1 P IJ N Peirsman Cranio sacraal Academie. Cranio Sacraal Therapie Scriptie 2011 Amir Koepon. 2 Inleiding. In de scriptie is verwoord de redenen van het aspect pijn in samenhang met 3 methodieken voor pijnbehandelingen in mijn Praktijk. Pijn is in ons huidige maatschappij bij vele mensen een juk die moet worden gedragen. Soorten van pijn zoals acute-, chronische- en emotionele pijn zijn pijnsoorten die veel mensen tot last zijn. Gelukkig zijn zowel in de reguliere geneeskunde als in de alternatieve geneeswijzen methodieken ontwikkeld die pijnen kunnen verzachten, reduceren of geheel weg kunnen halen. Maar toch zijn er gevallen waarbij de reguliere geneeskunde als de alternatieve geneeswijze niet toereikend zijn om pijn te behandelen. Een reden te meer om mij te verdiepen in het aspect pijn. Door studie over pijn en behandelmethodieken heb ik een keuze gedaan om pijn in mijn praktijk te behandelen. De keuze voor pijn behandelingen zijn: 1. Micro Elektro Methodiek 2. Bio-resonantie en Bio-feedback 3. Cranio Sacraal Therapie 3 Inhoud. Omschrijving pagina Voorblad 1 Inleiding 2 Inhoud 3 Voorwoord 4 Hoe deze scriptie te lezen 6 Wat is pijn 7 Adenosine Tri Phosphat (ATP) 9 Soorten van pijn 16 Behandel methodieken in de Praktijk 17 Micro Elektro Methodiek 17 Bio-resonantie en Bio-feedback 20 Cranio sacraal therapie 23 Tabellarisch indeling van een aantal pijnen 26 Dossier gegevens van een aantal cliënten 27 Tot slot 38 Dankwoord 40 Register 41 Literatuur lijst 43 Intake formulier als bijlage 45 Disclaimer 49 4 Voorwoord. Na veertig jaar gewerkt te hebben in een ziekenhuis en de pensioen gerechtigde leeftijd bereikt te hebben sta je voor een keuze “om van je pensioen en je leven genieten” of aan je verlangen te storten om een studie op te pakken voor pijn behandelingen. Misschien is het werken in een ziekenhuis voor mij de bakermat geweest om een geneeswijze te zoeken, anders dan de reguliere geneeskunde, die mensen helpen om hun pijnen te reduceren en daar waar mogelijk van hun pijnen af te helpen. Na een oriënterend gesprek met mijn toenmalige werkgever om na mijn zestigste verjaardag vier dagen per week te werken en hem meegedeeld te hebben om een dag per week een studie te doen in de een alternatieve geneeswijze voor pijnbehandelingen was de boot echt aan. Het ligt niet in de doelstellingen van het ziekenhuis dat een functionaris in mijn positie zich zal wijden aan alternatieve geneeswijzen. Ik zou dan een slecht voorbeeld zijn voor mijn medewerkers. Na overleg met het thuisfront is besloten dat ik mijn dienst in het ziekenhuis uitdient en na mijn pensioennering tijd aan een studie te wijden in een alternatieve geneeswijze. Aldus besloten. Direct na mijn pensionering heb ik onderzocht welke mogelijkheden er in de alternatieve geneeswijzen zijn om pijnbehandelingen bij mensen te doen. Uit de vele mogelijkheden is gekozen om Micro Elektro Methodiek te kiezen. De studie en de behandelwijze sluiten aan op mijn vak (medische technologie) die ik in het ziekenhuis uitoefende. Alras blijkt dat de studie Micro Elektro Methodiek een niet een op zich zelf staand feit is. Wil ik het vak Micro Elektro Methodiek in Nederland uitoefenen is het, volgens mij, noodzakelijk om eerst de studie Westerse Medische Basiskennis op HBO-niveau te volgen en hiervoor te certificeren. Veertig jaar ziekenhuis ervaring in de medisch technologie geeft niet een uitgebreid inzicht in anatomie, fysiologie en pathologie. Mede het feit dat de declaratie mogelijkheden bij de zorgverzekeraars in Nederland eisen dat Westerse Medische Basiskennis op HBO-niveau eigen werd gemaakt, werd de studie bij de School voor IokaiShiatsu te Amsterdam gevolgd voor een erkende certificering. De certificaten zijn gehaald. Bij Contra Dolor te Nijmegen werd de studie Micro Elektro Methodiek gevolgd. Na het slagen voor Micro Elektro Methodiek pijntherapeut werd deze methodiek in de praktijk toegepast. Na positieve resultaten bij cliënten blijkt dat de behandeling voor emotionele pijnen de behandeling met Micro Elektro Methodiek niet altijd toereikend is. 5 Bij Quantum Tech te Gent, België, werd de studie gevolgd voor Bio-resonantie en Bio-feedback. De combinatie van de behandelwijzen van Micro Elektro Methodiek en Bio-feedback is een belangrijke stap vooruit op de pijnbehandelingen. Doch het diepgaand “ingaan” in de bewustwording van de mens met emotionele pijnen is manco in de kennis. Na gesprekken met mijn partner die een gecertificeerde Upledger Cranio Sacraal Therapeute is, ben ik tot het besluit gekomen om Cranio Sacraal Therapie te studeren. De keuze is gevallen om bij de Peirsman Cranio Sacraal Academie de opleiding te volgen en niet bij het Upledger Instituut. De reden om niet bij Upledger de opleiding te volgen is omdat, naar mijn mening, de opleiding bij Upledger te veel westers georiënteerd is. Daar mijn root op Java ligt kon ik bij de Peirsman Cranio Sacraal Academie mij “thuis” voelen. Relaties met de oosterse geneeswijzen zijn er aanwezig. Tijdens mijn opleidingstijd tot Cranio Sacraal Therapeut werd het aangeleerde toegepast voor de behandeling van emotionele pijnen bij “oefen- cliënten voor Cranio Sacraal Therapie”. Tot mijn verbazing geeft een SER (somato emotional release)-behandeling vaak een oplossing voor emotionele pijnen. Maar vaak is de combinatie van de Micro Elektro Methodiek met de basis technieken van Cranio Sacraal Therapie (fase 1 uit de opleiding) al voldoende om goede resultaten te bereiken in de pijnbehandelingen. Voor dit laatste is de ontspanning / relax – technieken van Cranio Sacraal Therapie zeer belangrijk voor de pijnbehandelingen met de Micro Elektro Methodiek . Ik hoop dat ik naar de vele werkzame jaren mag zien voor de uitoefening van pijnbehandelingen door de toepassing van Micro Elektro Methodiek, Cranio Sacraal Therapie en Bio-feedback. Amir Koepon. Juni 2011. 6 Hoe deze scriptie te lezen. Deze scriptie beschrijft de toegepaste behandel technieken in mijn praktijk (in het vervolg de Praktijk). De scriptie begint met het begrip “Pijn”. Daarna volgt de beschrijvingen van de behandelmethodieken die toegepast worden in de Praktijk. De volgorde van de beschrijvingen van: 1. Micro Elektro Methodiek, 2. Bio-resonantie en Bio-feedback, 3. Cranio Sacraal Therapie moeten niet gelezen en gezien worden dat Micro Elektro Methodiek belangrijker of effectiever is dan Bio-feedback. Dit geldt ook dat Biofeedback niet effectiever is dan Cranio Sacraal Therapie. Alle drie methodieken beschouw ik als even belangrijk. De volgorde is gebaseerd op de volgorde van de gevolgde studie en de afronding ervan. Daar in de Praktijk pijnbehandelingen toegepast worden volgens Micro Elektro Methodiek zal eerst ingegaan worden in het begrip “pijn” met de soorten van pijn. Ten eerste wordt beschreven hoe pijn behandeld wordt door toepassing van Micro Elektro Methodiek. Welke pijnen kunnen behandeld worden? Wat zijn beperkingen voor de bijhandeling. Belangrijk facet in de behandeling met Micro Elektro Methodiek zijn de contra indicaties waarbij cliënten niet behandeld mogen worden. Ten tweede wordt ingegaan op de behandelingen met Bio-resonantie en Bio-feedback. Ten derde wordt ingegaan op de behandelingen met Cranio sacraal Therapie. Waarom wordt Cranio Sacraal Therapie toegepast. Welke technieken van Cranio sacraal Therapie worden toegepast. Dan volgen de : • Ervaringen uit de Praktijk. Intake. Behandelplan. Behandeling. • Een aantal beschrijvingen van behandelingen van vijf cliënten. 7 Wat is pijn. Zonder pijn is geen Leven. Geen klacht is zo algemeen voorkomend als pijn. Maar pijn hebben is veelal een onplezierige situatie. De persoon die het betreft constateert de pijn, maar er bestaat geen graadmeter om pijnbeleving aan te geven. Pijn is een onplezierige sensorische en/of emotionele ervaring die veroorzaakt wordt door feitelijke of mogelijke weefselschade. Het wordt ook wel beschreven in termen van een beschadiging van het weefsel of dat er ergens in het lichaam een verwonding is of dreigt er één te ontstaan. Soms ontstaat ergens in het lichaam pijn die geen aanwijsbare oorzaak heeft van een weefsel letsel in het lichaam. Wanneer een persoon lange tijd pijn voelt en de pijn houdt aan, kan dit resulteren dat het leven door deze pijn, meestal negatief, beïnvloed wordt. Ook als er onderliggende problemen en angsten aanwezig zijn, zoals traumata in het verleden, angsten, verdriet kunnen deze heel sterk van invloed zijn op het beleven van pijn. Als voorbeeld is wanneer er een niet verwerkt verdriet iedere keer in gedachten opkomt, kan dit resulteren in pijn of een aanwezige pijn erger maken. De persoon leeft dan met pijn of met andere woorden pijn is een onderdeel geworden van het leven van de persoon. Pijn opzicht is een natuurlijk beschermingsmechanisme. Want zonder pijn zouden wij niet kunnen leven. Wanneer wij tijdens het sporten een blessure oplopen dan hebben wij pijn op de plaats waar de blessure is ontstaan. Een gezwollen enkel of een blauwe plek op de arm doet pijn. De ontstane pijn is een situatie waarbij wij ons er niet lekker bij voelen. Maar hoe ontstaat pijn eigenlijk? Hoe ontstaat pijn? Pijn prikkels kunnen wij vergelijken met elektrische prikkels. Er zijn in het lichaam twee typen zenuwen die een rol spelen voor het ontstaan van pijn. Dit zijn de a-vezels en de c-vezels. Deze vezels bevinden heel veel op het lichaam, doch zij niet overal even veel. Onder de oppervlakte van de huid zijn deze zenuwen in sterke mate aanwezig. In de hersenen zijn er geen en in delen van de buik zijn weinig a-vezels en cvezels. Daarom zijn deze lichaamsdelen gevoelloos. Elektrisch bezien worden de prikkels sneller door de a-vezels voorgeleid dan door de c-vezels. 