De natuurlijke methode van Freinet Nicolas Go, coöperatief onderzoekscentrum van ICEM In een wereld die uit hem voortkomt, kan de mens alles worden! (Joé Bousquet, ‘Le Temps et les hommes’) Inleiding Ik wil het “Natuurlijk leren” hier niet als historicus ontwikkelen door aan te tonen hoe praktijk en theorie van de Natuurlijke Methode zich geleidelijk ontwikkelden. Ik wil hier komen tot een analyse van de “Natuurlijke Methode” om te verduidelijken waar het begrip voor staat. Ik meen dat dit op tweeërlei wijze te verantwoorden is. Enerzijds als eerbetoon aan Paul Le Bohec, onlangs overleden. Hij was het die, als enige na Freinet, dit onderwerp verder schriftelijk heeft uitgewerkt, die onvermoeibaar gewerkt heeft aan het verdiepen en het theoretiseren van zijn praktijk. Anderzijds, omdat mijn bevindingen er op wijzen dat de Moderne School het risico loopt langzamerhand haar grondbeginselen, zoals ontwikkeld in ondermeer “L’Education du Travail” en “La Méthode Naturelle”, uit het oog te verliezen. Hierdoor kan het uitwerken van een praktijk die hierdoor geïnspireerd is, in het gedrang komen. Maar waarom de “Natuurlijke Methode?” Het antwoord is eenvoudig: het is het fundament van de Freinetpedagogiek . Ze fundeert als algemene categorie het geheel van de ontdekkingen en bevindingen van “De Moderne School”: ze biedt een kader voor het “tastenderwijs experimenteren”, waarvan Freinet de algemene geldigheid heeft onderzocht in zijn boek “Essai de psychologie sensible”. De NM verbindt de individuele processen in een sociale en politieke context, die van de coöperatie. Ze concretiseert de filosofische principes van een “opvoeding tot wijsheid” die Freinet heeft voorgesteld in zijn hoofdwerk: “L’Education du travail” Ik zei dat de Moderne School zijn grondbeginselen dreigde te verliezen. Dit is wat zou gebeuren als men de ‘Natuurlijk Methode’ niet meer centraal zou stellen. Als dit gebeurt dan constateren we dat de werking vervaagt, het Freinetgehalte verdwijnt, verzwakt, wordt minder helder, minder krachtig, minder gedurfd. De coöperatie beperkt zich dan vaak tot een verzameling van collectieve regels, het werk tot een aantal activiteiten en technieken. Het “tastenderwijs experimenteren” wordt beperkt door een programma, “het zich uiten” beperkt zich tot “het woord nemen”, de communicatie wordt herleid tot het geven van eenvoudige informatie of het ventileren van meningen, creëren is beperkt tot een paar activiteiten. Ik ben er nochtans van overtuigd dat alles nog kan en dat er weinig nodig is opdat de “Moderne School” opnieuw een beweging van pioniers zou worden, gedragen door een “creatieve energie”. De tweede vraag die zich stelt is de volgende: Natuurlijke Methode van wat? Het antwoord is even eenvoudig: een natuurlijke methode om te leren. We mogen niet vergeten dat kinderen door de NM leren en dat de opvoeding er één is van en door het werk. Er wordt vaak gedacht dat binnen de Freinetpedagogie minder eisen worden gesteld. Niets is minder 1 waar: de eisen liggen juist heel hoog, vooral omdat ze meer omvatten dan enkel het domein van het schoolse leren. Zoals Freinet het verduidelijkt i.v.m. de taal: “onze natuurlijke lees- en schrijfmethode is voornamelijk een levensmethode”. In onze klassen wordt veel en anders gewerkt. In het bijzonder: het werk wordt beleefd als vreugdevol. In hetgeen volgt zal ik dit proberen te verduidelijken. DE PRINCIPES VAN DE NATUURLIJKE METHODE Het eerste wat Freinet tot zijn verwondering constateerde was dat kinderen zich op school vervelen. Hij kwam tot de voor de hand liggende conclusie dat kinderen niets echt kunnen leren als ze zich vervelen. Als een leerling zich op school verveelt, dan werkt hij niet en als hij niet werkt, dan zal