125 jaar Ernst Bloch Al mijn boeken zijn kleine gereedschapskisten. Kritische begrippen in de filosofie van Ernst Bloch Ludo Abicht Al mijn boeken zijn kleine gereedschapsIn tegenstelling tot Friedrich Engels en de overgrote meerderheid kisten, zo u wilt. Wanneer men ze wil opevan de marxisten-leninisten in nen, gebruik wil maken van deze of gene Oost en West beweerde Bloch dat zin, van dit of dat idee of van een bepaalde een socialisme zonder utopische component niet haalbaar en analyse zoals men een schroevendraaier of zelfs niet wenselijk was. een sleutel gebruikt, om de machtssystemen (…) kort te sluiten of kapot te maken, des twintigste eeuw, ging het er nog enigszins te beter dan. anders aan toe. Na de val van de Berlijnse Muur, twaalf jaar na zijn dood, moest zijn (Michel Foucault) denken samen met de rest van het in elkaar gestorte communistische gedachtegoed “Kortsluiten of kapotmaken”: het klinkt als worden begraven, vóór men ook zijn “oneen radicale versie van de oproep van Marx, dermijnende” bijdrage aan het westerse volgens wie de filosofen van nu af aan de denken als voorbijgestreefd kon vergeten. opdracht hebben, de wereld te veranderen. Die frontale aanval werd in die dagen verIn de jaren negentig van de twintigste eeuw gemakkelijkt door het “ontdekken” van werd daar fijntjes aan toegevoegd dat het een aantal dubieuze teksten van Bloch uit helaas niet langer de filosofen zijn die de de late jaren dertig, waarin hij zijn twijfels wereld (trachten te) veranderen, maar dat uitte over de verslaggeving over de stalide wereld er steeds meer in slaagt, de fi- nistische Moskou-processen in de westerlosofen te veranderen, te coöpteren en in se pers en één brief van januari 1957 aan zekere zin te neutraliseren, een beschuldi- Wilhelm Pieck, de president van de DDR, ging die klopt wanneer we het bijvoorbeeld waarin hij zijn trouw aan de partijlijn van over de vertegenwoordigers van het post- de SED betuigt en zich dus distantieert modernisme en/of aanhangers van het cul- van de antistalinistische opstanden in Potuurrelativisme hebben. We weten intussen len en Hongarije. In het eerste geval heeft dat dit een ongenuanceerde en daarom niet hij zich, verblind door zijn antifascistisch helemaal faire boutade is, want je kan Jac- engagement, zonder meer vergist. In de ques Derrida echt niet op één hoop gooien brief, geschreven na zijn gedwongen ontmet mensen als BHL (Bernard-Henri Lévy) slag als filosofieprofessor in Leipzig, heeft of André Glucksmann, maar dat doet niets hij gedacht door zijn onderwerping aan de af aan de uitdagende erfenis van Foucault partijleiding een nieuwe kans te krijgen, die, zoals bleek naar aanleiding van de vijf- zijn filosofisch project te kunnen afwerentwintigste verjaardag van zijn overlijden ken. Dat is hem inderdaad gelukt, maar op 25 juni 2009, totaal uit de belangrijkste niet meer in de DDR, waar hij voorgoed Franse media verdwenen is. Helemaal on- monddood gemaakt was, zodat hij geen terecht, want in januari van datzelfde jaar andere keuze had dan “Republikflucht” te verscheen nog Le courage de la vérité. Le plegen en een leerstoel aan de universiteit gouvernement de soi et des autres II, een van Tübingen in West-Duitsland te aanerudiete en bijzonder relevante weergave vaarden. Het heeft weinig zin, deze vergisvan zijn laatste cursus aan het Collège de singen en deze pijnlijke knieval voor een France in het voorjaar van 1984. regime dat hij maar al te goed doorhad, te willen verontschuldigen, ook al waren deze Met de erfenis van Ernst Bloch, een ander teksten reeds lang bekend en bijvoorbeeld links grenzenverleggend filosoof uit de al in 1985 in de Bloch-biografie van Peter I 24 Zudeick becommentarieerd. De hetze zelf paste echter volkomen in de pogingen uit die periode na de val van de Muur, om alles wat met de intussen verdwenen DDR te maken had niet alleen politiek en economisch, maar ook cultureel