Zich goed voelen binnen de gemeenschap Welke hindernissen overwinnen wanneer men psychische problemen heeft? Elise Henin, Rebekka Verniest & Anja Crommelynck (R&D) Bedankt aan de coördinatoren van de netwerken 107, de personen in de ziekenfondsen die ons bij de organisatie van de gesprekken hielpen, aan LUCAS van KUL, aan Fondation Travail Université en Naïma Regueras (R&D). De trend is de vermaatschappelijking van geestelijke gezondheidszorg. Als CM willen wij mee die beweging maken. Heel wat hindernissen bemoeilijken echter een kwaliteitsvolle opvolging binnen de gemeenschap. In dit artikel stellen wij de studie voor die wij hierover maakten en de vaststellingen die wij daarbij deden zijn niet nieuw. Wij vinden het echter zeer belangrijk om hierover te blijven te spreken en hierrond verder onderzoek te doen. Wij moeten proberen ervoor te zorgen dat de remmende factoren voor de gebruikers en hun naasten, op financieel en organisatorisch vlak en rond de beeldvorming over geestelijke gezondheid in de samenleving, worden beperkt of zelfs verdwijnen indien mogelijk. Wij zullen deze studie in twee stappen bespreken: dit eerste artikel gaat over de methode en de vaststellingen als resultaat van het onderzoek. Een tweede artikel zal dan gaan over de grote lijnen voor mogelijke oplossingen die tijdens het onderzoek zijn aangehaald, en alle oplossingen die wij met de ziekenfondsen en hun partners op het terrein konden bespreken. Wij willen met deze studie vooruit gaan en niet enkel de - eerder sombere situatie in België weergeven. Sleutelwoorden: geestelijke gezondheid, vermaatschappelijking van de zorg, hervorming psy 107, kosten, inkomsten. CM-Informatie 260 • juni 2015 3 1. Landschap van de geestelijke gezondheid in België in het kort De organisatie van de geestelijke gezondheidszorg in België is eens te meer in volle hervorming. Meerdere vaststellingen speelden een rol in dit proces: het aantal psychiatrische bedden per inwoner is in ons land één van de hoogste ter wereld1; de wildgroei aan initiatieven voor ambulante geestelijke gezondheidszorg op het terrein; de trend zowat overal in Europa de jongste jaren om geestelijke gezondheidszorg in de gemeenschap2 te integreren, de zogenaamde vermaatschappelijking, en de prevalentie van psychiatrische stoornissen en psychische problemen in brede zin, nemen enkel maar toe.3 De regering besliste als gevolg hiervan om de inspanningen op het vlak van geestelijke gezondheid toe te spitsen op de desinstitutionalisering van de geestelijke gezondheidszorg en te werken aan een meer transversale en multidisciplinaire aanpak bij de zorg en een beter aangepaste en meer continue begeleiding voor de patiënten en hun familie. De hervorming van artikel 107 van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen van 10 juli 20084 is een grote stap in die richting. Elk psychiatrisch ziekenhuis (of de psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis) in België kon een project indienen (weliswaar binnen een beperkte tijd) om een deel van hun psychiatrische bedden te bevriezen en de zorg dichter bij huis te organiseren volgens 5 functies: 1. Preventie, promotie van geestelijke gezondheidszorg, vroegtijdige opsporing, screening en diagnose. 2. Ambulante teams voor intensieve behandeling (voor acute of chronische problemen). 3. Rehabilitatieteams die aan reïntegratie en sociale inclusie werken. 4. Intensieve eenheden voor residentiële behandeling van de patiënt wanneer opname nodig is. 5.Specifieke residentiële formules wanneer de patiënt niet thuis kan blijven. 19 projecten (2 in Brussel, 6 in Wallonië en 11 in Vlaanderen) zijn geselecteerd en worden gefinancierd door de FOD Volksgezondheid5. Deze projecten zijn niet allemaal tegelijkertijd gestart en het patiëntprofiel is ook niet steeds gelijk6. 