de traditionele school hem hiertoe verplichten. Daaruit vloeien alle autoriteitsproblemen voort, de discipline, de controle, de sancties en bijgevolg, ongelijke kansen en de mislukking op school. Hij heeft geprobeerd te achterhalen waarom leerlingen zo weerbarstig zijn. Zijn antwoord was heel verbazend en zeer vernieuwend: “Ze vervelen zich niet omdat ze moeten werken, integendeel, het is omdat ze niet werken dat ze zich vervelen”. Hij had de oplossing gevonden tussen het teveel aan (opgelegd) werken enerzijds en het tekort aan “werken”, zoals in een school die het spel centraal stelt, anderzijds. Zijn motto was: men moet het werk loskoppelen van het schoolse. Het is het pedagogische luik van de economische en politieke strijd tegen de vervreemding door het opgelegde werk. De traditionele klas zet kinderen niet aan het werk, ze legt hen schoolse taken op en ontneemt hen zo de creatieve krachten van het leven en het verlangen. Vooraleer verder in te gaan op het eigene van de NM wil ik nog twee fundamentele punten verduidelijken omdat ze vaak veronachtzaamd worden. Enerzijds sloot Freinet aan bij een politiek revolutionaire visie en anderzijds ontwikkelde hij een filosofische visie op wijsheid. Omdat hij bovenal een doener was en animator van een grote pedagogische beweging, heeft hij zich voornamelijk bezig gehouden met vragen uit de pedagogische praktijk. Maar men kan niets begrijpen van zijn handelen, als men het niet in relatie brengt met wat voor hem centraal is, namelijk het ontwikkelen van een project van revolutionaire wijsheid. Dit punt zou verder moeten ontwikkeld worden. De Natuurlijke Methode is de concrete en specifieke vorm die dit project aanneemt in een pedagogische context. De kracht van het leven (het belang van het verlangen) Er ligt aan de basis van de Freinetgedachte en de Natuurlijke Methode een strikt materiële beschouwing, een beschouwing vanuit het gezonde verstand, die teruggaat tot de filosofie van de Fysici uit het oude Griekenland: “ Het menselijk wezen is bezield door een levensprincipe dat hem ertoe aanzet om voortdurend op te klimmen, te groeien, zich te vervolmaken, steunend op mechanismen en hulpmiddelen om maximaal greep te krijgen op zijn omgeving.” 2 Freinet verduidelijkt elders wat hij verstaat onder “het leven”: ik neem het leven in zijn beweging zonder vooroordelen t.o.v. oorsprong of doel. Ik stel alleen vast dat de mens wordt geboren, opgroeit, zich vermenigvuldigt, aftakelt en sterft. Dit leven, aan de oorsprong van alle menselijk handelen, beschouwt hij als “een kracht”, geïnspireerd door de lectuur van Nietzsche. Ziehier hoe hij het uitdrukt: “bij de realisatie van dit levensproces voor de normale ontwikkeling van de mens, gebruikt het individu een maximaal aan levenspotentieel dat ik “vermogen”, kracht zou noemen. Concreet betekent dit het volgende voor de opvoeder: Als hij zijn klas binnenkomt, ziet hij niet noodzakelijk leerlingen voor zich; het zijn levenskrachten die zich manifesteren, openbaren en elkaar opzoeken. Elk kind is een individuele levenskracht, in een historische context, dat op alle manieren probeert te groeien. De opvoeder heeft te maken met uitingen van vermogen, van kracht die afwisselend verminderen en vermeerderen. Bijvoorbeeld als een kind een eigen tekst naar voor brengt in de groep, die hem apprecieert en applaudisseert, ondervindt hij toename van zijn competentie wat automatisch een intense voldoening geeft. Een kind uit CM2 (5de leerjaar), Erwan, ontdekt als gevolg van veelvuldig onderzoek zelfstandig de methode van Gauss om de som van de cijfers 1 tot 18 te berekenen. Hij ziet dat het eerste en laatste cijfer 19 geeft, identiek aan de som van het tweede en voorlaatste cijfer, het derde en derdelaatste enz.. Hij kan de som van de eerst achttien cijfers dus herleiden tot 9x19=171. Hij onderzocht dit ook voor andere cijfers en komt tot de conclusie dat de som van de n eerste gehele getallen altijd kan vertaald worden als het product n.