4] Ernst Bloch: hoop ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ de snelle groei van het kapitalisme bracht een drastische verandering van de maatschappij met zich mee aangezien de joden in zich sinds de middeleeuwen toegelegd hadden op bankieren, ging het velen voor de wind maar het groeiende anti-semitisme hield vele deuren gesloten; behalve die van de universiteit in 1895 was 10% van de studenten aan Duitse universiteiten joods; 10x hoger dan het joodse bevolkings-aandeel eind 19e / begin 20e eeuw speelde de joodse intelligentsia in Centraal Europa daardoor een bijzondere rol bekende joodse filosofen, psychologen, sociologen, wetenschappers en componisten: Heinrich Heine, Karl Marx, Émile Durkheim, Gustav Mahler, Sigmund Freud, Albert Einstein, Henri Bergson, Ludwig Wittgenstein, Edmund Husserl, Arnold Schönberg, Ernst Cassirer, Alfred Adler, György Lukács, Franz Kafka, Walter Benjamin, Max Horkheimer, Theodor Adorno, Herbert Marcuse, Georg Simmel, Emmanuel Lévinas, Norbert Elias, Karl Mannheim, Ernst Bloch, Erich Fromm, Karl Löwith, Helmuth Plessner, Hans Reichenbach, Max Scheler, Rosa Luxemburg, Franz Boas, Edward Sapir, Kurt Weill, Karl Popper en Hannah Arendt het intellectuele klimaat werd dus voor een belangrijk deel bepaald door de joodse intelligentsia het denken van veel joodse filosofen en sociologen droeg daarbij een marxistische signatuur zodoende waren anti-semitisme en anti-intellectualisme in de ogen van de nazi's synoniem Giovanni Gentile (de ideoloog achter het Italiaanse fascisme) beschouwde de intellectueel als decadent wanneer het denken zich vervreemd van de praktijk, niet gericht is op verwerkelijking van idealen, is het ijdel dus niet het intellect, maar de intelligentsia is de vijand van het fascistische ideaal ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ Ernst Bloch (1885-1976) werd beïnvloed door Dilthey, Nietzsche, Schopenhauer en vooral Marx daarnaast had hij interesse voor reformatie-theologie (Thomas Müntzer, Paracelsus, Jacob Böhme) voor de oorlog vluchtte hij naar de V.S. en keerde na de oorlog en wordt hoogleraar in de DDR eind jaren '50 raakt hij gedesillusioneerd; na conflicten met het regime vestigt hij zich in West-Duitsland Bloch heeft grote invloed gehad op de bevrijdingstheologie 1 zijn belangrijkste werk: Das Prinzip Hoffnung (3 delen: 1954, 1955, 1959) Bloch was bevriend met György Lukács en Walter Benjamin (beide net als hemzelf van joodse afkomst) ze zochten een verband tussen het joods messianisme en moderne anti-autoritaire utopieën Bloch is dus beïnvloed door zowel het marxisme als de joodse en christelijke theologie er is voor hem geen tegenstelling tussen atheïsme en geloof: "de bijbel heeft een atheïstische grondtoon" "een goede christen is atheïst en een goede atheïst is christen" Bloch's 1e boek 'Geist der Utopie' (1918) typeert hijzelf als revolutionair romantisch (Michael Löwy omschrijft het als marxistisch-libertarisme en anarcho-bolsjewistisch utopisme) Bloch zet zich af tegen de psycho-analyse van Freud en Jung, en introduceert het 'nog-niet-bewuste' dit type bewustzijn komt vooral tot expressie bij de jeugd, en vooral op keerpunten in de geschiedenis in de jaren '20 ziet Bloch met argus-ogen hoe het opkomende fascisme de burger valse hoop biedt hun propaganda gebruikt oude mythen en symbolen van de arbeidersbeweging en het socialisme hij analyseert het succes van de massa-propaganda in 'Erbschaft dieser Zeit' (1933) Bloch ziet in het Duitsland van het interbellum (1918-1939) nihilisme, sociale frustratie en angst voor de toekomst als tegenwicht tegen de nazi-ideologie ontwikkelt Bloch zijn concept van de 'begrepen hoop' hij gaat in de geschiedenis en in dagdromen van