8 De a-vezels en de c-vezels zijn gevoelig voor de omstandigheden waarin het lichaam of lichaamdelen zich bevinden. De hand in de directe nabijheid van vuur zal de warmte van het vuur voelen. Zwemt men in koud water, dan zal men de koude op het lichaam voelen. Een prik van de tandarts in het tandvlees wordt als pijn waargenomen. En zo zijn er vele pijnprikkels te voelen op verschillende plaatsen van het lichaam. Op de plaats waar de pijn is ontstaan worden daarna een grote hoeveelheden lichaamseigen stoffen vrijgegeven, de neurotransmitters, die een signaalfunctie hebben naar de hersenen. De pijnprikkels worden naar het achterste deel van het ruggenmerg gevoerd en vervolgens gaan de pijnprikkels via de zenuwbanen in het wervelkolom naar de hersenen. In de hersenen gaan de prikkels naar de THALAMUS. Dit is het centrale regelcentrum voor pijn. De thalamus Binnen de hersenen ligt een centraal pijnregelsysteem, de thalamus, die informatie uitwisselt met het bewuste deel van de hersenen, de hersenschors. De thalamus is het centrale regelcentrum voor pijn. De thalamus heeft verbindingen met de hersenschors. Wanneer de thalamus de pijnprikkel heftig voelt, wordt er een signaal doorgegeven aan de hersenschors. Op het moment dat de hersenschors de pijnprikkel krijgt, wordt er pijn gevoeld. Men is dan bewust van pijn. Vanuit de hersenen gaan pijnbanen (zenuwbanen) naar het ruggenmerg. Deze pijn banen kunnen de pijnprikkel dempen of stimuleren. In de figuur zien wij hoe de prikkel, via de ruggenmerg, naar de thalamus wordt gevoerd en afhankelijk van de heftigheid van de pijn, wordt de prikkel geleidt naar de hersenschors. 9 Afhankelijk van de pijn intensiteit heeft het lichaam een feedback functie om neurotransmitters aan te maken. Wanneer het lichaam de feedback functie in werking stelt, worden neurotransmitterstoffen / hormonen gemaakt. Enkele hiervan zijn endorfine, leucine enkefanine, melatonine, cortisol en serotonine. De hoeveelheid aangemaakte neurotransmitters is weer afhankelijk van de heftigheid van de pijnprikkels. Adenosine Tri Phosphat (ATP). Op cel niveau is ATP (Adenosine Tri Phosphat) een uitermate belangrijke molecuul die nodig is voor de energie die het lichaam vraagt. ATP treft men in alle delen van het lichaam aan en is beschikbaar voor een directe energie transport (in de bloedbaan) door het lichaam. ATP wordt ook wel de levens molecuul genoemd. Als gevolg van bijvoorbeeld een blessure wordt pijn geconstateerd. In de feedbackfunctie van het lichaam worden extra ATP naar de blessureplaats gestuurd om de pijn te verlichten of geheel te doen verdwijnen. Hier wordt ATP gebruikt om een acute pijn te bestrijden. Ook bij veel chronische aandoeningen kan pijn een rol spelen. Evenzo is pijn waar te nemen bij auto-immuun ziektes zoals: reuma, fibromyalgie, ME en M.S. Hierbij blijkt dat er een tekorten bestaan aan ATP in en rond de lichaamscellen. Voor alle fysiologische processen die energie vragen is ATP onontbeerlijk. Door dit tekort aan ATP kan het lichaam zich maar met moeite herstellen. ATP is daarom een essentiële stof in het helingsproces. Er zijn grote hoeveelheden van deze stof nodig voor cellulaire functies. Belangrijke functies zijn het transport van hoogst noodzakelijke mineralen naar de cel door het bloed en de afvoer van afvalproducten. Deze afvalstoffen worden langs normale kanalen van het lichaam afgevoerd: via de urine, ontlasting en transpiratie. Het lymfesysteem van het lichaam speelt in het afvoeren van de afval stoffen een belangrijke rol. Het drinken van gewoon water door volwassenen van minstens 1,5 liter per dag is noodzakelijk voor het afvoeren van de afvalstoffen. Wat is ATP en hoe ontstaat ATP. Adenosinetrifosfaat ( Adenosine Tri Phosphat = ATP) of ATP is een ribonucleotide dat in de celstofwisseling een sleutelrol vervult als drager van chemische energie. Het is opgebouwd uit het nucleobase adenine, het monosacharide ribose en drie fosfaatgroepen. 10 Om in energie te kunnen rekenen spreekt men meestal alleen over ATP als energiedrager. Energiedrager Voor de meeste in de cellen spelende processen is energie nodig. ATP is zo'n energiedrager. Bij de hydrolyse van ATP door het enzym adenosinedehydrogenase, waarbij ADP ( Adenosine Di Phosphat) en fosfaat worden gevormd, komt (29,4 kJ/mol aan) energie vrij. De reden waarom deze binding zoveel energie bevat, is de elektrostatische afstoting tussen de negatief geladen zuurstofatomen in de fosfaatgroepen. ATP-vorming De ATP-concentratie bedraagt in een cel tussen de 1 en 10 millimolair. Een mens in rust verbruikt ongeveer 45 kilogram ATP per dag, terwijl de hoeveelheid op één moment lager is dan 1 gram. In de cel moet dus steeds ATP gevormd worden. Dit gebeurt door talrijke processen o.a.: • Gedurende de glycolyse • Door bètaoxidatie • Door anaërobe respiratie • Tijdens de fotosynthese AMP (Adenosine Mono Phosphat) en ADP worden geregenereerd om opnieuw te dienen als energiedrager. Hiertoe worden fosfaatgroepen gebonden aan AMP of ADP. Dit wordt in de oxidatieve fosforylering gedaan door het enzym ATP-syntase. Bij dieren en mensen wordt ATP gemaakt in het mitochondrion, bij planten daarnaast ook in het chloroplast met behulp van zonne-energie (licht). Adenosine Di Phosphat of ADP ADP is een ribonucleotide die is opgebouwd uit het nucleobase adenine, het monosacharide ribose en twee fosfaatgroepen( Di-Phosphat). Het wordt vooral gevormd bij de hydrolyse van adenosinetrifosfaat (ATP), die de belangrijkste energiebron is voor biochemische reacties in veel organismen. ADP is tevens een precursor voor de aanmaak van ATP door middel van het F-type ATPase. Productie in de cel ADP wordt gemaakt door de ribosomen van een cel. In de mitochondria wordt het gevormd door ATP te hydrolyseren. Hierbij komt een hoeveelheid chemische energie vrij die kan gekoppeld worden aan een biochemische reactie met een hoge activeringsenergie. Biochemische functies In een cel wordt ADP omgezet in ATP door een fosfaatgroep te koppelen aan de reeds aanwezige fosfaatgroepen. ( ADP/ Di Phosphat naar ATP/ Tri Phosphat). 11 Dit wordt bij dierlijke organismen (en sommige andere niet-dierlijke organismen) tot stand gebracht in de mitochondria door middel van dissimilatie. Ook kan ADP buiten de mitochondria worden omgezet naar ATP. Dit gebeurt door middel van melkzuurgisting (voornamelijk in spiercellen) of alcoholistische gisting (door gistcellen). Bij planten wordt ADP naar ATP omgezet door middel van fotosynthese. Glycolyse in 10 stappen. De cursief gedrukte benamingen zijn de enzymen die werkzaam zijn bij de stappen. Afbeelding: Glycolyse in 10 stappen Glycolyse De glycolyse is het proces waarbij glucose (suiker) met behulp van enzymen in tien stappen wordt afgebroken tot pyrodruivenzuur. Vier van de tien stappen zijn onomkeerbaar. Eén glucosemolecuul levert twee moleculen pyrodruivenzuur. Naast de direct opgenomen suiker wordt tijdens de spijsvertering ook uit koolhydraten suiker gevormd. Bij de glycolyse komt energie vrij, omdat ADP omgezet wordt in ATP en NAD ( nicotinamide-adeninedinucleotide) in NADH (de gereduceerde vorm van NAD). De vrijkomende energie wordt op deze manier in moleculen ATP en NADH opgeslagen. Er komt echter niet alleen energie vrij. Zoals in de afbeelding (Glycolyse in 10 stappen) is te zien wordt er bij de eerste twee reacties ATP gebruikt. Er worden per glucosemolecuul 4 ATP moleculen gevormd, dit komt neer op een netto resultaat van 2 ATP moleculen. De twee moleculen NADH kunnen in de elektrontransportketen worden omgezet in 3 ATP moleculen per molecuul. 12 De NADH moleculen kunnen samen dus aanleiding geven tot vorming van 6 moleculen ATP. Pyrodruivenzuur kan verder verbrand (geoxideerd) worden in de citroenzuurcyclus of anaeroob omgezet worden in melkzuur of zoals bij veel gisten in ethanol en koolstofdioxide (CO2). Mitochondrion Een mitochondrion of mitochondrium (meervoud mitochondriën of mitochondria) is een staaf- of bolvormig celorganel, dat functioneert als energiecentrale van de cel. Een mitochondrion is meestal staafvormig en heeft een diameter van ongeveer 1 micrometer. Omdat mitochondriën de cel van energie voorzien, is er een verband tussen de energiebehoefte van een cel en het aantal mitochondriën per cel. Tijdens de afbraak van energierijke stoffen zoals vetten en glucose wordt acetyl-coenzym A geproduceerd. In de mitochondriën worden bij de citroenzuurcyclus energierijke elektronen onttrokken aan dit acetyl-co-enzym A. Vervolgens gebruiken de mitochondriën deze energierijke elektronen om tijdens de oxidatieve fosforylering ATP, NADH en FADH2 te produceren. Met name ATP is een belangrijke energiebron voor zeer veel reacties in de cel. 13 Schema van een dierlijke cel 1. Nucleolus, 2. Celkern, 3. Ribosoom, 4. Vesikel, 5. Ruw endoplasmatisch reticulum, 6. Golgi-apparaat, 7. Cytoskelet, 8. Glad endoplasmatisch reticulum, 9. Mitochondrion, 10. Vacuole, 11. Cytoplasma, 12. Lysosoom, 13. Centriool Structuur Een mitochondrium heeft een buiten en een binnenmembraan die bestaan uit fosfolipiden en eiwitten, vergelijkbaar met celmembraan. De twee membranen hebben echter verschillende eigenschappen. Door de dubbele membraanorganisatie zijn er vijf verschillende compartimenten in het mitochondrium. Afbeelding Mitochondrion 1. binnenste mitochondriale membraan 2. buitenste mitochondriale membraan 3. Cristae. 