uit te roeien. Dat gold ook en misschien wel in het bijzonder voor Bloch, die na zijn breuk met de DDR en het stalinisme een tweede carrière had opgebouwd als centrale figuur van de marxistische linkerzijde in Duitsland en als één van de grondleggers gold van de Bevrijdingstheologie in Latijns-Amerika. Dit betekende dat, indien men erin slaagde de invloed van Bloch uit te schakelen, men tegelijkertijd ook een obstakel op de weg naar de wereldwijde neoliberale restauratie had opgeruimd. Vandaag, na de al even wereldwijde mislukking van dit neoliberale offensief wordt het, 125 jaar na zijn geboorte, hoog tijd na te gaan welke werktuigen uit de grote gereedschapskist van Blochs oeuvre nog steeds nuttig en nodig kunnen zijn in de zoektocht naar een nieuwe marxistische synthese die onvermijdelijk samenhangt met de strijd tegen de uitbuiting en onderdrukking die nog lang niet beslecht is. We zullen trouwens iets langer moeten ingaan op deze voor hem cruciale categorie van het “nog…niet”, een begrip dat nauw samenhangt met zijn visie op de geschiedenis die voor hem alleen als dialectisch proces van emancipatie, regressie en telkens hernieuwde revolte zinvol wordt. De talentvolle zoon van een succesrijk (lees: geassimileerd joods) ambtenaar van de Beierse spoorwegen Toen Ernst Bloch op 8 juli 1885 in de I.G.Farbenstad Ludwigshafen am Rhein geboren werd, zag de toekomst er voor de Duitse joden heel goed uit. Ze werden VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT Al mijn boeken zijn kleine gereedschapskisten. Kritische begrippen in de filosofie van Ernst Bloch - Ludo Abicht Joodse gelovigen hebben een blijvend geloof in de komst van de Messias. In wereldse termen is dat drama van het einde der tijden – een periode van universele vrede – de grootste creatie van de joodse geest. Maar of de messiaanse gedachte nu God als middelpunt heeft of de mens – de gedachte zelf staat centraal in het joodse bewustzijn. Aan het einde der tijden zal een betere wereld verrijzen, en een toekomstige generatie zal die glorieuze tijd meemaken. Zolang die hoop voortleeft, zullen de joden blijven bestaan. aanvaard en gewaardeerd als intelligente, hardwerkende en vooral loyale medeburgers en waren er daarom ook in geslaagd, in twee tot drie generaties tot de hogere middenstand op te klimmen. Deze geassimileerde of in ieder geval goed geïntegreerde joden voelden zich over het algemeen meer Duitser dan hun niet-joodse buren en collega’s en maakten zich toen nog weinig zorgen over de rumoerige minderheid van antisemieten die meestal met de ietwat achtergebleven bewoners van afgelegen dorpen (die ze in feite niet waren) verward werden. De familie Bloch geloofde in de vooruitgang en het belang van een degelijke opvoeding aan een gerenommeerd gymnasium als voorbereiding op een respectabele loopbaan. Het is het verhaal van andere joodse jongeren uit die tijd, onder meer Franz Kafka en Ludwig Wittgenstein. Zij wisten uiteraard dat niet iedereen van hun niet-joodse buren hun succes toejuichte, maar ze voelden zich voldoende “vrij en gelijk” om, tegen de uitdrukkelijke wensen van hun vader in, toch maar geen ingenieur, ambtenaar of zakenman te worden. Als gymnasiumstudent had de jonge bourgeois Ernst Bloch zich overigens al geïnteresseerd voor en zelfs gesympathiseerd met de sociaal-democraten in de industriestad Ludwigshafen, maar het zou nog lang duren vóór deze sympathie zou evolueren naar een socialistisch, laat staan marxistisch engagement. Voorlopig wil hij alleen maar zo veel mogelijk filosofie studeren en trekt hij naar de universiteiten van München en Würzburg, allebei in Beieren, om in 1908 te promoveren met JAARGANG 44 NUMMER 2 I ZOMER 2010 een doctorale dissertatie over Heinrich Rickert, de neokantiaanse filosoof van het onderscheid tussen “het rijk van de werkelijkheid” en “het rijk van de waarden” en de bemiddeling tussen beide domeinen in de