Pijn - Cranio Sacraal eindwerken

advertisement
1
P IJ N
Peirsman Cranio sacraal Academie.
Cranio Sacraal Therapie
Scriptie 2011
Amir Koepon.
2
Inleiding.
In de scriptie is verwoord de redenen van het aspect pijn in samenhang met
3 methodieken voor pijnbehandelingen in mijn Praktijk.
Pijn is in ons huidige maatschappij bij vele mensen een juk die moet worden
gedragen. Soorten van pijn zoals acute-, chronische- en emotionele pijn zijn
pijnsoorten die veel mensen tot last zijn. Gelukkig zijn zowel in de reguliere
geneeskunde als in de alternatieve geneeswijzen methodieken ontwikkeld
die pijnen kunnen verzachten, reduceren of geheel weg kunnen halen.
Maar toch zijn er gevallen waarbij de reguliere geneeskunde als de
alternatieve geneeswijze niet toereikend zijn om pijn te behandelen. Een
reden te meer om mij te verdiepen in het aspect pijn. Door studie over pijn en
behandelmethodieken heb ik een keuze gedaan om pijn in mijn praktijk te
behandelen.
De keuze voor pijn behandelingen zijn:
1. Micro Elektro Methodiek
2. Bio-resonantie en Bio-feedback
3. Cranio Sacraal Therapie
3
Inhoud.
Omschrijving
pagina
Voorblad
1
Inleiding
2
Inhoud
3
Voorwoord
4
Hoe deze scriptie te lezen
6
Wat is pijn
7
Adenosine Tri Phosphat (ATP)
9
Soorten van pijn
16
Behandel methodieken in de Praktijk
17
Micro Elektro Methodiek
17
Bio-resonantie en Bio-feedback
20
Cranio sacraal therapie
23
Tabellarisch indeling van een aantal pijnen
26
Dossier gegevens van een aantal cliënten
27
Tot slot
38
Dankwoord
40
Register
41
Literatuur lijst
43
Intake formulier als bijlage
45
Disclaimer
49
4
Voorwoord.
Na veertig jaar gewerkt te hebben in een ziekenhuis en de pensioen
gerechtigde leeftijd bereikt te hebben sta je voor een keuze “om van je
pensioen en je leven genieten” of aan je verlangen te storten om een studie
op te pakken voor pijn behandelingen. Misschien is het werken in een
ziekenhuis voor mij de bakermat geweest om een geneeswijze te zoeken,
anders dan de reguliere geneeskunde, die mensen helpen om hun pijnen te
reduceren en daar waar mogelijk van hun pijnen af te helpen.
Na een oriënterend gesprek met mijn toenmalige werkgever om na mijn
zestigste verjaardag vier dagen per week te werken en hem meegedeeld te
hebben om een dag per week een studie te doen in de een alternatieve
geneeswijze voor pijnbehandelingen was de boot echt aan. Het ligt niet in de
doelstellingen van het ziekenhuis dat een functionaris in mijn positie zich zal
wijden aan alternatieve geneeswijzen. Ik zou dan een slecht voorbeeld zijn
voor mijn medewerkers. Na overleg met het thuisfront is besloten dat ik mijn
dienst in het ziekenhuis uitdient en na mijn pensioennering tijd aan een studie
te wijden in een alternatieve geneeswijze. Aldus besloten.
Direct na mijn pensionering heb ik onderzocht welke mogelijkheden er in de
alternatieve geneeswijzen zijn om pijnbehandelingen bij mensen te doen. Uit
de vele mogelijkheden is gekozen om Micro Elektro Methodiek te kiezen. De
studie en de behandelwijze sluiten aan op mijn vak (medische technologie)
die ik in het ziekenhuis uitoefende. Alras blijkt dat de studie Micro Elektro
Methodiek een niet een op zich zelf staand feit is. Wil ik het vak Micro Elektro
Methodiek in Nederland uitoefenen is het, volgens mij, noodzakelijk om eerst
de studie Westerse Medische Basiskennis op HBO-niveau te volgen en
hiervoor te certificeren. Veertig jaar ziekenhuis ervaring in de medisch
technologie geeft niet een uitgebreid inzicht in anatomie, fysiologie en
pathologie. Mede het feit dat de declaratie mogelijkheden bij de
zorgverzekeraars in Nederland eisen dat Westerse Medische Basiskennis op
HBO-niveau eigen werd gemaakt, werd de studie bij de School voor IokaiShiatsu te Amsterdam gevolgd voor een erkende certificering. De certificaten
zijn gehaald.
Bij Contra Dolor te Nijmegen werd de studie Micro Elektro Methodiek gevolgd.
Na het slagen voor Micro Elektro Methodiek pijntherapeut werd deze
methodiek in de praktijk toegepast. Na positieve resultaten bij cliënten blijkt
dat de behandeling voor emotionele pijnen de behandeling met Micro
Elektro Methodiek niet altijd toereikend is.
5
Bij Quantum Tech te Gent, België, werd de studie gevolgd voor Bio-resonantie
en Bio-feedback. De combinatie van de behandelwijzen van Micro Elektro
Methodiek en Bio-feedback is een belangrijke stap vooruit op de
pijnbehandelingen. Doch het diepgaand “ingaan” in de bewustwording van
de mens met emotionele pijnen is manco in de kennis.
Na gesprekken met mijn partner die een gecertificeerde Upledger Cranio
Sacraal Therapeute is, ben ik tot het besluit gekomen om Cranio Sacraal
Therapie te studeren. De keuze is gevallen om bij de Peirsman Cranio Sacraal
Academie de opleiding te volgen en niet bij het Upledger Instituut. De reden
om niet bij Upledger de opleiding te volgen is omdat, naar mijn mening, de
opleiding bij Upledger te veel westers georiënteerd is. Daar mijn root op Java
ligt kon ik bij de Peirsman Cranio Sacraal Academie mij “thuis” voelen.
Relaties met de oosterse geneeswijzen zijn er aanwezig.
Tijdens mijn opleidingstijd tot Cranio Sacraal Therapeut werd het aangeleerde
toegepast voor de behandeling van emotionele pijnen bij “oefen- cliënten
voor Cranio Sacraal Therapie”.
Tot mijn verbazing geeft een SER (somato emotional release)-behandeling
vaak een oplossing voor emotionele pijnen. Maar vaak is de combinatie van
de Micro Elektro Methodiek met de basis technieken van Cranio Sacraal
Therapie (fase 1 uit de opleiding) al voldoende om goede resultaten te
bereiken in de pijnbehandelingen. Voor dit laatste is de ontspanning / relax –
technieken van Cranio Sacraal Therapie zeer belangrijk voor de
pijnbehandelingen met de Micro Elektro Methodiek .
Ik hoop dat ik naar de vele werkzame jaren mag zien voor de uitoefening van
pijnbehandelingen door de toepassing van Micro Elektro Methodiek, Cranio
Sacraal Therapie en Bio-feedback.
Amir Koepon.
Juni 2011.
6
Hoe deze scriptie te lezen.
Deze scriptie beschrijft de toegepaste behandel technieken in mijn praktijk (in
het vervolg de Praktijk).
De scriptie begint met het begrip “Pijn”.
Daarna volgt de beschrijvingen van de behandelmethodieken die toegepast
worden in de Praktijk.
De volgorde van de beschrijvingen van:
1. Micro Elektro Methodiek,
2. Bio-resonantie en Bio-feedback,
3. Cranio Sacraal Therapie
moeten niet gelezen en gezien worden dat Micro Elektro Methodiek
belangrijker of effectiever is dan Bio-feedback. Dit geldt ook dat Biofeedback niet effectiever is dan Cranio Sacraal Therapie. Alle drie
methodieken beschouw ik als even belangrijk. De volgorde is gebaseerd op
de volgorde van de gevolgde studie en de afronding ervan.
Daar in de Praktijk pijnbehandelingen toegepast worden volgens Micro
Elektro Methodiek zal eerst ingegaan worden in het begrip “pijn” met de
soorten van pijn.
Ten eerste wordt beschreven hoe pijn behandeld wordt door toepassing van
Micro Elektro Methodiek. Welke pijnen kunnen behandeld worden? Wat zijn
beperkingen voor de bijhandeling. Belangrijk facet in de behandeling met
Micro Elektro Methodiek zijn de contra indicaties waarbij cliënten niet
behandeld mogen worden.
Ten tweede wordt ingegaan op de behandelingen met Bio-resonantie en
Bio-feedback.
Ten derde wordt ingegaan op de behandelingen met Cranio sacraal
Therapie. Waarom wordt Cranio Sacraal Therapie toegepast. Welke
technieken van Cranio sacraal Therapie worden toegepast.
Dan volgen de :
• Ervaringen uit de Praktijk.
Intake.
Behandelplan.
Behandeling.
• Een aantal beschrijvingen van behandelingen van vijf cliënten.
7
Wat is pijn.
Zonder pijn is geen Leven. Geen klacht is zo algemeen voorkomend als pijn.
Maar pijn hebben is veelal een onplezierige situatie.
De persoon die het betreft constateert de pijn, maar er bestaat geen
graadmeter om pijnbeleving aan te geven.
Pijn is een onplezierige sensorische en/of emotionele ervaring die veroorzaakt
wordt door feitelijke of mogelijke weefselschade. Het wordt ook wel
beschreven in termen van een beschadiging van het weefsel of dat er
ergens in het lichaam een verwonding is of dreigt er één te ontstaan.
Soms ontstaat ergens in het lichaam pijn die geen aanwijsbare oorzaak heeft
van een weefsel letsel in het lichaam.
Wanneer een persoon lange tijd pijn voelt en de pijn houdt aan, kan dit
resulteren dat het leven door deze pijn, meestal negatief, beïnvloed wordt.
Ook als er onderliggende problemen en angsten aanwezig zijn, zoals
traumata in het verleden, angsten, verdriet kunnen deze heel sterk van
invloed zijn op het beleven van pijn. Als voorbeeld is wanneer er een niet
verwerkt verdriet iedere keer in gedachten opkomt, kan dit resulteren in pijn
of een aanwezige pijn erger maken.
De persoon leeft dan met pijn of met andere woorden pijn is een onderdeel
geworden van het leven van de persoon.
Pijn opzicht is een natuurlijk beschermingsmechanisme. Want zonder pijn
zouden wij niet kunnen leven.
Wanneer wij tijdens het sporten een blessure oplopen dan hebben wij pijn op
de plaats waar de blessure is ontstaan. Een gezwollen enkel of een blauwe
plek op de arm doet pijn. De ontstane pijn is een situatie waarbij wij ons er
niet lekker bij voelen.
Maar hoe ontstaat pijn eigenlijk?
Hoe ontstaat pijn?
Pijn prikkels kunnen wij vergelijken met elektrische prikkels.
Er zijn in het lichaam twee typen zenuwen die een rol spelen voor het
ontstaan van pijn. Dit zijn de a-vezels en de c-vezels. Deze vezels bevinden
heel veel op het lichaam, doch zij niet overal even veel. Onder de
oppervlakte van de huid zijn deze zenuwen in sterke mate aanwezig.
In de hersenen zijn er geen en in delen van de buik zijn weinig a-vezels en cvezels. Daarom zijn deze lichaamsdelen gevoelloos.
Elektrisch bezien worden de prikkels sneller door de a-vezels voorgeleid dan
door de c-vezels.
8
De a-vezels en de c-vezels zijn gevoelig voor de omstandigheden waarin het
lichaam of lichaamdelen zich bevinden. De hand in de directe nabijheid van
vuur zal de warmte van het vuur voelen. Zwemt men in koud water, dan zal
men de koude op het lichaam voelen. Een prik van de tandarts in het
tandvlees wordt als pijn waargenomen. En zo zijn er vele pijnprikkels te voelen
op verschillende plaatsen van het lichaam.
