24 juli 2017 Hoofdstuk 2: Functies V-1. a. b. c. d. V-2. a. b. c. V-3. a. b. c. d. e. f. V-4. a. b. c. V-5. a. b. en grafieken. De richtingscoëfficiënt is -3. Voor a 3 zijn ze evenwijdig. Als de grafieken evenwijdig zijn: a 4 . 4 3 x 1 21 x 13 4 21 x 9 Het snijpunt is (-2, 10) x 2 Voor x 2 is 2x 5 0 . De wortel uit een negatief getal bestaat niet. 2x 5 0 2x 5 x 2 21 3 2x 5 0 . Er wordt bij -4 altijd een positief getal opgeteld. Df : ,2 2, Voor geen enkele waarde van x. Als x steeds groter wordt, wordt x 52 bijna 0. De functiewaarden komen steeds dichter bij 4. Dit geldt ook als x steeds kleiner (groot negatief) wordt. y 4. Bf : ,4 4, 2(2 x 5)(1 2 x ) 0 2x 5 0 1 2x 0 2x 5 2x 1 x 2 21 x 21 De snijpunten zijn: ( 21 , 0) en (2 21 , 0) . De top van de parabool is bij x 1 21 . f (1 21 ) 2 2 2 8 De top is (1 21 , 8) . Bf : 8, Grafiek A is de wortelfunctie: h( x ) x 4 ; grafiek B is een exponentiële functie: g ( x ) 5 1,5 x ; grafiek C is een lineaire functie (rechte lijn): f ( x ) 0,5 x 2 en grafiek 1 1. D is een gebroken functie (hyperbool): k ( x ) 6 4x P(0, 4) Q(0, 5) S(0, 2) en R(-4, 0) T(0, 1 61 ) en U( 1 34 , 0) 1 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 24 juli 2017 V-6. a. b. c. Df : ,3 3, 6 4 4 1 0 3x 3x 4 Snijpunt met de x-as: (-1, 0) x 1 Verticale asymptoot: x 3 en horizontale asymptoot: y 1 2 x -6 -4 -2 2 b. c. 4 6 8 10 -4 -6 10 Voor alle waarden van t is t 1 0 en 2t 16 0 . De functiewaarden van g(t) zijn dus groter of gelijk aan 4 en die van h(t) groter of gelijk aan -2. De grafiek van h snijdt de x-as dus wel en die van g niet. Er is één snijpunt. y g 8 6 4 h 2 t 2 4 6 8 10 12 14 16 -2 -4 V-8. a. b. V-9. 12 -2 d. V-7. a. y f ( x ) 4 2x 22 2x 22 x x f(x) g(x) -2 1 1 Martine heeft gelijk. f ( x ) 31 ( 3 x )4 31 ( 3)4 x 4 31 81 x 4 27 x 4 2 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 -1 2 2 0 4 4 1 8 8 2 16 16 18 24 juli 2017 1. a. b. c. 2. a. 4x 7 0 4x 7 x 1 34 Df : 1 34 , Dg : ,1 34 1 34 , 4 7x 0 7 x 4 x 74 Df : , 74 b. en Bf : ,5 d. c. 27 x 3 0 x 3 27 x3 Dg : ,3 en Bg : ,2 en Bh : ,0 0, 2x 5 0 2x 5 x 2 21 Dk : ,2 21 2 21 , en Bk : , 21 3. x3 8 0 x 3 8 x 2 Dh : , 2 2, 1 2 , h: verticale asymptoot: x 2 en horizontale asymptoot: y 0 k: verticale asymptoot: x 2 21 en horizontale asymptoot: y 21 4. a. Verticale asymptoot: x 4 21 en horizontale asymptoot: y 3 21 . b. Df : ,4 21 4 21 , en Bf : ,3 21 3 21 , 5. a. Df : Ў b. c. d. x 2 x 12 ( x 4)( x 3) 0 x 4 x 3 ( 4, 0) en (3, 0) De top ligt bij x 21 : f ( 21 ) 3 21 3 21 12 41 T ( 21 , 12 41 ) De grafiek is een dalparabool, dus Bf : 12 41 , . 