cultuur. Het neokantianisme was in die periode erg populair aan de universiteiten van het Zuidwesten van Duitsland en de keuze voor de toen zeer bekende Rickert kan daarom heel logisch verklaard worden, maar zijn kantiaanse waardeleer doet merkwaardig veel denken aan het onderscheid tussen “het rijk der vrijheid” en “het rijk van de noodzakelijkheid” dat zowel bij Marx als de latere Bloch een belangrijke rol zal spelen. Het is waarschijnlijk nog te vroeg in zijn ontwikkeling om nu reeds van een bewust verband met de messianistische joodse traditie te spreken, een thema dat Bloch trouwens zal delen met prominente generatiegenoten als Walter Benjamin, Martin Buber, Erich Fromm en zowat alle denkers van het latere Frankfurtse Institut für Sozialforschung. Over dit aspect van de Duitse marxistische filosofie in de twintigste eeuw heeft Pierre Bouretz overigens in 2003 een indrukwekkende studie gepubliceerd (Témoins du futur. Philosophie et messianisme). Omdat dit messianisme, ook in zijn “zwakke” seculiere vorm, de filosofie van Bloch zal blijven inspireren, is hier een citaat daarover uit onverdacht orthodox joodse bron op zijn plaats: in Joden. Identiteit en karakter van een volk (1998) schrijft de Amerikaanse rabbijn en hoogleraar Judaïstiek rabbi Arthur Hertzberg : Het valt moeilijk te geloven dat Hertzberg nooit iets van Bloch gelezen heeft. Hij vermeldt diens naam weliswaar niet in het register, maar dat kan met het ontbreken van een goede Engelse vertaling te maken hebben. In elk geval kan het bovenstaande citaat bijna woordelijk op het leven en denken van de atheïst en materialist Bloch, die zonder meer “de mens als middelpunt” beschouwde, worden toegepast. Hiermee hebben we zowel de originaliteit van zijn benadering als de afkeer die deze fascinerende maar complexe synthese in orthodox marxistisch-leninistische kringen zal uitlokken aangeraakt. Men zou kunnen stellen dat zijn hele ontwikkeling, vanaf zijn geschriften tijdens de eerste Wereldoorlog tot in de jaren zeventig, neerkomen op een ontvouwing en verdieping van deze kerngedachte. Een Duits filosoof in het Interbellum Terwijl hij naar goede Duitse traditie zijn studies voortzet door zich in te schrijven in de seminaries van die filosofen en sociologen die volgens hem tot de top van de discipline behoren, neemt hij ook deel aan de heftige discussies binnen de sociaal-democratie, waarin het revisionisme van Eduard Bernstein frontaal door links-radicalen als Rosa Luxemburg wordt aangevallen. Het valt op dat Bloch in dit conflict meer begrip kan opbrengen voor de argumenten van Bernstein. Eerst de oorlog en de patriottische capitulatie van de voluit reformistisch geworden sociaal-democratische partij zal hem doen overstappen naar de revolutionaire, later communistische vleugel van de arbeidersbeweging. In die seminaries van Georg Simmel, de auteur van onder meer De filosofie van het geld (1900) en de toen al prominente 25 I Max Weber komt hij in contact met mensen als Karl Jaspers, een aantal leden van de zogenaamde Georgekreis, de groep van schrijvers en filosofen rond de charismatische dichter Stefan George, en vooral de Hongaarse cultuurfilosoof Georg Lukács. Bloch zette Lukács ertoe aan, zich grondiger in de filosofie van Hegel te verdiepen, terwijl Lukács hem in contact bracht met het werk van Dostojevski en Kierkegaard en – was het een toeval? – de grote namen uit de Duitse mystiek (Seuse, Tauler, Eckhart). In de toekomst zullen de twee gepassioneerde heren af en toe heftig ruziemaken, onder meer in de beroemd geworden “strijd rond het expressionisme”, waarin Bloch die culturele stroming als intrinsiek revolutionair zal verdedigen, terwijl ze voor Lukács en de aanhangers van het “socialistische realisme” een typisch voorbeeld was van kleinburgerlijke decadentie, en, meer in het algemeen, over de toch wel ongenuanceerde partijtrouw van Lukács, waar Bloch zich niet bij kon aansluiten. Maar tot aan de dood van Lukács, meer dan een halve eeuw na hun eerste ontmoeting in Berlijn, zal hun vriendschap deze sporadische conflicten overleven. Tenslotte deelden ze de sympathie voor het revolutionaire marxisme en bleven ze ook intellectueel met elkaar in contact. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zette Bloch zich af van het oorlogsenthousiasme dat zoveel Duitse intellectuelen, waaronder Weber en Thomas Mann, had aangetast en vertrok hij met zijn vrouw Else von Stritzky in ballingschap naar Zwitserland. Daar schreef hij zijn eerste grote werk, Geist der Utopie. Het is een moeilijk leesbaar boek, omdat het niet alleen de authentieke wereldvisie van het expressionisme tracht weer te geven, of beter te verkondigen, maar ook in de schokkende stijl van deze kunststroming geschreven is. Hier gaat het over de grote verbanden tussen religie en socialistische toekomstdromen, over kunst en ethica en vooral over een bijbels-profetische kritiek op de eigen tijd. In tegenstelling tot Freud, die zich bezighoudt met het loutere “niet-meer-bewuste in de psychisch-archaïsche kelder” verdedigt Bloch hier het belang van het “nog niet bewuste” dat op een mogelijke betere wereld anticipeert en daardoor “een nieuw beginnen” in gang zet. In zijn latere teksten zal Bloch, gelukkig voor de lezer, terugkeren naar een meer begrijpelijke stijl, I 26 maar de inspiratie van dit eerste werk zal te maken, het moment dwingt ons daartoe. hij nooit meer opgeven. De weke hoogmoed, waarmee een Kautsky over “helden” en “staaltjes van apocalypNa 1920, hij is één van de allereerste linkse tische mystiek” glimlachte en alleen maar auteurs die voor het potentiële gevaar van glimlachte, is theoretisch-praktisch aan de obscure demagoog Adolf Hitler ge- zijn eind gekomen. waarschuwd heeft, werpt hij zich, samen met de communisten, in de strijd tegen het Het was voor “de vrienden” (de commuopkomende fascisme. Hoewel hij nooit nisten en hun antifascistische bondgenolid van de partij geworden is probeert hij ten) echter nog te vroeg om hun strategie zo loyaal mogelijk de partijlijn te volgen, zo fundamenteel bij te stellen, met het maar zijn analyse verschilt op een paar we- vermijdelijke gevolg dat de nazi’s quasi zenlijke punten van die van de Komintern. legaal en bijna geweldloos de macht konDat wordt heel duidelijk in de essaybundel den overnemen, en Bloch, die als jood én Erbschaft dieser Zeit (1932-33), waarin hij marxist op de zwarte lijst stond, voor de voor het eerst het thema van de “ongelijk- tweede keer het land moest verlaten. Via tijdigheid” (Ungleichzeitigkeit) ontwikkelt. Zürich, Wenen, Parijs en Praag vertrokken Terwijl de linkerzijde bijna uitsluitend de Ernst en zijn tweede vrouw Karola naar nadruk legt op de gelijktijdigheid van de de Verenigde Staten – let wel: niet naar de conflicten – tussen kapitaal en arbeid, tus- Sovjet-Unie –, waar hij aan zijn magnum sen de productiekrachten en de heersende opus, Das Prinzip Hoffnung, begon, een productieverhoudingen, tussen de “vrije boek dat eerst tussen 1954 en 1959 in de revolutionaire daad” van het proletariaat DDR voltooid werd. In 1949, toen hij de en de macht van de reactie, kortom tus- VSA van de McCarthy-hysterie verlaten sen links en rechts –, pleit Bloch voor een had, werd hem de leerstoel filosofie aan de dialectische analyse van de ongelijktij- universiteit van Frankfurt am Main aangedigheid van het bewustzijn, waardoor de boden, maar hij verkoos een benoeming reactionaire en conservatieve krachten de aan de Karl Marx universiteit in Leipzig, kans krijgen de kleine middenstanders en omdat hij met vele andere teruggekeerde boeren tegen de eisen van het proletariaat marxistische bannelingen wilde meewerte mobiliseren: ken aan de opbouw van de eerste Duitse socialistische staat. Die eerste jaren zag De subjectief ongelijktijdige contradictie is het er inderdaad veelbelovend