(n+1)/2. Tijdens zijn onderzoek en tijdens de bespreking in de groep ervaart hij een “aha-erlebnis”, een “Eureka” die uitmondt in het gevoel geslaagd te zijn. Wellicht is dit voor hem een cruciale ervaring, zowel intellectueel, sociaal als affectief. Het is deze toename van competentie die iedereen zoekt en die de Natuurlijke Methode tracht mogelijk te maken, probeert te vergemakkelijken en uit te breiden. Deze gerichtheid op een toename van de competentie is een andere naam voor verlangen. Freinet zit op dezelfde golflengte als Aristoteles die schrijft: “Er is slechts één drijfveer: het vermogen tot verlangen.” We zouden dit idee zo kunnen samenvatten: De Natuurlijke Methode creëert een omgeving die het toenemen van de eigen mogelijkheden bevordert. Maar men moet onmiddellijk toevoegen: ze doet dit in een coöperatief kader, waardoor wat individueel onderzocht wordt getoetst wordt aan de gemeenschap en zo aanleiding geeft tot het cultureel patrimonium van de klas. De vruchtbaarheid van het milieu Het principe van coöperatie is (alvorens een politiek principe te zijn) een principe dat ik ethisch zou willen noemen en de uitbreiding is van biologische fenomenen naar het sociale: coöperatie is de wijze bij uitstek om ontmoetingen en dus de groei van wederzijdse competentie te bevorderen. 3 Een ontmoeting van een uiting van kracht, zonder enig teken van macht: macht is altijd een uitwerking van kracht ten koste van een andere. Er is sprake van macht telkens een kracht toeneemt terwijl ze een andere kracht doet afnemen. In de coöperatie, gebeurt het omgekeerde: het toenemen van kracht veroorzaakt het groeien van een ander. Bijvoorbeeld: als Erwan zijn methode van Gauss voorstelt aan de groep, is het niet om zich superieur boven de anderen te stellen, het is om zijn ontdekking te delen en bij anderen zijn eigen vermogenstoename over te brengen. Waarom zou hij dat doen? Omdat het menselijker is, omdat het vreugdevoller is. Dat is ethisch. Maar Freinet ziet er eveneens een natuurlijk proces in: het leren door nabootsen, door betrokkenheid waardoor vaak de meest opvallende vooruitgang wordt geboekt, en die hij “de wet van de resonantie” (loi de la résonance) noemt. Sta me toe iets uitgebreider te citeren: “Het individu heeft de behoefte om, niet alleen psychologisch maar ook functioneel, zijn daden, gebaren, expressie af te stemmen op die van de individuen die hem omringen. Elke gebrek aan overeenstemming, aan harmonie wordt aangevoeld als desintegratie en wordt als pijnlijk ervaren. Het zou onvoldoende zijn om enkel te spreken over nabootsen. Het is diepgaander, organisch, imperatief: een beweging vraagt om een gelijkaardige beweging, zoals een trilling die op dezelfde golflengte wordt overgebracht, laat sidderen, een roep die om eenzelfde roep schreeuwt. Volgens die wet van resonantie, is het normaal dat het kind dat graag in kracht toeneemt, tracht zijn bewegingen en uitingen in samenspraak met de gedragingen en woorden van zijn omgeving, in overeenstemming te brengen”. Deze empirische bevinding wordt tegenwoordig bevestigd door neurologisch onderzoek, zie b.v. het recente werk van prof. Giocomo Rizzolati over de spiegelneuronen (neurones miroirs). Er is een efficiënte verlenging van de neurologische fenomenen van “leren door nabootsing” naar sociale activiteiten die aanleiding geven tot betekenis en tot de organisatie van de diverse noden. Het is een sociaal handelen van kennen en her-kennen, dat plaatsvindt in volle