4. Matrix. Deze zijn: • de buitenste mitochondriale membraan, • de intermembrane ruimte (de ruimte tussen de buitenste en binnenste membranen), • de binnenste mitochondriale membraan, 14 • de cristae ruimte (gevormd door invaginaties of naar binnen plooien van de binnenste membraan) en • de matrix (ruimte binnen de binnenste membraan). Buitenste membraan De buitenste mitochondriale membraan bevat een groot aantal membraaneiwitten porines genaamd. Deze porines vormen kanalen die moleculen van 5000 Dalton of minder, vrij over de membraan laten diffunderen. Hierdoor kan o.a. het ATP uit het mitochondrie naar de rest van de cel gaan. Intermembrane ruimte De intermembrane ruimte is de ruimte tussen de buitenste membraan en de binnenste membraan. Doordat de buitenste membraan vrij permeabel is voor kleine moleculen is de concentratie van kleine moleculen, zoals ionen en suikers in de intermembrane ruimte hetzelfde als in het cytosol. Binnenste membraan De binnenste mitochondriale membraan bevat eiwitten met vijf soorten functies. Deze zijn: • eiwitten, die de redoxreacties van de oxidatieve fosforylering uitvoeren • ATP synthase, die ATP doet produceren • specifieke transporteiwitten om o.a. ADP en ATP in en uit de matrix te vervoeren • eiwit-transportmachinerie • mitochondriale fusie- en deling eiwit De belangrijkste functie van de binnenmembraan is zorgen voor het verlopen van de elektronentransportketen van de oxidatieve fosforylering en het daarmee gepaarde protonen potentiaalverschil. Deze protonendrijvende kracht zorgt hier dan voor productie van ATP. De binnenmembraan bevat meer dan 151 verschillende polypeptiden, en heeft een zeer hoog eiwitfosfolipideverhouding (meer dan 3:1 in gewicht, dus ongeveer 1 eiwit voor 15 fosfolipiden). Daarnaast is de binnenste membraan rijk aan cardiolipine, een ongewone fosfolipide . Cardiolipine bevat vier vetzuren in plaats van twee en kan helpen om de binnenste membraan ondoordringbaar te maken. In tegenstelling tot de buitenste membraan, is de binnenmembraan zeer ondoordringbaar voor alle moleculen. Hierdoor is het mogelijk om een zeer sterke membraanpotentiaal over de binnenste membraan te vormen door de werking van de enzymen van het elektron transport keten. Cristae De binnenste mitochondriale membraan is verdeeld in talrijke plooien of invaginaties die we cristae noemen. Deze vergroten de oppervlakte van de 15 binnenste mitochondriale membraan en daarmee het vermogen om ATP te produceren. Voor typische levermitochondriën is het gebied van de binnenste membraan ongeveer vijf keer groter dan de buitenste membraan. Deze verhouding is variabel ten gunste van de mitochondriën van de cellen die een grotere vraag naar ATP hebben, zoals spiercellen, bevatten nog meer cristae. Matrix De matrix is de ruimte omsloten door de binnenste membraan. Het bevat ongeveer twee derde van de totale hoeveelheid eiwit in een mitochondrion. De matrix is belangrijk voor de productie van ATP. De ATP wordt geproduceerd met behulp van ATP-synthase in de binnenste membraan. De matrix bevat een zeer geconcentreerd mengsel van honderden enzymen, speciale mitochondriale ribosomen, RNA's, en een aantal kopieën van het mitochondriaal genoom. Van de enzymen zijn de belangrijkste functies de oxidatie van pyruvaat en vetzuren, en de citroenzuurcyclus. Organisatie en distributie Mitochondriën zijn te vinden in bijna alle eukaryoten. Ze variëren in aantal en de locatie volgens celtype. In levercellen zijn ze verspreid door de cel en zeer talrijk terwijl ze bij spermacellen alleen aan de basis van het flagel te vinden zijn. Functie De belangrijkste functies van mitochondriën zijn ATP productie (dat wil zeggen, fosforylering van ADP) door middel van ademhaling, en de cellulaire stofwisseling reguleren. Naast de chemische reacties voor ATP-productie, de citroenzuurcyclus en de oxidatieve fosforylering zijn er dus nog vele andere functies. Energie omzetting Dat de productie van ATP toch de belangrijkste rol is van mitochondriën blijkt uit het grote aantal eiwitten in het binnenste membraan en de matrix betrokken bij deze taak. ATP productie in het mitochondrium haalt zijn energie uit de oxidatie o.a. pyruvaat en NADH. Pyruvaat met wordt met name in het cytoplasma gevormd door gedeeltelijke afbraak van glucose waarbij een beetje energie vrij komt, we noemen dit proces de glycolyse. Voor de glycolyse is geen zuurstof nodig, het wordt daarom ook wel anaërobe dissimilatie genoemd. Als er wel zuurstof aanwezig is kan het mitochondrium door aërobe dissimilatie het pyruvaat volledig afbreken tot water en koolstofdioxide. De productie van ATP uit glucose heeft een ongeveer 13-maal hoger rendement bij aërobe dissimilatie dan bij anaërobe dissimilatie. 16 Soorten van pijn. Acute pijn. Bij een blessure tijdens sporten of een verwonding bij een val ontstaat direct pijn. Dit noemt men acute pijn. Ook wanneer er een ontsteking de kop uitsteek is acute pijn waarneembaar. Meestal is de pijn te lokaliseren in de nabijheid of op de plaats van de blessure, wond of ontsteking. Pijn is een signaal die het lichaam afgeeft dat er iets niet in orde is. Bij onduidelijkheid of men met een acute pijn te maken heeft is het raadplegen van een arts altijd noodzakelijk. Hij kan beoordelen of het een acute pijn betreft die nadere behandeling heeft. Wanneer de pijn, in deze categorie, aanhoudt langer dan zes maanden, dan spreekt men van een chronische pijn. Chronische pijn Onder chronische pijn wordt verstaan: pijn die langer dan zes maanden aanhoudt. Voor het lichaam heeft chronische pijn niet meer de signaalfunctie voor het lichaam. Meestal ligt er een onderliggend probleem die spanningen doet ontstaan in het lichaam. Spanningen of zoals het vaak genoemd wordt “stress” is vaak de oorzaak van chronische pijn. Zonder nader en specifiek onderzoek is chronische pijn moeilijk te lokaliseren en ook moeilijk te behandelen. Er zal eerst gezocht worden naar de oorzaak van de stress. De persoon die aan chronische pijn lijdt, zal eerst de oorzaak van de stress moeten herkennen. Een specifiek onderzoek zal eerst moeten gebeuren voorafgaand een behandeling. Vandaag de dag wordt medicijnen gegeven om de pijn te verlichten. Bekend is ook dat een aantal van dit soort medicijnen vervelende bijwerkingen hebben. Emotionele pijn. In ons huidige maatschappij waarbij veel prestaties van ons wordt gevraagd is dit vaak de basis van emotionele pijn. Het is niet de resultaten van de gevraagde prestaties, doch het resultaat wanneer de gevraagde prestaties niet geleverd kunnen worden. Erger wordt het wanneer er een vergelijk gemaakt wordt met de resultaten van de ander die ,volgens cijfermatige beoordeling, gehaald worden. Wanneer dit vaak gebeurt, is dit de basis van frustraties en uiteindelijk een emotionele pijn. Waarom kan die ander wel wat ik niet kan. Emotionele pijn kan ontstaan wanneer een persoon iemand verliest die hij lief heeft. Iemand die sterft aan een ongeneselijke ziekte. Of wanneer de 17 geliefde de relatie verbreekt. Of een kind door sterven moet verliezen. Zo zijn er vele voorbeelden te geven die de basis kunnen vormen voor emotionele pijnen. Wanneer een persoon emotionele pijnen heeft en hij kan moeilijk uitpraten of er is niemand die hem kan ondersteunen is dit soort van pijnen heel moeilijk te herkenen. Vaak kan door emotionele pijn een lichamelijk pijn ontstaan. Emotionele pijnen zijn moeilijker te herkennen en te behandelden dan de eerst genoemde pijnen omdat de pijn heel diep in het bewuste of onbewuste van de persoon ligt. Behandel methodieken in de Praktijk. In de praktijk worden de volgende behandel methodieken toegepast voor de pijn behandelingen. De volgorde van de drie methodieken moet niet gelezen of beschouwd worden dat de ene methodiek beter, belangrijker of effectiever is dan de ander. De beschrijvingen van de methodieken sluiten aan op het aspect PIJN. 1. Micro Elektro Methodiek (MEM). Micro Elektro Methodiek ( ook wel APS=Actie Potentiaal Stimulatie genoemd) is een vorm van therapie waarbij door een elektrische prikkel de lichaamseigen zenuwprikkel gestimuleerd wordt. Actiepotentiaal Een actiepotentiaal is een golf van elektrische ontlading over het membraan van een neuron. Actiepotentialen vormen een essentiële eigenschap van menselijk en dierlijk leven, maar komen ook voor in sommige planten. Actiepotentiaal op cel niveau kunnen een snelle informatie verzenden van cel naar cel. Maar in het licht van Micro Elektro Methodiek is de informatie van en naar het zenuwstelsel veel belangrijker. Door stimulatie van het zenuwstelsel in de nabijheid van de ruggenmerg worden de gestimuleerde signalen verder verzonden naar de hersenen. De neurotransmitters spelen hierin een belangrijke rol. Komen deze signalen in de hersenen, dan worden er hormonen geproduceerd die van invloed zijn in de pijnbeleving. Door de stimulatie , de werking van de neurotransmitters en de aanmaak van hormonen wordt een verhoogde aanmaak van ATP bewerkstelligd. Door Micro Electro Methodiek kan een tekort aan ATP worden aangevuld. De bloeddoorstroming verbetert en op deze manier komt er weer toevoer van voedingsstoffen naar de beschadigde cellen op gang. 18 Na de eerste en tweede behandelingen worden de volgende neurohormonen aangemaakt: melatonine, leuco-enkefaline, bèta-endorfine, serotonine en cortisol. Door het vrijmaken van de neurohormonen, ontstaat er een betere bloeddoorstroming en het stimuleert de afgifte van afvalstoffen. Door hierna nog vier behandelingen de geven ontstaat er weer een verhoogde aanmaak van ATP. Afhankelijk van de lichamelijke gesteldheid is het mogelijk dat er een verhoogde aanmaak van ATP tussen de 500% tot 800%. Het zelfhelend vermogen van het lichaam gaat beter werken door de verhoogde aantallen ATP. De immuniteit en energie gaan omhoog en de pijn reduceert of verdwijnt. Het beoogde resultaat van een beter kwaliteit van het leven is bereikt. Na de tweede en derde behandeling wordt de concentratie van melatonine verhoogd. Na de vierde behandeling zal de leucine-enkefaline toenemen. Na de vijfde behandeling neemt de gehalte van bèta-endorfine af. Na de zesde en laatste behandeling vindt er normalisering van serotonine en cortisol plaats. Na een cyclus va zes behandelingen kan nog een keer een cyclus gegeven worden. Zes behandelingen is doorgaans voldoende op het beoogde resultaat te krijgen. De beoogde pijn reductie of pijnvrij zijn is gehaald. Bij de figuur. Een opstelling van de Micro Elektro Methodiek. Vier elektroden zijn geplaatst op de zijstrengen (naast de Ruggenwervel). Met deze plaatsing van de elektroden wordt met het apparaat (links van de cliënt) een stimulatie stroom gegeven voor het activeren van de neurotransmitters. 