Lege steden, volle bossen

advertisement
Lege steden,
volle bossen
Een geografie van een verenigingsleven onder druk: Scouting Nederland
Eelco Last
Begeleider Prof. Dr. D. Strijker
Master Thesis van
S1400622 - Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen - Rijksuniversiteit Groningen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave -------------------------------------------------------------------------------------------------------- 2
Voorwoord -------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 4
Samenvatting ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5
1. Inleiding en probleemstelling ----------------------------------------------------------------------------------- 7
1.1 Inleiding---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7
1.2 Probleemstelling----------------------------------------------------------------------------------------------- 9
1.3 Leeswijzer------------------------------------------------------------------------------------------------------12
3. Theoretisch kader ------------------------------------------------------------------------------------------------13
3.1 Geografie van verenigingen -------------------------------------------------------------------------------13
3.2 Sociaal kapitaal, vertrouwen en sociale cohesie-----------------------------------------------------16
De vereniging in de lokale context-------------------------------------------------------------------------19
3.3 De vereniging als arena ------------------------------------------------------------------------------------22
4 Data analyse--------------------------------------------------------------------------------------------------------25
4.1. Onderzoeksopzet -------------------------------------------------------------------------------------------25
4.2 Data -------------------------------------------------------------------------------------------------------------28
Kwalitatieve data -----------------------------------------------------------------------------------------------28
Kwantitatieve data ---------------------------------------------------------------------------------------------29
Enquête-----------------------------------------------------------------------------------------------------------30
4.3 Operationalisatie ---------------------------------------------------------------------------------------------32
Variabelen -------------------------------------------------------------------------------------------------------32
Definities ---------------------------------------------------------------------------------------------------------32
Verzorgingsgebied---------------------------------------------------------------------------------------------34
5. Resultaten ruimtelijke factoren --------------------------------------------------------------------------------35
5.1 Locatie van verenigingen, waarom daar?--------------------------------------------------------------35
5.2 Marktaandeel en vestigingsnetwerk---------------------------------------------------------------------39
Soorten verenigingen -----------------------------------------------------------------------------------------41
De rol van levensbeschouwing -----------------------------------------------------------------------------41
5.3 Steden en geotypen -----------------------------------------------------------------------------------------45
Niet-westerse allochtonen -----------------------------------------------------------------------------------53
5.4 Overige variabelen-------------------------------------------------------------------------------------------56
Afstand------------------------------------------------------------------------------------------------------------56
Concurrentie-----------------------------------------------------------------------------------------------------56
Zichtbaarheid----------------------------------------------------------------------------------------------------59
Vergrijzing--------------------------------------------------------------------------------------------------------60
2
5.5 Regressie analyse -------------------------------------------------------------------------------------------61
6. Resultaten verenigingseigen factoren -----------------------------------------------------------------------67
6.1 Contributie en verenigingsfinanciën ---------------------------------------------------------------------67
6.2 Cultuurkenmerken -------------------------------------------------------------------------------------------70
Gebruiken en tradities ----------------------------------------------------------------------------------------73
