Substance Abusing Parents, their Children and the T.C.

advertisement
Drugverslaafde ouders met jonge
kinderen: mogelijke gevolgen
voor de psycho-sociale
ontwikkeling
Wouter Vanderplasschen
Vakgroep Orthopedagogiek
Universiteit Gent
Overzicht
‘Crack babies’ en ‘crack kids’
 Risico’s verbonden aan druggebruik van
de ouders

– risicofactoren in de omgeving
– beschermende factoren
– mogelijke gevolgen voor de psycho-sociale
ontwikkeling
– naar een realistisch beeld
‘Crack babies and kids’ (1)
Crack : goedkoop, rookbaar cocaïnederivaat
 Vooral veel vrouwen + laagste sociale
klassen
 Gebruik tijdens zwangerschap ->
verschillende risico’s oa. pervasieve
hersenbeschadiging
 Voor vele kinderen dreigt plaatsing

‘Crack babies and kids’ (2)

Enige nuancering vereist:
– extreem problematische opvoedingssituatie
– crack : marginale drug in België
– deterministisch + negatief beeld
– bepaalde kinderen ontwikkelen zich vrij
normaal en zonder problemen
Inleiding






“Forgotten children”
Meer aandacht: opvoedings- en
ontwikkelingsproblemen voorkomen +
beperken + nieuwe generatie verslaafden
vermijden
Verschillende diensten: kind, ouder, verslaafd
samenhangende problematiek
Afkerig tov hulp: hoederecht
vooral verslaafde moeders: vaderfiguur
ontbreekt dikwijls
Omvang problematiek




18 tot 75% heeft kinderen + stijgt
1/10 pasgeborenen in de VS
In Nederland: 5000; 25 à 40% kinderen
Weinig cijfergegevens over België
– 1000/jaar
– 1/4 tot 1/3 heeft kinderen
Drugverslaafde ouders
Ouderschap problematisch:
responsiviteit en grenzen stellen
 belangrijke mijlpaal
 zwangerschap:

– onverwacht
– latente kinderwens: verandering
– minder gebruiken of stoppen
– confrontatie met realiteit: herval !
Ouderschap

Afhankelijkheid: verwerven en gebruiken
drugs
– zorg en opvoeding secundair
– onder invloed, wisselend gemoed, chaotische
levensstijl: beperkte emotionele betrokkenheid,
toegankelijkheid en aandacht
– gevaarlijk situaties: spel, voeding, hygiëne


1/3 emotionele verwaarlozing + 10% fysieke
mishandeling
plaatsing!
Drugverslaafde ouders







Familiale achtergrond (verslaving, ruzies,
verwaarlozing, plaatsing, …) + relationele problemen:
psychische en emotionele problemen
weinig eigen positieve ervaringen: gn adequate
opvoedings- en interactievaardigheden + weinig
kennis over ontwikkeling
Meer rigide + minder responsief: hechting!
Overdreven begaan: verwenning
Instabiele + wisselende relaties en beperkt sociaal
netwerk: alleen
gezin georganiseerd rond verslaving: coafhankelijkheid + parentificatie
loyaliteit aan ouders + bewaren familiegeheim







Weinig positieve identificatiemodellen
drugs als copingmechanisme + gevoel van macht en
potentie
ontbreken vaderfiguur
werkloosheid + financiële problemen
criminaliteit en prostitutie: justitie
schaamte- en schuldgevoelens: oordeel
maatschappij, mogelijke schade, dreiging van
plaatsing + sociale uitsluiting
onttrekken aan hulpverlening + versterken gevoelens
door bepaalde reacties kinderen
Beschermende factoren





Ondanks risico’s: sommigen zeer goed
verantwoordelijk en motiverend
adequaat functioneren: sociaal netwerk, stabiel
gebruik, rituelen, vaderfiguur, intacte leefgebieden
zeker niet bij iedereen beperkte
ouderschapsvaardigheden of onvoldoende aandacht
Ouderschap bemoeilijkt indien andere risicofactoren:
eerder risico dan belemmering
Kinderen van drugverslaafde
ouders


Effecten van gebruik tijdens zwangerschap
– vooral tijdens zwangerschap, neonatale periode en
eerste levensjaar
– nadien minder eenduidige bevindingen
Rol omgeving-prenatale blootstelling
– lange termijn-effect bepaalde drugs
– invloed omgeving
 niet alle kinderen blootgesteld aan drugs

velen groeien op buiten ouderlijk gezin:
– meer probleemgedrag in pleeggezinnen
– ondersteunen moeder-kind relatie
– verschillende beïnvloedende factoren
Risico’s

Blootstelling tijdens zwangerschap:
– vroeggeboorte, bloedarmoede en groeiretardatie
– 60-90% Neonataal Abstinentiesyndroom: versnelde
ademhaling, diarrhee, stuipen, braken
– meer opgewonden toestand: snelle irritatie

Jonge kinderen (0 tot 6 jaar)
– vertraagde soc-emotionele, cognitieve ontwikkeling,
gedragsproblemen, groeiretardatie, aandachts- en
concentratieprblemen, impulsiviteit, hyperactiviteit,
taalproblemen; meer internaliserend en externaliserend
probleemgedrag
– gebrek aan basisveilligheid: loze beloften, psychische
klachten (woede, labiliteit, ontkenning, isolatie, schuld- en
schaamtegevoelens, laag zelfbeeld

Schoolgaande kinderen:
– leerproblemen, aandachts- en concentratiestoornissen,
gedragsproblemen
– problemen in omgang, overzitten
– spijbelen, delinquentie, druggebruik
– nieuwe generatie verslaafden

overerbare kwetsbaarheid:
– drugs- en alcoholproblemen in verschillende generaties
– biochemische, fysiologische en psychologische markers:
gebrekkige inhibitie
– kwetsbaarheid, geen voldoende verklaring
Veerkracht