19 Contra indicaties voor Micro Elektro Methodiek. Om in aanmerkingen te komen voor een behandeling Micro Elektro Methodiek zijn echter contra indicaties. Zo zal tijdens de intake altijd gevraagd worden dat de pijn gediagnosticeerd is door de arts. Met andere woorden: De pijn is een voortvloeisel van een gediagnosticeerde ziekte. Bijvoorbeeld: Reuma, artritis, fibromyalgie, gordelroos, stress- gerelateerde klachten, tennisarm en nog andere ziekten. De contra indicaties waarbij er geen behandeling met Micro Elektro Methodiek zijn: Personen die een geïmplanteerde actieve implantaat hebben, een pacemaker, interne defibrillator, morfine pomp. Personen die lijden aan epilepsie of geneesmiddelen daartoe innemen. Personen die lijden aan kanker of geneesmiddelen daartoe innemen. Vrouwen die zwanger zijn. Kinderen beneden een leeftijd waarop zij kunnen aangeven wat zij voelen (pijn) Personen die recentelijk een hersen infarct, een hart infarct en/ of lijden aan acute trombose of voor de genoemde ziekten geneesmiddelen daartoe innemen. Een slogan in de Micro Elektro Methodiek is: Zonder ATP kan de mens niet leven. Met te weinig ATP is de mens ziek. 20 2. Bio-resonantie en Bio-feedback. Vooraf. Bio-Feedback en Bio-Resonantie worden in de Praktijk toegepast aan de hand van moderne computer technologie waarin de software geïnstalleerd is van Quantum Alliance Incorporated. Het systeem heet Scientific Consciousness Interface Operatingsystem. In de praktijk wordt het systeem SCIO genoemd. Bio-resonantie. Bio-resonantie is een behandelingsmethode, die de lichaamseigen trillingsfrequenties meet, analyseert en vervolgens weer terugkoppelt naar de cliënt. Ze geeft heel nauwkeurig aan waar en welke ondersteuning nodig is. Ieder substantie, inert of organisch, zendt zijn eigen elektromagnetische energie uit in een bepaalde frequentie. Elke cel en orgaan in het lichaam resoneert/trilt met haar eigen energie. Wanneer deze energie verstoord wordt door heftige emoties, chemische vergiften,virussen, allergische reacties, voeding intoleranties, parasieten, enz. kan het orgaan niet functioneren op haar volle capaciteit. Schadelijke frequenties worden opgeslagen in cellen, en kunnen zich jarenlang onopgemerkt opbouwen, vóór ze zich manifesteren als ziekte. Het eerste signaal dat er iets fout gaat in het lichaam is vibrationeel of elektromagnetisch. Dit verschijnsel wordt Bio-Resonantie genoemd. Bio-resonantie is een energetische geneeswijze die op cel niveau werkt. Het stimuleert de lichaam eigen frequenties , zodat er regeneratie en heling kunnen plaatsvinden wanneer deze frequenties verstoord of negatief beïnvloed worden door een ziekte veroorzakend frequentie. Oorzaken kunnen veroorzaakt worden zoals eerder genoemd, o.a. door heftige emoties, chemische vergiften,virussen, allergische reacties, voeding intoleranties, parasieten, enz. Dit geeft de conditie aan waarin het lichaam zich bevindt. Aan de hand van de SCIO worden metingen en analyses verwerkt. De terugkoppeling gebeurt door het interpreteren wat op de beeldscherm verschijnt. 21 Bij de figuur: SCIO systeem bestaande uit de Scio-box voor de koppeling van de elektroden aan de cliënt. De vier strip elektroden aan de zwarte elektrodekabel wordt verbonden aan de extremiteiten. De brede elektrode aan de witte elektrodekabel wordt om het hoofd geplaatst. De Scio-box tezamen met de software die in de computer is geïnstalleerd vormen samen het Bio-resonantie en Bio-feedback systeem. Wanneer na een meting door de SCIO het lichaam de aanwezigheid toont van één van deze condities (frequentie), kan het systeem laten zien hoe diep het resoneert. Het resulteert in een uitslag van een goede conditie of dat er door een beïnvloeding is door bv. bacteriën, schimmels, virussen, allergenen of het eten van verkeerde voeding waardoor het lichaam ziek is gemaakt. Het onderzoek toont de biologische reactiviteit en resonantie van het lichaam. De Scio laat zien waar de noodzakelijke aanvullingen nodig zijn bij het niet goed functioneren van organen en de aanwezigheid van overgevoeligheden voor stoffen. De SCIO bezit een scala van gegevens van vele condities. In en na overleg met de cliënt wordt een besluit genomen om een “verkeerde”conditie te behandelen. Tijdens de behandeling geeft de SCIO een signaal (frequentie) af die in tegenfase (omgekeerd spiegelbeeldig) is ten opzichte van de frequentie van de “verkeerde” conditie. Het uitgangspunt van deze behandeling is om de “verkeerde”conditie terug te dringen zodat de klachten verminderen. De Scio meet meer dan 5000 parameters van het lichaam. 22 Bio-feedback. Biofeedback is een behandelmethodiek waarbij personen getraind worden om hun gezondheid te verbeteren door gebruik te maken van bewuste en onderbewuste signalen van hun eigen lichaam. Voor Bio-feedback wordt in de Praktijk de SCIO toegepast. De methode van Bio-feedback is het meten van de signalen die het lichaam afgeeft. Deze signalen worden na de meting verwerkt en teruggekoppeld aan de cliënt en de therapeut. De lichaamssignalen zeggen iets over de staat waarin het zenuwstelsel zich bevindt. Het zegt iets over de spanningen die er zijn. Tevens presenteert het systeem de signalen van de cliënt vanuit zijn onderbewuste. Het systeem adviseert om activiteiten te ontplooien voor ontspanning en heling van de spanning. Bij Bio-feedback kan de cliënt op het beeldscherm zien hoe de situatie van hem is. Na interpretaties van de teruggekoppelde signalen wordt een dialoog gehouden tussen de therapeut en de cliënt. Het proces bij Bio-feedback is dynamisch. Uit het dialoog wordt de cliënt aangeleerd hoe hij op een effectieve wijze een plan kan uitzetten die tot een effectieve heling leidt. De therapeut heeft in dit proces een actieve en stimuleerde rol. De cliënt moet tot zichzelf komen en werken aan zijn heling. Een greep van klachten die met Bio-resonantie en Bio-feedback behandeld worden. Bio-resonantie en Biofeedback zijn een effectieve behandel methodieken bij de behandeling van hoofdpijn, migraine, hoge bloeddruk, ADD, temporomandibulaire klachten, angstklachten, urine-incontinentie, allergieën, voeding intoleranties enz. De methodieken zijn vergelijkbaar en effectief als andere therapieën bij behandelingen van een scala aan aandoeningen en klachten, zoals chronische pijn, slaapproblemen, stress, spastische colon, nekschouderproblemen. Het voordeel van Bio-resonantie en Bio-feedback is dat tijdens en na de behandelingen in vele gevallen geen gebruik behoeft te worden van geneesmiddelen. De verkregen informatie uit een SCIO onderzoek is fundamenteel anders dan de informaties uit een radiologisch-(röntgen)onderzoek, uit laboratorium bloedonderzoeken, elektrocardiogram (ecg), elektro-encefalogram (eeg) en andere onderzoeken waarvan de reguliere geneeskunde gebruik van maakt. 23 3. Cranio sacraal therapie. Cranio-Sacraal therapie is een ondersteuningstherapie die de oorzaak van een fysieke of emotionele klacht kan achterhalen en bij de oorsprong kan behandelen. Bij Cranio-Sacraal therapie worden niet de ziektesymptomen op zichzelf behandeld, maar vindt behandeling plaats van de 'cliënt' als mens. De therapeut schenkt niet alleen aandacht aan de klachten, maar in dialoog met de cliënt wordt gezocht naar de mogelijke oorzaken ervan. De methode is door de Amerikaanse arts Upledger ontwikkeld. Hij ontdekte dat het natuurlijke ritme van hersenvocht grote invloed heeft op het functioneren van lichaam en geest. Het ritme is te voelen in het hele lichaam, doordat het bindweefsel alle organen met elkaar verbindt. Door stress, een val of ziekte kunnen er spanningen in het bindweefsel komen. Die kunnen direct of in een later stadium lichamelijke en soms emotionele klachten geven. Cranio-Sacraal therapie is geschikt voor de bestrijding van lichamelijk en emotionele klachten. In de Praktijk wordt langzamerhand duidelijk dat Cranio Sacraal Therapie een prachtige en effectieve methodiek is om pijn te behandelen. Het is een zachte behandel methodiek zonder toepassing van apparatuur. Cranio Sacraal Therapie wordt in de Praktijk toegepast voor een diepe ontspanning bij de behandeling van pijn. Maar ook voor een diepe ontspanning bij onbegrepen en psychische klachten. Vormen van Cranio-Sacraal therapie die in de Praktijk toegepast worden. Zoals eerder in het voorwoord beschreven is Cranio Sacraal Therapie een welkome aanvullening die toegepast wordt bij pijn behandelingen. Primair is de toepassing van Cranio Sacraal Therapie additioneel bij de pijn behandelingen doormiddel van Micro Elektro Methodiek. Bij cliënten komt het voor dat alleen een behandeling met Micro Elektro Methodiek niet toereikend is. De cliënt is gespannen of te gespannen om alleen een behandeling met Micro Elektro Methodiek. De effectiviteit van een behandeling met Micro Elektro Methodiek is laag. Een additionele behandeling met Cranio Sacraal Therapie voor het ontspannen van lichaam en geest geeft de oplossing om, in een later stadium, verder te gaan met de Micro Elektro Methodiek. Technieken uit de basis en follow up van de opleiding tot Cranio Sacraal Therapeut. Een in de Praktijk beproefde behandelingen met Cranio Sacraal Therapie zijn de technieken die aangeleerd zijn in de eerste fase van de opleiding. 