6. a. Grafiek A heeft twee verticale asymptoten: h( x ) 1 x 4 2 Grafiek B heeft twee randpunten: f ( x ) x 2 4 Grafiek C is een hyperbool; een lineair gebroken functie: j ( x ) b. - 3 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 1 4 x 24 juli 2017 7. a. b. 12a 4 0 12a 4 Omdat het domein ,12 is moet a 31 . a 31 2b 3 7 y 2b 4 b 2 8 6 4 15 8. Voer in: y1 x 4 x y 2 2 10 t -2 -1 1 2 3 4 5 6 7 5 t -2 9. -4 -4 -3 -2 -1 1 2 3 4 5 -5 10. a. -6 -10 b. In de derde plot is de grafiek het beste in beeld. Om de grafiek goed in beeld te krijgen stel je in het window de x-waarden in en dan met zoom en zoomfit past de GRM de y-waarden in. kleinere y-waarden. 11. a. b. c. De verticale asymptoot is x 100 . Daar verandert de grafiek dus flink. TblStart 80 en VTbl 5 De horizontale asymptoot is y 3 . -15 -20 16 y 14 12 12. a. 10 2x 100 0 2 x 100 x 50 Df : 50, B.v.: X min 55, X max 50, Xscl 10, Y min 5, Y max 20 en Yscl 5 8 6 4 2 -60 -50 -40 -30 -20 -10 x 10 20 30 40 50 -2 b. c. 12 13. a. b. 11 Tijd en hoogte moeten positief zijn. Voer in: y1 15 x 4,9 x 2 Stel in het window de x-waarden in: X min 0, X max 5 en vervolgens zoom zoomFit. Pas eventueel het window aan. De t-waarden van 0 tot 3 en de h-waarden van 0 tot 11,5 h 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 -1 t 1 2 3 -2 c. 14. a. b. c. Om een grafiek helemaal op het beeldscherm te krijgen kun je in het window de x-waarden instellen en vervolgens zoom optie 0 (zoomfit) te gebruiken. Daarna kun je in het window kijken wat de ywaarden zijn. X min 15, X max 15, Xscl 5, Y min 150, Y max 150 en Yscl 10 X min 5, X max 5, Xscl 1, Y min 45, Y max 65 en Yscl 10 X min 8, X max 5, Xscl 1, Y min 10, Y max 10 en Yscl 1 4 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 24 juli 2017 15. 16. a. b. Op tijdstip t 0 is de hoeveelheid water 1000 liter. 1000 50t 0 50t 1000 t 20 X min 0, X max 25, Xscl 1, Y min 0, Y max 1100 en Yscl 50 9 8 De grafiek moet een verticale asymptoot hebben bij x 4 en een horizontale asymptoot bij y 2 . Chris heeft geen haakjes gezet om x 4 . 1 1 fChris ( x ) 2 4 2 x x c. y 7 6 5 4 3 2 1 0 -1 x 1 2 3 4 5 6 7 8 -2 -3 -4 -5 17. 18. a. b. f(x): X min 3, X max 10, Y min 1, Y max 5 g(x): X min 5, X max 5, Y min 2, Y max 10 h(x): X min 10, X max 20, Y min 0, Y max 10 Y min 500, Y max 300 Nee! De toppen laten we uitrekenen met 2nd trace optie 3 (minimum) en optie 4 (maximum). De nulpunten met 2nd trace optie 2 (zero). maximum: (-0.08, -4.96) minimum: (4.08, -41.04) nulpunt: (6.29, 0) c. 19. a. b. c. De grafiek snijdt de x-as drie keer. 2nd trace optie 2 (zero): x 1,42, x 0,51 en x 1,14 2nd trace optie 4 (maximum): (-0.88, 3.61) en optie 3 (minimum): (0.88, -0.61) 20. a. b. Voer in: y1 21 x 4 5 x 1 maximum: (1.36, 4.09) 21. a. b. c. Karlijn heeft het goed ingevoerd. y (2x )2 20 22 x 20 Je mag voor x alle waarden invullen; Df : Ў zero: x 0,20 en x 2,08 De kleinste waarde dat x 2 kan aannemen is 0. Het bereik van f is 19, . d. 2 2x 20 0 2 Voer in: y1 2x 20 22. a. b. zero: x 2,08 en x 2,08 Bijvoorbeeld: Xmin 10, Xmax 10, Ymin 10 en Y max 20 Voer in: y1 x 2 6 x en