Op de plaats waar de pijn is ontstaan worden daarna een grote
hoeveelheden lichaamseigen stoffen vrijgegeven, de neurotransmitters, die
een signaalfunctie hebben naar de hersenen.
De pijnprikkels worden naar het achterste deel van het ruggenmerg gevoerd
en vervolgens gaan de pijnprikkels via de zenuwbanen in het wervelkolom
naar de hersenen. In de hersenen gaan de prikkels naar de THALAMUS. Dit is
het centrale regelcentrum voor pijn.
De thalamus
Binnen de hersenen ligt een centraal pijnregelsysteem, de thalamus, die
informatie uitwisselt met het bewuste deel van de hersenen, de hersenschors.
De thalamus is het centrale regelcentrum voor pijn. De thalamus heeft
verbindingen met de hersenschors. Wanneer de thalamus de pijnprikkel heftig
voelt, wordt er een signaal doorgegeven aan de hersenschors. Op het
moment dat de hersenschors de pijnprikkel krijgt, wordt er pijn gevoeld.
Men is dan bewust van pijn.
Vanuit de hersenen gaan pijnbanen (zenuwbanen) naar het ruggenmerg.
Deze pijn banen kunnen de pijnprikkel dempen of stimuleren.
In de figuur zien wij hoe de prikkel, via de ruggenmerg, naar de thalamus
wordt gevoerd en afhankelijk van de heftigheid van de pijn, wordt de prikkel
geleidt naar de hersenschors.
9
Afhankelijk van de pijn intensiteit heeft het lichaam een feedback functie om
neurotransmitters aan te maken. Wanneer het lichaam de feedback functie
in werking stelt, worden neurotransmitterstoffen / hormonen gemaakt. Enkele
hiervan zijn endorfine, leucine enkefanine, melatonine, cortisol en serotonine.
De hoeveelheid aangemaakte neurotransmitters is weer afhankelijk van de
heftigheid van de pijnprikkels.
Adenosine Tri Phosphat (ATP).
Op cel niveau is ATP (Adenosine Tri Phosphat) een uitermate belangrijke
molecuul die nodig is voor de energie die het lichaam vraagt. ATP treft men
in alle delen van het lichaam aan en is beschikbaar voor een directe energie
transport (in de bloedbaan) door het lichaam. ATP wordt ook wel de levens
molecuul genoemd.
Als gevolg van bijvoorbeeld een blessure wordt pijn geconstateerd. In de
feedbackfunctie van het lichaam worden extra ATP naar de blessureplaats
gestuurd om de pijn te verlichten of geheel te doen verdwijnen. Hier wordt
ATP gebruikt om een acute pijn te bestrijden.
Ook bij veel chronische aandoeningen kan pijn een rol spelen. Evenzo is pijn
waar te nemen bij auto-immuun ziektes zoals: reuma, fibromyalgie, ME en
M.S. Hierbij blijkt dat er een tekorten bestaan aan ATP in en rond de
lichaamscellen.
Voor alle fysiologische processen die energie vragen is ATP onontbeerlijk.
Door dit tekort aan ATP kan het lichaam zich maar met moeite herstellen. ATP
is daarom een essentiële stof in het helingsproces. Er zijn grote hoeveelheden
van deze stof nodig voor cellulaire functies.
Belangrijke functies zijn het transport van hoogst noodzakelijke mineralen naar
de cel door het bloed en de afvoer van afvalproducten.
Deze afvalstoffen worden langs normale kanalen van het lichaam afgevoerd:
via de urine, ontlasting en transpiratie. Het lymfesysteem van het lichaam
speelt in het afvoeren van de afval stoffen een belangrijke rol. Het drinken
van gewoon water door volwassenen van minstens 1,5 liter per dag is
noodzakelijk voor het afvoeren van de afvalstoffen.
Wat is ATP en hoe ontstaat ATP.
Adenosinetrifosfaat ( Adenosine Tri Phosphat = ATP) of ATP is een
ribonucleotide dat in de celstofwisseling een sleutelrol vervult als drager van
chemische energie. Het is opgebouwd uit het nucleobase adenine, het
monosacharide ribose en drie fosfaatgroepen.
10
Om in energie te kunnen rekenen spreekt men meestal alleen over ATP als
energiedrager.
Energiedrager
Voor de meeste in de cellen spelende processen is energie nodig. ATP is zo'n
energiedrager. Bij de hydrolyse van ATP door het enzym adenosinedehydrogenase, waarbij ADP ( Adenosine Di Phosphat) en
fosfaat worden gevormd, komt (29,4 kJ/mol aan) energie vrij.
De reden waarom deze binding zoveel energie bevat, is de elektrostatische
afstoting tussen de negatief geladen zuurstofatomen in de fosfaatgroepen.
ATP-vorming
De ATP-concentratie bedraagt in een cel tussen de 1 en 10 millimolair.
Een mens in rust verbruikt ongeveer 45 kilogram ATP per dag, terwijl de
hoeveelheid op één moment lager is dan 1 gram.
In de cel moet dus steeds ATP gevormd worden.
Dit gebeurt door talrijke processen o.a.:
• Gedurende de glycolyse
• Door bètaoxidatie
• Door anaërobe respiratie
• Tijdens de fotosynthese
AMP (Adenosine Mono Phosphat) en ADP worden geregenereerd om
opnieuw te dienen als energiedrager.
Hiertoe worden fosfaatgroepen gebonden aan AMP of ADP. Dit wordt in de
oxidatieve fosforylering gedaan door het enzym ATP-syntase.
Bij dieren en mensen wordt ATP gemaakt in het mitochondrion, bij planten
daarnaast ook in het chloroplast met behulp van zonne-energie (licht).
Adenosine Di Phosphat of ADP
ADP is een ribonucleotide die is opgebouwd uit het nucleobase adenine, het
monosacharide ribose en twee fosfaatgroepen( Di-Phosphat). Het wordt
vooral gevormd bij de hydrolyse van adenosinetrifosfaat (ATP), die de
belangrijkste energiebron is voor biochemische reacties in veel organismen.
ADP is tevens een precursor voor de aanmaak van ATP door middel van het
F-type ATPase.
Productie in de cel
ADP wordt gemaakt door de ribosomen van een cel. In de mitochondria
wordt het gevormd door ATP te hydrolyseren. Hierbij komt een hoeveelheid
chemische energie vrij die kan gekoppeld worden aan een biochemische
reactie met een hoge activeringsenergie.
Biochemische functies
In een cel wordt ADP omgezet in ATP door een fosfaatgroep te koppelen aan
de reeds aanwezige fosfaatgroepen. ( ADP/ Di Phosphat naar ATP/ Tri
Phosphat).
11
Dit wordt bij dierlijke organismen (en sommige andere niet-dierlijke
organismen) tot stand gebracht in de mitochondria door middel van
dissimilatie. Ook kan ADP buiten de mitochondria worden omgezet naar ATP.
Dit gebeurt door middel van melkzuurgisting (voornamelijk in spiercellen) of
alcoholistische gisting (door gistcellen).
Bij planten wordt ADP naar ATP omgezet door middel van fotosynthese.
Glycolyse in 10 stappen. De cursief gedrukte benamingen zijn de enzymen
die werkzaam zijn bij de stappen.
Afbeelding: Glycolyse in 10 stappen
Glycolyse
De glycolyse is het proces waarbij glucose (suiker) met behulp van enzymen
in tien stappen wordt afgebroken tot pyrodruivenzuur. Vier van de tien
stappen zijn onomkeerbaar. Eén glucosemolecuul levert twee moleculen
pyrodruivenzuur.
Naast de direct opgenomen suiker wordt tijdens de spijsvertering ook uit
koolhydraten suiker gevormd.
Bij de glycolyse komt energie vrij, omdat ADP omgezet wordt in ATP en NAD
( nicotinamide-adeninedinucleotide) in NADH (de gereduceerde vorm van
NAD).
De vrijkomende energie wordt op deze manier in moleculen ATP en NADH
opgeslagen.
Er komt echter niet alleen energie vrij. Zoals in de afbeelding (Glycolyse in 10
stappen) is te zien wordt er bij de eerste twee reacties ATP gebruikt. Er worden
per glucosemolecuul 4 ATP moleculen gevormd, dit komt neer op een netto
resultaat van 2 ATP moleculen. De twee moleculen NADH kunnen in de
elektrontransportketen worden omgezet in 3 ATP moleculen per molecuul.
12
De NADH moleculen kunnen samen dus aanleiding geven tot vorming van 6
moleculen ATP.
Pyrodruivenzuur kan verder verbrand (geoxideerd) worden in de
citroenzuurcyclus of anaeroob omgezet worden in melkzuur of zoals bij veel
gisten in ethanol en koolstofdioxide (CO2).
Mitochondrion
Een mitochondrion of mitochondrium (meervoud mitochondriën of
mitochondria) is een staaf- of bolvormig celorganel, dat functioneert als
energiecentrale van de cel. Een mitochondrion is meestal staafvormig en
heeft een diameter van ongeveer 1 micrometer.
Omdat mitochondriën de cel van energie voorzien, is er een verband tussen
de energiebehoefte van een cel en het aantal mitochondriën per cel. Tijdens
de afbraak van energierijke stoffen zoals vetten en glucose wordt acetyl-coenzym A geproduceerd. In de mitochondriën worden bij de citroenzuurcyclus
energierijke elektronen onttrokken aan dit acetyl-co-enzym A.
Vervolgens gebruiken de mitochondriën deze energierijke elektronen om
tijdens de oxidatieve fosforylering ATP, NADH en FADH2 te produceren.
Met name ATP is een belangrijke energiebron voor zeer veel reacties in de
cel.
13
Schema van een dierlijke cel
1. Nucleolus, 2. Celkern, 3. Ribosoom, 4. Vesikel, 5. Ruw endoplasmatisch
reticulum, 6. Golgi-apparaat, 7. Cytoskelet, 8. Glad endoplasmatisch
reticulum, 9. Mitochondrion, 10. Vacuole, 11. Cytoplasma, 12. Lysosoom, 13.
Centriool
Structuur
Een mitochondrium heeft een buiten en een binnenmembraan die bestaan
uit fosfolipiden en eiwitten, vergelijkbaar met celmembraan. De twee
membranen hebben echter verschillende eigenschappen. Door de dubbele
membraanorganisatie zijn er vijf verschillende compartimenten in het
mitochondrium.
Afbeelding Mitochondrion
1. binnenste mitochondriale membraan 2. buitenste mitochondriale
membraan 3. Cristae. 4. Matrix.
Deze zijn:
• de buitenste mitochondriale membraan,
• de intermembrane ruimte (de ruimte tussen de buitenste en binnenste
membranen),
• de binnenste mitochondriale membraan,
14
• de cristae ruimte (gevormd door invaginaties of naar binnen plooien
van de binnenste membraan) en
• de matrix (ruimte binnen de binnenste membraan).
Buitenste membraan
De buitenste mitochondriale membraan bevat een groot aantal
membraaneiwitten porines genaamd. Deze porines vormen kanalen die
moleculen van 5000 Dalton of minder, vrij over de membraan laten
diffunderen. Hierdoor kan o.a. het ATP uit het mitochondrie naar de rest van
de cel gaan.
Intermembrane ruimte
De intermembrane ruimte is de ruimte tussen de buitenste membraan en de
binnenste membraan. Doordat de buitenste membraan vrij permeabel is voor
kleine moleculen is de concentratie van kleine moleculen, zoals ionen en
suikers in de intermembrane ruimte hetzelfde als in het cytosol.
