524 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR DERMATOLOGIE EN VENEREOLOGIE | VOLUME 24 | NUMMER 08 | september 2014 Vereniging Bestuur Een boom die valt, maakt meer lawaai dan een bos dat groeit Yvette Assen Lid bestuur NVDV Er ‘moet’ weer een IFMS worden ingevuld voor een collega. Ga ik deze collega werkelijk evalueren of ga ik hem vooral een mooi rapportcijfer geven? Wat is het meest collegiale antwoord. De samenleving en de overheid verlangen van ons dat we onze kwalitatief goede gezondheidszorg verder optimaliseren. Hiervoor zijn toetsinstrumenten ontwikkeld zoals de IFMS en de kwaliteitsvisitatie vanuit de wetenschappelijke verenigingen. Maar helpen deze instrumenten nou echt om de kwaliteit te verbeteren? Indien je het alleen invult om een mooi rapportcijfer te halen, werkt het zeker niet. Echt kritisch naar elkaar zijn, is niet makkelijk. Zeker niet als je van elkaar afhankelijk bent. Je hebt al gauw de neiging om dingen mooier te maken dan ze zijn en de minder mooie zaken weg te moffelen. Daarmee is de kans op zelfreflectie verkeken. Er zijn geen perfecte instrumenten om kwaliteit te meten en te verbeteren maar als je de instrumenten niet op de juiste manier gebruikt, is het zeker tijdsverspilling. Feedback Ook in de opleiding tot arts en tot medisch specialist zien we de trend om kwaliteit te willen meten. Van coassistenten werd ooit ook verlangd dat ze een feedbackboekje lieten invullen. Het project is alweer gestopt. Deze coassistenten kregen ongetwijfeld uitgelegd dat de feedback voor henzelf bedoeld was. Desondanks waren er maar weinig coassistenten die dit niet als een beoordeling zagen. Ze moesten namelijk de week erna ook echt een cijfer komen vragen. Ook de aios zijn meer dan dermatologen gewend aan dit soort toetsinstrumenten. Sommige aios dermatologie nemen deel aan intervisiegroepjes. Binnen de opleiding tot psychiater en huisarts is het zelfs verplicht. Wellicht is dit de toekomst voor alle medisch specialistische beroeps­ beoefenaren. Bij de IFMS en de kwaliteitsvisitatie is spiegelinformatie belangrijk, of misschien wel het belangrijkste. Voor de indicatoren in de D-page geldt hetzelfde. Het moet informatie opleveren over waar je staat, opdat je zelf actie kan ondernemen. In elkaars verlengde Functioneren/disfunctioneren van medisch specialisten heeft publieke en politieke aandacht. Dit mede naar aanleiding van enkele ernstige incidenten, denk aan het geval van neuroloog Jansen Steur. Niet alleen medisch inhoudelijk disfunctioneren ligt onder de loep maar ook creatief declareren dan wel frauderen genereert veel media-aandacht. Dit disfunctioneren wordt tot nu toe echter niet meegenomen in de kwaliteitsvisitaties. Werken aan kwaliteitsverbetering en voorkomen van disfunctioneren liggen in elkaars verlengde. Binnen de Orde trekken de wetenschappelijke verenigingen gezamenlijk op om het functioneren van medisch specialisten continu te verbeteren. De Orde heeft hiertoe een visiedocument geschreven, getiteld Optimaal functioneren van medisch specialisten met als ondertitel Een boom die valt, maakt meer lawaai dan een bos dat groeit. Eind dit jaar volgt een meer concreet implementatiedocument met daarin de best practices uit de wetenschappelijke verenigingen. We zullen als NVDV onze verantwoordelijkheid moeten nemen voor de begeleiding bij verbetertrajecten, scholing op basis van alle CanMeds competenties en vragen kunnen beantwoorden over het functioneren van onze leden (bijvoorbeeld vragen vanuit juridische hoek of van de Raad van Bestuur van het ziekenhuis). Dit vraagt scherpere afspraken over de wijze waarop we omgaan met (dis)functionerende leden dan we nu hebben. Parallel hieraan: ook binnen de PR-commissie bekijken we hoe we het geluid van dat groeiende bos kunnen versterken en de schade van een vallende boom kunnen beperken door preventieve kap. We zullen optrekken met de Orde om deze kwaliteitsverbetering vorm te geven maar het vraagt extra inspanning van de NVDV en dus van de leden om dit samen daadwerkelijk en daadkrachtig voor elkaar te krijgen.