24 Het toepassen van de basistechnieken geeft meestal al het gewenste resultaat voor de ontspanning van de cliënt. Technieken zoals : Still points, CV-4, hoofd en voeten geven al ontspanning. Wanneer het niet voldoende is wordt verdere technieken toegepast, o.a. ontspanning van het middenrif, EV-4 schouders en hoofd, het sacrum met de gebieden buik, schaambeen, compressie en decompressie van L5 en S1, atlas occiput, hyoid, sphenoid, TMJ (Temporo Mandibular Joint) en earpull. Het zijn de technieken uit de basis en follow-up modules van de opleiding die doorgaans voldoende zijn voor het ontspannen van het lichaam. SER (Somato emotional release). Als een probleem verdrongen wordt, kunnen er klachten ontstaan waarvan de oorzaak moeilijk traceerbaar is. Door toepassing van de SER-behandeling kunnen de onderdrukte ervaringen vrijkomen en worden verwerkt. De klachten die ermee verband hielden zullen dan (geleidelijk) verdwijnen. Problemen of ervaringen, ontstaan in de jeugdjaren of op een latere leeftijd, kunnen bewust of onbewust verdrongen worden. In ons jachtige tijd is het haast niet mogelijk om dit soort problemen te herkennen, erkennen, accepteren en trajecten in te gaan om deze problemen. Het is net als of het in onze cultuur ingebed is om dit soort problemen niet te willen zien. Vaak ligt het in onze opvoeding om hieraan geen aandacht te schenken. Wij moeten presteren en niet kleinzielig achterom zien. Wij hebben niet geleerd om naar onze lichaam te luisteren. Soms geeft ons lichaam signalen dat er iets niet goed is. Het kan pijn zijn of opwellende emoties. Het zijn vooral deze laatste twee signalen die kunnen duiden dat er “onderhuids” spanningen zijn die naar een oplossing vragen. Maar wij verstaan deze signalen niet ….. ! Dan is een greep naar de medicijn kast om een aspirine te in te nemen een keuze. Onderdrukt die signalen!!! Bij een categorie cliënten die in de Praktijk komen voor een behandeling van pijn, is te constateren dat een behandeling met Micro Elektro Methodiek, Bioresonantie of Bio-feedback niet altijd het beoogde resultaat halen. Alras wordt uitgeweken naar Cranio Sacraal Therapie. Bij het uitblijven van ontspanning tijdens of na de behandeling met de basistechnieken wordt verder behandeld met SER technieken. Met de technieken uit Talking to the Heart en / of de Alarmclock komen patronen te voorschijn die duiden op niet verwerkte emoties uit de vroegere eerdere tijden of jaren. Deze patronen zijn voor de cliënt een statisch 25 gegeven, haast onwrikbare, die de onbalans in het lichaam te weeg brengen. Toepassing van SER technieken is hier op zijn plaats. Door terug te gaan in een periode van het leven waarin de problemen of ervaringen zijn ontstaan wordt geprobeerd dat de cliënt zichzelf ziet in een soort spiegel. Wanneer met een SER techniek het lukt om de cliënt in proces te krijgen, is het uitermate belangrijk dat de cliënt begeleidt wordt in het proces. Luisteren en begeleiden is de belangrijkste functie die de therapeut op het moment heeft wanneer de cliënt in proces is. De therapeut is niet oordelend. Hij is stil en laat de cliënt de spiegel voor houden. Op deze wijze zal de cliënt het probleem onderkennen terwijl hij begeleid wordt om naar de oplossing te gaan die hij kan vinden. Het proces, wat begonnen is, zal onder begeleiding van de therapeut beëindigd worden. 26 Tabellarisch indeling van een aantal pijnen die behandeld worden door: 1. Micro Elektro Methodiek 2. Bio-resonantie en Bio-feedback 3. Cranio Sacraal Therapie Dit is slechts een greep uit de Praktijk ervaring. Het aantal sterretjes geeft aan welke methodiek het meest effectief is. Legenda: MEM = Micro Elektro Methodiek BR/BF = Bio-resonantie / Bio-feedback CST = Cranio Sacraal Therapie Omschrijving MEM BR/BF CST(Emotioneel) Rugklachten Doorligplekken Kneuzingen Blessures (sport) Depressie Algemene gezondheid Chronische vermoeidheid Jicht Hoofdpijn/migraine Slapeloosheid Bloedcirculatie (plaatselijk) Fantoompijn Reumatoïde artritis Onrustig/ADHD/PPD-NOS Autisme Angstig zijn Zich slecht kunnen uiten Allergie Klachten na whiplash Seksualiteit, incontinentie Kiespijn wonden Spastische darm Chronische pijn Enz. ,enz. XX XXX XXX XXX XXX X XX X XX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX X X X XXX XX X XX XXX XX X XX XXX XX XX X XXX XX XX X XX XXX XXX XXX X XXX XX X XXX XXX XXX XXX X XXX X X 27 Dossier gegevens van een aantal cliënten. De gegevens uit de dossiers zijn verwoord volgens de eisen voor de scriptie met betrekking tot de lettertype en lettergrote. Cliënt 1 Geslacht : Man Leeftijd : 60 jaar Burg.staat : weduwnaar Klacht Cliënt is een groot, fors gebouwde man. Bij binnenkomst kijkt hij nors en het plaatsnemen op de aangeboden stoel lijkt hij niet op zijn gemak te voelen. Na het voorstellen kan er geen lach af en hij observeert alles wat in de kamer is. Gevoelsmatig voel ik aan dat cliënt absoluut niet goed in zijn vel zit. Cliënt is werkzaam bij een groot uitgeverij . Hij voelt zich na het sterven van zijn vrouw (13 jaar geleden overleden aan een hersentumor) altijd vermoeid. Hij heeft na het werk geen fut meer om andere dingen te doen. Slaapt slecht en heeft geen interesse in zijn omgeving. Hij stort zich geheel op het werk. Cliënt heeft een hoge positie in het bedrijf, doch als gevolg van zijn vermoeidheid wordt hem aangeraden een lagere functie, met minder verantwoordelijkheid en stress,aan te nemen. Hij accepteert het voorstel niet. Pijn heeft hij nauwelijks. Na sporadisch sporten heeft hij pijn. Spierverzuring. Cliënt wil graag behandeld worden met MEM. Hij heeft hierover positieve berichten van kennissen ontvangen. Anamnese Tijdens het intakegesprek is dieper ingegaan op zijn vermoeidheid en wat er in het verleden had afgespeeld. Na het sterven van zijn vrouw heeft hij een minderjarige zoon in huis die nog aan het studeren is. Momenteel is zijn zoon afgestudeerd, hij heeft een baan waar hij zich onderaan de functieladder bevindt. Zijn zoon is niet meer bij cliënt thuis. Cliënt heeft nog zorgen om zijn zoon( die is nu twintig jaar) ; of hij wel goed eet, of hij zijn best doet op zijn werk. Vader- en tevens moederzorg van een weduwnaar. Na het intakegesprek is hem voorgesteld om een CST bij hem te doen. Aan cliënt is verteld dat eerst de onderliggende problemen behandeld moeten worden. Na de CST kan altijd nog over een MEM behandeling gesproken worden. Maar misschien is het niet nodig. Na enig aarzeling gaf hij zijn toestemming om een CST te ondergaan. Hij voelt zich op zijn gemak. Behandeling: Alvorens de cliënt op tafel ging vroeg ik hem of hij alle “harde” voorwerpen uit zijn zakken wilt halen. Toen ben ik begonnen met het basiswerk. Ik voelde hoe gespannen hij was. Still points hebben nauwelijks uitwerking. Cliënt heeft een oppervlakkige ademhaling met een hoge frequentie. Het is op het randje van hyper ventileren. Ik ging naast hem zitten, vraag hem of het mogelijk was dat hij rustiger gaat ademhalen. Het lukte hem niet. 28 Na hem een glas water laten drinken, ben ik ademhaling oefeningen met hem gaan doen. Na vijf minuten is het ons gelukt om de ademhaling frequentie beduidend lager te brengen. Het lukte hem zelfs om tussentijds een flinke en diepe uitademing te doen. Prima! Daar de consult tijd naar het einde loopt heb ik de basistechnieken toegepast. Daar ik merk dat cliënt nieuwsgierig is, heb ik hem uitgelegd wat ik aan het doen ben. Van de eerste sessie verwacht ik nog geen beduidende resultaten. Toen de sessie afgelopen is en de cliënt van de tafel afstapt zegt hij dat hij meer ontspanner is dan een uur geleden. Hij beaamt dat CST misschien wel de therapie is voor hem. Er wordt een afspraak gemaakt voor een vervolg consult. Twee weken na het eerste consult. Tweede consult. Cliënt komt binnen, geeft een hand en lacht. Wow! Op vragen hoe hij de eerste behandeling vindt, heeft hij geantwoord dat hij een paar slechte nachten heeft gehad. Hij piekert steeds wat er met hem loos is. Hij blijft somber over de toekomst denken. De cliënt gaat op tafel liggen en in tegenstelling tot de eerste keer hoeft hij geen deken en een knierol. nodig “Laat het zo maar gaan”, zegt hij. Dit is voor mij een teken dat hij zich lekker en veilig voelt. Ik heb hem verteld welke technieken ik voornemens ben tijdens deze sessie te doen. Cliënt vindt alles goed. Ik heb niet alle basistechnieken nodig. Ik zie dat cliënt zich helemaal geeft. Tijdens de thoracic-inlet ging zijn rechterhand naar zijn hartstreek. Hij ademt rustig en een paar keer ademt hij diep uit. Hij gaat in proces. Ik hoef niet naar het hoofdeind te gaan. Ik heb hem gevraagd of hij het goed vindt wanneer hij mijn hand die, nog steeds op zijn sleutel been is, op zijn hartstreek mag leggen. Hierna volgt de vragen en antwoorden in de periode dat cliënt in proces is. Ter wille van de duidelijkheid heeft de cliënt de verzonnen naam van Jan (J) en mijn naam is Amir (A) J: Het is goed. A: Is het ook mogelijk dat je mijn hand op geleide van je rechterhand op je hart legt? J: Ja. A: Voel mijn hand. Laten wij het samen op je hart plaatsen. Ik wacht. Na, ongeveer een minuut zie ik dat zijn rechterhand mijn hand opzoekt en op zijn hartstreek plaats. 29 A: Vind je het goed wanneer onze handen op je hart worden geplaatst met jouw hand tussen je hart en mijn hand? J: Goed. Cliënt verruilt onze handplaatsing. Stilte gedurende twee / drie minuten. Ik zie dat cliënt dieper in proces gaat. A: Jan? Hoe gaat het met je? J: Goed. A: Kan je vertellen wat je ziet of wat je voelt of waar je bent? J: Ik ben thuis bij moeder. A: Waar ben je bij moeder? In huis? Buiten? J: Buiten. Op het bleekveld. A: Wat zie je op het bleekveld en wat doe je op het bleekveld? Stilte. A: Jan. Dit is Amir. Ben je nog steeds op het bleekveld van je moeder? J: Ja. A: Wat zie je op het bleekveld? J: Ik zie een kist. Een doodskist. Dat hoort niet op het bleekveld. A: Jan. Is het mogelijk om aan de weet te komen waarom die doodskist daar is. J: Ik wil die daar hebben. Maar mijn moeder wilt het niet. A: Wanneer je moeder het niet wilt dat een doodskist in haar bleekveld is en jij ook niet. Is het mogelijk om die doodskist weg te halen? Stilte. A: Jan. Dit is Amir. Ben je nog steeds op het bleekveld van je moeder? J: Ja. A: Is de doodskist er nog? J: Ja. A: Je zegt dat de doodskist niet op het bleekveld van je moeder hoort. Kan je het weghalen? Gevoelsmatig denk ik dat de doodskist zijn overleden vrouw symboliseert. 