de mens op zoek naar de hoop op een betere wereld hoop is anticiperen op de toekomst: geen waan uit vervlogen tijden, maar een wezenskenmerk van de mens "Het komt er op aan het hopen te leren", schrijft hij in 'Das Prinzip Hoffnung' (geschreven 1938-1947) 32 maar het leren hopen, het tot stand brengen van een materialistisch begrepen hoop, is niet voldoende het moet verbonden worden met het veranderen van de wereld, waarvoor het marxisme het handvat biedt "De arbeid tegen de levensangst en tegen de wentelingen van de vrees is er één tegen hun oorzaken, die goeddeels zeer wel aanwijsbaar zijn... Die arbeid zoekt in de wereld zelf, datgene wat de wereld vooruit kan helpen. Het is vindbaar." Bloch analyseert de ervaringsvormen waarmee de mens zijn utopisch verlangen vorm geeft; zowel individuele wensen, als het collectieve verlangen naar een betere wereld; de hoop staat centraal dromen en wensen hebben door de geschiedenis heen een rol gespeeld in verhalen; in sprookjes, legenden, literatuur, film, religie, politieke ideologie, etc. een situatie van onrecht, wetteloosheid, of vernedering, wordt ongedaan gemaakt, en het goede overwint een contrast dus tussen het imperfecte heden en de zalige toekomst: de heilstaat, de hemel, the happy end maar ook op persoonlijk, alledaags niveau speelt hoop op een betere toekomst een rol soms gaat het om de afwezigheid / verlossing van pijn en lijden, soms om een ideale toestand of vorm de utopie Utopia werd in 1516 geïntroduceerd door Thomas More als titel voor zijn boek over een fictief eiland het woord komt van het Griekse οὐ (ou = niet) en εὖ (eu = goed), en τόπος (topos = plaats), en betekent dus zowel goede plaats als geen plaats: m.a.w. geen reële plaats, maar een ideaal utopie heeft in de filosofie en de sociale wetenschappen meestal een negatieve connotatie - of het staat voor een onbereikbaar ideaal: een geromantiseerde / geïdealiseerde samenleving, - of voor een totalitaire maatschappijvorm, waarin geen plaats is voor andere meningen (Gleichschaltung); in het laatste geval liggen utopie en dystopie dicht bij elkaar (1984, Brave New World) voor Bloch vormt het utopische het wezen van niet alleen de mens, maar de gehele werkelijkheid de utopie vervult een belangrijke functie in het civilisatie-proces: er zijn architectonische utopieën (bijv. stedenbouwkundige projecten uit de 19e eeuw), geografische utopieën (bijv. Eldorado, Eden), medische utopieën (bijv. eeuwige jeugd, de overwinning van ziekten), etc. utopisch denken is te herkennen aan het verlangen naar volmaaktheid en perfectie hetzij door de mens gesticht (politiek), hetzij door God (komst v/d Messias) dynastieën / monarchieën waren gestoeld op verwachtingen over een 1000-jarig rijk en bouwden aan een imperium om deze idealen te kunnen vormgeven (millenarisme) de filosofie van Hegel & Marx zijn duidelijk utopisch, evanals Plato's idee van de staat hoop wordt doeltreffend gebruikt voor politieke doeleinden: van Napoleon tot Obama Napoleon Bonaparte: "een leider is een handelaar in hoop" het principe van de hoop volgens Bloch is de mens van nature een idealistisch, op utopie gericht wezen, dat in een eeuwigdurende hoop en gelovend in de volmaakte wereld op de toekomst anticipeert "De mens is datgene wat nog veel voor zich heeft. Het eigenlijke in de mens in de wereld is uitstaand en wachtend, leeft in de vrees verijdeld te worden, leeft in de hoop te lukken." het streven naar een betere wereld komt voort uit een fundamenteel verlangen het menselijk bestaan wordt gekenmerkt door een intrinsieke toekomstgerichtheid dit principe van de hoop drukt zich uit in onze intenties, ons verlangen en onze dromen, en is gericht op zelf-realisatie; verwerkelijking van