Omdat Jezus leerlingen roept april 2014 Omschrijving van het begrip discipelschap In de frontlinies van de wereldwijde kerk staat het begrip discipelschap in de spotlights. Bill Hybels van Willow Creek benadrukte al in de jaren 90 het belang van discipelschap. Jezus roept mensen immers niet alleen op tot bekering, maar ook tot navolging. Lidmaatschap van een kerkgenootschap is niet voldoende voor een christen, maar discipelschap. Daarvoor is een innerlijke transformatie nodig, geleefd geloof. Op dit moment is Nederland Zoekt op het terrein van discipelschap actief en ontwikkelt modellen om hiermee aan het werk te gaan. In het boek ‘Een cultuur van discipelschap’ van Mike Breen en Steve Cockram worden praktische handreikingen gedaan voor discipelschapsvorming door middel van ‘huddels’. Het is in deze postchristelijke tijd niet meer voldoende om ons bezig te houden met allerlei missionaire methodieken, we zullen dieper moeten steken, vinden zij. Jezus zoekt discipelen, die als een zuurdesem in de samenleving het Koninkrijk van God representeren. In dit artikel proberen we antwoord te geven op de volgende vragen. Wat bedoelen we met discipelschap? Wat hebben we eraan als christenen en kerkgemeenschappen? Is dit ‘paradigma’ bruikbaar voor het Evangelisch Werkverband. Wat is een leerling? Wat is discipelschap? Een leerling is iemand die Een discipel is eenvoudigweg een leerling van Jezus. In Lucas 6: in de nabijheid van de meester 12-13 en in Markus 3: 14 staat beschreven dat Jezus na een leert van de meester, nacht van bidden besluit om twaalf leerlingen te roepen; Hij wil om te worden als de meester. dat zij hem vergezellen. Jezus heeft als doel dat ze na verloop Dallas Willard van tijd door Hem worden uit gezonden om het goede nieuws bekend te maken. Waarom werkt Jezus met leerlingen? Omdat Hij medewerkers zoekt. Jezus brengt het Koninkrijk van God (de vestiging van Gods heerschappij in de wereld) niet alleen nabij in zijn persoon, hij zaait het ook uit en hoopt dat het in goede aarde valt bij mensen en dat zij leerlingen van hem worden, medewerkers van het Koninkrijk. Discipelschap heeft de volgende dimensies: 1. Leerling worden. Jezus nodigt mensen uit om binnen te komen in het Koninkrijk van God. Uit pure genade transformeert Hij hen tot wedergeboren kinderen van God en geeft hen vergeving van zonden en eeuwig leven. Wie in geloof op deze uitnodiging ingaat wordt een leerling van Jezus. 2. Als leerling leven. Jezus nodigt zijn leerlingen uit hem na te volgen, apostelen (gezondenen) te worden, dwz vrucht te dragen als medewerkers in zijn Koninkrijk en ‘leerlingen te maken’. De krachtbron van leerlingen ligt niet in hen zelf, maar in de heilige Geest die Jezus hen schenkt. Uitkijkend naar het moment dat Jezus terugkomt om zijn Rijk te voltooien. 3. Leren in teamverband. Een leerling van Jezus blijft altijd leerling en leert in teamverband (samen met en van andere leerlingen/ de gemeente). Dit kan alleen als er een cultuur van discipelschap is. Een cultuur van discipelschap is een cultuur waarin leerlingen luisteren naar Jezus, en door bemoediging, uitdaging, confrontatie, aanvulling (vanuit de verschillende genadegaven) ook doen wat Hij vraagt. Een leerling participeert in het Koninkrijk Jezus roept léérlingen. Opvallend is dat Hij nergens kerkgangers roept. Dat is misschien wat provocerend gezegd – het is namelijk geen tegenstelling – maar wel opmerkelijk. Hoe noodzakelijk het deelnemen aan een kerkgemeenschap ook is voor een discipel, het perspectief van een leerling reikt verder dan de kerk en is gericht op het Koninkrijk van God. De eerste taak van een leerling van Jezus is namelijk dat hij participeert in het Koninkrijk. Maar wat is het Koninkrijk van God? Daarmee bedoelt de Bijbel elke plaats en elke situatie dichtbij of ver weg waarin God het voor het zeggen heeft en zijn wil geschiedt. In het Oude Testament zien we al iets van het Koninkrijk. God laat zich kennen als Koning van Israël en Koning van de wereld. Hij kiest zijn volk uit de volkeren en komt in hun midden wonen. Hij sluit een verbond met ze en leert ze daarnaar te handelen. In de geschiedenis van Abraham, Mozes, en David komt dit naar voren. In het Nieuwe Testament komt dit ideaal van Gods Koninkrijk dichtbij door de zending van Jezus, Gods Zoon. Dat is ook de kerninhoud van Jezus’ verkondiging: ‘De tijd is aangebroken, het Koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws’ (Marcus 1:15). Op de volgende manier is Jezus fundamenteel voor het Koninkrijk Jezus kondigt het Koninkrijk aan. Jezus toont het Koninkrijk in zijn daden van liefde, vergeving