4 Het doel van deze hervorming is de zorg meer vanuit de patiënt te organiseren, om zo vroeg mogelijk op te sporen wie nood heeft aan geestelijke gezondheidszorg via een versterkte eerste lijn en hen de juiste zorg op het juiste ogenblik helpen te vinden. 2. Doel van de studie Het psychiatrisch zorglandschap en het bredere landschap van de geestelijke gezondheidszorg evolueren volop. Als CM deze hervorming steunt, lijkt het ons belangrijk om de impact hiervan op de kosten ten laste van de gebruiker na te gaan7. Wanneer iemand zorg nodig heeft maar niet in een instelling verblijft, vraagt hij die dan wel? Met welke nieuwe soorten kosten krijgt hij te maken? Is toegankelijkheid geen probleem? Die vragen vormden de basis voor ons onderzoeksproject. Wij wilden bepalen welke hindernissen – aanvankelijk eerder financieel - personen met psychische problemen ondervinden wanneer zij goed opgevolgd willen zijn, binnen een project 107 of uiteindelijk eenvoudigweg ambulant (buiten een project 107). 3.Methodologie 3.1. Methodologische keuze Een onderzoeksvraag bij aanvang van onze studie was dus: welke financiële hindernissen zijn er voor een gebruiker van geestelijke gezondheidszorg wanneer hij wordt opgevolgd in de gemeenschap? Dit domein is complex met weinig documentatie en dus mocht geen enkele piste verwaarloosd worden. Vragen aan de personen om een lange gedetailleerde vragenlijst in te vullen leek ons niet onmiddellijk de efficiëntste oplossing. Ook moesten wij eraan denken dat wij de personen voor de studiepopulatie moesten gaan zoeken. Ten slotte is het niet steeds gemakkelijk om over financiële problemen te spreken en ze in te schatten. 1 http://www.psy107.be/SiteFiles/Vlaanderen.pdf%20def.pdf – pagina 7 2 Geestelijke gezondheidszorg in de eigen leefomgeving : thuis, vooral buiten een ziekenhuis. “Thuis” kan voor sommigen in het rusthuis, beschut wonen , … zijn 3 Nationale gezondheidsenquête : https://his.wiv-isp.be/fr/Documents%20partages/WB_FR_2013.pdf 4 Meer informatie : http://www.psy107.be en afspraken van de Interministeriële conferentie Volksgezondheid 2009. 5 Waarvan één zonder budget voor de bevriezing van de bedden (het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft immers minder psychiatrische bedden dan de andere gewesten ). 6 Dit zijn lokale projecten die dus rekening houden met de lokale partners en de plaatselijke situatie. 7 De beoordeling van dit aspect van de hervorming is niet toegewezen aan één van de evaluerende universiteiten (VUB, UCL, KUL). CM-Informatie 260 • juni 2015 Om al die redenen opteerden wij voor een kwalitatieve methodologie met Focusgroepen (cf. uitleg over de methodologie hierna). Met deze methode konden wij binnen een breder kader nagaan welke soorten problemen men ervaart (inkomen? medische uitgaven? andere uitgaven?) en de tijd nemen om oplossingen hiervoor aan te kaarten. bewust zijn, en (iii) de professionele zorgverleners die ons konden spreken over de gevallen die wij in de andere twee groepen niet zouden bereiken: gebruikers in crisis, die alleen staan, de zwaardere gevallen. Wij organiseerden dus reeksen van 3 focusgroepen per grondgebied, één reeks in Brussel, twee in Vlaanderen en twee in Wallonië. 