onze potenties, van het mogelijke het menselijk handelen is gefundeerd in de hoop die wij ten opzichte van onze toekomst koesteren hoop is datgene waarmee we inhoud, betekenis en zin aan ons leven en handelen geven om grenzen te verleggen en nieuwe doelen te stellen moeten we onze wil cultiveren zelf-verwezenlijking is dus het verwerkelijken van hoop 33 hoop als vorm van kennis volgens existentialisten als Heidegger en Merleau-Ponty leeft de mens in de toekomst, d.w.z. existeert de mens naar zijn taken toe, is zijn intentionaliteit gericht op een doel ook voor Bloch is het anticiperen op de toekomst een wezenskenmerk van de mens hoop is niet zozeer een gevoel of irreële droom, alswel een toegangspoort tot de wereld de hoop onthult ons de wereld als onze wereld, als mogelijkheid, zoals we de wereld (willen) zien hoop is dus niet alleen een utopisch beeld, maar ook de motivatie en kennis die bijdraagt aan realisatie de hoop maakt een concrete en tegelijk utopische voorstelling van een werkelijkheid (die komen kán) ons handelen en onze intentionaliteit is gericht op een doel, op het verwerkelijken / vervolmaken van iets de werkelijkheid zoals wij die zien is dus niet de gegeven werkelijkheid, maar de toekomstige onze kennis over de wereld is dus niet objectief / feitelijk, maar praktisch: gericht op de toekomst hoop is gebaseerd op de maakbaarheid van onze wereld, en verschaft de kennis hoe dit te doen (vgl. Heidegger's Dasein) het leven als mogelijkheidszin Bloch beschouwt dit principe van de hoop vanuit een universeel en kosmisch perspectief de werkelijkheid is niet louter dat wat ‘is’, als resultaat van het verleden, maar behelst ook de mogelijkheden die zich in het heden aandienen de natuur heeft een immanent streven naar zelf-verwerkelijking (vgl. Aristoteles / Hegel) de mensheid vormt een voorhoede in dit universele streven naar de utopie omdat het menselijk bestaan gericht is op het nieuwe dat kán plaatsvinden, moeten we het leven niet feitelijk, maar procesmatig opvatten de werkelijkheid bestaat uit een proces waarin het nieuwe zich als mogelijkheid voordoet de mogelijkheidszin die wij aan onze ervaringen verbinden, is bepalend voor de toekomst dat wat nog niet is, is niet niets, maar daarin liggen reële mogelijkheden besloten die mogelijkheden / voorwaarden die zich voordoen in het hier & nu, zijn reële werkelijkeid hoop op een betere wereld & hoop als verzoening met de wereld de hoop die ons handelen motiveert is verbonden aan het verlangen naar een ideale toestand deze toekomst-gerichtheid is een grondhouding die het verlangen van de mens dagelijks doortrekt de intentie achter alles wat we doen is verbonden met wat komen gaat, en dient zich aan als belofte wonderlijk genoeg verwijst deze ideale toestand vaak naar een oorsprong, een 'thuis' Bloch spreekt van Heimat (thuisland): de vreedzame verzoening met zichzelf en de wereld, de overwinning op elke vorm van lijden, vervreemding en negativiteit in het bestaan de hoop van de mens is gericht op een universeel doel van absolute vervolmaking van zichzelf, die tegelijkertijd een eenwording is met een oorspronkelijke (bedoelde) toestand dit thema herkennen we in veel theologie, alsook filosofie: Plato, Aristoteles, Plotinus, Hegel, Marx Bloch gaat ervan uit dat alles (zowel mens als de macro-cosmos) van nature gericht is op het goede de totaliteit van al dat bestaat verlangt naar een versmelting met zichzelf (Aristoteles, Plotinus) verzoening duidt op eenwording, harmonie en overwinning op het kwaad (christendom) cultuur-kritiek het westerse denken wordt volgens Bloch gekenmerkt door een gerichtheid op het nu en het verleden de toekomst bestaat niet, omdat deze niet aanwezig is, zoals het