en genezing Jezus geeft onderwijs over het Koninkrijk door gelijkenissen en instructies Jezus opent de poorten van het Koninkrijk door zijn verzoeningswerk voor wie in hem gelooft Jezus nodigt iedereen binnen te komen in het Koninkrijk Jezus bekwaamt zijn leerlingen om werkzaam te zijn in het Koninkrijk door zijn voorbeeld te volgen en te leven door zijn Geest. Jezus belooft terug te komen om het Koninkrijk te voltooien met het oordeel en de komst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Het koninkrijk van God is dus de context waarin Jezus leerlingen roept. Een leerling wordt van binnenuit vernieuwd, door de Geest Twee belangrijke vragen Opvallend is dat Jezus zijn leerlingen uitnodigt om via de weg voor discipelen: van inkeer en geloof tot transformatie te komen (Marcus 1: Wat zegt de Heer tegen mij? 15). Dat is een innerlijk proces van verandering. Wat ga ik ermee doen? Veranderingen komen maar gedeeltelijk tot stand door kennis, zoals preken of boeken. Veranderingen komen ook niet echt tot stand door voorschriften of tradities. Echte veranderingen komen van binnenuit. Een leerling van Jezus wordt van binnenuit getransformeerd: van een kind van deze wereld die bepaald werd door de wetten en verwachtingen van deze wereld, tot een kind van God, wedergeboren uit water en Geest (Johannes 3: 5). Een leerling leeft dus niet meer vanuit zijn eigen krachten en prestaties, maar vanuit ‘water’ (de reinigende kracht van de vergeving) en ‘Geest’ (Jezus zelf die door zijn Geest ons willen en werken bewerkt, Filippenzen 2: 13). Echte veranderingen vinden dus alleen plaats als Jezus ons deze nieuwe identiteit geeft en wij deze ontvangen. Verschillende sferen: Leren door relaties Jezus investeerde een belangrijk deel van zijn tijd in zijn twaalf leerlingen. Hij onderwees ze, leefde met ze, sprak met ze over allerlei thema’s en hij beantwoordde hun vragen. Dat was een tijdrovende bezigheid, maar buitengewoon efficiënt, want op die manier bereidde hij ze voor op de taak om de Publieke meer dan 50 mensen Sociale 25-40 mensen Persoonlijke 6-12 mensen Intieme 2-3 mensen Discipelschap vindt in alle sferen plaats, maar begint in de intieme en persoonlijke sfeer wereld in te trekken en nieuwe discipelen te maken (Matteüs 20: 19). Als kerken zich willen richten op discipelschap dan moeten ze hun tijd niet alleen besteden aan programma’s en gebouwen, maar vooral aan relaties. Huiskringen, triades of huddels zijn mogelijke instrumenten om de kernwaarden van discipelschap te integreren in het leven van leerlingen. Dit heeft ook betekenis voor de taak van predikanten: die verschuift van uitvoeren naar toerusten. Leerlingen worden uitgedaagd We zien in vele kerken (niet alleen in traditionele, ook in vrije) dat er veel wordt aangeboden aan de gemeenteleden, maar weinig worden uitgedaagd. Ze ontvangen een goede preek, genieten van mooie liederen, voelen zich begrepen in de gebeden, en weten zich aanvaard in een warme kerkgemeenschap. Wie wil niet bij zo’n gemeente horen? Toch is dat onvoldoende voor een kerk die discipelschap centraal zet. Er moet niet alleen een goed aanbod zijn, gemeenteleden moeten worden uitgedaagd om als discipelen te leven, dat wil zeggen innerlijk te veranderen, en actief getuige te zijn van Jezus. Kernwaarden van een discipel, de drie B’s Wat zijn waarden die horen bij het Koninkrijk van God en dus bij een discipel van Jezus. Zonder ze onder een hoedje te willen vangen kun je er drie onderscheiden, verdeeld in Boven, Binnen en Buiten. 1. Boven: In liefde groeien naar God. Groeien naar God begint met het besef van genade/ gratia. Een leerling beseft dat hij/zij zijn geluk en zaligheid niet zelf kan maken of verdienen, maar het als een geschenk uit de doorboorde handen van Jezus ontvangt. Een leerling leeft in grote afhankelijk van Gods genade en goedheid. Vervolgens betekent groeien naar God dat een leerling steeds meer gaat lijken op Christus en zich dus streeft naar geestelijke vruchten, waarvan liefde de eerste is. Maar dit gebeurt niet doordat een leerling zichzelf verbetert, maar doordat de heilige Geest steeds meer ruimte krijgt om te snoeien wat mag verdwijnen en te doen groeien wat naar Gods wil is. Middelen die daarbij kunnen helpen zijn oa. gebed, bijbelmeditatie, lofprijzing, kerkdiensten, preken, sacramenten, geestelijke begeleiding. Deugden die nagestreefd dienen te worden zijn geloof, eerbied, nederigheid, discipline, toewijding. 