3.2.Methode De methodologie van Focusgroepen is een kwalitatieve onderzoeksmethode8. Deze houdt in dat 6 tot 10 personen met een vooraf bepaald profiel samen worden gezet om het onderwerp van de studie te bespreken. Die bespreking gebeurt half-geleid, dus met een nauwkeurig opgestelde gespreksgids met open onderzoeksvragen. Vóór de studie van start gaat, wordt gekeken hoeveel focusgroepen nodig zijn om alle vragen te beantwoorden afhankelijk van de vooraf bepaalde differentiatiecriteria (geografische entiteiten, eventuele pathologieën, …). Men moet focusgroepen blijven organiseren tot tijdens de gesprekken geen enkel nieuw element meer naar boven komt. Met deze methode kan een onderwerp grondig en zo objectief mogelijk worden onderzocht met als bijkomend voordeel dat wij de patiënten rechtstreekser en actiever kunnen betrekken bij onze onderzoeksacties. De deelnemers werden gezocht via de regionale ziekenfondsen en de lokale 107-projecten. Hun profiel beantwoordde aan volgende beschrijving: • Onder gebruikers van geestelijke gezondheidszorg verstaan wij personen met één of meerdere chronische, complexe psychiatrische stoornissen. • Onder naaste verstaan wij de familie, vrienden, buren die voor iemand met chronische, complexe psychiatrische stoornissen zorgen. • Ten slotte verstaan wij onder professionele zorgverleners, eenieder die beroepshalve een rol speelt in het leven van de gebruiker en zijn verzorging (in brede zin): maatschappelijk werker, verpleegkundige, arts, psychiater, thuishulp, voorlopig bewindvoerder, … De 14 focusgroepen die wij organiseerden, vonden plaats tussen 17 maart en 9 september 2014. 4.Resultaten 3.3.Modaliteiten Om onze onderzoeksvraag te beantwoorden, bouwden wij een nauwkeurige gespreksgids op met open vragen met volgende structuur: • Tevredenheid over de opvolging in de geestelijke gezondheidszorg; • Financiële problemen hierdoor (uitgaven en inkomsten); • Oplossingen voor de aangehaalde problemen. Onze methodologie voor het aantal focusgroepen en de samenstelling ervan vertrok van twee principes: Tijdens deze besprekingen werden ons vele andere remmende factoren gemeld dan enkel financiële. Aangezien wij dit recurrent vaststelden, vonden wij het belangrijk om ze op te nemen in onze analyse. Gezien de talrijke inhoudelijke elementen, stellen wij de resultaten schematisch voor. Opgelet: dit schema en de toelichting zijn gebaseerd op de analyse van de inhoud die uit de focusgroepen naar voor kwam. Deze elementen zijn dus niet exhaustief maar geven de krachtlijnen en overeenkomsten bij deze gesprekken weer. De standpunten van de deelnemers weerspiegelen niet noodzakelijk het CM-standpunt. • Wij wilden weten of projecten in het kader van de hervorming “psy 107” onderling en volgens de regio verschillen. • Wij wilden een zo volledig mogelijk beeld van de werkelijkheid hebben en kruisten daarom de standpunten van (i) de gebruikers zelf – de eerste belanghebbenden, (ii) hun naasten – die zich van andere aspecten van de realiteit 8 Eliot & Associates (2007) Guidelines for Conducting a Focus Group. Disponible en ligne: https://assessment.trinity.duke.edu/documents/How_to_Conduct_a_ Focus_Group.pdf Taylor-Powell, E. and Renner, M. (2003). Analyzing qualitative data. Madison, WI: University of Wisconsin Extension. On line beschikbaar : http://learningstore. uwex.edu/assets/pdfs/g3658-12.pdf CM-Informatie 260 • juni 2015 5 4.1. Algemeen schema Pathologie Financiën Relaties/ contacten Organisatie Rol Zorg en begeleiding Een gebruiker die zich goed voelt Activiteiten Huisvesting Beeldvorming 4.2. Legende bij het schema Relaties/ contacten Rol Activiteiten Een gebruiker die zich goed voelt Pathologie Zorg en begeleiding Huisvesting Centraal in dit schema staan de elementen die vermeld werden als noodzakelijk opdat een gebruiker van geestelijke gezondheidszorg zich goed zou voelen, zich lid zou voelen van de gemeenschap waarin hij leeft en evolueert. Een gebruiker van geestelijke gezondheidszorg heeft dezelfde basisbehoeften als iedereen: een degelijke woning, relaties met anderen, activiteiten voor zelfontplooiing, een rol in de samenleving en, zo nodig, zorg en begeleiding. 