Binnenste membraan
De binnenste mitochondriale membraan bevat eiwitten met vijf soorten
functies.
Deze zijn:
• eiwitten, die de redoxreacties van de oxidatieve fosforylering uitvoeren
• ATP synthase, die ATP doet produceren
• specifieke transporteiwitten om o.a. ADP en ATP in en uit de matrix te
vervoeren
• eiwit-transportmachinerie
• mitochondriale fusie- en deling eiwit
De belangrijkste functie van de binnenmembraan is zorgen voor het
verlopen van de elektronentransportketen van de oxidatieve fosforylering en
het daarmee gepaarde protonen potentiaalverschil. Deze protonendrijvende
kracht zorgt hier dan voor productie van ATP. De binnenmembraan bevat
meer dan 151 verschillende polypeptiden, en heeft een zeer hoog eiwitfosfolipideverhouding (meer dan 3:1 in gewicht, dus ongeveer 1 eiwit voor 15
fosfolipiden). Daarnaast is de binnenste membraan rijk aan cardiolipine, een
ongewone fosfolipide . Cardiolipine bevat vier vetzuren in plaats van twee en
kan helpen om de binnenste membraan ondoordringbaar te maken. In
tegenstelling tot de buitenste membraan, is de binnenmembraan zeer
ondoordringbaar voor alle moleculen. Hierdoor is het mogelijk om een zeer
sterke membraanpotentiaal over de binnenste membraan te vormen door
de werking van de enzymen van het elektron transport keten.
Cristae
De binnenste mitochondriale membraan is verdeeld in talrijke plooien of
invaginaties die we cristae noemen. Deze vergroten de oppervlakte van de
15
binnenste mitochondriale membraan en daarmee het vermogen om ATP te
produceren. Voor typische levermitochondriën is het gebied van de
binnenste membraan ongeveer vijf keer groter dan de buitenste membraan.
Deze verhouding is variabel ten gunste van de mitochondriën van de cellen
die een grotere vraag naar ATP hebben, zoals spiercellen, bevatten nog
meer cristae.
Matrix
De matrix is de ruimte omsloten door de binnenste membraan. Het bevat
ongeveer twee derde van de totale hoeveelheid eiwit in een mitochondrion.
De matrix is belangrijk voor de productie van ATP.
De ATP wordt geproduceerd met behulp van ATP-synthase in de binnenste
membraan. De matrix bevat een zeer geconcentreerd mengsel van
honderden enzymen, speciale mitochondriale ribosomen, RNA's, en een
aantal kopieën van het mitochondriaal genoom. Van de enzymen zijn de
belangrijkste functies de oxidatie van pyruvaat en vetzuren, en de
citroenzuurcyclus.
Organisatie en distributie
Mitochondriën zijn te vinden in bijna alle eukaryoten. Ze variëren in aantal en
de locatie volgens celtype. In levercellen zijn ze verspreid door de cel en zeer
talrijk terwijl ze bij spermacellen alleen aan de basis van het flagel te vinden
zijn.
Functie
De belangrijkste functies van mitochondriën zijn ATP productie (dat wil
zeggen, fosforylering van ADP) door middel van ademhaling, en de cellulaire
stofwisseling reguleren. Naast de chemische reacties voor ATP-productie, de
citroenzuurcyclus en de oxidatieve fosforylering zijn er dus nog vele andere
functies.
Energie omzetting
Dat de productie van ATP toch de belangrijkste rol is van mitochondriën blijkt
uit het grote aantal eiwitten in het binnenste membraan en de matrix
betrokken bij deze taak. ATP productie in het mitochondrium haalt zijn
energie uit de oxidatie o.a. pyruvaat en NADH. Pyruvaat met wordt met
name in het cytoplasma gevormd door gedeeltelijke afbraak van glucose
waarbij een beetje energie vrij komt, we noemen dit proces de glycolyse.
Voor de glycolyse is geen zuurstof nodig, het wordt daarom ook wel
anaërobe dissimilatie genoemd. Als er wel zuurstof aanwezig is kan het
mitochondrium door aërobe dissimilatie het pyruvaat volledig afbreken tot
water en koolstofdioxide.
De productie van ATP uit glucose heeft een ongeveer 13-maal hoger
rendement bij aërobe dissimilatie dan bij anaërobe dissimilatie.
16
Soorten van pijn.
Acute pijn.
Bij een blessure tijdens sporten of een verwonding bij een val ontstaat direct
pijn. Dit noemt men acute pijn. Ook wanneer er een ontsteking de kop
uitsteek is acute pijn waarneembaar. Meestal is de pijn te lokaliseren in de
nabijheid of op de plaats van de blessure, wond of ontsteking. Pijn is een
signaal die het lichaam afgeeft dat er iets niet in orde is. Bij onduidelijkheid of
men met een acute pijn te maken heeft is het raadplegen van een arts altijd
noodzakelijk. Hij kan beoordelen of het een acute pijn betreft die nadere
behandeling heeft.
Wanneer de pijn, in deze categorie, aanhoudt langer dan zes maanden, dan
spreekt men van een chronische pijn.
Chronische pijn
Onder chronische pijn wordt verstaan: pijn die langer dan zes maanden
aanhoudt. Voor het lichaam heeft chronische pijn niet meer de
signaalfunctie voor het lichaam. Meestal ligt er een onderliggend probleem
die spanningen doet ontstaan in het lichaam. Spanningen of zoals het vaak
genoemd wordt “stress” is vaak de oorzaak van chronische pijn. Zonder
nader en specifiek onderzoek is chronische pijn moeilijk te lokaliseren en ook
moeilijk te behandelen. Er zal eerst gezocht worden naar de oorzaak van de
stress. De persoon die aan chronische pijn lijdt, zal eerst de oorzaak van de
stress moeten herkennen. Een specifiek onderzoek zal eerst moeten gebeuren
voorafgaand een behandeling. Vandaag de dag wordt medicijnen
gegeven om de pijn te verlichten. Bekend is ook dat een aantal van dit soort
medicijnen vervelende bijwerkingen hebben.
Emotionele pijn.
In ons huidige maatschappij waarbij veel prestaties van ons wordt gevraagd
is dit vaak de basis van emotionele pijn. Het is niet de resultaten van de
gevraagde prestaties, doch het resultaat wanneer de gevraagde prestaties
niet geleverd kunnen worden. Erger wordt het wanneer er een vergelijk
gemaakt wordt met de resultaten van de ander die ,volgens cijfermatige
beoordeling, gehaald worden. Wanneer dit vaak gebeurt, is dit de basis van
frustraties en uiteindelijk een emotionele pijn. Waarom kan die ander wel wat
ik niet kan.
Emotionele pijn kan ontstaan wanneer een persoon iemand verliest die hij lief
heeft. Iemand die sterft aan een ongeneselijke ziekte. Of wanneer de
17
geliefde de relatie verbreekt. Of een kind door sterven moet verliezen. Zo zijn
er vele voorbeelden te geven die de basis kunnen vormen voor emotionele
pijnen.
Wanneer een persoon emotionele pijnen heeft en hij kan moeilijk uitpraten of
er is niemand die hem kan ondersteunen is dit soort van pijnen heel moeilijk te
herkenen.
Vaak kan door emotionele pijn een lichamelijk pijn ontstaan.
Emotionele pijnen zijn moeilijker te herkennen en te behandelden dan de
eerst genoemde pijnen omdat de pijn heel diep in het bewuste of onbewuste
van de persoon ligt.
Behandel methodieken in de Praktijk.
In de praktijk worden de volgende behandel methodieken toegepast voor
de pijn behandelingen.
De volgorde van de drie methodieken moet niet gelezen of beschouwd
worden dat de ene methodiek beter, belangrijker of effectiever is dan de
ander.
De beschrijvingen van de methodieken sluiten aan op het aspect PIJN.
1. Micro Elektro Methodiek (MEM).
Micro Elektro Methodiek ( ook wel APS=Actie Potentiaal Stimulatie genoemd)
is een vorm van therapie waarbij door een elektrische prikkel de
lichaamseigen zenuwprikkel gestimuleerd wordt.
Actiepotentiaal
Een actiepotentiaal is een golf van elektrische ontlading over het membraan
van een neuron. Actiepotentialen vormen een essentiële eigenschap van
menselijk en dierlijk leven, maar komen ook voor in sommige planten.
Actiepotentiaal op cel niveau kunnen een snelle informatie verzenden van
cel naar cel. Maar in het licht van Micro Elektro Methodiek is de informatie
van en naar het zenuwstelsel veel belangrijker. Door stimulatie van het
zenuwstelsel in de nabijheid van de ruggenmerg worden de gestimuleerde
signalen verder verzonden naar de hersenen. De neurotransmitters spelen
hierin een belangrijke rol. Komen deze signalen in de hersenen, dan worden
er hormonen geproduceerd die van invloed zijn in de pijnbeleving.
Door de stimulatie , de werking van de neurotransmitters en de aanmaak van
hormonen wordt een verhoogde aanmaak van ATP bewerkstelligd.
Door Micro Electro Methodiek kan een tekort aan ATP worden aangevuld. De
bloeddoorstroming verbetert en op deze manier komt er weer toevoer van
voedingsstoffen naar de beschadigde cellen op gang.
18
Na de eerste en tweede behandelingen worden de volgende
neurohormonen aangemaakt: melatonine, leuco-enkefaline, bèta-endorfine,
serotonine en cortisol. Door het vrijmaken van de neurohormonen, ontstaat er
een betere bloeddoorstroming en het stimuleert de afgifte van afvalstoffen.
Door hierna nog vier behandelingen de geven ontstaat er weer een
verhoogde aanmaak van ATP. Afhankelijk van de lichamelijke gesteldheid is
het mogelijk dat er een verhoogde aanmaak van ATP tussen de 500% tot
800%.
Het zelfhelend vermogen van het lichaam gaat beter werken door de
verhoogde aantallen ATP. De immuniteit en energie gaan omhoog en de pijn
reduceert of verdwijnt. Het beoogde resultaat van een beter kwaliteit van het
leven is bereikt.
Na de tweede en derde behandeling wordt de concentratie van melatonine
verhoogd.
Na de vierde behandeling zal de leucine-enkefaline toenemen.
Na de vijfde behandeling neemt de gehalte van bèta-endorfine af.
Na de zesde en laatste behandeling vindt er normalisering van serotonine en
cortisol plaats.
Na een cyclus va zes behandelingen kan nog een keer een cyclus gegeven
worden. Zes behandelingen is doorgaans voldoende op het beoogde
resultaat te krijgen. De beoogde pijn reductie of pijnvrij zijn is gehaald.
Bij de figuur. Een opstelling van de Micro Elektro Methodiek. Vier elektroden
zijn geplaatst op de zijstrengen (naast de Ruggenwervel). Met deze plaatsing
van de elektroden wordt met het apparaat (links van de cliënt) een stimulatie
stroom gegeven voor het activeren van de neurotransmitters.
19
Contra indicaties voor Micro Elektro Methodiek.
Om in aanmerkingen te komen voor een behandeling Micro Elektro
Methodiek zijn echter contra indicaties.
Zo zal tijdens de intake altijd gevraagd worden dat de pijn gediagnosticeerd
is door de arts. Met andere woorden: De pijn is een voortvloeisel van een
gediagnosticeerde ziekte. Bijvoorbeeld: Reuma, artritis, fibromyalgie,
gordelroos, stress- gerelateerde klachten, tennisarm en nog andere ziekten.
De contra indicaties waarbij er geen behandeling met Micro Elektro
Methodiek zijn:
Personen die een geïmplanteerde actieve implantaat hebben, een
pacemaker, interne defibrillator, morfine pomp.