2. Binnen: In liefde groeien naar elkaar In je eentje kun je geen leerling zijn. Een leerling neemt plaats in een team van medeleerlingen. Jezus zegt in Johannes 13: 34: aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn. De kerk is in principe het teamverband waar leerlingen samenkomen, de plek om te oefenen in de liefde, en begint al waar twee of drie vergaderd zijn in de naam van Jezus. Deze gemeenschap is ook bedoeld om geestelijke gaven bij elkaar te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken, zodat de gemeenschap een werkplaats van Gods koninkrijk kan zijn, waar ieder een taak heeft en een bijdrage levert. (Efeziers 4:11,12) Middelen die daarbij kunnen helpen zijn oa. huiskringen, triades, huddles, kerkdiensten, pastoraat en taakgroepen Deugden die nagestreefd dienen te worden zijn oa. dienstbaarheid, vergevingsgezindheid, zorgzaamheid, roepingsbesef 3. Buiten: In liefde groeien naar de wereld Zoals God uit liefde voor de wereld zijn Zoon zond (Johannes 3:16), zo zendt Jezus zijn leerlingen de wereld in. En dat begint met een diepe bewogenheid en liefde voor de wereld. De zending van een leerling is tweeledig. Allereerst zijn leerlingen getuigen, ze maken de reddende naam van Jezus bekend aan de wereld en nodigen iedereen uit hun redding bij Jezus te zoeken en discipel te worden. Tegelijk tonen leerlingen de liefde van Jezus Christus aan de wereld concreet door werken van barmhartigheid, rechtvaardigheid, gulheid en gastvrijheid. Middelen die daarbij helpen zijn relaties, getuigenissen, zendingswerk, arbeid, ngo organisaties, politiek, vrijwilligerswerk, etc. Deugden: gastvrijheid, vrijmoedigheid, barmhartigheid, rechtvaardigheid, etc Weerstanden en vragen We pleiten ervoor om discipelschap een prominentere plaats te geven in de visie van het EW, en dus ook in de kerken van Nederland. Toch zal dit weerstanden en vragen oproepen. Allereerst zal men zich afvragen of we de kerk daarmee niet veronachtzamen. Toch ontkennen we met discipelschap niet het grote belang van de kerk, maar stellen vast dat de kerk niet het eindpunt is van ons christen-zijn. Het Koninkrijk reikt en kijkt verder. Een andere vraag is: leidt discipelschap niet tot activisme, zoals je dat ook vindt in de bevrijdingstheologie waarbij de verzoening door Christus verdwijnt achter de goede daden van christenen. Daartegenover stellen we dat discipelschap niet de actieve mens in het centrum plaats, maar Christus die in ons en door ons leeft en werkt. Wij geloven dat discipelschap op een evenwichtige manier de rechtvaardiging door het geloof en de heiliging van de christen verbindt. Dan de vraag: hoe moeten we omgaan met christenen voor wie discipelschap veel te ver gaat. Ze beleven hun geloof liever als toeschouwer en op afstand. Het is opvallend dat Jezus altijd met ontferming bewogen was met de schare, zoals hij hen noemde. Wel nodigde hij ze uit om bij hem te komen en hem te volgen. Verbazen deed Hij zich wel over hun onwil (soms huilde hij daarom), maar Hij dwong ze nooit tot dingen die ze niet wilden. Ten slotte de vraag. Is het niet riskant om in kleine verbanden bezig te zijn met de persoonlijk vorming van mensen? Kunnen er geen ongelukken gebeuren, zoals manipulatie, dominantie, egotripperij? Dat risico bestaat zeker, en zal moeten worden beperkt door training, voorlichting, transparantie en inbedding. Kansen voor mensen van vandaag Het begrip discipelschap kan in deze postchristelijke tijd van groot belang zijn voor de kerk, en wel om de volgende reden - Geloof is radicaal. Veel jonge mensen willen geen vage godsdienstigheid, maar een geloof dat ze raakt, scherpt en praktisch vormt. Kortom een radicaal geloof. Daaraan komt discipelschap tegemoet. - Verlangen naar een integrale levensstijl. Onze maatschappij is opgedeeld in allerlei deelwerkelijkheden zoals gezin, werk, sport, lichaam, geest, kerk, politiek, privé, etc. Daartegenover zie je een hang naar eenheid en authenticiteit, kortom, men zoekt naar een basisovertuiging die deze versnipperde werkelijkheid overstijgt. Discipelschap komt tegemoet aan het verlangen naar een holistische en integrale levensstijl. - Denken vanuit netwerken. In onze individualistische tijd hebben velen niet zoveel met instituten. Discipelschap helpt hen te kijken naar de kerk als een netwerk van christenen die iets willen betekenen in de samenleving. (Uiteraard moet dit netwerk geborgd worden in een instituut, wil het niet verdampen.) Literatuur: Richard J. Foster, Het feest van de navolging, Ekklesia, 2002 Mike Breen, Steve Cockram, Een cultuur van discipelschap, bouwen aan een missionaire beweging door discipelschap in de stijl van Jezus, Nederland zoekt, 2011 Sake Stoppels, Oefenruimte, gemeente en parochie als gemeenschap van leerlingen; Zoetermeer 2013