complexiteit, in tegenstelling tot traditioneel onderwijs dat uitsluitend gericht is op het kennen, houdt ze rekening met de mens in zijn totaliteit, ze mobiliseert wat Paul Ricoeur tijdens zijn onderhoud met Jean-Pierre Changeux heeft genoemd: “de integrale ervaring”, “de totale ervaring”, “complex en volledig”, of nog “fenomenologische ervaring”. Men zal mij deze theoretische verwijzingen vergeven. Het is geen vrijblijvend intellectualisme, maar een poging om aan te tonen hoe modern de denkwijze van Freinet en hoe actueel de Natuurlijke Methode is. Sta me toe om aan te halen wat Gilles Deleuze zegt in verband met het verlangen: men verlangt nooit een afzonderlijk geïsoleerd voorwerp, men verlangt altijd in een globale context. Verlangens grijpen op elkaar in, verlangen is steeds meervoudig. In “wat de kinderen zeggen” schrijft de filosoof: een omgeving bestaat uit kwaliteit, materie, vermogen en gebeurtenissen. bvb: de straat met haar materie: de stenen, haar geluiden als het geschreeuw van de verkopers, haar dieren zoals de ingespannen paarden, haar drama’s (een paard glijdt uit, een paard valt, een paard wordt geslagen,…) (…)(…) 4 De kleine Hans (bestudeerd door Freud) beschrijft een paard door middel van een lijst van eigenschappen, actief en passief: een grote plas maken, zware lasten dragen, ooglappen hebben, bijten, vallen, geslagen worden, bewegingen maken met zijn benen. Het is de veelheid van eigenschappen, van corresponderende affecten, die een weergave is van de intensiteit van het gebeuren (tijdens het gesprek is “le fait-pipi, het maken van de plas, een kernmoment dat de verschillende affecten in herinnering brengt). De Natuurlijke Methode creëert een dusdanig complexe omgeving waar de gebeurtenissen, de vermogens, de intensiteit, gedijen als gevolg van de creatieve activiteit en de coöperatie. In de Freinetpedagogie is er geen sprake van geprogrammeerde lessen noch van gecontroleerde vorderingen. Er is een opeenvolging van gebeurtenissen in de onzekerheid georganiseerd door het coöperatieve werk, waar diverse vermogens zich in actie ontwikkelen en elkaar bevruchten. Het milieu is zodanig geïnstitutionaliseerd dat het experimenteren, “le tâtonnement expérimental” ontstaat, anderzijds wijzigt dat milieu zich als gevolg van dit experimenteren. Laten we nogmaals Freinet aan het woord: Dit proces kan ten andere verfijnd en versneld worden. Een ondersteunende omgeving, die zo perfect mogelijke modellen voorop stelt, die een voortdurende persoonlijke beleving vergemakkelijkt en aanmoedigt. Een omgeving die de herhaling en systematisering van wat geslaagd is oriënteert en de foute handelingen en de risico’s op vergissingen beperkt, is ongetwijfeld van beslissend belang voor deze versnelling. De omgeving heeft een dubbele functie: zij faciliteert het experimenteren, het individueel leren enerzijds, maar transformeert en veralgemeent door het op elkaar inwerken van de verschillende bijdragen, de groep verdiept wat door de leerling of enkele leerlingen wordt onderzocht en naar voor wordt gebracht. We vatten samen: de Natuurlijke Methode is een complexe benadering van leren die elke leerling toelaat op creatieve wijze zijn competentie te ontwikkelen en die, door het werk en het onderzoek, de afstemming en verdieping in een coöperatieve context mogelijk maakt. Ik citeerde reeds eerder Aristoteles dat er slechts één drijvend motief is voor het leren: het verlangen. Freinet zegt ongeveer hetzelfde in zijn “Essai de psychologie sensible”: “Door de behoefte van de mens om voortdurend te groeien en zich te ontplooien te negeren, heeft de school afstand genomen van de sterkste menselijke motor.” Die behoefte van de mens om constant te groeien en zich te ontplooien