y 2 3 x 7 2nd trace optie 5 (intersect): x 7,52 en x 1,04 5 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 9 24 juli 2017 23. Om een grafiek helemaal op het beeldscherm te krijgen kun je in het window de x-waarden instellen en vervolgens zoom optie 0 (zoomfit) te gebruiken. Daarna kun je in het window kijken wat de y-waarden zijn. a. b. c. d. Nulpunten: x 5,32 x 1,32 Top: (-2, -11) Nulpunten: t 0,5 t 0 t 0,5 Toppen: (-0.29, 9.62) en (0.29, -9.62) Nulpunt: q 12,61 . Een exponentiële functie heeft geen toppen. Nulpunten: p 14,76 p 20,06 Top: (2.65, 13.42) 24. a. b. c. Voer in: y1 13 1,08 x en y 2 25 2nd trace (calc) optie 5 (intersect): x 8,50 x 8,50 25. a. b. c. d. x 3,46 n 0,41 moet zijn: 3 x 0,5 x 1 x 0,13 en x 31,87 t 233,21 26. a. b. Het antwoord van Annet is exact. Yvonne heeft haar antwoorden afgerond. Die van Annet zijn de exacte antwoorden. 27. a. d. 28. a. 3 4 x b. x 3 4 x x 2 x 2 4x 3 0 ( x 3)( x 1) 0 x 3 x 1 2 1 x2 2 x 2 x2 x4 x4 x2 2 0 ( x 2 2)( x 2 1) 0 x 2 2 x 2 1 x 1 x 1 5 2x 2 0 2 x 2 5 x 2 2 21 2 21 x 2 21 b. 2x( x 2 3 x ) 2x 3 4 x 2x 3 6 x 2 2x 3 4 x 6x 2 4x 0 2 x(3 x 2) 0 x 0 x 32 x2 x 1 0 x2 x 1 0 x 21 21 5 x 1 x 1 x 2 2x 1 x 1 x 2 3x 2 0 ( x 2)( x 1) 0 x 2 x 1 c. , 21 21 5 21 21 5 , 6 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 c. 2x 2 x 3 0 (2x 3)( x 1) 0 x 1 21 en x 1 24 juli 2017 29. a. b. c. 30. a. Omtrek 2 1 21 3 en Opp (1 21 )2 2 41 r 6.400 km Omtrek 2 6400 40.212 km. Dat zegt niet zo veel hoe groot dat nu eigenlijk is. b. Omdat de coëfficiënt voor x 2 positief is, is de grafiek een dalparabool. De grafiek heeft dus nog een nulpunt. x 1,3 31. a. b. c. Voer in: y1 2 x 2 x 4 Dat doen we dus niet! x 41 41 33 32. a. b. c. zero: x 1,19 en x 1,69 intersect: x 15.500 y1 0,02x 35 en y 2 500 0,01x 0,02x 35 500 0,01x 0,03 x 465 x 15.500 De vergelijkingen 3 en 4 kun je ook algebraïsch oplossen. 3. 23 3 1,5x 50 8 4,5 x 50 4,5 x 42 x 9 31 4. x 2 3x 4 x 2 3 x 16 x 2 3 x 16 0 x 1 21 21 73 intersect: x 1,95 d. Voer in: y1 x 3 2 x 2 en y 2 15 33. a. b. c. De vergelijking heeft drie oplossingen. x 1 en x 1: f (1) 0 (4)2 0 4 0 g(1) en f (1) 2 (2)2 8 4 2 g(1) ( x 1)( x 3)2 4 ( x 1) x 1 0 ( x 3)2 4 x 1 x 3 2 x 3 2 x 1 x 5 34. a. ( x 2)2 (2x 1) ( x 2)2 ( x 2) b. ( x 2)2 (2x 1) ( x 2)3 d. ( x 2)2 0 2 x 1 x 2 x 2 x 3 4x 1 16 x 4 4(4 x 1) x2 1 4x 1 0 2 4 x ( x 2)2 0 2 x 1 x 2 x 2 x 1 c. ( x 3) 2x 2x 6 2 ( x 3) x 3 0 2x 2 x 3 x 1 x 41 x 2 41 x 21 x 7 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 1 2 24 juli 2017 35. a. De grafieken zijn niet goed getekend. Moeten nog 1 naar rechts verschoven worden. b. c. d. Het randpunt van fb ( x ) is (3, b). Dus de middelste grafiek hoort bij b 0 . Bij de bovenste grafiek hoort b 2 en bij de onderste b 2 21 . 3x 0 x 3 Ik ga er vanuit dat de bovenste grafiek A is en de onderste C. BC : 2 21 , e. De grafiek C moet 4 21 omhoog verschoven worden. f. Dan moet je de grafiek 2 21 3 omhoog verschuiven. 