uit: Bloch opgekropte woede, de objectief ongelijktij- kon zijn boek afwerken en via zijn cursusdige contradictie is onverwerkt verleden. sen en het Deutsche Zeitschrift für Philosophie invloed uitoefenen op een nieuwe Alle pogingen van de linkerzijde om deze generatie van marxistische denkers in de ongelijktijdige tegenstellingen rationeel en DDR, waaronder Wolfgang Harich. Deze correct te reduceren tot de huidige (actuele) comfortabele situatie eindigde echter met tegenstellingen botsen op deze woede die de opstanden tegen de regimes in Polen zich vertaalt in een “onvervuld sprookje en Hongarije, toen hij en een aantal van van de goede oude tijd, in een niet opgelos- zijn studenten van sympathie voor deze te mythe van het duistere oude zijn of van zogenaamd reactionaire revoltes beschulde natuur”, hét terrein waarop de rechtse digd werden. Bloch werd ontslagen en tegenstanders de indruk geven, de gewone zijn studenten werden van de universiteit mensen beter te begrijpen dan de doctrinai- verwijderd. Zelfs Karola, die 25 jaar lang re linkse ideologen en propagandisten. We overtuigd militant in de KP geweest was, hebben deze subjectieve en objectieve te- verloor haar job en werd uit de partij gegenstellingen geërfd en kunnen ze daarom stoten. Bloch schreef daarna vijf jaar lang niet als louter vals bewustzijn ontmaskeren in isolement, tot hij het na de bouw van de en uitroeien. Berlijnse muur voor bekeken hield en in 1961 naar Tübingen trok om daar opnieuw Wanneer men ze op de juiste manier ge- te kunnen doceren en publiceren. Deze bruikt, helpen de oude vormen gedeeltelijk derde ballingschap was de hardste, omdat mee, het nieuwe te bereiken. hij deze keer verdreven werd uit een land Dat die vormen uiterst efficiënt zijn, heeft dat officieel marxistisch was én omdat hij de vijand beter begrepen dan de vrienden. weigerde, in het Westen als een bekeerling Het wordt tijd, ons het oude opnieuw eigen tot het anticommunisme op te treden. VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT Al mijn boeken zijn kleine gereedschapskisten. Kritische begrippen in de filosofie van Ernst Bloch - Ludo Abicht De laatste jaren in Tübingen. Mentor van de nieuwe linkse oppositie Bloch was 76 jaar oud toen hij als “nieuwe prof” in Tübingen aantrad. Hij slaagde er opnieuw in, een generatie studenten in de SDS (Sozialistischer Deutscher Studentenausschuss) van Rudi Dutschke, de buitenparlementaire oppositie (APO, Ausserparlamentarische Opposition) en de linkervleugel van de SPD te inspireren. Hij nam actief deel aan de contestatie tegen de Notstandsgesetze en de Berufsverbote en de acties voor de democratisering van het onderwijs en publiceerde in die periode, naast zijn beroemd geworden Tübinger Einleitung in die Philosophie (1963), onder meer zijn studies over de godsdienst (Atheismus im Christentum, 1968), het materialisme (Das Materialismusproblem, 1972) en, in 1975, Experimentum Mundi, dat kan beschouwd worden als een samenvatting van zijn levenswerk. Toen hij in augustus 1977 stierf, besloeg zijn verzameld werk 16 banden, waarop nog een aantal belangrijke publicaties uit zijn nagelaten geschriften zouden volgen. Met zijn erudiete interesse voor de traditie van de bijbelse profeten, de figuur van Jeshua, de zoon van Myriam en Youssef (a.k.a. Jezus Christus), de grote ketterse bewegingen en de joodse en christelijke mystiek oefende hij een blijvende invloed uit op de protestantse bevrijdingstheoloog Jürgen Moltmann en waarschijnlijk via hem op de katholieke bevrijdingstheologen in Latijns-Amerika. Het is niet de bedoeling in dit beknopt artikel de belangrijkste werken van Ernst Bloch samen te vatten en te bespreken, maar het loont meer dan de moeite, een aantal van de begrippen die hij gebruikt heeft, opnieuw te bekijken in het licht van de functie die Michel Foucault aan vernieuwende kritische inzichten “als werktuigen in de strijd voor de