is voor Freinet de eigenlijke uiting van het leven, die het kind vanaf zijn geboorte uit en die we onder verschillende vormen terugvinden bij alle levende wezens. Dit is wat Spinoza in zijn tijd “conatus” heeft genoemd, en wat tegenwoordig door onderzoekers in de neurobiologie (zoals b.v. Antonio Damasio) homeostasis wordt genoemd. Het is het geheel van fenomenen die zorgen voor de automatische regulatie van het leven. Ik citeer Damasio: alle levende organismen worden geboren voorzien van mechanismen gericht op het automatisch oplossen van storingen, problemen, zonder dat het nodig is om hierover na te denken, zonder dat een bewustzijn van deze problemen vereist is. Een andere onderzoeker, Steven Rose, verkoos de benaming “homeo-dynamiek” omdat hij bij dit proces meer de nadruk wil leggen op de processen die een evenwicht beogen (dynamiek) dan op het moment van evenwicht zelf (stasis). Het doel van deze processen is eerder een vitale drijfveer te creëren die niet neutraal is, en die Damasio “welbevinden” noemt. Het gaat hier om het neurologisch substraat van het 5 verlangen. De ontwikkeling van de complexe netwerken van de neuronen is bij de mens onder invloed van rijping maar vooral van de ervaring bijzonder groot. De ervaring die we hebben in het pedagogische veld zet er ons toe aan om te benadrukken dat “welbevinden” en “evenwicht” niet volstaan om het leren te beschrijven, ze vormen er wel een voorwaarde toe. Het kind is juist vaak op zoek naar onevenwicht, wat leidt tot meer intensiteit, meer vermogen, meer geluk. Het zoekt, denk ik, net als wij volwassenen, een toename van competentie. Het menselijk leven beperkt zich niet tot regulering, evenwicht, welbevinden: ze poogt telkens meer competentie en intensiteit te bereiken. Dat is wat we simpelweg “levensvreugde” kunnen noemen. De Natuurlijke Methode brengt de volgende dubbele krachttoer tot een goed einde. Ten eerste neemt ze die krachtige neurobiologische motor van het verlangen op door het kind in een situatie te plaatsen waarin hij auteur wordt (“laat het kind ondernemen”) en door hem toe te laten door eigen onderzoek zijn omgeving te laten exploreren. Ten tweede doet ze geen afbreuk aan de complexiteit van de globale ervaring, door een sociaal levende omgeving te creëren waarin kinderen constant op creatieve wijze kunnen investeren. De benaderingswijze van de Natuurlijke Methode Anti-schools Er is een volkomen breuk tussen de Natuurlijke Methode en het traditioneel schools model dat Freinet “scholastiek” (“scolastique”) noemt. De NM impliceert een totale transformatie van de wijze waarop onderwijs wordt ingericht. Het uitgangspunt kan samengevat worden in een bekende uitdrukking: “Het is al smedend dat men smid wordt”. Dit betekent dat de activiteit niet voortvloeit uit een door de leraar bedacht programma, maar uit voorstellen van de leerlingen zelf als “auteur”. Auteur van hun eigen taken en co-auteurs van het sociale leven binnen de coöperatie. Het is een echte ommekeer, een soort copernicaanse revolutie. Ziehier schematisch hoe Freinet het probleem heeft gesteld en ik denk dat de observatie vandaag nog steeds geldt: De school vertrekt om te onderwijzen van een rationele indeling van de leerstappen die moeten uitmonden in het bereiken van gestelde doelen, ondermeer op het niveau van de kennis. De pedagogische wetenschappen dragen bij tot een analyse van de beoogde kennis (doel van het onderwijs) stellen programma’s en leerplannen op en evalueren de vorderingen. Technieken en procedures (didactische hulpmiddelen) worden ontwikkeld en geven aanleiding tot het opstellen van handboeken waarin ook aandacht besteed wordt aan middelen om de leerling te motiveren, om hem te betrekken bij de