36. a. b. 16 14 De grafiek van f moet verticaal vermenigvuldigd worden. ga (0) a 0 4 2a 4 a 2 12 a 2 21 10 8 6 4 2 -5 37. a5 y -4 -3 -2 -1 x 1 -2 2 3 4 5 -4 g(x): 4 omlaag verschuiven. h(x): vermenigvuldigen t.o.v. de x-as met factor 4 1 1 1 i(x) 2 91 2 : vermenigvuldigen t.o.v. de x-as met factor 2 (3 x ) 9x x a 3 -6 -8 -10 -12 1 9 . 2 1,96 1 1,4 j(x) 2 1,96 2 : vermenigvuldigen t.o.v. de x-as met factor 1,96. x x x 38. a. 1 omhoog x as , 3 f ( x ) 2x y 2x 1 y 3(2x 1) 3 3 2x b. 1 omhoog x as , 3 f ( x ) 2x y 3 2x y 1 3 2x 39. a. 4 omlaag x as , 2 f ( x ) 2x 1 y 2 (2x 1) 4x 2 y 4x 6 b. 2 omlaag x as , 2 f ( x ) 2x 1 y 2x 3 y 2 (2x 3) 4x 6 40. 2 g ( x ) 4 x 2 21 ( 4 x 2) V V V V V x as , 1 1 2 1 omhoog 4 x 1 x 1 y x V x as , 1 1 omhoog 2 g ( x ) 4 x 2 4 x 1 y 21 ( 4 x 1) 41. a. b. c. d. 1 2 4 x 21 x 21 9 Kijk voor verticale asymptoten waar de noemer 0 wordt: 2 x 0 voor alle waarden van x, dus de noemer is altijd groter dan 1. 8 y 7 6 5 4 3 2 Voor grote positieve waarden van x is 2x heel erg 8 2x 2x x 1. En voor grote negatieve groot: y 1 2x 2 8 2x 8 8 waarden van x is 2x bijna 0: y 1 2x 1 Bb : 1,8 8 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 1 -8 -6 -4 -2 -1 -2 -3 x 2 4 6 8 24 juli 2017 42. a. b. c. d. e. f. x 20 x 2 en R(-2, -2) Voer in: y1 x 2 2 7 x 2 maximum: (1.01, 13.12) Bf : ,13.12 4 b 0 b4 g ( 4) 16 a 0 0 a 16 Het randpunt is bij x 3 , dus b 3 . Door (12, 0): g (12) 144 a 7 12 3 123 a 0 , dus a 123 . 43. a. b. 4 3 2 1 0 x4 c. 1 2 x4 x 4 21 x 4 21 d. fa ( 3) 2 a 3 4 fa (0) 2 a 0 4 y 2 1 -4 -2 a 2 4 a 8 -1 x 2 4 d. e. 10 14 -4 -5 -6 a 3 4 -7 3 -8 3 2 7 y 5 4 3 Df : , 1 1, en Bf : ,2 2, 2 1 3 2 3 x 1 -8 -6 -4 -2 2 x 1 -1 -2 3 3 3x -3 x 1 -4 3 ( x 1)(3 3 x ) 3 x 2 6 x 3 -5 3 x 2 6 x 3 x ( x 2) 0 x 0 x 2 (0, 1) en ( 2, 5) 3 Voer in: y1 2 en y 2 x 2 x 12 x 1 intersect: ( 4.39, 2.88), ( 0.79, 12.17) en (3.18, 1.28) 3 9 9 Vx as , 3 12 omlaag f ( x ) y 3 (2 ) 6 y 18 x 1 x 1 x 1 x 4 45. a. 12 -3 6 c. 8 -2 a ( 3 4)( 3 2) 5 2 3 44. a. b. 6 Voer in: y1 3 x 1 2x minimum: y 3,91 9 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 Bf : 3.91, 6 8 24 juli 2017 1 x 3 41 x 2 b. 3x c. 1 1 2x 4 2 x 4 22 x2 Voer in: y 2 2x 46. a. b. c. d. 47. a. b. intersect: x 3,12 x2 2 1 x x 2 1 1 21 A(4, 6) x 2 1 tan AOB 1 21 2 x AOB tan1(1 21 ) 56o x4 Voor grote waarden van x nadert t naar 1. AOB nadert dan naar 45o. t Grafiek C is een bergparabool. Daar hoort de functie f bij. Grafiek A is een hyperbool. Daar hoort een lineair gebroken functie bij: g. Grafiek B hoort bij een wortelfunctie vanwege het randpunt. Dus h. Grafiek D hoort bij een exponentiële functie: m. f: D : Ў en B : ,10 g: D : ,4 4, en B : ,2 21 2 21 , h: D : ,5 en B : 0, m: D : Ў en B : 0, 48. a. b. c. d. e. De lengte is