waarheid en de emancipatie” heeft toegekend. De methode: een speurtocht naar elementen die de vervreemding van het bewustzijn doen omslaan in het bewustzijn van de vervreemding Bloch gaat in feite fenomenologisch te werk. Hij leidt zijn teksten in met krantenberichten, faits divers, zogenaamde volkswijsheden en korte observaties. Hij noemt deze methode een “sporen zoeken”. De JAARGANG 44 NUMMER 2 I ZOMER 2010 sporen en tekens zijn overal, maar je moet ze leren zien. De lezer wordt uitgenodigd, samen met de auteur en de door hem geciteerde filosofen mee te denken, maar niet zonder een kritische ingesteldheid, dialectisch dus. Dat wil niet zeggen dat de lezers zich eerst vertrouwd moeten maken met de joodse en Duitse mystiek, de Europese klassieke cultuur en bijvoorbeeld het grote vierspan Proust-Joyce-Musil-Kafka, vóór ze een boek van Bloch mogen openen. Het is eerder omgekeerd, want door de lectuur van Bloch wordt men opnieuw naar deze uit de studiejaren bekende (of gelezen) boeken verwezen, omdat ook daar de fenomenen op een vaak niet systematische manier beschreven en verklaard worden. Deze sporen van de werkelijkheid, die overal te vinden zijn, wijzen tegelijk op de ontvreemde situatie van de mens en de maatschappij. Bloch maakt daarbij gebruik van een “vervreemdingstechniek’ die verwant is aan de methode die zijn vriend Bertolt Brecht in zijn stukken hanteerde. Ook hij wil op een rationele manier de werkelijkheid benaderen, maar hij stelt deze half-rationele of irrationele momenten in ons leven veel centraler. Daarom wijkt zijn methode enigszins af van het veilige rationalistische pad dat “links” sinds de Verlichting bewandeld heeft. Zijn vervreemdingstechniek demystifieert, maar verwerpt de mythen, legenden en sprookjes nooit als loutere ideologie en bovendien vult hij het begrip “aliënatie” veel breder in dan alleen maar de economische en sociale uitbuiting, zoals dat bij de meerderheid van zijn marxistische tijdgenoten het geval was. In tegenstelling tot de zogenaamde “ethische socialisten” blijft Bloch de historisch materialistische tegenstellingen fundamenteel stellen, maar hij gelooft niet dat men de analyse van de realiteit tot dit economische inzicht kan en mag reduceren. De menselijke aliënatie in al haar vormen is namelijk veel ouder dan het kapitalisme en is, zoals we maar al te goed weten, ook niet verdwenen in de landen van “het reëel bestaande socialisme”, waar de productiemiddelen niet langer privaatbezit waren, maar ondemocratisch beheerd werden door de partijbonzen van de “nomenklatura”. Dit enge economisme verklaart ook, waarom deze nomenklatura na de implosie van het Sovjetcommunisme zo makkelijk de leiding van een abrupt kapitalistisch geworden economie kon overnemen en waarom, in het Westen, de eveneens economistisch ingestelde sociaal-democraten bijna vanzelfsprekend veranderden in “sociaal liberalen”. De terugkeer van de utopie In tegenstelling tot Friedrich Engels en de overgrote meerderheid van de marxistenleninisten in Oost en West beweerde Bloch dat een socialisme zonder utopische component niet haalbaar en zelfs niet wenselijk was. Hij ging zelfs een stap verder en meende te kunnen bewijzen dat de utopie ondanks alle beweringen van het tegendeel ook bij Marx en andere pioniers van het socialisme kan gevonden worden. Alleen komt het erop aan, een duidelijk onderscheid te maken tussen de alledaagse invulling van het begrip “utopie” en de inhoud die het voor Bloch heeft. Hij maakt een onderscheid tussen louter escapistische dagdromen van een ideale, meestal geïsoleerde samenleving in het verre verleden of op een afgelegen eiland, of fantasieën als een “Luilekkerland” waar men niet moet werken en altijd meer dan voldoende te eten heeft en de oude dromen van een betere, maar onder bepaalde voorwaarden haalbare wereld. De eerste categorie noemt hij abstracte utopieën die in het beste geval therapeutisch kunnen