verleden dat in zekere zin wel is: de werkelijkheid (het hier & nu) wordt gezien als product van het verleden (oorzaak en gevolg) dit is al zo sinds de aanvang van de filosofie: Plato oriënteert zich op het naar boven halen van onveranderlijke ideeën in het bewustzijn van de mens deze Ideeën (Vormen, essenties) gaan aan onze ervaring van de werkelijkheid vooraf het nieuwe en concrete dat zich in de werkelijkheid manifesteert wordt dus vanuit het verleden begrepen 34 deze ontwikkeling loopt van Plato (4e eeuw v.Chr.), via Augustinus (5e eeuw) tot Hegel (19e eeuw) pas met het marxisme ontstaat er een kijk op de werkelijkheid die open staat voor de toekomst het marxisme is niet alleen een politiek-economische kritiek op het kapitalisme, maar tevens een revolutionaire theorie die de toekomst als het radicaal nieuwe begrijpt niet een geleidelijke evolutie in een vooraf vaststaande richting, maar een voortdurend veranderingsproces het marxistische denken over het bestaan wil zichzelf ook permanent vernieuwen: er wordt een 1e aanzet gegeven tot een filosofie die de hoop op een betere wereld concreet wil denken de verschillende utopieën uit het verleden waren voornamelijk dromen; Marx gaf er praktische invulling aan "Het oude materialisme staat op het standpunt van de burgerlijke maatschappij; het nieuwe op dat van de menselijke maatschappij of de maatschappelijke mensheid. [...] De filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd; het komt er op aan haar te veranderen. " (Stellingen over Feuerbach,1845) het menselijke denken (niet alleen de filosofie) tot Marx was altijd gericht op het verleden, en op resultaten het kapitalisme verergert dit, doordat het alles vertaalt in dingen, producten, en blind is voor het geheel het reïficerende (verdingelijkende) denken is feiten-verafgoding, en heeft geen verbeeldingskracht of overzicht Bloch volgt hierin György Lukács en de Frankfurter Schule (en onbewust Heidegger) het kapitalisme veronachtzaamt de hoop: alles wordt vanuit economische waardebepaling gedacht menselijke verhoudingen, objecten, goederen en kennis worden gezien als vaststaand en onveranderlijk ze worden 'verdingelijkt' (= reïficatie), geobjectiveerd, als feitelijk / natuurlijk gegeven beschouwd "de mens maakt rationele afwegingen", "kennis is een correcte beschrijving van de werkelijkheid", etc. door de dominantie van het economische denken wordt alles in termen van handelswaar (producten) gedacht ook de mens wordt binnen dit denken opgevat als een economisch gegeven (product / producent / consument) dat de toekomst ooit iets anders zal kunnen brengen wordt in het kapitalisme ontkent (vgl. darwinisme) de hoop wordt in het kapitalisme uitgeleverd aan een individueel verlangen naar welvaart / goederen het utopisch denken wordt daarmee buiten spel gezet, en het individualisme gezien als 'natuurlijk' Bloch beschouwt filosofie dan ook als een kritiek van het westerse denken de mens moet de hoop (her)ontdekken, waardoor een andere betrekking met het leven mogelijk wordt het principe van de hoop is voor Bloch kenmerkend voor de zijnswijze van de mens hij ziet de mens en zijn geschiedenis als revolutionair streven naar een betere wereld het westerse denken wordt gedomineerd door een statische en historische benadering van het leven: d.w.z. de werkelijkheid is dat wat feitelijk gegeven is, en dat is een resultaat van de geschiedenis (evolutie) het marxisme brengt, door haar revolutionaire karakter, het principe van de hoop terug in de filosofie dit is een van de redenen dat Bloch zich na de oorlog in de DDR vestigde universele behoefte de moderne mens geeft (door de manier waarop hij leeft) niet voldoende gehoor aan dit verlangen als het gaat over (samen)leven en (samen)werken, zijn we te veel bezig met conventies; herhalen we leven het leven teveel vanuit een preoccupatie met het heden, als product van het verleden "and so you'll do tomorrow, what you just did today, merely because you did it yesterday" (Mary Wollstonecraft) zo kan zich nooit iets nieuws aandienen, en blijven we uitgesleten paden bewandelen; verstrikt in patronen we kunnen onszelf hieruit bevrijden door ons leven vanuit een permanente dynamiek te begrijpen Bloch benadrukt de mogelijkheidszin, en beschouwt de toekomst als een onbeschreven blad het ervaren van vrijheid, door het zien van mogelijkheden, is de basis voor de zin om het leven aan te gaan ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ de totalitaire uitwerkingen van politieke ideologieën hebben het utopisch denken in een kwaad licht gesteld: denk aan het fascisme / nationaal-socialisme, marxisme / communisme, sociaal-darwinisme / eugenetica, etc. utopie en ideologie werden na WO2 al snel geassocieerd met de nazistische politiek van Gleichschaltung 35 Karl Popper (1902-1994) pleitte daarom in The Open Society and Its Enemies (1945) tegen utopisch denken niet zozeer de utopie, alswel de ideologie erachter wantrouwde hij; en dan m.n. het historicisme (Hegel / Marx) het idee dat de loop van de geschiedenis onvermijdelijk tot een utopische maatschappijvorm leidt op het moment dat een utopie omgezet wordt van ideologie naar praktijk ontstaat de dystopie (Plato's Staat) 'utopian engineering' leidt volgens Popper tot dictatioriale maatschappij-vormen, omdat het uitgaat van een idee (dit gevaar ondervond Bloch zelf aan den lijve in de DDR in de jaren '50, waardoor hij vertrok naar het westen) er vanuit gaan dat de werkelijkheid zich zal schikken naar een idee is naïef, gevaarlijk en ondemocratisch i.p.v. te streven naar een (te hoog gegrepen) ideaal, kunnen we beter vechten tegen specifieke problemen zonder het eens te hoeven zijn over het doel van de samenleving, kun je wel sociale misstanden wegwerken 'the open society' heeft geen baat bij ideologie, maar bij 'piecemeal social engineering' stukje bij beetje leren we welk beleid, op welke manier geïmplementeerd, werkt in de strijd tegen bijv. armoede sociale vooruitgang en wetenschappelijke vooruitgang werken als darwiniaanse evolutie: er is bestaand beleid, op basis daarvan bedenk je een nieuw (niet-revolutionair) beleid, en dan test je dit als het niet werkt, dat is er een weg terug; bij revoluties is die er niet Hannah Arendt is nog scptischer t.a.v. de maakbare samenleving, en wil af van het idee engineering (daarover meer in hoofdstuk 6) in hoeverre Popper's kritiek ook betrekking heeft op Bloch' utopisme kan verschillend bezien worden enerzijds schaart Bloch zich wel achter het marxisme, waarop Popper's kritiek wel degelijk betrekking heeft, anderzijds benadrukt Bloch de mogelijkheidszin, en beschouwt hij de toekomst als open en anders interessant is daarom de houding t.a.v. utopisch denken in de negatieve theologie en de post-moderne filosofie ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ John D. Caputo (1940) westerse filosofie & theologie worden volgens Caputo gekenmerkt door gesloten-systeem-denken sluitstuk op dit systeem was altijd de Waarheid of God, die elke twijfel of ambiguïteit weg moest nemen de dominante theologie is ideologisch, totaliserend, fundamentalistisch en militant (bij uitstek de inquisitie) maar het idee van God als een enorme fysische of metafysische kracht voldoet niet, volgens Caputo in tegenstelling tot de dominante theologie drukt de zwakke theologie zich uit middels interpretatie zwakke theologie is 'zwak' omdat het een niet-dogmatische, maar perspectivische benadering tot