SANNE WUBBELS HEEFT EEN DRIVE VOOR BESTUREN Maak kennis met Sanne Wubbels, tot voor kort voorzitter van het KNMG Studentenplatform, de voor­ganger van De Genees­kunde­student, en nu belangenbehartiger van de coassistenten in de ledenraad van de LAD. Ralph Hartman M et twee grote tassen is Sanne Wubbels op doorreis. Van ‘het co-huis’ in Tilburg, waar zij haar coschap chirurgie loopt, via Utrecht, voor dit interview en vervolgens een seminar over financiering van de zorg, 24 Arts in Spe juni 2015 naar huis in ’de overzichtelijke studentenstad’ zoals ze haar woonplaats Nijmegen noemt. Het wordt een gesprek over haar idealen en aspiraties. ‘Nee, ik ben niet “erfelijk belast”; geen dokters in de familie’, vertelt Sanne. ‘M’n ouders werken wel allebei in de zorg. Maar ik vond het lastig om te kiezen. Op de middelbare school koos ik eerst het profiel ‘economie & maatschappij’. Maar in de vijfde ging ik naar een voorlichtingsbijeenkomst bij de faculteit geneeskunde in Rotterdam. Ik zag die studenten, hoorde het allemaal zo aan en zei, terug in de bus naar huis tegen m’n vriendin: ik ga geneeskunde studeren.’ Brede interesse Op tegenwerpingen van vooral docenten zei Sanne: ‘Dat ga ik oplossen’. En dat gebeurde ook. Ze haalde de vereiste vakken in. ‘Ik had gehoord dat je op de universiteit ook hele boeken moest doornemen voor je tentamens, dus waarom zou ik dat nu al niet kunnen? Vlak voor m’n eind- examen sloeg overigens nog wel de twijfel toe; ik heb nu eenmaal een brede interesse en had me nergens anders op georiënteerd. Ik realiseerde me dat – als ik voor geneeskunde zou kiezen – dat een marathon zou worden. Het is een vak waar je wel je ziel en zaligheid in moet stoppen. Ik ben toen eerst begonnen aan het University College in Amsterdam met als hoofdrichting science, maar elke keer als ik langs het ziekenhuis fietste ging m’n hart sneller kloppen. Bovendien merkte ik dat allerlei vakken die ik interessant vond eigenlijk al ‘een pre-med’ zouden vormen. Dus heb ik de knoop doorgehakt. Omdat ik m’n vwo cum laude had gehaald, kon ik gelijk starten. Het is heel goed geweest dat ik dat extra jaar heb gepakt. Het was nu een super-weloverwogen keuze. M’n aanvankelijke “vrees” dat ik allerlei dingen die ik leuk vond niet meer zou kunnen doen, was onterecht. Je kunt heel goed blijven organiseren, initiatieven nemen, schrijven. En dat kun je dus ook heel goed kwijt in bestuurlijke activiteiten. Daar was ik op de middelbare school al mee begonnen: ik zat in de politieke jongerenraad en vrij snel in Nijmegen ging ik bij de discussie- en symposiumcommissie van de Medische Faculteits Vereniging Nijmegen. Dat ging dikwijls over de maatschappelijke en bestuurlijke kant van “het dokter zijn”.’ De Geneeskundestudent Op de KNMG Carrièrebeurs, in haar tweede jaar, kwam Sanne in contact met het Studentenplatform. Ze werd gelijk enthousiast, ging solliciteren naar een plek in het bestuur, en was er na een maand of acht de voorzitter van. ‘Toen de kans zich voordeed, zei ik dat ik het graag wilde. Het bestuursjaar als voorzitter was echt enorm druk, ook omdat we de reorganisatie van platform naar vereniging oppakten. Dat was soms best zwaar, maar ik vind echt dat ‘IK HAAL ENORM VEEL ENERGIE UIT M’N COSCHAPPEN’ als je iets leuk vindt en je ziet het belang ervan, dan is het haalbaar. Bovendien haal ik enorm veel energie uit m’n coschappen.’ satie van de gezondheidszorg (MC 33-34/2014: 1593). ‘Als je het niet leuk vindt, ga je ’t zeker niet trekken. Ook goed plannen en je prioriteiten bewaken heb ik moeten leren. Je kunt beter een aantal dingen goed doen dan duizend dingen tegelijk. Probeer mensen mee te krijgen, want in je eentje ga je het zeker niet redden. Gelukkig vormden wij als bestuur een fantastisch samenwerkend team. We hebben het met z’n allen neergezet.’ Waarom was het zo belangrijk dat de vereniging De Geneeskundestudent tot stand kwam? ‘Als Studentenplatform waren we een groep afgevaardigden uit het land. Je bent pas echt ‘vertegenwoordigend’ als je spreekt namens een achterban. Daarvoor is een verenigingsstructuur meer geschikt. Als vereniging met zo’n 16.000 studenten geneeskunde heb je meer invloed. Bovendien is De Geneeskundestudent nu federatiepartner van de KNMG. Dat past bij de aspiraties van de KNMG om ook steeds beter jonge en aanstaande artsen te binden.’ Is de nieuwe federatiepartner ook een broedplaats voor bestuurlijk medisch talent? ‘Dat zie ik wel ontstaan. Er is veel enthousiasme en er is ook veel aan de hand. Als je daar eenmaal van geproefd hebt en het hoort echt bij je, dan blijft het volgens mij ook wel. Zoals nu, in mijn geval, het lidmaatschap van de LAD-ledenraad.’ Waarom is dat zo belangrijk? ‘Omdat coassistenten ook op dat vlak al vertegenwoordigd moeten zijn. Het beroep van arts verandert mede door beleidskeuzes die worden gemaakt. Dan is het belangrijk dat artsen daar bestuurlijk invloed op hebben. Zij kennen het klappen van de zweep en weten als geen ander hoe een ziekenhuis georganiseerd is en zou moeten zijn. Als je als coassistent al weet wie de macht heeft, weet je hoe je iets het best kunt aankaarten. Nu is dat te weinig; dat moet dus beter. Niet iedere student hoeft natuurlijk bestuurder te worden, maar het is wel belangrijk om te weten hoe je de organisatie kunt beïnvloeden. Anders loop je achter de feiten aan.’ In de ledenraad wil zij graag de brugfunctie vervullen naar De Geneeskundestudent. En ook aanhaken bij de beleidsprioriteiten van de LAD, zoals de veranderende arbeidsmarkt en arbeidsmarktpatronen. ‘Ik kan nu bijvoorbeeld namens de coassistenten vroegtijdig meedenken over de inzet van cao-onderhandelingen. Maar er zijn meer zaken binnen de LAD die relevant zijn voor coassistenten’. Bestuurlijke invloed arrangeren In een column in Medisch Contact opperde Sanne dat er een speciaal honoursprogramma zou moeten zijn voor studenten die interesse hebben in besturen en de organi- Meer weten? www.lad.nl www.degeneeskundestudent.nl Arts in Spe juni 2015 25