Personen die lijden aan epilepsie of geneesmiddelen daartoe innemen.
Personen die lijden aan kanker of geneesmiddelen daartoe innemen.
Vrouwen die zwanger zijn.
Kinderen beneden een leeftijd waarop zij kunnen aangeven wat zij voelen
(pijn)
Personen die recentelijk een hersen infarct, een hart infarct en/ of lijden aan
acute trombose of voor de genoemde ziekten geneesmiddelen daartoe
innemen.
Een slogan in de Micro Elektro Methodiek is:
Zonder ATP kan de mens niet leven.
Met te weinig ATP is de mens ziek.
20
2. Bio-resonantie en Bio-feedback.
Vooraf.
Bio-Feedback en Bio-Resonantie worden in de Praktijk toegepast aan de
hand van moderne computer technologie waarin de software geïnstalleerd is
van Quantum Alliance Incorporated. Het systeem heet Scientific
Consciousness Interface Operatingsystem.
In de praktijk wordt het systeem SCIO genoemd.
Bio-resonantie.
Bio-resonantie is een behandelingsmethode, die de lichaamseigen
trillingsfrequenties meet, analyseert en vervolgens weer terugkoppelt naar de
cliënt. Ze geeft heel nauwkeurig aan waar en welke ondersteuning nodig is.
Ieder substantie, inert of organisch, zendt zijn eigen elektromagnetische
energie uit in een bepaalde frequentie.
Elke cel en orgaan in het lichaam resoneert/trilt met haar eigen energie.
Wanneer deze energie verstoord wordt door heftige emoties, chemische
vergiften,virussen, allergische reacties, voeding intoleranties, parasieten, enz.
kan het orgaan niet functioneren op haar volle capaciteit. Schadelijke
frequenties worden opgeslagen in cellen, en kunnen zich jarenlang
onopgemerkt opbouwen, vóór ze zich manifesteren als ziekte.
Het eerste signaal dat er iets fout gaat in het lichaam is vibrationeel of
elektromagnetisch.
Dit verschijnsel wordt Bio-Resonantie genoemd. Bio-resonantie is een
energetische geneeswijze die op cel niveau werkt. Het stimuleert de lichaam
eigen frequenties , zodat er regeneratie en heling kunnen plaatsvinden
wanneer deze frequenties verstoord of negatief beïnvloed worden door een
ziekte veroorzakend frequentie. Oorzaken kunnen veroorzaakt worden zoals
eerder genoemd, o.a. door heftige emoties, chemische vergiften,virussen,
allergische reacties, voeding intoleranties, parasieten, enz. Dit geeft de
conditie aan waarin het lichaam zich bevindt.
Aan de hand van de SCIO worden metingen en analyses verwerkt. De
terugkoppeling gebeurt door het interpreteren wat op de beeldscherm
verschijnt.
21
Bij de figuur: SCIO systeem bestaande uit de Scio-box voor de koppeling van
de elektroden aan de cliënt. De vier strip elektroden aan de zwarte
elektrodekabel wordt verbonden aan de extremiteiten. De brede elektrode
aan de witte elektrodekabel wordt om het hoofd geplaatst. De Scio-box
tezamen met de software die in de computer is geïnstalleerd vormen samen
het Bio-resonantie en Bio-feedback systeem.
Wanneer na een meting door de SCIO het lichaam de aanwezigheid toont
van één van deze condities (frequentie), kan het systeem laten zien hoe diep
het resoneert. Het resulteert in een uitslag van een goede conditie of dat er
door een beïnvloeding is door bv. bacteriën, schimmels, virussen, allergenen
of het eten van verkeerde voeding waardoor het lichaam ziek is gemaakt.
Het onderzoek toont de biologische reactiviteit en resonantie van het
lichaam. De Scio laat zien waar de noodzakelijke aanvullingen nodig zijn bij
het niet goed functioneren van organen en de aanwezigheid van
overgevoeligheden voor stoffen.
De SCIO bezit een scala van gegevens van vele condities.
In en na overleg met de cliënt wordt een besluit genomen om een
“verkeerde”conditie te behandelen. Tijdens de behandeling geeft de SCIO
een signaal (frequentie) af die in tegenfase (omgekeerd spiegelbeeldig) is
ten opzichte van de frequentie van de “verkeerde” conditie. Het
uitgangspunt van deze behandeling is om de “verkeerde”conditie terug te
dringen zodat de klachten verminderen. De Scio meet meer dan 5000
parameters van het lichaam.
22
Bio-feedback.
Biofeedback is een behandelmethodiek waarbij personen getraind worden
om hun gezondheid te verbeteren door gebruik te maken van bewuste en
onderbewuste signalen van hun eigen lichaam.
Voor Bio-feedback wordt in de Praktijk de SCIO toegepast.
De methode van Bio-feedback is het meten van de signalen die het lichaam
afgeeft. Deze signalen worden na de meting verwerkt en teruggekoppeld
aan de cliënt en de therapeut. De lichaamssignalen zeggen iets over de
staat waarin het zenuwstelsel zich bevindt. Het zegt iets over de spanningen
die er zijn. Tevens presenteert het systeem de signalen van de cliënt vanuit zijn
onderbewuste. Het systeem adviseert om activiteiten te ontplooien voor
ontspanning en heling van de spanning.
Bij Bio-feedback kan de cliënt op het beeldscherm zien hoe de situatie van
hem is.
Na interpretaties van de teruggekoppelde signalen wordt een dialoog
gehouden tussen de therapeut en de cliënt.
Het proces bij Bio-feedback is dynamisch. Uit het dialoog wordt de cliënt
aangeleerd hoe hij op een effectieve wijze een plan kan uitzetten die tot een
effectieve heling leidt. De therapeut heeft in dit proces een actieve en
stimuleerde rol. De cliënt moet tot zichzelf komen en werken aan zijn heling.
Een greep van klachten die met Bio-resonantie en Bio-feedback behandeld
worden.
Bio-resonantie en Biofeedback zijn een effectieve behandel methodieken bij
de behandeling van hoofdpijn, migraine, hoge bloeddruk, ADD,
temporomandibulaire klachten, angstklachten, urine-incontinentie,
allergieën, voeding intoleranties enz.
De methodieken zijn vergelijkbaar en effectief als andere therapieën bij
behandelingen van een scala aan aandoeningen en klachten, zoals
chronische pijn, slaapproblemen, stress, spastische colon, nekschouderproblemen.
Het voordeel van Bio-resonantie en Bio-feedback is dat tijdens en na de
behandelingen in vele gevallen geen gebruik behoeft te worden van
geneesmiddelen.
De verkregen informatie uit een SCIO onderzoek is fundamenteel anders dan
de informaties uit een radiologisch-(röntgen)onderzoek, uit laboratorium
bloedonderzoeken, elektrocardiogram (ecg), elektro-encefalogram (eeg) en
andere onderzoeken waarvan de reguliere geneeskunde gebruik van maakt.
23
3. Cranio sacraal therapie.
Cranio-Sacraal therapie is een ondersteuningstherapie die de oorzaak van
een fysieke of emotionele klacht kan achterhalen en bij de oorsprong kan
behandelen.
Bij Cranio-Sacraal therapie worden niet de ziektesymptomen op zichzelf
behandeld, maar vindt behandeling plaats van de 'cliënt' als mens. De
therapeut schenkt niet alleen aandacht aan de klachten, maar in dialoog
met de cliënt wordt gezocht naar de mogelijke oorzaken ervan. De methode
is door de Amerikaanse arts Upledger ontwikkeld. Hij ontdekte dat het
natuurlijke ritme van hersenvocht grote invloed heeft op het functioneren van
lichaam en geest.
Het ritme is te voelen in het hele lichaam, doordat het bindweefsel alle
organen met elkaar verbindt. Door stress, een val of ziekte kunnen er
spanningen in het bindweefsel komen. Die kunnen direct of in een later
stadium lichamelijke en soms emotionele klachten geven.
Cranio-Sacraal therapie is geschikt voor de bestrijding van lichamelijk en
emotionele klachten.
In de Praktijk wordt langzamerhand duidelijk dat Cranio Sacraal Therapie een
prachtige en effectieve methodiek is om pijn te behandelen. Het is een
zachte behandel methodiek zonder toepassing van apparatuur. Cranio
Sacraal Therapie wordt in de Praktijk toegepast voor een diepe ontspanning
bij de behandeling van pijn. Maar ook voor een diepe ontspanning bij
onbegrepen en psychische klachten.
Vormen van Cranio-Sacraal therapie die in de Praktijk toegepast worden.
Zoals eerder in het voorwoord beschreven is Cranio Sacraal Therapie een
welkome aanvullening die toegepast wordt bij pijn behandelingen. Primair is
de toepassing van Cranio Sacraal Therapie additioneel bij de pijn
behandelingen doormiddel van Micro Elektro Methodiek. Bij cliënten komt
het voor dat alleen een behandeling met Micro Elektro Methodiek niet
toereikend is. De cliënt is gespannen of te gespannen om alleen een
behandeling met Micro Elektro Methodiek. De effectiviteit van een
behandeling met Micro Elektro Methodiek is laag.
Een additionele behandeling met Cranio Sacraal Therapie voor het
ontspannen van lichaam en geest geeft de oplossing om, in een later
stadium, verder te gaan met de Micro Elektro Methodiek.
Technieken uit de basis en follow up van de opleiding tot Cranio Sacraal
Therapeut.
Een in de Praktijk beproefde behandelingen met Cranio Sacraal Therapie zijn
de technieken die aangeleerd zijn in de eerste fase van de opleiding.
24
Het toepassen van de basistechnieken geeft meestal al het gewenste
resultaat voor de ontspanning van de cliënt.
Technieken zoals :
Still points, CV-4, hoofd en voeten geven al ontspanning.
Wanneer het niet voldoende is wordt verdere technieken toegepast, o.a.
ontspanning van het middenrif, EV-4 schouders en hoofd, het sacrum met de
gebieden buik, schaambeen, compressie en decompressie van L5 en S1,
atlas occiput, hyoid, sphenoid, TMJ (Temporo Mandibular Joint) en earpull.
Het zijn de technieken uit de basis en follow-up modules van de opleiding die
doorgaans voldoende zijn voor het ontspannen van het lichaam.
SER (Somato emotional release).
Als een probleem verdrongen wordt, kunnen er klachten ontstaan waarvan
de oorzaak moeilijk traceerbaar is. Door toepassing van de SER-behandeling
kunnen de onderdrukte ervaringen vrijkomen en worden verwerkt. De
klachten die ermee verband hielden zullen dan (geleidelijk) verdwijnen.
Problemen of ervaringen, ontstaan in de jeugdjaren of op een latere leeftijd,
kunnen bewust of onbewust verdrongen worden. In ons jachtige tijd is het
haast niet mogelijk om dit soort problemen te herkennen, erkennen,
accepteren en trajecten in te gaan om deze problemen. Het is net als of het
in onze cultuur ingebed is om dit soort problemen niet te willen zien. Vaak ligt
het in onze opvoeding om hieraan geen aandacht te schenken. Wij moeten
presteren en niet kleinzielig achterom zien. Wij hebben niet geleerd om naar
onze lichaam te luisteren. Soms geeft ons lichaam signalen dat er iets niet
goed is. Het kan pijn zijn of opwellende emoties. Het zijn vooral deze laatste
twee signalen die kunnen duiden dat er “onderhuids” spanningen zijn die
naar een oplossing vragen. Maar wij verstaan deze signalen niet ….. ! Dan is
een greep naar de medicijn kast om een aspirine te in te nemen een keuze.
Onderdrukt die signalen!!!