leeractiviteiten. Het zijn “leerwegen” met bijhorende aanduidingen van beschrijvingen waar men langs moet om van de ene plaats naar de andere te gaan. 6 De natuurlijke methode werkt andersom of eerder herstellend: ze bevordert de processen om het eigen onderzoek te faciliteren, wat vaak toch aanleiding geeft tot resultaten die niet voorzien waren. Deze progressie is langzaam, afwisselend en vaak onzeker. Men volgt geen aangeleerde weg, maar men “zoekt zijn weg”. De NM geeft elk kind de mogelijkheid om zijn weg te vinden door het aftasten van mogelijkheden, geleid door de ervaring en de reactie van de omgeving. Ik zou graag deze pedagogische revolutie willen samenvatten in twee opmerkingen, gesteund op het gezonde verstand, zoals Freinet dat graag deed: 1. Een moeder wacht niet tot haar kind de grammatica kent om het toe te laten te spreken. Waarom moet het kind als het leerling wordt de letters kunnen benoemen alvorens te mogen schrijven. Het is al pratend dat het leert spreken, het is al schrijvend dat het leert schrijven. Laten we deze uitdrukking onthouden: “Het kind wacht niet tot het smeden van zijn gereedschap afgewerkt is om ermee te werken. Het gebruikt dit gereedschap terwijl het dit smeedt en past het verder aan tijdens het gebruik” 2. Waarom? Omdat het doel van het kleine kind “nooit is om lettergrepen uit te spreken, maar om zich verstaanbaar te maken en de levende wezens rondom zich te begrijpen, om zijn levenskracht te bevestigen. Enkel de betekenis is belangrijk en het is de creativiteit en bijdragen tot een gemeenschappelijke betekenis die de beste dragers van de “levenskracht” zijn. Dit levensvermogen ontwikkelt zich in een complexe omgeving. Door de NM leest en schrijft het kind lang voordat het de basismechanismen beheerst, omdat het komt tot lezen langs andere ingewikkelde wegen, namelijk deze van het gevoel, de zintuigen, de intuïtie in het sociaal milieu dat het schoolleven binnendringt, het schoolse milieu tot leven brengt. Wat is Natuurlijke Methode? Men mag nooit het uitgangspunt uit het oog verliezen dat aan de basis van de NM de bevestiging ligt van de dynamiek van het leven. Wat Freinet het “Tastenderwijs experimenteren” noemt is gedragen door de onbedwingbare tendens die deze is van elk menselijk wezen: de exaltatie (opwinding, vervoering) van de levenskracht .Indien sommige kinderen hiervan geen blijk geven dan is dit omdat ze in hun ontwikkeling tegengewerkt zijn door een sociaal ongunstige omgeving, of een al te schoolse cultuur. Als sommige kinderen een destructief gedrag vertonen tegenover zichzelf of tegenover anderen, dan is dit omdat de levenskracht geperverteerd is naar behoefte aan macht, aan overheersing. Het levende milieu van de ‘natuurlijke methode’ laat aan deze kinderen toe om hun “levenslijn” geleidelijk aan terug te vinden of zoals Paul Le Bohec het formuleerde: “hun optimale levenslijnen” te herstellen. Ik breng hierbij de eerder aangehaalde woorden van Freinet in herinnering: “De mens is in alle domeinen bewogen door een levensprincipe dat hem aanzet om voortdurend op een hoger niveau te geraken, om te groeien en zich te perfectioneren, gebruik te maken van mechanismen en hulpmiddelen om een zo groot mogelijke greep te krijgen op de omgeving waarin hij leeft. 7 Het is eenvoudig: men moet deze kracht maximale kansen geven in een coöperatieve omgeving, door het werk, de kennis en de wijsheid. Deze nieuwe omgeving is er een van gezamenlijk exploreren, onderzoeken, veroveren. Het is er een van durf, avontuur, creativiteit en actie. We overlopen samen met Freinet de principes waarop de NM berust in 4 punten: 1. De mens wordt gedreven door een levensprincipe dat hem drijft tot maximale kracht, beheersing. 