x en de breedte van het kruis is de totale lengte van het vierkant min 2 keer de lengte van de arm van het kruis: 10 2x . R( x ) 4 x (10 2x ) 40 x 8 x 2 Elk geel vierkant heeft een oppervlakte van x 2 . Het middelste vierkantje heeft een oppervlakte van (10 2x )2 . Dus G( x ) 4x 2 (10 2x )2 . R( x ) G( x ) 40x 8x 2 4x 2 (10 2x )2 40x 8x 2 4x 2 100 40x 4x 2 100 G( x ) R( x ) 50 40 x 8 x 2 50 8 x 2 40 x 50 0 ABC formule x 2 21 f. 4 x 2 (10 2x )2 4 (40 x 8 x 2 ) Voer in: y1 4 x 2 (10 2 x )2 en y 2 4 (40 x 8 x 2 ) intersect: x 0,56 x 4,44 10 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 24 juli 2017 T-1. a. b. T-2. a. b. Df : Ў en Bf : ,5 Dg : ,8 en Bg : 2, c. Dh : Ў en Bh : 3, d. Dk : ,3 3, en Bk : , 2 2, horizontale asymptoot (grote waarden voor x invullen): y 2 verticale asymptoot (kijk waar de noemer 0 is): x 3 x 2 3 0 voor alle waarden van x. De grafiek heeft geen verticale asymptoten. T-3. a. b. c. d. Xmin 10, Xmax 30, Ymin 30 en Y max 100 Xmin 40, Xmax 30, Ymin 10 en Y max 40 Xmin 5, Xmax 2, Ymin 40 en Y max 100 Xmin 10, Xmax 15, Ymin 60 en Y max 100 T-4. a. b. c. d. Voer in: y1 21 x 3 3 x 8 zero: x 3,29 maximum: (-1.41, -5.17) en minimum: (1.41, -10.83) Voer in: y 2 4 intersect: x 3,57 Voer in: y 2 3 x 7 intersect: x 3,38 x 0,17 x 3,54 T-5. a. 3 4x 1 5 16 x 2 9 24 x 8 4 x 10 x4 x x 3 9(4 x 1) 25 36 x 34 x 17 18 16 x 2 24 x 9 0 (4 x 3)2 0 x 34 4x 2 4x 4 x 0 x 4 x( x 3) x 2 4x 4 0 ( x 2)2 0 x2 b. intersect: x 11,13 B: Voer in: y1 8( x 2) en y 2 x 1 2 C: Voer in: y1 6 0,8 3 x 3 zero: x 3,11 T-6. V x as , 1 a. 3 omlaag 2 f ( x ) 2 4 x 3 y 21 (2 4 x 3 ) 1 2 x 3 y 2 2 x 3 b. 1 omhoog 2 f ( x ) 2 4 x 3 y 21 (2 4 x 3 ) 1 2 x 3 y 2x 3 V x as , 1 V x as , 1 2 omlaag 2 y 4 x 3 y 21 4 x 3 2 x 3 of: f ( x ) 2 4 x 3 T_7. a. Grafiek 1 is een rechte lijn. Daar past een lineaire functie bij: k(x). Grafiek 2 past bij een exponentiële functie: f(x). Grafiek 3 is een hyperbool. Daar past een lineair gebroken functie bij: h(x). En grafiek 4 heeft een randpunt en past dus bij een wortelfunctie: g(x). 11 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2 24 juli 2017 A: k(0) 3 B: 3 21 x 0 A(0, 3) c. C: f (0) 3 C(0, 3) D: 9 2x 0 1 2x 9 x 3 2 B(6, 0) D (4 21 , 0) x 4 21 x6 grafiek 2 heeft een horizontale asymptoot: y 0 en grafiek 3: y 1 . d. f: domein: Ў bereik: 0, b. g: domein: ,4 21 bereik: 0, e. T-8. a. h: domein: ,2 2, k: domein: Ў bereik: Ў x 3 1,5 10 Voer in: y1 3 1,5 x en y 2 10 Dus: x 2,97 bereik: , 1 1, intersect: x 2,97 AS AD SD 6 a OppAPS 21 a (6 a ) 3a 21 a 2 b. O(a ) 36 4 (3a 21 a 2 ) 36 12a 2a 2 c. Voer in: y1 2 x 2 12 x 36 minimum: y 18 De oppervlakte is minimaal als x 3 . domein: 0 a 6 en bereik: 18 O 36 Voer in: y 2 30 intersect: x 0,55 en x 5,45 De oppervlakte is groter dan 30 voor: 0 a 0,55 en 5,45 a 6 . d. e. 12 Uitwerkingen 4 vwo wiskunde B, hoofdstuk 2