Bij een categorie cliënten die in de Praktijk komen voor een behandeling van
pijn, is te constateren dat een behandeling met Micro Elektro Methodiek, Bioresonantie of Bio-feedback niet altijd het beoogde resultaat halen.
Alras wordt uitgeweken naar Cranio Sacraal Therapie. Bij het uitblijven van
ontspanning tijdens of na de behandeling met de basistechnieken wordt
verder behandeld met SER technieken.
Met de technieken uit Talking to the Heart en / of de Alarmclock komen
patronen te voorschijn die duiden op niet verwerkte emoties uit de vroegere
eerdere tijden of jaren. Deze patronen zijn voor de cliënt een statisch
25
gegeven, haast onwrikbare, die de onbalans in het lichaam te weeg
brengen.
Toepassing van SER technieken is hier op zijn plaats.
Door terug te gaan in een periode van het leven waarin de problemen of
ervaringen zijn ontstaan wordt geprobeerd dat de cliënt zichzelf ziet in een
soort spiegel.
Wanneer met een SER techniek het lukt om de cliënt in proces te krijgen, is
het uitermate belangrijk dat de cliënt begeleidt wordt in het proces. Luisteren
en begeleiden is de belangrijkste functie die de therapeut op het moment
heeft wanneer de cliënt in proces is. De therapeut is niet oordelend. Hij is stil
en laat de cliënt de spiegel voor houden. Op deze wijze zal de cliënt het
probleem onderkennen terwijl hij begeleid wordt om naar de oplossing te
gaan die hij kan vinden.
Het proces, wat begonnen is, zal onder begeleiding van de therapeut
beëindigd worden.
26
Tabellarisch indeling van een aantal pijnen die behandeld worden door:
1. Micro Elektro Methodiek
2. Bio-resonantie en Bio-feedback
3. Cranio Sacraal Therapie
Dit is slechts een greep uit de Praktijk ervaring. Het aantal sterretjes geeft aan
welke methodiek het meest effectief is.
Legenda:
MEM = Micro Elektro Methodiek
BR/BF = Bio-resonantie / Bio-feedback
CST = Cranio Sacraal Therapie
Omschrijving
MEM
BR/BF
CST(Emotioneel)
Rugklachten
Doorligplekken
Kneuzingen
Blessures (sport)
Depressie
Algemene gezondheid
Chronische vermoeidheid
Jicht
Hoofdpijn/migraine
Slapeloosheid
Bloedcirculatie (plaatselijk)
Fantoompijn
Reumatoïde artritis
Onrustig/ADHD/PPD-NOS
Autisme
Angstig zijn
Zich slecht kunnen uiten
Allergie
Klachten na whiplash
Seksualiteit, incontinentie
Kiespijn
wonden
Spastische darm
Chronische pijn
Enz. ,enz.
XX
XXX
XXX
XXX
XXX
X
XX
X
XX
XXX
XXX
XXX
XXX
XXX
XXX
XXX
XXX
X
X
X
XXX
XX
X
XX
XXX
XX
X
XX
XXX
XX
XX
X
XXX
XX
XX
X
XX
XXX
XXX
XXX
X
XXX
XX
X
XXX
XXX
XXX
XXX
X
XXX
X
X
27
Dossier gegevens van een aantal cliënten.
De gegevens uit de dossiers zijn verwoord volgens de eisen voor de scriptie
met betrekking tot de lettertype en lettergrote.
Cliënt 1
Geslacht
: Man
Leeftijd : 60
jaar
Burg.staat
: weduwnaar
Klacht
Cliënt is een groot, fors gebouwde man. Bij binnenkomst kijkt hij nors en het
plaatsnemen op de aangeboden stoel lijkt hij niet op zijn gemak te voelen.
Na het voorstellen kan er geen lach af en hij observeert alles wat in de kamer
is. Gevoelsmatig voel ik aan dat cliënt absoluut niet goed in zijn vel zit.
Cliënt is werkzaam bij een groot uitgeverij . Hij voelt zich na het sterven van
zijn vrouw (13 jaar geleden overleden aan een hersentumor) altijd vermoeid.
Hij heeft na het werk geen fut meer om andere dingen te doen. Slaapt slecht
en heeft geen interesse in zijn omgeving. Hij stort zich geheel op het werk.
Cliënt heeft een hoge positie in het bedrijf, doch als gevolg van zijn
vermoeidheid wordt hem aangeraden een lagere functie, met minder
verantwoordelijkheid en stress,aan te nemen. Hij accepteert het voorstel niet.
Pijn heeft hij nauwelijks. Na sporadisch sporten heeft hij pijn. Spierverzuring.
Cliënt wil graag behandeld worden met MEM. Hij heeft hierover positieve
berichten van kennissen ontvangen.
Anamnese
Tijdens het intakegesprek is dieper ingegaan op zijn vermoeidheid en wat er
in het verleden had afgespeeld. Na het sterven van zijn vrouw heeft hij een
minderjarige zoon in huis die nog aan het studeren is. Momenteel is zijn zoon
afgestudeerd, hij heeft een baan waar hij zich onderaan de functieladder
bevindt. Zijn zoon is niet meer bij cliënt thuis. Cliënt heeft nog zorgen om zijn
zoon( die is nu twintig jaar) ; of hij wel goed eet, of hij zijn best doet op zijn
werk. Vader- en tevens moederzorg van een weduwnaar.
Na het intakegesprek is hem voorgesteld om een CST bij hem te doen. Aan
cliënt is verteld dat eerst de onderliggende problemen behandeld moeten
worden. Na de CST kan altijd nog over een MEM behandeling gesproken
worden. Maar misschien is het niet nodig. Na enig aarzeling gaf hij zijn
toestemming om een CST te ondergaan. Hij voelt zich op zijn gemak.
Behandeling:
Alvorens de cliënt op tafel ging vroeg ik hem of hij alle “harde” voorwerpen
uit zijn zakken wilt halen. Toen ben ik begonnen met het basiswerk. Ik voelde
hoe gespannen hij was. Still points hebben nauwelijks uitwerking. Cliënt heeft
een oppervlakkige ademhaling met een hoge frequentie. Het is op het
randje van hyper ventileren. Ik ging naast hem zitten, vraag hem of het
mogelijk was dat hij rustiger gaat ademhalen. Het lukte hem niet.
28
Na hem een glas water laten drinken, ben ik ademhaling oefeningen met
hem gaan doen. Na vijf minuten is het ons gelukt om de ademhaling
frequentie beduidend lager te brengen. Het lukte hem zelfs om tussentijds
een flinke en diepe uitademing te doen. Prima!
Daar de consult tijd naar het einde loopt heb ik de basistechnieken
toegepast. Daar ik merk dat cliënt nieuwsgierig is, heb ik hem uitgelegd wat ik
aan het doen ben. Van de eerste sessie verwacht ik nog geen beduidende
resultaten. Toen de sessie afgelopen is en de cliënt van de tafel afstapt zegt
hij dat hij meer ontspanner is dan een uur geleden. Hij beaamt dat CST
misschien wel de therapie is voor hem. Er wordt een afspraak gemaakt voor
een vervolg consult. Twee weken na het eerste consult.
Tweede consult.
Cliënt komt binnen, geeft een hand en lacht. Wow! Op vragen hoe hij de
eerste behandeling vindt, heeft hij geantwoord dat hij een paar slechte
nachten heeft gehad. Hij piekert steeds wat er met hem loos is. Hij blijft
somber over de toekomst denken.
De cliënt gaat op tafel liggen en in tegenstelling tot de eerste keer hoeft hij
geen deken en een knierol. nodig “Laat het zo maar gaan”, zegt hij. Dit is
voor mij een teken dat hij zich lekker en veilig voelt. Ik heb hem verteld welke
technieken ik voornemens ben tijdens deze sessie te doen. Cliënt vindt alles
goed.
Ik heb niet alle basistechnieken nodig. Ik zie dat cliënt zich helemaal geeft.
Tijdens de thoracic-inlet ging zijn rechterhand naar zijn hartstreek. Hij ademt
rustig en een paar keer ademt hij diep uit. Hij gaat in proces. Ik hoef niet naar
het hoofdeind te gaan.
Ik heb hem gevraagd of hij het goed vindt wanneer hij mijn hand die, nog
steeds op zijn sleutel been is, op zijn hartstreek mag leggen.
Hierna volgt de vragen en antwoorden in de periode dat cliënt in proces is.
Ter wille van de duidelijkheid heeft de cliënt de verzonnen naam van Jan (J)
en mijn naam is Amir (A)
J: Het is goed.
A: Is het ook mogelijk dat je mijn hand op geleide van je rechterhand op je
hart legt?
J: Ja.
A: Voel mijn hand. Laten wij het samen op je hart plaatsen.
Ik wacht. Na, ongeveer een minuut zie ik dat zijn rechterhand mijn hand
opzoekt en op zijn hartstreek plaats.
29
A: Vind je het goed wanneer onze handen op je hart worden geplaatst met
jouw hand tussen je hart en mijn hand?
J: Goed.
Cliënt verruilt onze handplaatsing.
Stilte gedurende twee / drie minuten. Ik zie dat cliënt dieper in proces gaat.
A: Jan? Hoe gaat het met je?
J: Goed.
A: Kan je vertellen wat je ziet of wat je voelt of waar je bent?
J: Ik ben thuis bij moeder.
A: Waar ben je bij moeder? In huis? Buiten?
J: Buiten. Op het bleekveld.
A: Wat zie je op het bleekveld en wat doe je op het bleekveld?
Stilte.
A: Jan. Dit is Amir. Ben je nog steeds op het bleekveld van je moeder?
J: Ja.
A: Wat zie je op het bleekveld?
J: Ik zie een kist. Een doodskist. Dat hoort niet op het bleekveld.
A: Jan. Is het mogelijk om aan de weet te komen waarom die doodskist daar
is.
J: Ik wil die daar hebben. Maar mijn moeder wilt het niet.
A: Wanneer je moeder het niet wilt dat een doodskist in haar bleekveld is en jij
ook niet. Is het mogelijk om die doodskist weg te halen?
Stilte.
A: Jan. Dit is Amir. Ben je nog steeds op het bleekveld van je moeder?
J: Ja.
A: Is de doodskist er nog?
J: Ja.
A: Je zegt dat de doodskist niet op het bleekveld van je moeder hoort. Kan je
het weghalen?
Gevoelsmatig denk ik dat de doodskist zijn overleden vrouw symboliseert.
30
J: Ik kan het niet.
A: Heb je hulp nodig?
J: Ja.
A: Vindt je het goed wanneer wij het met ons tweeën weghalen?
J: Ja.
A: Waar moet het naar toe gebracht worden.
J: Ik weet het niet.
A: Is het kerkhof een aangewezen plaats om de doodskist erheen te
brengen?
J: Laten wij het erheen brengen.
Stilte. Er wordt een heel diepe zucht gelaten en er kwam een traan . Ik merk
dat hij het aan het verwerken is. Na een minuut of vijf en Jan nog in het
proces probeer ik proces af te sluiten.
A: Jan. Dit is Amir. Gaat het goed met je?
J: Ik moet huilen.
A: Je mag gaan huilen Jan.
Cliënt snikt en tranen kwamen.
Na een poosje liet ik cliënt weer terugkomen in het “hier en nu”. Twee glazen
water sluiten de sessie af.