2. Dit levensprincipe is altijd sociaal gericht, het verlangen is steeds gericht op communicatie en harmonie (het individu voelt steeds een niet enkel psychologische maar ook functionele behoefte om zijn daden, gebaren, zijn uitingen in overeenstemming te brengen met de individuen die hem omringen). 3. Het ontwikkelt zich door een permanent proces van onderzoeken, dat altijd persoonlijk is, individueel en dat steunt op welslagen. Freinet maakt een eenvoudig schema op van de verschillende stappen: - het kind probeert alle mogelijkheden uit. Het aandeel van het toeval is hierbij belangrijk. - het onthoudt de succeservaringen en herhaalt ze - het bevestigt ze in gewoontes en levensregels 4. Het is de levende en coöperatieve omgeving die het onderzoeken toelaat, versnelt en vervolmaakt door referenties, verwijzingen, modellen en aangepaste middelen aan te reiken. Dus: We moeten ervoor zorgen de hiaten tussen de school en de sociale omgeving op te heffen, de levenstechnieken te integreren, het leven te vrijwaren van het vals rationeel mechanisme. De aangepaste methodieken krijgen een functie bij het verfijnen van de basistechnieken , het vastleggen van de successen, het structureren van het geleerde. Daarom laten we het onderwijs niet meer steunen op vooraf geprogrammeerde activiteiten en een rationele analyse naar deelstappen, lessen en verklaringen, maar wel op het werk, de producties van de kinderen, intrinsiek gemotiveerd vanuit een inwendige nood, die ontstaan in de loop van de verschillende onderzoeksprocessen onder invloed van het milieu. De kinderen worden geen kennis meer ingelepeld, maar bedenken en experimenteren hun leven, ze communiceren en verkennen de wereld, en bijgevolg leren ze. Ze mislukken nooit en geen enkele inspanning is hen teveel. Ze zijn niet enkel meer acteur op het schools toneel, ze zijn auteur van hun eigen werk en medeauteur van het milieu waarin ze ontdekken en uitvinden. Ze zijn auteur van hun eigen leven en zoals Paul Le Bohec zei: ze “herstellen hun eigen lotsbestemming”. Ik heb niet veel gesproken over de vreugde, ze is aanwezig in onze klassen: de kinderen werken graag en genieten van hun successen. Vreugde is altijd een teken van toenemend vermogen, het teken van creativiteit. Om te besluiten We zouden natuurlijk moeten aantonen hoe dit concreet in zijn werk gaat. 8 Om zijn ideeën te illustreren, nam Freinet in zijn teksten voortdurend voorbeelden, anekdotes, metaforen en allegorieën op. Maar hij heeft ook klinische studies gerealiseerd, onderzoek b.v. over het leren schrijven door zijn dochter Baboulette (initiatie tot de geschreven expressie en het natuurlijk lezen – experimentele observatie) en de natuurlijke tekenmethode. Dit is wat we moeten blijven doen, met behulp van de middelen die het hedendaagse onderzoek in de pedagogische wetenschappen ons aanreikt. Het is precies de intieme samenwerking van practici en theoretici die ons verder kan helpen.. Er is geen twijfel mogelijk. Er is nog veel werk te doen, vaak ontbreekt het ons aan de nodige inzichten en/of middelen. De resultaten zijn niet altijd zoals gewenst, de essentie van de NM wordt niet altijd goed begrepen, er zijn tal van hindernissen en soms worden we ontmoedigd. Maar dat is niet erg, het belangrijkste is op weg te zijn, waarbij iedereen doet wat hij kan. Het is de verantwoordelijkheid van de ICEM om de kennis, de overdracht van die kennis, van vorming en kritisch onderzoek te ontwikkelen. Wat ik vooral en boven alles wens is dat de Moderne School in haar geheel opnieuw onderzoek op het getouw zet naar wat de parel is van de Freinetpedagogie, wat wellicht de mooiste belofte is van het pedagogisch denken voor de volgende decennia: DE NATUURLIJKE METHODE VOOR HET LEREN Nicolas Go 9