30 J: Ik kan het niet. A: Heb je hulp nodig? J: Ja. A: Vindt je het goed wanneer wij het met ons tweeën weghalen? J: Ja. A: Waar moet het naar toe gebracht worden. J: Ik weet het niet. A: Is het kerkhof een aangewezen plaats om de doodskist erheen te brengen? J: Laten wij het erheen brengen. Stilte. Er wordt een heel diepe zucht gelaten en er kwam een traan . Ik merk dat hij het aan het verwerken is. Na een minuut of vijf en Jan nog in het proces probeer ik proces af te sluiten. A: Jan. Dit is Amir. Gaat het goed met je? J: Ik moet huilen. A: Je mag gaan huilen Jan. Cliënt snikt en tranen kwamen. Na een poosje liet ik cliënt weer terugkomen in het “hier en nu”. Twee glazen water sluiten de sessie af. Aan cliënt is meegedeeld dat hij in de komende dagen anders kan voelen, maar dat hij moet proberen “bij jezelf” te zijn. Accepteert wat de wereld je nu biedt. In een gesprek aan het eind van het consult had ik hem geadviseerd om datgene wat hem nog hoog zit, het sterven van zijn vrouw, te proberen los te laten. Ook de gedachten over zijn zoon. Hij maakt het goed. Probeer nu aan jezelf te denken. En drink minimaal ander half liter water over de hele dag gespreid. “Dit laatste is zware opgave” zegt cliënt. Mag het ook koffie en/of thee zijn? Neen, water uit de kraan of uit de fles zonder toevoegingen. Puur helder water. Cliënt wilt persé terugkomen. Er wordt een afspraak gemaakt over zes weken. Derde consult. Bij binnen komst is het een andere man in vergeleken met de eerste consult. Hij lacht, pakt een stoel en vraagt of hij een glas water mag hebben. Hij 31 vertelt dat na de tweede consult hij een paar slechte dagen en nachten heeft gehad. Daarna voelt hij zich beter zoals het in geen tijden is geweest. Hij heeft de aangeboden functie geaccepteerd en kan zich weer lekker botvieren in zijn werk. Zijn zoon heeft “promotie” gemaakt. Hij is weer een trapje hoger geklommen, zegt cliënt. Cliënt is weer regelmatiger gaan sporten en ……. hij drinkt meer dan ander half liter water per dag. Het verlies van zijn vrouw probeert hij los te laten. Ook zijn zorg over zijn zoon. Tijdens het derde consult heb ik in overleg met de cliënt besloten om geen CST meer te geven. Cliënt heeft zijn zelfhelend vermogen weer terug en gaat gebruik van maken. Er wordt afgesproken dat hij weer contact opneemt wanneer er, naar zijn mening, zaken niet goed gaan. Maar ik ben er vast van overtuigd dat wanneer hij de adviezen opvolgt hij weer een zonniger toekomst tegemoet gaat. Over de MEM-behandeling is gezegd dat cliënt het absoluut niet nodig heeft. Begeleiding bij het sporten, warming-up en cooling-down, is goed om spierverzuring te voorkomen. Cliënt 2. Geslacht : Man Leeftijd : 19 jaar (student) Burg.staat: ongehuwd Klacht : Cliënt zegt dat hij altijd moe is. Hij gaat het examenjaar in van een VWO-studie. Hij zegt dat hij overspannen is. Sport niet meer. Hij wil wel studeren maar heeft de puf niet om het huiswerk en studie-uren te maken. Volgens cliënt is hij totaal uitgeput zodat hij zijn studie niet kan afmaken. Hij heeft zijn huisarts bezocht en deze heeft hem tranquillizers gegevens om over het overspannenheid te komen. Hij heeft af ten toe ook pijnen die hij niet kan herleiden waar of wat de oorzaak is van de pijnen. Volgens cliënt zal het wel een bijwerking zijn van de medicijn die hij van zijn huisarts heeft gekregen. Cliënt wordt er hoe langer hoe vermoeider. Zijn moeder heeft hem geadviseerd om naar mijn Praktijk te gaan en om een MEM behandeling te ondergaan. (Zijn moeder was een cliënte van de Praktijk geweest. Zij liet zich behandelen omdat zijn pijen heeft in de rechter arm. Deze zijn met MEM behandeld en de pijen zijn verdwenen) Anamnese. Voor een jongen van achttien jaar komt hij triest over. Jij is in het gesprek monotoon. Maar hij heeft wel het vertrouwen om behandeld te worden. Vooral de MEM-behandeling scoort hoge ogen. Hij heeft bij zijn moeder gezien dat zij geen pijnen meer heeft en dat zij nu weer van alles doet. Op mijn vraag of hij thuis op school spanningen heeft kan hij niet duidelijk antwoorden. Wel heeft hij enig weifeling getoond toen ik over zijn thuis een aantal vragen stel. Een aantal zaken komen onder mijn aandacht. Zijn moeder was voor hem alles. Zij is heel zorgzaam voor hem. Zijn vader was het tegenover gestelde. Zijn vader is de mening toegedaan dat cliënt zich 32 aanstelt. Denk dat alles hem komt aanwaaien en dat hij zo slecht presteert is gelegen aan zijn luiheid. Dit aangehoord te hebben heb ik hem het volgende voorgesteld: Voorlopig geen MEM-behandelingen . Wij zien wel op een later tijdstip of voor deze methodiek voor hem nodig is. Te starten met CST. De cliënt stemt in met het voorstel. Behandeling. Eerste consult. Bij de eerste behandeling wordt gestart met de basistechnieken. Het lichaam is gespannen. De monotonie in het spreken wijt ik aan de medicijnen van de huisarts. Bij arcing wordt ik getrokken naar zijn hart. Eerst maak ik de basis technieken af om aan de weet te komen of er ergens nog zaken zijn die de aandacht tijdens de behandeling vragen. De masseter is strak gespannen en de hyoid zit vast. De masseter wordt behandeld en komt na behandeling tot ontspanning. De hyoid wordt van opzij benaderd en heel voorzichtig losgemaakt. Met behandelingen van occiput, sphenoid and earpull wordt deze sessie afgesloten. Na de behandeling wordt een kort gesprek met de cliënt gehouden over zijn gevoel naar zijn vader toe. Cliënt zegt dat hij vaak boos is op zijn vader en dat hij het maar heel moeilijk vindt om zijn mening te zeggen. Daaraan tegen heeft hij geen moeite om alles met zijn moeder te bespreken. Ik heb aan de cliënt gezegd dat boos worden en boos zijn een normale menselijke reactie is. Wel is het dan beter om te proberen mondeling (verbaal) de communicatie met zijn vader te openen. Het is wellicht goed om van te voren met elkaar afspraken te maken om elkaar te respecteren en elkaar de ruimte te geven om met elkaar te mogen en te kunnen communiceren. Laat moeder maar aanschuiven tijdens het gesprek. Een tweede afspraak over veertien dagen wordt gemaakt. Tweede consult. Tijdens het gesprek voor de CST is door cliënt gezegd dat er afspraken met zijn vader zijn gemaakt. Zijn vader zegt dat hij geen bedoeling heeft om zijn zoon te kleineren. De situatie waarin zijn zoon in verkeerd begrijpt zijn vader niet. Met zo’n uitspraak van zijn vader is begrijpelijk dat de zoon in een 33 neergaande spiraal zit. In dit spiraal bevinden zaken als “vlucht / vermoeidheid / geen concentratie en andere zaken “ De tweede behandeling wordt ingezet met CST. Basis technieken uitgevoerd. Masseter. De masseter blijkt nu soepeler te zijn dan tijdens de eerste behandeling. Een ontspanning met de duim van de hand als met gekrulde vingers geven goede resultaten. Hyoid. De hyoid is los. Merkbaar is dat er een mentale ontspanning heeft ingezet na de gemaakte afspraken met zijn vader. Volgens hem heeft zijn moeder ook een grote rol in gespeeld. Ik heb hem gezegd dat hij hierover blij mag zijn. Na afsluiting van de tweede CST behandeling wordt afgesproken om zes MEM-behandelingen te doen met doel om de vermoeidheid terug te dringen. Wel is de boodschap gegeven om minimaal ander half liet water per dag te drinken. Een afspraak voor een week daarop voor MEM-behandelingen wordt gemaakt. MEM-behandelingen. Voor de volledige MEM-behandelingen zijn drie weken achter elkaar gepland met twee behandelingen per week. De behandelingen vinden plaats op de dinsdagen en vrijdagen. Na zes behandelingen voelt cliënt zich weer beter. Hij gaat weer met plezier naar school en maakt zijn huiswerk. Hij sport weer. De relatie met zijn vader is aanzienlijk verbeterd. Zijn moeder belde mij recentelijk op dat haar zoon, met goede cijfers, geslaagd is voor zijn VWO-examen. De cliënt en zijn ouders zijn blij dat het goed gaat met de cliënt. Cliënt 3. Geslacht : Man Klacht : Pijn in been links en nek. Onbestendig gevoel. Vermoeid. Anamnese Leeftijd : 59 jaar Burg.staat : gehuwd 34 Cliënt is typograaf. Neemt niet meer deel aan het arbeidsproces. Hij maakt gebruik om vervroeg uit te treden van werk. Cliënt valt nu in gat van weinig te doen. Hij is zeer gespannen. Behandeling. Daar cliënt zeer gespannen is wordt gestart met CST. Basis technieken en SER. Uit SER is uitgekomen dat cliënt bang is over zijn linkerbeen. Hij is bang dat de vaten in het been weer dicht zullen slibben. Hij heeft omleiding operatie gehad voor dichtzittende vaten in zijn linkerbeen. Uit verder navraag bij cliënt blijkt dat de specialist hem zegt dat het been en vatenstelsel goed zijn. Hij hoeft niet terug te komen bij de specialist. Cliënt geadviseerd om vertrouwen te hebben wat de specialist zegt. Na een tweede SER is de spanning weg. Daarna wordt aan de cliënt de standaard zes MEM voor nekpijn behandelingen gegeven. Pijn is na de CST en MEM weg. Geadviseerd om minimaal 1,5 liter water per dag te drinken. De behandelingen zijn beëindigd. De cliënt is tevreden. Ongeveer acht weken later belde cliënt dat hij weer fietst, weer lid is geworden van de vrijwilligers voor de voetbalclub, de heg geknipt en zijn vrouw geholpen met aardappel schillen. Cliënt vindt dat het goed met hem gaat Cliënt 4 plus 1 Cliënt 5. Ik kan er niet aan ontkomen om van twee behandelingen een melding te geven in het kader van de opleiding. 1. De eerste behandeling gaat over een CST door twee behandelaars gedaan over een bindingsprobleem tussen moeder en kind. Cliënt 4 plus 1 2. De tweede behandeling gaat over een MEM-behandeling van een vijfjarig meisje met een gediagnosticeerde mitochondriële stoornis. Cliënt 5. Cliënt 4 plus 1 houdt de behandeling in van een moeder van 38 jaar en haar baby van vier maanden. Mijn eerste baby in het Cranio Sacraal Vak. (mijn eerste baby na de opleiding in de babyklas) Geslacht : Vrouw Leeftijd : 38 jaar Burg.staat : gehuwd. 