werken, maar in feite niets met de werkelijkheid te maken hebben. Wat hem interesseert, zijn de concrete utopieën die in vele gevallen geheel of gedeeltelijk verwezenlijkt zijn. Daarover gaat Das Prinzip Hoffnung, een uitvoerige studie over de sociale, politieke, wetenschappelijke, technologische, geneeskundige, architectonische en artistieke dromen die de mensen van alle tijden en samenlevingen geïnspireerd en gemotiveerd hebben: Maar concrete utopie is juist daarom zo, omdat ze met de geschiedenisindex van de historisch procesmatige materie overgekomen is. En ze bestaat überhaupt slechts als reële utopie in de wereld, omdat de materie van de wereld zelf nog niet afgesloten is, omdat het proces van deze materie noch verijdeld (wat de utopie zou verstikt hebben) noch gewonnen is (wat de utopie in aankomst zou veranderd hebben). De drijvende kracht die de mensheid collectief en individueel ondanks alle ellende en uitzichtloosheid naar deze realisering 27 I toe beweegt, noemt hij “het beginsel hoop”, das Prinzip Hoffnung. Een militante en geïnformeerde hoop Godsdienst en kunst: immanente transcendentie en voorafbeelding De waarheid van het godsideaal is niets anders dan de utopie van het rijk (der vrijheid), die precies vooronderstelt dat er Zonder deze theoretisch verantwoorde geen god in de hemel blijft, waar er trouhoop, deze docta spes, blijft alleen nog het wens geen is of nooit was. prachtige paleis over van een hegeliaans totaalsysteem, waarin de hoofdmomenten Het kleine aantal sociale revoluties verdwijnt statistisch van onze joods-christelijke westerse cultuur gewoon tegenover het aantal hun plaats gekregen hebben. En zouden de oorlogen en burgeroorlogen. mensen, om wie het uiteindelijk gaat, naast dit grootse museum in Kierkegaards schamele hutten moeten blijven wonen. Nog steeds leeft de overgrote meerderheid van Ernst Bloch is een overtuigd atheïst, maar de mensheid in materiële of geestelijke een verwoed tegenstander van het traditiarmoede, in onvrijheid, angst en vrees. In onele vulgairmarxistische (en vulgair libezijn zoektocht doorheen de geschiedenis rale) antiklerikalisme dat hij ondialectisch constateert Bloch twee tegenstrijdige ge- en mechanistisch noemt. Hij bestrijdt de gevens: ten eerste is het ongelooflijk dat ideologieën en illusies, de mythevorming er in heel ons verleden zo weinig periodes en de theocratieën van het kerkelijke chrisgeweest zijn waarin de mensen, individu- tendom en de religieuze transcendentie eel of als groep, in opstand gekomen zijn die het “heil” in een niet bestaande boventegen deze onderdrukking, armoede en uit- natuurlijke wereld nastreven (Jenseits). buiting. Het kleine aantal sociale revoluties Christendom en marxisme moeten elkaar verdwijnt statistisch gewoon tegenover het in hun kern ernstig nemen: voor de chrisaantal oorlogen en burgeroorlogen. En ten tenen betekent dat “de echte emancipatie tweede blijft het bijna even ongelooflijk, van hen die belast en beladen zijn” en voor dat er doorheen de geschiedenis altijd men- de marxisten is dat de reïntegratie van “het sen geweest zijn, die tegen hun persoonlij- rijk der vrijheid” als substantiële inhoud ke en collectieve onvrijheid geprotesteerd van het revolutionaire bewustzijn. Anders en actief gerebelleerd hebben. En waar het uitgedrukt: uiteraard aanvaardt hij de revrezen passief is, kan de hoop alleen maar aliteit van een transcendentie, van iets of actief en praktijkgericht zijn. Blochs hoop een situatie die de bestaande werkelijkheid is niet alleen actief, maar strijdbaar, mili- overstijgt, maar in tegenstelling tot de relitant. De emancipatiebeweging, waarvan gieuze transcendentie is dat begrip bij hem deze hoop de drijvende kracht is, kan na immanent, in en van deze wereld die de Marx onmogelijk de realiteit van de pro- enige is die bestaat. Zolang gelovigen en ductiewijzen en productieverhoudingen atheïsten dit wederzijdse