper van de drogist. 15. Wat in ieder geval niet bij het historische stadsbeeld past, is het blinden pad, de huidige openbare verlichting en de reclamezuilen van de gemeente; worden die binnenkort ook verwijderd? Nee. 16. Waarom wel uitstallingen tot een meter uit de gevel maar geen stoep borden, terwijl de met algemene stemmen had besloten dit wel toe te staan? raad De Raad heeft op 20 december 2007 bij besluit nr. RV 07.120 besloten het Modellenboek Gevelreclame vast te stellen. Op 18 februari 2010 (RV10.0013) is de nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening 2009 (APV) door de Raad vastgesteld, het verbod op stoepborden is in deze APV opgenomen. Na een wijziging van enkele artikelen bij besluit RV10.0053 d.d. 29 juni 2010, is de APV op 9 juli 2010 gepubliceerd en op 17 juli 2010 in werking getreden. In het Modellenboek Gevelreclame (op pagina 34) is het volgende over uitstallingen en stoepborden opgenomen: Uitstallingen zijn er in diverse soorten en maten: van een simpel stoepbord tot een halve winkelinventaris buiten tentoongespreid. Stoepborden zijn wat betreft vormgeving geen aanwinst voor de omgeving en een sta-in-de-weg. Bovendien zijn ze meestal niet functioneel; een uithangbord of banier trekt de aandacht even goed en belemmert de doorgang niet. Stoepborden zijn daarom niet meer toegestaan. Uitstallingen van bijvoorbeeld groenten, bloemen of antiquiteiten verlevendigen het straatbeeld en zijn - mits ze de doorgang niet blokkeren - toegestaan. Stoepborden trekken het plaatsen van fietsen aan, wat het straatbeeld rommelig maakt. Een standaard fietsenrek, eventueel met logo of in huisstijlkleuren, kan in deze situaties een oplossing zijn. 17. Wat heeft dit handhaven in het kader van de entree van de stad dit jaar aan bouwtoezicht en juridische handhaving gekost en hoeveel rechtzaken worden er nog verwacht? Tot op heden zijn erg geen beroepszaken geweest. Er zijn slechts een aantal bezwaarschriften ingediend. 18. Is het laten liggen van zoveel mogelijk sneeuw in de binnenstad ook bedoeld om de stad sfeervoller en aantrekkelijker te maken of is er sprake een organisatorisch onvermogen? In ieder geval kunt u me uitleggen waarom het vele dagen duurt voordat de fietspaden in Leiden weer berijdbaar zijn, terwijl ze dat in de dorpen om ons heen, ook zonder zout, heel snel voor elkaar hadden. Zie brief van 10 januari j.l. aan de commissie Leefbaarheid en Bereikbaarheid (zie bijlage). En tenslotte: 19. Vindt u ook dat de manier waarop is opgetreden door de ambtelijke organisatie in strijd is met punt 13 van het beleidsakkoord, namelijk het streven dat Leiden de klant vriendelijkste stad van Nederland moet worden met minder bureaucratie en regels? Want als u dit klantvriendelijk vindt, kunnen we maar beter meteen de Kafka brigade bellen. De wildgroei aan stoepborden en de overlast van fietsen in het kernwinkelgebied horen bij de grootste ergernissen van de winkeliers in dat gebied. Door de aanpassing van de APV (op 18 februari 2010, RV 10.0013) en het recent verleggen van de blindengeleidestrook is het nu ook mogelijk deze ergernissen aan te pakken. In overleg met het Centrummanagement, als vertegenwoordiger van de winkeliers, is afgesproken met de handhaving te starten. Tevens is een eerste actie gehouden om fietswrakken de stad uit te krijgen. Deze actie wordt in 2011 nog 3 keer herhaald. Een en ander sluit aan bij de afgesproken inspanningen in het programma Binnenstad en volgt uit het door de Raad vastgestelde beleid.