35 De baby is haar tweede kind. De moeder is langer in behandeling bij Renny Riemersma (Cranio Sacraal Therapeut / Upledger). De hoofdbehandelaar in de komende CST. Klacht. Zowel de moeder als haar baby hebben een bindingprobleem met elkaar. De moeder krijgt langzamerhand het gevoel dat zij niet meer lekker in haar vel zit. Na de geboorte van haar baby is zij depressief geworden en vertoon lichamelijke klachten. Bij de reguliere geneeskunde is zij uitbehandeld zonder resultaat. Uiteindelijk heeft zij zich voor CST aangemeld bij de Praktijk. Anamnese Uit de klachtomschrijving is depressiviteit en bindingsproblemen met haar baby heel duidelijk waar te nemen. De baby is met een keizersnee ter wereld gekomen. Voorgesteld wordt om SER-behandelingen toe te passen. Behandeling. Eerste behandeling. Na een SER-behandeling van de moeder blijkt het behandelen van de moeder niet toereikend is om het probleem op te lossen. De baby zou in de vervolgbehandeling ook aanwezig moeten zijn. Afgesproken wordt om de volgende behandelingen door twee therapeuten te laten verrichten. Eén therapeut behandelt de moeder en de ander zal de baby behandelen. Ik kom net van de babyklas en zou de baby (onder supervisie van Renny) kunnen behandelen. Tweede behandeling. Tijdens de tweede behandeling gaat de moeder op tafel om een SERbehandeling te ondergaan. Renny doet de SER bij de moeder en ik zou de baby behandelen. De baby wordt op een andere tafel gelegd. De moeder heeft zicht op haar baby. Er wordt zorg gedragen dat de moeder altijd haar baby kan zien. Het geeft haar een veilig gevoel. Wat gebeurt er toen. De baby wil helemaal niet behandeld worden. Brullen. Zo’n vreemde meneer? Liever maar weer bij mama. Daar komt de baby weer tot rust. Nadat de moeder de behandeling heeft ondergaan wordt een afspraak gemaakt voor een derde behandeling. Derde behandeling. De moeder gaat voor de derde behandeling op tafel terwijl haar baby nog in haar autostoeltje zit. Ik heb haar uit haar stoeltje gehaald en warempel “zij 36 lacht tegen mij”. Heel voorzichtig heb ik haar op haar kussen gelegd die wij speciaal voor haar hebben. Een klein mensje van vlees en bloed die lachend op haar kussen ligt. Ik steek mijn pink naar haar handje en zij grijpt mijn pink. De wereld is ook van en voor haar! Verder heb ik haar niet aangeraakt, maar ik voel dat zij mij accepteert. Na enkele minuten gaan de oogjes van het kleine mensje dicht en haar handen (met één hand mijn pink nog vastgeklemd) gingen in overgave stand naast het lichaam. Puur Cranio houding bij kinderen! Veel tijd om met de baby te praten krijg ik niet want de hoofdbehandelaar zegt zachtjes dat ik ook de moeder in de gaten moet houden. De moeder is in proces. Terwijl de hoofdbehandelaar met SER bezig is, gaat de moeder in de baringshouding liggen met de benen uit elkaar. Toen weet ik dat de baby een “wedergeboorte” moet ondergaan en dat de moeder ervoor klaar is. Ik pakt de baby voorzichtig op en leg op de onderbuik van de moeder met haar hoofdje naar beneden. De uitdrijving stand. Met ons allen, moeder, baby en behandelaars is de baby nogmaals geboren. Toen de geboorte achter de rug is, geeft de baby mij een “vierkante”-lach. Dit is geluidloos lachen met een opening van de mond min of meer in een vierkante vorm. Toen de baby voor de tweede keer op deze aarde is, komt de moeder weer in het “hier en nu”. De baby wordt voorzichtig op haar buik gelegd en de behandelaars trekken even terug. De tederheid tussen moeder en haar baby is heel duidelijk te zien. De sessie wordt op de gebruikelijke wijze afgesloten. Tijdens het gesprek na de behandeling heeft de moeder verteld dat nu goed is. Haar gevoel van “geen”binding met haar baby is nu verdwenen. Moeder en kind gaan blij naar huis. Cliënt 5. Cliënt 5 is niet met CST behandeld. Ik kan er niet aan ontkomen om deze behandeling toch kenbaar te maken. Cliënt is met MEM behandeld. Cliënt is een meisje van vier jaar toen zij voor het eerst in augustus 2010 de Praktijk bezoekt. 37 Klacht. Cliënt heeft een gediagnosticeerde mitochondriële stoornis. Zij is in behandeling bij kinderartsen in een academisch kliniek. Haar aanmaakfactor van ATP (Adenosine Tri Phosphat) is 24. Te laag; normaal moet het 42 tot ongeveer 82 zijn. Dit is een stofwisseling probleem van haar lichaam. Zij krijgt ‘s avonds een aanvullende sondevoeding. Heel erg voor de ouders is het bericht dat het meisje niet langer zal leven dan tien tot twaalf jaar. Haar ouders krijgen de informatie dat de Praktijk een MEM behandeling kan geven, waarbij het lichaam een stimulatie krijgt voor aanmaak van meer ATP. Anamnese. Toen het meisje met haar ouders voor het eerst de Praktijk bezoekt, zie ik dat het een klein, tenger en broos meisje is. Ondervoed ziet zij er niet uit. Haar intelligentie is goed. Zij bezoekt de “kleuterklas” van de lagere school, maar is vaak moe. Haar juf is op de hoogte gebracht wat haar mankeert en houdt hiermee rekening mee. Thuis is zij vaak moe en speelt weinig buiten. Daar het nog een jong meisje is heb ik de ouders gevraagd of zij willen dat ik hun meisje een MEM-behandeling geef. Zij geven volmondig hun instemming. Behandeling. Afgesproken is dat ik het meisje een MEM-behandeling geef op basis van twee maal per week gedurende drie weken. De behandeling gebeurt uitermate voorzichtig met een zeer lage energie ten opzichte van de normale energie die aan volwassenen wordt gegeven. Na de tweede behandeling is het meisje veranderd in haar gedrag. Zij praat meer en op school kan zij meer doen dan wat de juf van haar gewend is. Na zes behandelingen is het meisje heel anders geworden. Zij speelt met het speelgoed van de Praktijk en verteld wat zij op school en thuis doet. Na zes behandelingen is de MEM klaar. Bij het afscheid krijgt zij een knuffel mee ter herinnering van de behandelingen. In oktober 2010 gaan de ouders en hun dochter naar de kliniek voor controle en eventuele verdere onderzoek en behandeling. Terug gekomen van de kliniek krijg ik het bericht dat de ATP waarden normaal zijn. Onbegrijpelijk voor de kliniek. In juni 2011 gaat de sondevoeding er af. Verder gaat het goed met het meisje. Als behandelaar heb ik niets anders nodig. Het bericht dat het goed met het meisje gaat en dat de ATP waarden goed zijn geeft het mij een blij en voldaan gevoel. Ik mag de hoop koesteren dat zij een lang leven mag hebben. 38 Tot slot. Tot slot met betrekking tot de punten staande in deze scriptie valt mij het volgende op te merken. • Is in mijn Praktijk de Micro Elektro Methodiek een alleenstaand behandel methodiek en zaligmakend ………… ? • Is in mijn Praktijk de Bio-resonantie en Bio-feedback methodiek een alleenstaand behandel methodiek en zaligmakend ………… ? • Is in mijn Praktijk de Cranio Sacraal Therapie een alleenstaand behandel methodiek en zaligmakend ………… ? Het antwoord is: Neen. Als behandel methodiek kunnen alle drie apart methodieken toegepast worden. In mijn Praktijk waarin ik mijn cliënten behandel op hun pijnen, heeft de ervaring mij geleerd dat een combinatie van twee methodieken een effectiever en soms een sneller resultaat geeft op de heling. Primair zal ik trachten om met de Micro Elektro Methodiek de pijn na het intakegesprek te behandelen. De cliënt meldt zich doorgaans aan voor behandeling van pijn. • Pijn als gevolg van een sport blessure is heel duidelijk. Die wordt meeteen behandeld met de Micro Elektro Methodiek om de erge pijn te reduceren. Bij een erge blessure (beenbreuk, open wond )wordt de cliënt na de behandeling doorverwezen naar de huisarts of naar de Eerste Hulp afdeling van het ziekenhuis. Afhankelijk van de onderzoek en behandelresultaten zal de verdere behandeling gedaan worden door de huisarts of de Eerste Hulp afdeling van het ziekenhuis. • Pijn voortvloeiende uit een gediagnosticeerde ziekte (zoals reuma, klachten na whiplash, kiespijn) worden na het intakegesprek direct behandeld met Micro Elektro Methodiek • Wanneer na het intakegesprek blijkt dat de pijn veroorzaakt kan worden door een onderliggend probleem kunnen de behandelingen met Bio-resonantie / Bio-feedback of Cranio Sacraal Therapie toegepast worden. • Wanneer de keuze valt zal de eerste behandeling gegeven worden met de Micro Elektro Methodiek voor het verbeteren van de lichamelijk gezondheid en de daarop volgende behandelingen worden Micro Elektro Methodiek toegepast. • Blijkt na het intakegesprek dat de cliënt mentaal erge problemen heeft (zoals bij erge stress, problemen thuis of in de werkkring, rouw enz.), is Cranio Sacraal Therapie de methodiek die direct toegepast wordt. 39 Micro Elektro Methodiek en Bio-resonantie / Bio-feedback komen niet in aanmerking voor behandeling van deze categorie cliënten. Concluderend mag ik stellen dat Micro Elektro Methodiek, Bio-resonantie / Bio-feedback en Cranio Sacraal Therapie als methodiek apart toegepast kan worden, maar ook in combinatie. Ik ben in mijn Praktijk in de (gelukkige) omstandigheid om alle drie methodieken toe te passen, doch nooit alle drie tegelijk. Een combinatie is altijd: • Micro Elektro Methodiek met Bio-resonantie / Bio-feedback. • Micro Elektro Methodiek met Cranio Sacraal Therapie. Cranio Sacraal Therapie in combinatie met Bio-resonantie / Bio-feedback kan verwarring bij de cliënt te weeg brengen. Er moet heel wat ervaring met de beide methodieken op gedaan zijn wil men deze twee methodieken combineren. 40 Dankwoord. Bij het tot stand brengen van deze scriptie en in mijn studententijd tijdens de studie voor Cranio Sacraal Therapeut ben ik aan heel wat personen veel dank verschuldigd. In de eerste instantie gaat mijn dank uit naar al mijn “proef”-personen. Sommigen van hen hebben veel tijd vrijgemaakt zodat ik de geleerde technieken bij hen kan toepassen. Bewonderenswaardig dat zij het geduld kunnen betrachten wanneer ik keer op keer dezelfde techniek toepast. Ook zij die heel kritisch en belangstellend zijn wanneer zij op tafel liggen. In de tweede instantie gaat mijn dank uit naar al mijn docenten van het opleidingsinstituut Peirsman Cranio Sacraal Academie. Mijn dank voor hun overdracht van hun kennis in woord, geschrift en bij de praktijkoefeningen. Door hen ben ik ingebracht in de wereld van Cranio Sacraal Therapie, waarin ik in de toekomst de medemens met behulp van deze methodiek en het geloof van hun zelfhelend vermogen weer goed en lekker in hun “vel” mag laten voelen en zijn. En, last but not least, gaat mijn dank uit naar mijn partner Renny Riemersma. Als achterban heeft zij mij altijd met raad en daad bijgestaan. Zij waarschuwt mij voor de valkuilen die in het vak zitten, zij is zeer kritisch en zij wijst mij er op om blij te zijn wanneer het goed gaat met de “behandelde”persoon. Dank voor de tijd die zij inruimt in haar Praktijk wanneer een behandeling door mij gedaan moet worden. 