verschil erkennen loochenen, zonder in een apologie van de is een vruchtbare dialoog over rechtvaarbestaande toestand – denk maar aan Mar- digheid en solidariteit niet alleen mogelijk, garet Thatchers “There Is No Alternative” maar zelfs noodzakelijk voor de gezamen– of een terugkeer naar de abstract-idealis- lijke strijd tegen het onrecht. tische wensbeelden te vervallen. Dat noemt Vandaag, nu we opnieuw geconfronteerd hij de noodzakelijke “koude golfstroom worden met een tegenstelling tussen sevan het marxisme”. Deze ongenadige ana- culier humanisme en geloof, zou het inlyse en praktijk is echter onvoldoende zon- teressant zijn na te gaan, of we deze open der de “warme golfstroom” van de hoop op houding van Bloch ten opzichte van het een mogelijke en daarom even noodzake- christendom ook kunnen toepassen op lijke menselijke bevrijding. Dit “beginsel onze verhouding tot de islam, die cultureel hoop” moet dan ook letterlijk als princiep, wel wezenlijk maar eerder onrechtstreeks als telkens opnieuw beginnende opgave be- aan de ontwikkeling van onze westerse grepen worden om in de richting van het samenleving heeft meegewerkt. Ook in erkende te kunnen blijven doorgaan. Al- dit geval zal het niet moeilijk vallen, de leen voor wie militant aan deze collectieve mythes, illusies en theocratische ideeën te opgave meewerkt, heeft zijn optimisme een ontmaskeren, maar zou de benadering van zin. Bloch ook een bijdrage kunnen leveren aan I 28 de dialoog tussen gelovigen en atheïsten en specifiek tussen seculiere humanisten en de islam die volgens Hans Küng noodzakelijk is voor de ontwikkeling van een nieuw “wereldethos”? In Tübingen voerde Bloch regelmatig gesprekken over zijn godsdienstbegrip met theologen als Ernst Käsemann, Jürgen Moltmann en Hans Küng, maar deze laatste is pas in 1991 met zijn boek over het jodendom aan de uitwerking van dit wereldethos begonnen en zijn studie over de islam verscheen eerst in 2004. Toch denk ik dat het vooral voor marxisten de moeite zou lonen, Blochs begrip van de immanente transcendentie bij de discussie met de islam te betrekken. Naast de analyse van de godsdienst speelde ook de interpretatie van kunst en literatuur een centrale rol in het denken van Bloch. Hij verwierp de algemeen aanvaarde tegenstelling tussen kunst en waarheid: Juist vandaag sterft de poëtisch precieze droom niet aan een of andere waarheid; want de waarheid is geen afbeelding van feiten, maar van processen, ze is in laatste instantie het optekenen van de tendentie en latentie van dat, wat nog niet geworden is en zijn maker nodig heeft. Daarom moest hij zowel de afbeeldingstheorie van het socialistische realisme als de kunst-om-de-kunst van de late romantiek verwerpen. Echte kunst is voor hem een voorafbeelding (Vor-schein) van de mogelijkheden die in de bestaande werkelijkheid verborgen zitten. In The political Unconscious (1981) heeft de Amerikaanse marxistische cultuurfilosoof Fredric Jameson deze inzichten van Bloch verder uitgewerkt in zijn “dialectiek van utopie en ideologie”: Alleen tegen deze prijs – die van de gelijktijdige erkenning van de ideologische en utopische functies van de artistieke tekst – kan een marxistische culturele studie hopen een rol te spelen in de politieke praxis, en die blijft uiteraard de essentie van het marxisme (which remains, of course, what Marxism is all about). Mutatis mutandis kan men deze uitspraak perfect op het werk van Ernst Bloch toepassen: alleen door een dialectische synthese van de ontmaskering van de ideologie van de dominantie en de ontvankelijkheid voor de concreet utopische elementen in VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT Al mijn boeken zijn kleine gereedschapskisten. Kritische begrippen in de filosofie van Ernst Bloch - Ludo Abicht deze werkelijkheid zal een marxistische analyse en praktijk vandaag en morgen nog relevant zijn. JAARGANG 44 NUMMER 2 I ZOMER 2010 29 I