Bij aantal toch voorspoedige ontwikkeling
Veerkracht (resilience)
– individuele kenmerken: persoonlijkheid, zelfbeeld, alertheid,
responsiviteit, …)
– omgeving: rituelen, rolmodellen, steun, vrienden
– vormen van veerkracht: inzicht, onafhankelijkheid, intieme
relaties, initiatief nemen, creativiteit, humor en moraliteit


soms opmerkelijk ontwikkelingsherstel na
aanvankelijke problemen
niet objectief meetbaar gedrag of bepaalde
risicofactoren doorslaggevend, wel subjectief
aanvoelen door kind en eigen creatieve inbreng kind
3. Bestaande aanpak

Structurele benadering:
– in verschillende voorzieningen: geen specifieke
aanpak
– opvoedingsondersteuning ambulant:
samenwerking, deskundigheid, conflicterende
visies
– residentiële programma’s: intieme huiselijke sfeer
+ opvoedingsondersteuning; niet voor koppels,
meestal kinderen jonger dan 6 jaar

Netwerkvorming
– betere coördinatie en opvolging




case management: persoonlijke begeleider
case management: zonder persoonlijke
begeleider
zorgcoördinatie voor vastgelopen situatie
deskundigheidsbevordering

Opvoedingsondersteuning
–
–
–
–
–
individuele begeleiding
modeling
ouderschapsklassen
oudergroepen
videohometraining
Knelpunten
 “Typisch” verslaafd gedrag: herval, niet nakomen
afspraken, liegen,geen probleeminzicht, andere
normen
 Ethische vragen: interventie?!
 Deskundigheid
 beroepsgeheim
 eenduidige visie en aanpak
 hoge drempel
 beperkt aanbod
 nood aan opvoedingsondersteuning
Een meer geschikte aanpak








Positieve, kritische houding nodig
normen- en waarden: intervisie
deskundigheidsbevordering
expliciteren van visie en aanpak
uitbouw formeel netwerk
nood aan thuisbegeleiding
continuïteit en coördinatie
preventie en vroeginterventie
Risico’s verbonden aan
druggebruik van de ouders




Prevalentie van de problematiek :
1/4 à 1/3 heeft kinderen
Risico op verschillende
ontwikkelingsproblemen
Methodologische problemen
Weinig consistente bevindingen na 1ste
levensjaar : invloed van prenatale
blootstelling aan drugs + van milieu
Risico’s verbonden aan
gebruik tijdens zwangerschap





verschillende factoren : mate en tijdstip van
gebruik, soort drug, metabolisme van de moeder
+ gezondheid van de moeder
stoppen
obstetrische complicaties :spontane abortus,
groeiretardatie, asfyxie, prematuur + dysmatuur
teratogene effecten :lidmaatdefecte,npervasieve
hersenschade
medische complicaties anemie, HIV, Hepatitis
Gevolgen van gebruik tijdens de
zwangerschap






De neonatale periode en het 1ste levensjaar
Neonataal Abstinentie-syndroom (NAS): na 24 à
72u,stoornissen van het CZS, stoornissen van het
AHS, stoornissen van het GIS, medicamenteuze
behandeling
‘La stige’ baby’s: irriteerbaar, niet responsief, moeilijk
te knuffelen
Cocaïne : opgewonden toestand
Alcohol : Foetaal Alcohol Syndroom (FAS): faciale
dysmorfologie, groeiretardatie, verstandelijke
handicap
Cannabis : tremor, verhoogde lichaamsactiviteit +
Risicofactoren in de omgeving
Druggebruik tijdens zwangerschap
 Overerfbare kwetsbaarheid
 Kinderen van ondergeschikt belang
 Psychische en relationele problemen +
voorgeschiedenis
 Financiële en juridische problemen
 Beperkte ouderschapsvaardigheden
 ‘Verslaafd gezin’

Risicofactoren in de omgeving
Weinig positieve identificatiemodellen
 Beperkt sociaal netwerk
 Verwaarlozing en misbruik
 Plaatsing
 Verwenning
 Stigmatisering + schaamte- en
schuldgevoelens

Beschermende factoren
Verantwoordelijkheid voor het kind +
belangrijke motiverende factor
 ‘Resilience’ : individuele kenmerken
(zelfbeeld, persoonlijkheid,
zelfstandigheid) + omgeving (rituelen,
sociale steun)
 Opmerkelijk ontwikkelingsherstel

Mogelijke gevolgen






Vertraagde sociale, cognitieve + emotionele
ontwikkeling, gedragsproblemen, aandachtsen concentratieproblemen, impulsiviteit,
hyperactiviteit
Gebrek aan veilige hechting en basisveiligheid
Meer internaliserend en externaliserend
gedrag
Co-afhankelijkheid + parentificatie
School-, leer- en gedragsproblemen
Volgende generatie drugverslaafden ?
Naar een realistisch beeld
Geen eenduidig beeld
 Verschillende beschermende en
bedreigende factoren op biologisch,
psychologisch en sociaal vlak
 Niet het objectief meetbaar gedrag, wel
subjectieve beleving en creatieve
inbreng van het kind

2. Implicaties voor de
hulpverlening
Verweven problematiek : hulpverlening
aan ouders én kind
 Versnipperd hulpverleningsaanbod
 Verslaafde moeders afkerig tegenover
behandeling
 Niet of pas laat in drughulpverlening +
ook niet opgemerkt door nietcategoriale hulpverlening

Download