Aan cliënt is meegedeeld dat hij in de komende dagen anders kan voelen,
maar dat hij moet proberen “bij jezelf” te zijn. Accepteert wat de wereld je nu
biedt. In een gesprek aan het eind van het consult had ik hem geadviseerd
om datgene wat hem nog hoog zit, het sterven van zijn vrouw, te proberen
los te laten. Ook de gedachten over zijn zoon. Hij maakt het goed. Probeer
nu aan jezelf te denken. En drink minimaal ander half liter water over de hele
dag gespreid. “Dit laatste is zware opgave” zegt cliënt. Mag het ook koffie
en/of thee zijn? Neen, water uit de kraan of uit de fles zonder toevoegingen.
Puur helder water.
Cliënt wilt persé terugkomen. Er wordt een afspraak gemaakt over zes weken.
Derde consult.
Bij binnen komst is het een andere man in vergeleken met de eerste consult.
Hij lacht, pakt een stoel en vraagt of hij een glas water mag hebben. Hij
31
vertelt dat na de tweede consult hij een paar slechte dagen en nachten
heeft gehad. Daarna voelt hij zich beter zoals het in geen tijden is geweest. Hij
heeft de aangeboden functie geaccepteerd en kan zich weer lekker
botvieren in zijn werk. Zijn zoon heeft “promotie” gemaakt. Hij is weer een
trapje hoger geklommen, zegt cliënt. Cliënt is weer regelmatiger gaan
sporten en ……. hij drinkt meer dan ander half liter water per dag. Het verlies
van zijn vrouw probeert hij los te laten. Ook zijn zorg over zijn zoon.
Tijdens het derde consult heb ik in overleg met de cliënt besloten om geen
CST meer te geven. Cliënt heeft zijn zelfhelend vermogen weer terug en gaat
gebruik van maken. Er wordt afgesproken dat hij weer contact opneemt
wanneer er, naar zijn mening, zaken niet goed gaan. Maar ik ben er vast van
overtuigd dat wanneer hij de adviezen opvolgt hij weer een zonniger
toekomst tegemoet gaat. Over de MEM-behandeling is gezegd dat cliënt het
absoluut niet nodig heeft. Begeleiding bij het sporten, warming-up en
cooling-down, is goed om spierverzuring te voorkomen.
Cliënt 2.
Geslacht
: Man
Leeftijd : 19 jaar (student) Burg.staat: ongehuwd
Klacht
: Cliënt zegt dat hij altijd moe is. Hij gaat het examenjaar in van
een VWO-studie. Hij zegt dat hij overspannen is. Sport niet meer. Hij wil wel
studeren maar heeft de puf niet om het huiswerk en studie-uren te maken.
Volgens cliënt is hij totaal uitgeput zodat hij zijn studie niet kan afmaken. Hij
heeft zijn huisarts bezocht en deze heeft hem tranquillizers gegevens om over
het overspannenheid te komen. Hij heeft af ten toe ook pijnen die hij niet kan
herleiden waar of wat de oorzaak is van de pijnen. Volgens cliënt zal het wel
een bijwerking zijn van de medicijn die hij van zijn huisarts heeft gekregen.
Cliënt wordt er hoe langer hoe vermoeider. Zijn moeder heeft hem
geadviseerd om naar mijn Praktijk te gaan en om een MEM behandeling te
ondergaan.
(Zijn moeder was een cliënte van de Praktijk geweest. Zij liet zich behandelen
omdat zijn pijen heeft in de rechter arm. Deze zijn met MEM behandeld en de
pijen zijn verdwenen)
Anamnese.
Voor een jongen van achttien jaar komt hij triest over. Jij is in het gesprek
monotoon. Maar hij heeft wel het vertrouwen om behandeld te worden.
Vooral de MEM-behandeling scoort hoge ogen. Hij heeft bij zijn moeder
gezien dat zij geen pijnen meer heeft en dat zij nu weer van alles doet.
Op mijn vraag of hij thuis op school spanningen heeft kan hij niet duidelijk
antwoorden. Wel heeft hij enig weifeling getoond toen ik over zijn thuis een
aantal vragen stel. Een aantal zaken komen onder mijn aandacht. Zijn
moeder was voor hem alles. Zij is heel zorgzaam voor hem. Zijn vader was het
tegenover gestelde. Zijn vader is de mening toegedaan dat cliënt zich
32
aanstelt. Denk dat alles hem komt aanwaaien en dat hij zo slecht presteert is
gelegen aan zijn luiheid.
Dit aangehoord te hebben heb ik hem het volgende voorgesteld:
Voorlopig geen MEM-behandelingen . Wij zien wel op een later tijdstip of voor
deze methodiek voor hem nodig is.
Te starten met CST.
De cliënt stemt in met het voorstel.
Behandeling.
Eerste consult.
Bij de eerste behandeling wordt gestart met de basistechnieken. Het lichaam
is gespannen. De monotonie in het spreken wijt ik aan de medicijnen van de
huisarts. Bij arcing wordt ik getrokken naar zijn hart. Eerst maak ik de basis
technieken af om aan de weet te komen of er ergens nog zaken zijn die de
aandacht tijdens de behandeling vragen.
De masseter is strak gespannen en de hyoid zit vast.
De masseter wordt behandeld en komt na behandeling tot ontspanning.
De hyoid wordt van opzij benaderd en heel voorzichtig losgemaakt.
Met behandelingen van occiput, sphenoid and earpull wordt deze sessie
afgesloten.
Na de behandeling wordt een kort gesprek met de cliënt gehouden over zijn
gevoel naar zijn vader toe.
Cliënt zegt dat hij vaak boos is op zijn vader en dat hij het maar heel moeilijk
vindt om zijn mening te zeggen. Daaraan tegen heeft hij geen moeite om
alles met zijn moeder te bespreken.
Ik heb aan de cliënt gezegd dat boos worden en boos zijn een normale
menselijke reactie is. Wel is het dan beter om te proberen mondeling
(verbaal) de communicatie met zijn vader te openen. Het is wellicht goed
om van te voren met elkaar afspraken te maken om elkaar te respecteren en
elkaar de ruimte te geven om met elkaar te mogen en te kunnen
communiceren. Laat moeder maar aanschuiven tijdens het gesprek.
Een tweede afspraak over veertien dagen wordt gemaakt.
Tweede consult.
Tijdens het gesprek voor de CST is door cliënt gezegd dat er afspraken met
zijn vader zijn gemaakt. Zijn vader zegt dat hij geen bedoeling heeft om zijn
zoon te kleineren. De situatie waarin zijn zoon in verkeerd begrijpt zijn vader
niet. Met zo’n uitspraak van zijn vader is begrijpelijk dat de zoon in een
33
neergaande spiraal zit. In dit spiraal bevinden zaken als “vlucht /
vermoeidheid / geen concentratie en andere zaken “
De tweede behandeling wordt ingezet met CST.
Basis technieken uitgevoerd.
Masseter.
De masseter blijkt nu soepeler te zijn dan tijdens de eerste behandeling.
Een ontspanning met de duim van de hand als met gekrulde vingers geven
goede resultaten.
Hyoid.
De hyoid is los.
Merkbaar is dat er een mentale ontspanning heeft ingezet na de gemaakte
afspraken met zijn vader. Volgens hem heeft zijn moeder ook een grote rol in
gespeeld. Ik heb hem gezegd dat hij hierover blij mag zijn.
Na afsluiting van de tweede CST behandeling wordt afgesproken om zes
MEM-behandelingen te doen met doel om de vermoeidheid terug te
dringen. Wel is de boodschap gegeven om minimaal ander half liet water
per dag te drinken.
Een afspraak voor een week daarop voor MEM-behandelingen wordt
gemaakt.
MEM-behandelingen.
Voor de volledige MEM-behandelingen zijn drie weken achter elkaar gepland
met twee behandelingen per week. De behandelingen vinden plaats op de
dinsdagen en vrijdagen.
Na zes behandelingen voelt cliënt zich weer beter. Hij gaat weer met plezier
naar school en maakt zijn huiswerk. Hij sport weer. De relatie met zijn vader is
aanzienlijk verbeterd.
Zijn moeder belde mij recentelijk op dat haar zoon, met goede cijfers,
geslaagd is voor zijn VWO-examen. De cliënt en zijn ouders zijn blij dat het
goed gaat met de cliënt.
Cliënt 3.
Geslacht
: Man
Klacht
: Pijn in been links en nek. Onbestendig gevoel. Vermoeid.
Anamnese
Leeftijd : 59
jaar
Burg.staat
: gehuwd
34
Cliënt is typograaf. Neemt niet meer deel aan het arbeidsproces. Hij maakt
gebruik om vervroeg uit te treden van werk. Cliënt valt nu in gat van weinig
te doen. Hij is zeer gespannen.
Behandeling.
Daar cliënt zeer gespannen is wordt gestart met CST. Basis technieken en SER.
Uit SER is uitgekomen dat cliënt bang is over zijn linkerbeen. Hij is bang dat de
vaten in het been weer dicht zullen slibben. Hij heeft omleiding operatie
gehad voor dichtzittende vaten in zijn linkerbeen. Uit verder navraag bij cliënt
blijkt dat de specialist hem zegt dat het been en vatenstelsel goed zijn. Hij
hoeft niet terug te komen bij de specialist. Cliënt geadviseerd om vertrouwen
te hebben wat de specialist zegt. Na een tweede SER is de spanning weg.
Daarna wordt aan de cliënt de standaard zes MEM voor nekpijn
behandelingen gegeven. Pijn is na de CST en MEM weg. Geadviseerd om
minimaal 1,5 liter water per dag te drinken. De behandelingen zijn beëindigd.
De cliënt is tevreden.
Ongeveer acht weken later belde cliënt dat hij weer fietst, weer lid is
geworden van de vrijwilligers voor de voetbalclub, de heg geknipt en zijn
vrouw geholpen met aardappel schillen. Cliënt vindt dat het goed met hem
gaat
Cliënt 4 plus 1
Cliënt 5.
Ik kan er niet aan ontkomen om van twee behandelingen een melding te
geven in het kader van de opleiding.
1. De eerste behandeling gaat over een CST door twee behandelaars
gedaan over een bindingsprobleem tussen moeder en kind.
Cliënt 4 plus 1
2. De tweede behandeling gaat over een MEM-behandeling van een
vijfjarig meisje met een gediagnosticeerde mitochondriële stoornis.
Cliënt 5.
Cliënt 4 plus 1 houdt de behandeling in van een moeder van 38 jaar en
haar baby van vier maanden.
Mijn eerste baby in het Cranio Sacraal Vak. (mijn eerste baby na de opleiding
in de babyklas)
Geslacht
: Vrouw
Leeftijd : 38 jaar
Burg.staat
: gehuwd.
35
De baby is haar tweede kind.
De moeder is langer in behandeling bij Renny Riemersma (Cranio Sacraal
Therapeut / Upledger). De hoofdbehandelaar in de komende CST.
Klacht.
Zowel de moeder als haar baby hebben een bindingprobleem met elkaar.
De moeder krijgt langzamerhand het gevoel dat zij niet meer lekker in haar
vel zit. Na de geboorte van haar baby is zij depressief geworden en vertoon
lichamelijke klachten. Bij de reguliere geneeskunde is zij uitbehandeld zonder
resultaat.
Uiteindelijk heeft zij zich voor CST aangemeld bij de Praktijk.
Anamnese
Uit de klachtomschrijving is depressiviteit en bindingsproblemen met haar
baby heel duidelijk waar te nemen. De baby is met een keizersnee ter wereld
gekomen.
Voorgesteld wordt om SER-behandelingen toe te passen.
Behandeling.
Eerste behandeling.
Na een SER-behandeling van de moeder blijkt het behandelen van de
moeder niet toereikend is om het probleem op te lossen. De baby zou in de
vervolgbehandeling ook aanwezig moeten zijn.
Afgesproken wordt om de volgende behandelingen door twee therapeuten
te laten verrichten.