6.3 Capaciteit: ruimte en vrijwilligers -------------------------------------------------------------------------77
7. Resultaten: factoren die leiden tot lokale knelpunten ---------------------------------------------------79
7.1 Ledendynamiek: afname en groei -----------------------------------------------------------------------79
7.2 knelpunten volgens verenigingsvoorzitters ------------------------------------------------------------81
7.3 Attractiviteitsindex--------------------------------------------------------------------------------------------83
7.4 Een vereniging onder druk---------------------------------------------------------------------------------90
7.4 Typologie van verenigingen -------------------------------------------------------------------------------94
8. Conclusie -----------------------------------------------------------------------------------------------------------97
9. Discussie------------------------------------------------------------------------------------------------------------99
9.1 Beperkingen van dit onderzoek ------------------------------------------------------------------------ 101
9.2 Vervolgonderzoek------------------------------------------------------------------------------------------ 102
10. Aanbevelingen ------------------------------------------------------------------------------------------------- 103
Appendix 1: Indices en samenstelling geotypen ----------------------------------------------------------- 106
Appendix 2: Bezochte verenigingswebsites----------------------------------------------------------------- 108
Appendix 3: Dataset----------------------------------------------------------------------------------------------- 109
Appendix 4: Enquêtevragen------------------------------------------------------------------------------------- 113
Literatuur ------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 126
3
Kaart 5.4. Verenigingen naar levensbeschouwelijk signatuur. Bron: ledenadministratie
Scouting Nederland 2008
43
Typologie van verenigingen van Scouting Nederland
Categoriën op schaal, N = 406
Stedelijkheid op basis van omgevingsadressendichtheid
Urbaan
Ledendynamiek 2004 - 2007
> 20% afname van het
aantal leden
Suburbaan
Ruraal
Buiten
groepen in
problemen
Stads
groepen in
crisis
Totaal: 44; 10,8%
36; 9,3%
33; 8,2%
Stabiele groene groepen
Maximaal 20%
verandering van het
aantal leden
Totaal: 293; 72,2%
167; 41,1%
Sociale dorpsgroepen in
beweging
> 20% toename van
het aantal leden
114; 28,1%
Stadse
overlevers
Totaal: 69; 17,0%
54; 13,2%
Totaal: 46; 11,3%
Totaal: 232; 57,1%
Totaal: 128; 31,5%
Tabel 7.4 Typologie van verenigingen op basis van stedelijkheidsgraad en ledendynamiek.
95
Stadsgroepen in crisis
Van deze categorie verenigingen zijn er steeds minder over. Tenminste sinds 1995 is het aantal
verenigingen sterk afgenomen. Het gaat hier om verenigingen in een zeer stedelijke omgeving,
voornamelijk in de Randstad en regionale stadscentra. Deze verenigingen stonden en staan
onder druk van stedelijke uitbreiding en slagen er niet of nauwelijks in vrijwilligers en nieuwe
Nederlanders aan te spreken.
Buitengroepen in problemen
Deze groep verenigingen vormt een kleine minderheid van de clubs in een groene, natuurlijke
omgeving die het slecht doen. Het gaat hier om verschillende problemen die niet of nauwelijks
samenhangen met omgevingsvariabelen. Problemen ten aanzien van de accommodatie,
organisatie of financiën zijn hier voorbeelden van.
Stabiele groene groepen
Zeker 40% van de verenigingen valt in deze categorie. Dit zijn relatief grote groepen met een
goed marktaandeel en een relatief groot functionerend samenwerkingsnetwerk. Ze zijn
gevestigd in een groene omgeving in suburbane gebieden zoals bij sportvelden, in buitenwijken,
in een park of in de overgangszone tussen stad en platteland. Deze groepen hebben vaak ook
een groter spelaanbod met waterscouts of een gehandicaptentak.
Stadse overlevers
Dit zijn de verenigingen die er in slagen ondanks de algemene trends te blijven bestaan en te
groeien. Verschillende verenigingen zijn daarom in het verleden tot fusie overgegaan of zijn
verhuisd naar een nieuwe locatie. Ze zijn vooruitstrevend, wat kleiner en hebben een goed
opgezet netwerk.
Sociale dorpsgroepen in beweging
Dit zijn de dorpsclubs die lokaal een grote sociale betekenis hebben en een groot
marktaandeel. Ondanks de perifere locatie op het platteland is er met zusterverenigingen in
andere dorpen veel contact. Veel verenigingen zijn behoudend en hebben veel contact met
ouders. Toch neemt bij een aantal van deze verenigingen wel langzaam maar zeker het
ledenaantal af. De oorzaak hiervan kon niet worden aangetoond, maar is mogelijk een gevolg
van vergrijzing.
96
Download