het geloof heeft de almachtige God wordt vervangen door een idee van God als onvoorwaardelijke claim zonder dwang of kracht zwakke (bescheiden) theologie benadrukt de verantwoordelijkheid van mensen om te handelen in het hier & nu God wordt beschouwd als een oproep, en legt de nadruk op deugden als vergeving, gastvrijheid, openheid: de macht der machtelozen God is voor de post-moderne theologie geen concept, dat verwijst naar een realiteit, maar een naam een naam is niet hetzelfde als een woord of begrip dat naar iets bepaalds verwijst het effect van de naam is meer dan de aanduiding van een gegeven of reëel bestaande entitieit namen omvatten gebeurtenissen en geven daaraan een bepaalde samenhang een naam geven we aan iets complex, ongedetermineerds, onbepaalds, en on-afs zoals een persoonsnaam: de essentie ervan is niet gegeven, maar duidt een openheid, een belofte het werken aan het mogelijk maken van de verwerkelijking van een ideaal noemt Caputo 'gebeuren' ‘gebeuren’ is iets anders dan ‘gebeurtenis’ (gebeurtenissen kunnen wel onderdeel van een gebeuren zijn) het is de kracht van de naam, die het mogelijk maakt een patroon te zien in de veelheid van gebeurtenissen 36 'de Verlichting' was bijv. een naam voor de sociaal-maatschappelijke veranderingen in de 17e en 18e eeuw, maar die naam verwees niet naar een concrete gebeurtenis, maar fungeerde als een belofte, als inspiratie men ervoer destijds wel dat er iets gaande was, dat te maken had met wetenschap, vooruitgang en emancipatie, maar er was geen concreet politiek programma wat men bezig was om te zetten in realiteit een naam kan de omvang en implicaties van het gebeuren niet omvatten tussen naam en gebeuren bestaat een bijzondere verhouding: zonder naam kan een gebeuren niet plaatsvinden, want dan is er geen duiding (en dus geen inspiratie) maar met die naam is niet volledig uitgedrukt wat er gebeurt: de uitkomst / toekomst is nog ongewis m.a.w: het gebeuren heeft een restwaarde, staat open voor verandering, werkt nog door (terwijl de naam suggereert dat de betekenis en werking zijn afgesloten, dat het omlijnd kan worden) kortom: namen duiden het gebeuren aan, maar wat er gebeurt is altijd meer en anders dan weergegeven de waarheid en betrouwbaarheid van de naam is direct met het gebeuren verbonden waarheid van een gebeuren ligt niet in overeenstemming met de feiten, maar in mogelijkheden van de toekomst het gebeuren is dus nooit af en krijgt via zijn naam de macht om toekomst te ontsluiten dit was een krachtig aspect van het fascisme / nationaal-socialisme, alsook het marxisme / leninisme: zij gebruikten namen om een richting te duiden, waardoor er een visie, een ideologie ontstond bij gebrek aan een naam doen ontwikkelingen zich niet voor als betekenisvol kritiek van post-moderne filosofie / theologie is dat ideologieën het gebeuren niet als open beschouwen een theologie van het gebeuren (event) = een theologie van de belofte het gaat niet om het doel (resultaat), maar om de weg er naar toe (proces) de naam God verwijst naar een gebeuren van bevrijding, een meer humane toekomst de naam God betekent iets als advent, als toekomst-openend verhaal God = geen vast omlijnd en bepaald 'zijn' (geen zijnde), maar een open en dynamisch gebeuren: onvatbaar, ongrijpbaar, onbeschrijfbaar, onnoembaar... geen act maar potentie; een belofte, hoop God = gemeenschapszin, verbroedering, belofte; God bestaat bij gratie van het geloof, de hoop Caputo sluit aan bij een meer joodse manier van geloven: God en het beloofde land zijn utopisch, in de zin van zowel εὖ-topisch als οὐ-topisch, zowel goede plaats als geen plaats er is geen voltooiing van de utopie, er is geen aankomst in het land van belofte, de hoop