41 Register. Bronnen: Anatomie en fysiologie (Bastiaanse/ Jochems), Wikipedia en Coëlho woordenboek der geneeskunde. Bèta-oxidatie. Vetzuren worden afgebroken tot acetyl-CoA, in een proces dat bèta-oxidatie wordt genoemd. De naam van het proces geeft aan dat het tweede koolstofatoom (bètakoolstof) wordt geoxideerd. Cardiolipine. Cardiolipine is een belangrijk bestanddeel van het binnenste membraan van het mitochondrium (het beslaat ongeveer 20% van het lipidendeel daarvan). Cardiolipine is aanwezig in cellen die metabool-actief zijn, zoals hart- en spiercellen. Ook wordt het aangetroffen in de celmembraan van bepaalde bacteriën. Het functioneert als een isolator en stabiliseert de eiwitcomplexen die belangrijk zijn voor het ionentransport. Dalton. Eenheid van molecuul massa. Elektronen transportketen. De oxidatieve fosforylatie (oxfos) of elektronentransportketen staat (samen met de citroenzuurcyclus) in het centrum van de stofwisseling van alle organismen die zuurstof gebruiken. De oxfos speelt zich af in het mitochondrion Eukaryoten. Eukaryoten zijn alle organismen waarvan de cellen een celkern bezitten die omgeven is door een kernmembraan. Flagel. Een zweepstaartje, zweephaar, flagel of flagellum is een organel dat dient voor de voortbeweging van een eencellig organisme of een voortplantingscel (bijvoorbeeld zaadcel). Door deze beweging kan de cel zich afzetten tegen de omgeving en zich zo verplaatsen. 42 Fosfolipide. Een fosfolipide is een organische chemische verbinding die bestaat uit een fosfaatgroep, een glycerolgroep, een stikstof bevattend alcoholgroep (bv ethanolamine) en een vetzuurgroep Fotosynthese. Fotosynthese is een proces waarin lichtenergie wordt gebruikt om koolstofdioxide om te zetten in koolhydraten, zoals glucose Glycolyse. De glycolyse is het proces waarbij glucose (suiker) met behulp van enzymen in tien stappen wordt afgebroken tot pyrodruivenzuur. Vier van de tien stappen zijn onomkeerbaar. Eén glucosemolecuul levert twee moleculen pyrodruivenzuur Hydrolyse. Hydrolyse is de splitsing van een chemische verbinding onder opname van water. Millimolair. De molair (M) is de verouderde naam voor de eenheid van molaire concentratie of (verouderd) molariteit en komt overeen met 1 mol per liter: 1 M = 1 mol/liter. De molair is geen SI-eenheid. De SI-eenheid van molaire concentratie is de millimolair (mM), die overeenkomt met een 1 mol per kubieke meter: 1 mM = 1 mol/m³. Nucleotiden. Nucleotiden vormen een groep van bio-organische verbindingen die de bouwstenen voor DNA en RNA vormen. Daarnaast hebben ze ook belangrijke, regulerende functies in het metabolisme van de cel. Nucleotiden zijn bijvoorbeeld in staat om energie te leveren aan niet-spontane reacties (hydrolyse van ATP tot ADP) en om aan signaaltransductie te doen Oxidatieve fosforylatie. De oxidatieve fosforylatie (oxfos) of elektronentransportketen staat (samen met de citroenzuurcyclus) in het centrum van de stofwisseling van alle organismen die zuurstof gebruiken. De oxfos speelt zich af in het mitochondrion Polypeptiden. Polypeptiden is een keten van een groot aantal verbonden aminozuren (maximum 50). Precursor. Een precursor, ook wel uitgangsstof, is een stof die als voorloper dient voor een andere stof en deel uit maakt van de nieuwe stof. Zo is β-caroteen (provitamine A) een 43 precursor van vitamine A . Progesteron zou ook als een precursor opgevat kunnen worden van alle steroïdehormonen, zoals cortisol, aldosteron, testosteron, estron en estradiol. RNA. Ribo Nucleic Acid (Ribonucleïnezuur). Redoxreacties. Een redoxreacties is een reactie tussen moleculen en/of ionen waarbij elektronen worden uitgewisseld. Ribonucleotide. Een ribonucleotide is een nucleotide waarin een purine- of pyrimidinebase is gekoppeld aan een ribosemolecule. Met de ribosemolecule zijn naargelang de functie nog één, twee of drie fosfaatgroepen veresterd. Het bekendste ribonucleotide is adenosinetrifosfaat of ATP, die één van de belangrijkste energieleverende moleculen is. Ribosoom. Het ribosoom is een complex van eiwitten en RNA ketens in de cel dat een heel belangrijke functie heeft bij de opbouw van eiwitten. Literatuur lijst. Cranio-Sacraal therapie. Etienne Peirsman en Marijke Baken. Cranio-sacraaltherapie voor baby’s en kinderen. Etienne en Neeto Peirsman. Cranio Sacral Therapy. John E. Upledger and Jon D. Vredevoogd. Somato Emotional Release and Beyond. John E. Upledger. Anatomie en Fysiologie. Drs. C.A. Bastiaanse en drs. A.A.F. Jochems. Bio-resonantie. R.D. Will. Pathologie en geneeskunde. J.H. Vrijenhoek. 44 De sleutel tot zelfbevrijding. Psychosomatiek. Christiane Beerlandt. Water. Dr. F. Batmanghelidj. Human Anatomy and Physiology. Elaine N. Marieb and Katja Hoehn. Bezochte en geraadpleegde websites. www.wikipedia.org www.pcsa.nu www.spreekuurthuis.nl www.apstherapy.com www.quantumtech.be www.contradolor.nl www.biofeetback.be www.epfxscio.eu Atlassen. De atlas van het menselijk lichaam. Professor Peter Abrahams. Atlas of Human Anatomy. Frank H. Netter. 45 Intake formulier als bijlage. Voor alle drie behandel methodieken wordt één intake formulier gebruikt. Bij het eerste consult wordt aan de hand va het intakeformulier een anamnese bepaald. Afhankelijk van de anamnese worden extra bladen gevoegd waarin de specifieke gegevens staan met betrekking tot de gekozen behandelmethodiek. Het origineel formulier ziet er, qua lay-out, anders uit en heeft een ander letter type. De lettertype van het formulier is voor de scriptie omgezet in Century Gothic, lettergrootte 12 en gecomprimeerd om ruimte te besparen. Praktijk Amir Koepon. Cliëntgegevens voor pijn behandeling methodiek. Datum intake : Cliëntnummer : Naam : Adres : Postcode : Telefoon : E-mailadres : M/V Woonplaats: Geslacht en burgerlijke staat : (gehuwd, gescheiden, weduwnaar, weduwe, alleenstaand) Geboortedatum : Huisarts : Zorgverzekeraar : BSN : Geboorteplaats: Contactgegevens in geval van een calamiteiten Naam van de calamiteitenpersoon : Huisadres en woonplaats : 46 Telefoon (vast en/of mobiel) : Contra indicaties voor Micro Elektro Methodiek. Draagt u een actieve implantaat? Ja/nee Heeft u epilepsie? Ja/nee Ben u onder behandeling voor kanker? Ja/nee Ben u zwanger of bezig zwanger te worden? Ja/nee Kind onder zes jaar Ja/nee Heeft u minder dan drie maanden geleden een hersenbloeding of hersen-/hart infarct gehad? Ja/nee Heeft u acute trombose/ verhoogd risico voor trombose? Ja/nee Handtekening van cliënt: Algemene intake : Klachten algemeen : Sinds : Vragen met betrekking tot Bio-resonantie / Bio-feedback. Zijn er operatief organen bij u verwijderd? : (Amandelen, poliepen, nier, milt, blindedarm, ledematen, tanden, kiezen en overige) Gebruikt u doorgaans medicijnen die per recept door uw arts voorgeschreven zijn? : Zo ja, hoeveel per dag? : Rookt u? Zo ja, hoeveel per dag? : 47 Gebruikt u pijnstillende medicijnen die per recept door uw arts voorgeschreven zijn? : Zo ja, hoeveel in het laatste jaar? : Hebt u amalgaam vullingen in uw gebit? : Zo ja, geef aantallen. Gebruikt u vrij in de handels (drogisterij) verkrijgbare medicijnen? Zo ja, hoeveel gemiddeld per maand? ( zoals paracetamol, hoestdrank) Hebt u last van allergieën en voor welke stoffen? Geef aantal. (Zoals voor pollen (gras, bloemen), meel, huisstof, dieren) : : : Hebt u last van onopgeloste persoonsgebonden problemen en hoeveel hiervan? Geef aantal. : (Boosheid, zorgen, vrees, angst, verlangen) Draagt u zelf verantwoordelijkheid voor uw lichaam? Geef een cijfer. : (Een 1 is heel weinig eigen verantwoordelijkheid, een 10 is geheel zelf verantwoordelijk) Gemiddeld gebruik van vet in de voeding. Geef een cijfer. : (Iedere dag varkensvlees met vetrand geeft cijfer 10, gemiddeld 1 maal per week een 5, gemiddeld 1 maal per maand een 1) Eet u vegetarisch? : Hebt u last van persoonsgebonden stress? Geef een cijfer. : (Cijfer 1 voor geen stress, cijfer 5 voor redelijk te dragen stress en 10 is zwaar lijden onder stress) 48 Hoeveel maal per dag eet u suikerhoudende koekjes en/of versnaperingen? Hoeveel maal per week worden lichaamsoefeningen gedaan die langer duren dan 1 uur per keer? (Sporten) : : Gebruikt u alcoholische dranken? Hoeveel gemiddeld per dag? : : Gebruikt u cafeïne, theïne, cacao, koolzuurbevattende draken? Hoeveel gemiddeld per dag? : : Was of wordt u blootgesteld aan straling, giftige stoffen en/of dampen? : Zo ja, geef aantallen. : (bv. Röntgenstraling, chemotherapie, giftige chemicaliën, insecticiden, vliegreis) Hoeveel ernstige verwondingen letsels ziekten heeft u in uw verleden gehad? : Zo ja, geef aantallen. : (Zoals beenbreuk, longontsteking, hartinfarct, zware sportblessures, hernia etc.) Hoeveel ernstige infectieziekten heeft u in uw verleden gehad? : Zo ja, geef aantallen : (Zoals malaria, kinkhoest, rode hond, waterpokken, vijfde ziekte etc.) Hoeveel glazen water drinkt u per dag? : Hebt u overgewicht? Zo ja, hoeveel kilo's? : : Urineert u per dag vaak of weinig? : Hebt u een regelmatige stoelgang? Eén maal per dag of meer? : : Lijdt u aan slapeloosheid? : 49 Disclaimer De informatie in deze scriptie is enkel bedoeld voor educatieve en / of pedagogische doeleinden. De informatie is niet bedoeld voor diagnose, behandeling, verpleging en verzorging volgens de Nederlandse wetgeving en regelgeving in het kader van de BIG wet en WGBO. De auteur van deze scriptie kan niet wettelijk verantwoordelijk en wettelijk aansprakelijk gesteld worden wanneer er bij toepassing van de in deze scriptie staande behandelingen letsel en / of vervolgletsel ontstaan bij de behandelde mens of dier. De auteur van deze scriptie wijst elke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid af voor de inhoud van om het even welke publicatie of website, als ook voor de uitspraken en handelingen van om het even welke andere persoon, die zegt zich te baseren op het werk van de auteur.