Checklist for Autism in Toddlers (CHAT)

advertisement
Voornaamste instrumenten autismespectrumstoornissen in Vlaanderen
SCREENING DIAGNOSE ASSESSMENT
VRIJ
PEP-R
AAPEP
AUTI-R
CARS
AVZ-R
(CHAT)
X
X
X
X
X
X
X
TRAINING
VABS
ADI-R
ADOS-G
DISCO 1&2
X
X
X
X
X
X
X
Multidisciplinair diagnostisch onderzoek
Bestaat uit:










Intake (met anamnese)
Psychodiagnostisch onderzoek
Onderzoek naar sociale cognities
Spelobservatie
Observatie in school- en/of thuissituatie
Bevraging leerkracht
Uitgebreide bevraging ouders
Logopedisch onderzoek
Kinderpsychiatrisch onderzoek
Ontwikkelingsneurologisch onderzoek
Eventueel aangevuld met:





Motorisch onderzoek
Neuropsychologisch onderzoek
Genetisch onderzoek
Onderzoek van gehoor en visus
Medisch-technische onderzoeken
AUTI-R schaal
van Berckelaer-Onnes & Hoekman, 1990
 Doel: autistische kinderen onderscheiden van nietautistische kinderen.
 Operationalisering van het theoretisch construct
“vroegkinderlijk autisme”. Dit construct omvat 6
constituerende begrippen:
-
Relatiestoornis
Taalstoornis (communicatiestoornis)
Opvallende motorische verschijnselen
Opvallende zintuiglijke verschijnselen
Weerstand tegen veranderingen
Extreme, schijnbaar onlogische angsten
 Vier normgroepen:
-
Sprekend van 36 t/m 83 maanden
Niet sprekend van 10 t/m 83 maanden
Sprekend van 72 t/m 155 maanden
Niet sprekend van 72 t/m 155 maanden
 Waarom sprekend versus niet sprekend?
 Waarom 2 leeftijdsgroepen?
 51 vragen, waarvan 1 “ja” of “nee” (spreekt het
kind?) en 50 op 6-puntenschaal (“nooit” tot “zeer
frequent”)
 Moet gescoord worden door iemand die beroepshalve
met kinderen tussen 1 en 12 jaar in aanraking komt.
 Duur van de afname: 30 tot 45 minuten
 Scoring:
 Vrij complexe berekening (voordeel)
- eindscore < 200: autistisch (verder onderzoek)
- eindscore 200 t/m 249: geen classificatie (verder
onderzoek)
- eindscore  250: niet autistisch
 Waarde:
-
Goede betrouwbaarheid.
Kruisvaliditeit
Enkel classificatie  verder onderzoek
Probleem: normaal begaafde kinderen
Childhood Autism Rating Scale (CARS)
Schopler et al, 1971, 1988
 Gedragsbeoordelingsschaal
 Doel: Identificeren van kinderen met ASS en
differentiëren ASS - niet ASS
 Licht / matig autisme versus ernstig autisme
15 items, ingevuld door professioneel adhv
oudergesprek, dossier, observatie, …
1. Relatie met mensen
2. Imitatie
3. Emotionele reactie
4. Lichaamsbeweging, stereotypie
5. Gebruik van voorwerpen
6. Aanpassing aan verandering
7. Visuele respons
8. Auditieve respons
9. Responsiviteit en gebruik van nabijheidszintuigen
(tast, reuk, smaak)
10. Angst
11. Verbale communicatie
12. Non-verbale communicatie
13. Activiteitsniveau
14. Cognitief functioneren
15. Algemene indruk
Scoring:
1 = normaal
1,5 = zeer licht afwijkend
2 = licht afwijkend
2,5 = licht tot matig afwijkend
3 = matig afwijkend
3,5 = matig tot ernstig afwijkend
4 = ernstig afwijkend gedrag
Totaalscore:
15 – 29,5: niet autistisch
30 – 36,5: mild tot matig autistisch
37 – 60: ernstig autistisch
Waarde:
 Goede discriminatie autisme – niet autisme (wel
arbitraire grens)
 Zeer vaak gebruikt
 Probleem: kennis ontwikkelingspsychologie
 De CARS is slechts een eerste stap.
Autisme- en verwante stoornissenschaal
(AVZ-R)
Kraijer, 1999
 Screeningsinstrument voor personen met mentale
retardatie van 2 tot 70 jaar.
 Twaalf dichotome items (ja – neen), in 4 categorieën:
-
Contact met volwassenen (1a – 1b – 1c)
Contact met leeftijds- en niveaugenoten (2a – 2b)
Taal en spraak (3 – 4 – 5)
Overig gedrag (6 tot 12)
 In te vullen door professioneel, vertrouwd met
autisme en mentale retardatie.
 Afnameduur: 15 min.
 Scoring:
 items in 4 klassen, gewogen en opgeteld tot
eindscore:
- 0 – 6: geen PDD
- 7 – 9: twijfel
- 10 – 19: pervasieve ontwikkelingsstoornis
 Waarde:
- Ontoereikend bij normale begaafdheid, diepe
zwakzinnigheid.
- Screening: moet de persoon verder onderzocht
worden, ja of nee.
Checklist for Autism in Toddlers (CHAT)
Baron-Cohen, Allen, & Gillberg, 1992
 Kort screeningsinstrument
 Wordt afgenomen door professioneel op leeftijd van
18 maanden
2 secties:
 Sectie A: 9 ontwikkelingsgebieden
 Sectie B: controle, zelf uitvoeren
Items predictief voor autisme:
 “Doen alsof” spel
 Protodeclaratief wijzen
 Gaze monitoring
Waarde:
- Baron-Cohen et al 1997: Falen op de 3 ‘key’-items:
83,3% kans op autisme
- Baird et al 2000: Sensitiviteit 38%, specificiteit
98%
Autism Diagnostic Interview (ADI-R)
Lord et al, 1994
 Doel: verkrijgen van beschrijvingen van die
gedragingen die noodzakelijk zijn voor de
differentiaaldiagnose van PDD, in het bijzonder
autisme
 Gebaseerd op ICD-10
 “Investigator based”
 Mentale leeftijd minimaal 18 maanden
 Enkel bij vermoeden PDD
 Bestaat uit 6 onderdelen:
- 1: Algemeen oriënteringsonderdeel
- 2: Vroege ontwikkeling
- 3 – 4 – 5: communicatie en taal, sociale
ontwikkeling en spel, ongewone interesses en
gedragingen.
- 6: specifieke gedragsproblemen, speciale
vaardigheden, afsluiting
 Drie leeftijdsperioden:
- MOMENTEEL en OOIT: kwalitatief abnormaal op
elke leeftijd
- 4 – 5 jaar: beïnvloed door ontwikkelingsniveau
- Specifieke leeftijden
 Afname en scoring tegelijkertijd
 Training (interview & codering)
 Valkuilen
 Scoring:
-
0: niet aanwezig (niet autistisch)
1: abnormaal, niet genoeg voor 2
2: duidelijke abnormaliteit
3: nog ernstiger manifestatie gedrag
7: abnormaliteit, maar niet van bedoelde gedrag
8: niet van toepassing
9: niet geweten of niet gevraagd
 Algoritme voor autisme ICD-10
 Waarde:
-
Betrouwbaar
Goede differentiatie autisme – niet autisme
Mindere differentiatie overige PDD
Geen probleem met normale begaafdheid
Training: beperkt
Intensief
Autism Diagnostic Observation Schedule –
Generic (ADOS-G)
 Doel: Semi-gestructureerde assessment van
communicatie, sociale interactie en spel (observatie)
 Standaard activiteiten creëren gelegenheid tot
voorkomen van gedragingen die belangrijk zijn voor
diagnose en assessment van autisme en andere PDD.
 4 modules, op basis van niveau van expressieve taal
en chronologische leeftijd:
- Module 1: niet-sprekende, jonge kinderen (< 3j)
(flexibele driewoordzinnen). Wanneer oudere
kinderen: ander materiaal.
- Module 2: Enige spraak in zinnen, niet vloeiend.
Niet geschikt voor adolescenten en volwassenen.
- Module 3: Verbaal vloeiende kinderen (niveau >
4j), spelend (< 12 à 16 jaar).
- Module 4: Verbaal vloeiende adolescenten en
volwassenen, socio-emotionele vragen en interview
items.
Duur: 30 tot 45 minuten
Doel van de modules: Interessante, standaard contexten
creëren waarin interacties voorkomen.
 Aparte algoritmes voor elke module (autisme en
PDD-NOS)
 Waarde:
- Grootste sterkte is standaardisatie van methodes en
codes
- Resultaat is sterk afhankelijk van ervaring van
onderzoeker:
 Kennis van normale ontwikkeling, autisme en
andere ontwikkelingsstoornissen (+ ervaring met
kinderen)
 Kennis van ADOS-G, zowel van taakjes als
codering (training!)
- Complementair aan ADI-R: samen “gouden
standaard” aan het worden in diagnose.
Module 1
1.
Free play
2.
Response to name
3.
Response to joint attention
4.
Bubble play
5.
Anticipation of a routine with objects
6.
Responsive social smile
7.
Anticipation of a social routine
8.
Functional and symbolic imitation
9.
Birthday party
10. Snack
Aandachtspunten bij jonge kinderen

Oogcontact

Reactie op spraak, geluid

Imitatie

Joint-attention gedrag

Symbolisch spel

Verder:
-
geen anticipatie op oppakken
niet tonen of begrijpen van emoties
geen interesse in leeftijdsgenoten
mensen als voorwerpen behandelen
motorische stereotypieën
voedingsproblemen
Download