blijft nomadisch de utopie als hoop en als belofte dient ter inspiratie voor het leven, niet als te verwezenlijken ideologie de geschiedschrijving van Israël is daarom op georiënteerd op een open toekomst, niet op de verklarende reconstructie zoals de modernistische geschiedschrijving (Hegel) daarom zijn extreem orthodoxe joden tegen de stichting van de staat Israel in 1948: Israel is een belofte van God, en had nooit als natie-staat gesticht mogen worden door de joden zelf de kern van de godsbevestiging is geen bevestiging van de waarheid, zoals onze middeleeuwse godsbewijzen, maar een morele daad en keuze, waarmee iemand zich schikt in de verwezenlijking van die toekomst de daad waarmee ik mijn interesse in het gebeuren tot uitdrukking breng is in wezen tevens een gebed wij bidden om een gebeuren, het gebed spreekt een wens uit, gist naar wat het gebeuren te betekenen heeft alleen door een open toekomst voorop te stellen kan het gebed aansluiting bieden bij het gebeuren filosofie en theologie kunnen uiteindelijk alleen als gebed om een gebeuren worden beoefend het gebeuren is tijdelijk, historisch en concreet (dit sluit aan bij de dialectische theologie) Caputo formuleert onzekerheden, een ‘zwakke’ theologie, met als uitgangspunt agnosticisme: ‘Ik weet niet wie ik ben en of ik wel in God geloof’ [...] ‘Ik weet niet of datgene waarin ik geloof wel God is’ [...] ‘innerlijke oproep tot het leven’ [...] ‘immanente energie van het leven’ In Nederland is deze manier van 'agnostisch' geloven een paar jaar geleden verwoord door Klaas Hendrikse: "God is voor mij niet een wezen, maar een woord voor wat er tussen mensen kan gebeuren" Klaas Hendrikse: Geloven in een God die niet bestaat; Manifest van een atheïstische dominee (2007) 37 "Volgens de sterke theologie hield Jezus zijn ware goddelijke kracht in, om zijn menselijke kant te laten lijden. Hij koos ervoor om zijn kracht te controleren, omdat de Vader een plan had om de wereld te verlossen met zijn bloed. Dat is niet de zwakheid van God die ik bedoel. God, het gebeuren dat huist in de naam van God, is aanwezig bij de kruisiging, als de kracht van de machteloosheid van Jezus in en als protest tegen de onrechtvaardigheid die van het kruis uitgaat, in en als de woorden van vergeving, geen uitgestelde macht die later gewreekt zal worden de vijand. God is aanwezig als de zwakke kracht van de roep vanaf Golgotha door de tijdperken heen, die roept vanuit elk lijk gedood door wrede en onrechtvaardige macht. De Logica van het kruis is een oproep om geweld af te zweren, niet om het te verbergen of uit te stellen, om het dan vervolgens als verrassingsaanval tegen de vijand in te zetten, zodat de vijand uiteindelijk ziet wie er de sterkste is. Dat is namelijk precies wat Nietzsche bekritiseerde met de verwijzing naar het christelijke ressentiment." (John D. Caputo: The Weakness of God; a Theology of the Event) Bevrijdings-theologie is een progressieve en socialistisch getinte vorm van katholicisme, ontstaan in Latijns Amerika. Het bekritiseert geïnstitutionaliseerde vormen van zonde, zoals het verschil tussen rijk en arm dat in de Latijns Amerikaanse landen parallel loopt aan het onderscheid tussen blanke ladino's (van Spaanse afkomst) en de autochtone indiaanse bevolking. Indirect is dit ook een kritiek op het Vaticaan, omdat de top van de katholieke kerk zich vaak schaart achter het beleid van de aardse machthebbers. Voorbeelden zijn de inquisitie, de positie van Rome tijdens WO2 (“Jullie zullen niet alleen gedeporteerd worden; jullie zullen worden gedood. Dit zal jullie straf zijn voor het vermoorden van onze Verlosser”; aartsbisschop Karol Kmetko, 1942), en de rol van de katholieke kerk in Latijns Amerika 1 38