Eén therapeut behandelt de moeder en de ander zal de baby behandelen.
Ik kom net van de babyklas en zou de baby (onder supervisie van Renny)
kunnen behandelen.
Tweede behandeling.
Tijdens de tweede behandeling gaat de moeder op tafel om een SERbehandeling te ondergaan. Renny doet de SER bij de moeder en ik zou de
baby behandelen.
De baby wordt op een andere tafel gelegd. De moeder heeft zicht op haar
baby. Er wordt zorg gedragen dat de moeder altijd haar baby kan zien. Het
geeft haar een veilig gevoel.
Wat gebeurt er toen. De baby wil helemaal niet behandeld worden. Brullen.
Zo’n vreemde meneer? Liever maar weer bij mama. Daar komt de baby
weer tot rust.
Nadat de moeder de behandeling heeft ondergaan wordt een afspraak
gemaakt voor een derde behandeling.
Derde behandeling.
De moeder gaat voor de derde behandeling op tafel terwijl haar baby nog
in haar autostoeltje zit. Ik heb haar uit haar stoeltje gehaald en warempel “zij
36
lacht tegen mij”. Heel voorzichtig heb ik haar op haar kussen gelegd die wij
speciaal voor haar hebben.
Een klein mensje van vlees en bloed die lachend op haar kussen ligt. Ik steek
mijn pink naar haar handje en zij grijpt mijn pink. De wereld is ook van en voor
haar!
Verder heb ik haar niet aangeraakt, maar ik voel dat zij mij accepteert.
Na enkele minuten gaan de oogjes van het kleine mensje dicht en haar
handen (met één hand mijn pink nog vastgeklemd) gingen in overgave
stand naast het lichaam. Puur Cranio houding bij kinderen!
Veel tijd om met de baby te praten krijg ik niet want de hoofdbehandelaar
zegt zachtjes dat ik ook de moeder in de gaten moet houden. De moeder is
in proces. Terwijl de hoofdbehandelaar met SER bezig is, gaat de moeder in
de baringshouding liggen met de benen uit elkaar.
Toen weet ik dat de baby een “wedergeboorte” moet ondergaan en dat de
moeder ervoor klaar is.
Ik pakt de baby voorzichtig op en leg op de onderbuik van de moeder met
haar hoofdje naar beneden. De uitdrijving stand. Met ons allen, moeder,
baby en behandelaars is de baby nogmaals geboren. Toen de geboorte
achter de rug is, geeft de baby mij een “vierkante”-lach. Dit is geluidloos
lachen met een opening van de mond min of meer in een vierkante vorm.
Toen de baby voor de tweede keer op deze aarde is, komt de moeder weer
in het “hier en nu”. De baby wordt voorzichtig op haar buik gelegd en de
behandelaars trekken even terug. De tederheid tussen moeder en haar baby
is heel duidelijk te zien.
De sessie wordt op de gebruikelijke wijze afgesloten.
Tijdens het gesprek na de behandeling heeft de moeder verteld dat nu
goed is. Haar gevoel van “geen”binding met haar baby is nu verdwenen.
Moeder en kind gaan blij naar huis.
Cliënt 5.
Cliënt 5 is niet met CST behandeld. Ik kan er niet aan ontkomen om deze
behandeling toch kenbaar te maken. Cliënt is met MEM behandeld.
Cliënt is een meisje van vier jaar toen zij voor het eerst in augustus 2010 de
Praktijk bezoekt.
37
Klacht.
Cliënt heeft een gediagnosticeerde mitochondriële stoornis. Zij is in
behandeling bij kinderartsen in een academisch kliniek. Haar aanmaakfactor
van ATP (Adenosine Tri Phosphat) is 24. Te laag; normaal moet het 42 tot
ongeveer 82 zijn. Dit is een stofwisseling probleem van haar lichaam.
Zij krijgt ‘s avonds een aanvullende sondevoeding. Heel erg voor de ouders is
het bericht dat het meisje niet langer zal leven dan tien tot twaalf jaar.
Haar ouders krijgen de informatie dat de Praktijk een MEM behandeling kan
geven, waarbij het lichaam een stimulatie krijgt voor aanmaak van meer ATP.
Anamnese.
Toen het meisje met haar ouders voor het eerst de Praktijk bezoekt, zie ik dat
het een klein, tenger en broos meisje is. Ondervoed ziet zij er niet uit. Haar
intelligentie is goed. Zij bezoekt de “kleuterklas” van de lagere school, maar is
vaak moe. Haar juf is op de hoogte gebracht wat haar mankeert en houdt
hiermee rekening mee. Thuis is zij vaak moe en speelt weinig buiten. Daar het
nog een jong meisje is heb ik de ouders gevraagd of zij willen dat ik hun
meisje een MEM-behandeling geef. Zij geven volmondig hun instemming.
Behandeling.
Afgesproken is dat ik het meisje een MEM-behandeling geef op basis van
twee maal per week gedurende drie weken.
De behandeling gebeurt uitermate voorzichtig met een zeer lage energie ten
opzichte van de normale energie die aan volwassenen wordt gegeven.
Na de tweede behandeling is het meisje veranderd in haar gedrag. Zij praat
meer en op school kan zij meer doen dan wat de juf van haar gewend is.
Na zes behandelingen is het meisje heel anders geworden. Zij speelt met het
speelgoed van de Praktijk en verteld wat zij op school en thuis doet.
Na zes behandelingen is de MEM klaar. Bij het afscheid krijgt zij een knuffel
mee ter herinnering van de behandelingen.
In oktober 2010 gaan de ouders en hun dochter naar de kliniek voor controle
en eventuele verdere onderzoek en behandeling. Terug gekomen van de
kliniek krijg ik het bericht dat de ATP waarden normaal zijn. Onbegrijpelijk voor
de kliniek. In juni 2011 gaat de sondevoeding er af. Verder gaat het goed
met het meisje.
Als behandelaar heb ik niets anders nodig. Het bericht dat het goed met het
meisje gaat en dat de ATP waarden goed zijn geeft het mij een blij en
voldaan gevoel. Ik mag de hoop koesteren dat zij een lang leven mag
hebben.
38
Tot slot.
Tot slot met betrekking tot de punten staande in deze scriptie valt mij het
volgende op te merken.
• Is in mijn Praktijk de Micro Elektro Methodiek een alleenstaand
behandel methodiek en zaligmakend ………… ?
• Is in mijn Praktijk de Bio-resonantie en Bio-feedback methodiek een
alleenstaand behandel methodiek en zaligmakend ………… ?
• Is in mijn Praktijk de Cranio Sacraal Therapie een alleenstaand
behandel methodiek en zaligmakend ………… ?
Het antwoord is: Neen.
Als behandel methodiek kunnen alle drie apart methodieken toegepast
worden. In mijn Praktijk waarin ik mijn cliënten behandel op hun pijnen, heeft
de ervaring mij geleerd dat een combinatie van twee methodieken een
effectiever en soms een sneller resultaat geeft op de heling.
Primair zal ik trachten om met de Micro Elektro Methodiek de pijn na het
intakegesprek te behandelen. De cliënt meldt zich doorgaans aan voor
behandeling van pijn.
• Pijn als gevolg van een sport blessure is heel duidelijk. Die wordt
meeteen behandeld met de Micro Elektro Methodiek om de erge pijn
te reduceren. Bij een erge blessure (beenbreuk, open wond )wordt de
cliënt na de behandeling doorverwezen naar de huisarts of naar de
Eerste Hulp afdeling van het ziekenhuis. Afhankelijk van de onderzoek
en behandelresultaten zal de verdere behandeling gedaan worden
door de huisarts of de Eerste Hulp afdeling van het ziekenhuis.
• Pijn voortvloeiende uit een gediagnosticeerde ziekte (zoals reuma,
klachten na whiplash, kiespijn) worden na het intakegesprek direct
behandeld met Micro Elektro Methodiek
• Wanneer na het intakegesprek blijkt dat de pijn veroorzaakt kan
worden door een onderliggend probleem kunnen de behandelingen
met Bio-resonantie / Bio-feedback of Cranio Sacraal Therapie
toegepast worden.
• Wanneer de keuze valt zal de eerste behandeling gegeven worden
met de Micro Elektro Methodiek voor het verbeteren van de lichamelijk
gezondheid en de daarop volgende behandelingen worden Micro
Elektro Methodiek toegepast.
• Blijkt na het intakegesprek dat de cliënt mentaal erge problemen heeft
(zoals bij erge stress, problemen thuis of in de werkkring, rouw enz.), is
Cranio Sacraal Therapie de methodiek die direct toegepast wordt.
39
Micro Elektro Methodiek en Bio-resonantie / Bio-feedback komen niet in
aanmerking voor behandeling van deze categorie cliënten.
Concluderend mag ik stellen dat Micro Elektro Methodiek, Bio-resonantie /
Bio-feedback en Cranio Sacraal Therapie als methodiek apart toegepast kan
worden, maar ook in combinatie. Ik ben in mijn Praktijk in de (gelukkige)
omstandigheid om alle drie methodieken toe te passen, doch nooit alle drie
tegelijk. Een combinatie is altijd:
• Micro Elektro Methodiek met Bio-resonantie / Bio-feedback.
• Micro Elektro Methodiek met Cranio Sacraal Therapie.
Cranio Sacraal Therapie in combinatie met Bio-resonantie / Bio-feedback kan
verwarring bij de cliënt te weeg brengen. Er moet heel wat ervaring met de
beide methodieken op gedaan zijn wil men deze twee methodieken
combineren.
40
Dankwoord.
Bij het tot stand brengen van deze scriptie en in mijn studententijd tijdens de
studie voor Cranio Sacraal Therapeut ben ik aan heel wat personen veel
dank verschuldigd.
In de eerste instantie gaat mijn dank uit naar al mijn “proef”-personen.
Sommigen van hen hebben veel tijd vrijgemaakt zodat ik de geleerde
technieken bij hen kan toepassen. Bewonderenswaardig dat zij het geduld
kunnen betrachten wanneer ik keer op keer dezelfde techniek toepast. Ook
zij die heel kritisch en belangstellend zijn wanneer zij op tafel liggen.
In de tweede instantie gaat mijn dank uit naar al mijn docenten van het
opleidingsinstituut Peirsman Cranio Sacraal Academie. Mijn dank voor hun
overdracht van hun kennis in woord, geschrift en bij de praktijkoefeningen.
Door hen ben ik ingebracht in de wereld van Cranio Sacraal Therapie, waarin
ik in de toekomst de medemens met behulp van deze methodiek en het
geloof van hun zelfhelend vermogen weer goed en lekker in hun “vel” mag
laten voelen en zijn.
En, last but not least, gaat mijn dank uit naar mijn partner Renny Riemersma.
Als achterban heeft zij mij altijd met raad en daad bijgestaan. Zij waarschuwt
mij voor de valkuilen die in het vak zitten, zij is zeer kritisch en zij wijst mij er op
om blij te zijn wanneer het goed gaat met de “behandelde”persoon. Dank
voor de tijd die zij inruimt in haar Praktijk wanneer een behandeling door mij
gedaan moet worden.
41
Register.
Bronnen:
Anatomie en fysiologie (Bastiaanse/ Jochems), Wikipedia en Coëlho
woordenboek der geneeskunde.
Bèta-oxidatie.
Vetzuren worden afgebroken tot acetyl-CoA, in een proces
dat bèta-oxidatie wordt genoemd. De naam van het
proces geeft aan dat het tweede koolstofatoom
(bètakoolstof) wordt geoxideerd.
Cardiolipine.
Cardiolipine is een belangrijk bestanddeel van het
binnenste membraan van het mitochondrium (het beslaat
ongeveer 20% van het lipidendeel daarvan).
Cardiolipine is aanwezig in cellen die metabool-actief zijn,
zoals hart- en spiercellen. Ook wordt het aangetroffen in de
celmembraan van bepaalde bacteriën. Het functioneert
als een isolator en stabiliseert de eiwitcomplexen die
belangrijk zijn voor het ionentransport.
Dalton.
Eenheid van molecuul massa.
Elektronen
transportketen.
De oxidatieve fosforylatie (oxfos) of
elektronentransportketen staat (samen met de
citroenzuurcyclus) in het centrum van de stofwisseling van
alle organismen die zuurstof gebruiken. De oxfos speelt zich
af in het mitochondrion
Eukaryoten.
Eukaryoten zijn alle organismen waarvan de cellen een
celkern bezitten die omgeven is door een kernmembraan.
Flagel.
Een zweepstaartje, zweephaar, flagel of flagellum is een
organel dat dient voor de voortbeweging van een
eencellig organisme of een voortplantingscel (bijvoorbeeld
zaadcel). Door deze beweging kan de cel zich afzetten
tegen de omgeving en zich zo verplaatsen.
42
Fosfolipide.
Een fosfolipide is een organische chemische verbinding die
bestaat uit een fosfaatgroep, een glycerolgroep, een
stikstof bevattend alcoholgroep (bv ethanolamine) en een
vetzuurgroep
Fotosynthese.
Fotosynthese is een proces waarin lichtenergie wordt
gebruikt om koolstofdioxide om te zetten in koolhydraten,
zoals glucose
Glycolyse.
De glycolyse is het proces waarbij glucose (suiker) met
behulp van enzymen in tien stappen wordt afgebroken tot
pyrodruivenzuur. Vier van de tien stappen zijn
onomkeerbaar. Eén glucosemolecuul levert twee
moleculen pyrodruivenzuur
Hydrolyse.
Hydrolyse is de splitsing van een chemische verbinding
onder opname van water.
Millimolair.
De molair (M) is de verouderde naam voor de eenheid van
molaire concentratie of (verouderd) molariteit en komt
overeen met 1 mol per liter: 1 M = 1 mol/liter.
De molair is geen SI-eenheid. De SI-eenheid van molaire
concentratie is de millimolair (mM), die overeenkomt met
een 1 mol per kubieke meter: 1 mM = 1 mol/m³.
Nucleotiden.
Nucleotiden vormen een groep van bio-organische
verbindingen die de bouwstenen voor DNA en RNA
vormen. Daarnaast hebben ze ook belangrijke,
regulerende functies in het metabolisme van de cel.
Nucleotiden zijn bijvoorbeeld in staat om energie te leveren
aan niet-spontane reacties (hydrolyse van ATP tot ADP) en
om aan signaaltransductie te doen
Oxidatieve
fosforylatie.
De oxidatieve fosforylatie (oxfos) of
elektronentransportketen staat (samen met de
citroenzuurcyclus) in het centrum van de stofwisseling van
alle organismen die zuurstof gebruiken. De oxfos speelt zich
af in het mitochondrion
Polypeptiden.
Polypeptiden is een keten van een groot aantal verbonden
aminozuren (maximum 50).
Precursor.
Een precursor, ook wel uitgangsstof, is een stof die als
voorloper dient voor een andere stof en deel uit maakt van
de nieuwe stof. Zo is β-caroteen (provitamine A) een
43
precursor van vitamine A . Progesteron zou ook als een
precursor opgevat kunnen worden van alle
steroïdehormonen, zoals cortisol, aldosteron, testosteron,
estron en estradiol.
RNA.
Ribo Nucleic Acid (Ribonucleïnezuur).
Redoxreacties.
Een redoxreacties is een reactie tussen moleculen en/of
ionen waarbij elektronen worden uitgewisseld.
Ribonucleotide.
Een ribonucleotide is een nucleotide waarin een purine- of
pyrimidinebase is gekoppeld aan een ribosemolecule. Met
de ribosemolecule zijn naargelang de functie nog één,
twee of drie fosfaatgroepen veresterd.
Het bekendste ribonucleotide is adenosinetrifosfaat of ATP,
die één van de belangrijkste energieleverende moleculen
is.
Ribosoom.
Het ribosoom is een complex van eiwitten en RNA ketens in
de cel dat een heel belangrijke functie heeft bij de
opbouw van eiwitten.
Literatuur lijst.
Cranio-Sacraal therapie.
Etienne Peirsman en Marijke Baken.
Cranio-sacraaltherapie voor baby’s en kinderen.
Etienne en Neeto Peirsman.
Cranio Sacral Therapy.
John E. Upledger and Jon D. Vredevoogd.
Somato Emotional Release and Beyond.
John E. Upledger.
Anatomie en Fysiologie.
Drs. C.A. Bastiaanse en drs. A.A.F. Jochems.
Bio-resonantie.
R.D. Will.
Pathologie en geneeskunde.
J.H. Vrijenhoek.
44
De sleutel tot zelfbevrijding. Psychosomatiek.
Christiane Beerlandt.
Water.
Dr. F. Batmanghelidj.
Human Anatomy and Physiology.
Elaine N. Marieb and Katja Hoehn.
Bezochte en geraadpleegde websites.
www.wikipedia.org
www.pcsa.nu
www.spreekuurthuis.nl
www.apstherapy.com
www.quantumtech.be
www.contradolor.nl
www.biofeetback.be
www.epfxscio.eu
Atlassen.
De atlas van het menselijk lichaam.
Professor Peter Abrahams.
Atlas of Human Anatomy.
Frank H. Netter.
45
Intake formulier als bijlage.
Voor alle drie behandel methodieken wordt één intake formulier gebruikt.
Bij het eerste consult wordt aan de hand va het intakeformulier een
anamnese bepaald.
Afhankelijk van de anamnese worden extra bladen gevoegd waarin de
specifieke gegevens staan met betrekking tot de gekozen
behandelmethodiek.
Het origineel formulier ziet er, qua lay-out, anders uit en heeft een ander letter
type.
De lettertype van het formulier is voor de scriptie omgezet in Century Gothic,
lettergrootte 12 en gecomprimeerd om ruimte te besparen.
Praktijk Amir Koepon.
Cliëntgegevens voor pijn behandeling methodiek.
Datum intake
:
Cliëntnummer
:
Naam
:
Adres
:
Postcode
:
Telefoon
:
E-mailadres
:
M/V
Woonplaats:
Geslacht en burgerlijke staat :
(gehuwd, gescheiden, weduwnaar, weduwe, alleenstaand)
Geboortedatum :
Huisarts
:
Zorgverzekeraar
:
BSN
:
Geboorteplaats:
Contactgegevens in geval van een calamiteiten
Naam van de calamiteitenpersoon :
Huisadres en woonplaats
:
46
Telefoon (vast en/of mobiel)
:
Contra indicaties voor Micro Elektro Methodiek.
Draagt u een actieve implantaat?
Ja/nee
Heeft u epilepsie?
Ja/nee
Ben u onder behandeling voor kanker?
Ja/nee
Ben u zwanger of bezig zwanger te worden?
Ja/nee
Kind onder zes jaar
Ja/nee
Heeft u minder dan drie maanden geleden een
hersenbloeding of hersen-/hart infarct gehad?
Ja/nee
Heeft u acute trombose/ verhoogd risico voor trombose?
Ja/nee
Handtekening van cliënt:
Algemene intake :
Klachten algemeen
:
Sinds
:
Vragen met betrekking tot Bio-resonantie / Bio-feedback.
Zijn er operatief organen bij u verwijderd? :
(Amandelen, poliepen, nier, milt, blindedarm,
ledematen, tanden, kiezen en overige)
Gebruikt u doorgaans medicijnen die per recept
door uw arts voorgeschreven zijn?
:
Zo ja, hoeveel per dag?
:
Rookt u? Zo ja, hoeveel per dag?
:
47
Gebruikt u pijnstillende medicijnen die per
recept door uw arts voorgeschreven zijn? :
Zo ja, hoeveel in het laatste jaar?
:
Hebt u amalgaam vullingen in uw gebit? :
Zo ja, geef aantallen.
Gebruikt u vrij in de handels (drogisterij)
verkrijgbare medicijnen?
Zo ja, hoeveel gemiddeld per maand?
( zoals paracetamol, hoestdrank)
Hebt u last van allergieën en voor welke
stoffen? Geef aantal.
(Zoals voor pollen (gras, bloemen),
meel, huisstof, dieren)
:
:
:
Hebt u last van onopgeloste persoonsgebonden problemen en hoeveel hiervan?
Geef aantal.
:
(Boosheid, zorgen, vrees, angst, verlangen)
Draagt u zelf verantwoordelijkheid voor
uw lichaam? Geef een cijfer.
:
(Een 1 is heel weinig eigen verantwoordelijkheid,
een 10 is geheel zelf verantwoordelijk)
Gemiddeld gebruik van vet in de voeding.
Geef een cijfer.
:
(Iedere dag varkensvlees met vetrand
geeft cijfer 10, gemiddeld 1 maal per week
een 5, gemiddeld 1 maal per maand een 1)
Eet u vegetarisch?
:
Hebt u last van persoonsgebonden stress?
Geef een cijfer.
:
(Cijfer 1 voor geen stress, cijfer 5 voor
redelijk te dragen stress en 10 is zwaar
lijden onder stress)
48
Hoeveel maal per dag eet u suikerhoudende
koekjes en/of versnaperingen?
Hoeveel maal per week worden
lichaamsoefeningen gedaan die langer
duren dan 1 uur per keer?
(Sporten)
:
:
Gebruikt u alcoholische dranken?
Hoeveel gemiddeld per dag?
:
:
Gebruikt u cafeïne, theïne, cacao,
koolzuurbevattende draken?
Hoeveel gemiddeld per dag?
:
:
Was of wordt u blootgesteld aan straling,
giftige stoffen en/of dampen?
:
Zo ja, geef aantallen.
:
(bv. Röntgenstraling, chemotherapie, giftige
chemicaliën, insecticiden, vliegreis)
Hoeveel ernstige verwondingen letsels
ziekten heeft u in uw verleden gehad?
:
Zo ja, geef aantallen.
:
(Zoals beenbreuk, longontsteking, hartinfarct,
zware sportblessures, hernia etc.)
Hoeveel ernstige infectieziekten heeft u in
uw verleden gehad?
:
Zo ja, geef aantallen
:
(Zoals malaria, kinkhoest, rode hond,
waterpokken, vijfde ziekte etc.)
Hoeveel glazen water drinkt u per dag?
:
Hebt u overgewicht?
Zo ja, hoeveel kilo's?
:
:
Urineert u per dag vaak of weinig?
:
Hebt u een regelmatige stoelgang?
Eén maal per dag of meer?
:
:
Lijdt u aan slapeloosheid?
:
49
Disclaimer
De informatie in deze scriptie is enkel bedoeld voor educatieve en / of
pedagogische doeleinden. De informatie is niet bedoeld voor diagnose,
behandeling, verpleging en verzorging volgens de Nederlandse wetgeving
en regelgeving in het kader van de BIG wet en WGBO. De auteur van deze
scriptie kan niet wettelijk verantwoordelijk en wettelijk aansprakelijk gesteld
worden wanneer er bij toepassing van de in deze scriptie staande
behandelingen letsel en / of vervolgletsel ontstaan bij de behandelde mens
of dier. De auteur van deze scriptie wijst elke verantwoordelijkheid en
aansprakelijkheid af voor de inhoud van om het even welke publicatie of
website, als ook voor de uitspraken en handelingen van om het even welke
andere persoon, die zegt zich te baseren op het werk van de auteur.
Download