6 De aandoening, ziekte, pathologie van de gebruiker beïnvloeden sterk hoe hij dingen ervaart: ze leiden tot afstand tegenover de elementen die het welzijn van de gebruiker bevorderen en versterken de hindernissen die men ontmoet. Psychische problemen hebben, betekent meer nood aan zorg en begeleiding. Vooral tijdens crisismomenten, zal een zieke geneigd zijn om afstand te nemen van de anderen en zich te isoleren. Relaties onderhouden of terug opbouwen is niet steeds gemakkelijk als men zich niet goed voelt. Anderzijds belet de aandoening waarmee de gebruiker leeft, hem soms om te studeren en / of valoriserend werk te hebben. Daarnaast vergroot de pathologie de financiële problemen van de gebruiker: hij krijgt extra uitgaven voor zijn opvolging en zijn verdienvermogen vermindert. De pathologie beïnvloedt ook het beeld dat de samenleving zich van iemand vormt. Ten slotte is de organisatie van de samenleving en de zorg verre van eenvoudig en de psychische ziekte kan het inzicht hierin soms nog bemoeilijken. CM-Informatie 260 • juni 2015 Naast de ziekte en hieraan gekoppeld, merkten wij drie soorten hindernissen die de toegang tot welzijn bemoeilijken en waaraan wij kunnen werken. 4.3. Analyse van de resultaten Zorg en begeleiding Financiën Remmende factoren van financiële aard: enerzijds hoge uitgaven voor goede zorg, voor deelname aan cultuur en vrijetijdsactiviteiten, om een woning te hebben, en anderzijds beschikken de gebruikers en hun familie over weinig middelen. De psychische problemen verminderen ook de kansen van de gebruiker om voltijds te werken maar ook de mantelzorgers hebben minder kans om begeleiding en werk te combineren. Om zich goed te voelen, heeft een gebruiker aangepaste zorg en begeleiding nodig. Dit betekent dat hij op het juiste moment, bij de juiste zorgverleners en op de juiste plaats de geschikte zorg moet krijgen. Om deze zorg en begeleiding te verkrijgen, moeten natuurlijk bepaalde types obstakels worden overwonnen. Organisatie Er zijn ook remmende factoren die met de organisatie te maken hebben. De organisatie van het gezondheidsstelsel en van de samenleving in het algemeen kunnen problemen veroorzaken op verschillende niveaus: onvoldoende aanbod, (te) veel formaliteiten, … Beeldvorming Ten slotte kan het beeld dat de samenleving van de geestelijke gezondheid heeft, de kansen voor de gebruiker beperken: minder kansen bij aanwerving, moeilijker toegang tot huisvesting (angst bij de eigenaars), angst en onbegrip bij de gebruikers zelf, hun naasten en vrienden. Hierna bespreken wij het schema meer in detail, telkens vertrekkende van een welzijnsaspect en wij vermelden dan de hindernissen die de deelnemers in de focusgroepen aanhaalden. Gezien het werkveld van de ziekenfondsen en de aanvankelijke onderzoeksvraag hebben wij uiteraard meer inhoudelijke elementen over de zorg en de begeleiding van de gebruikers. Financiën Een van de grootste obstakels voor de opvolging in de eigen leefomgeving is van financiële aard. Er zijn twee redenen waarom het financieel moeilijk is om geschikte zorg in de gemeenschap te krijgen. Enerzijds is het vereiste budget aanzienlijk: de kosten om de juiste zorg te krijgen en zich goed te voelen zijn enorm; en anderzijds zijn de middelen die ter beschikking staan van de gebruikers en de families beperkt. De kosten Wat de kosten betreft, is het gevraagde bedrag voor een behandelingselement (een geneesmiddel of een consultatie) over het algemeen billijk. Het is echter vaak de opeenstapeling van de kosten die het probleem vormt. • Kosten van geneesmiddelen Om psychische problemen correct aan te pakken, zijn er vaak geneesmiddelen in combinatie met andere zorgtypes noodzakelijk. De genomen geneesmiddelen bij de behandeling van een mentale pathologie vertegenwoordigen een niet te verwaarlozen bedrag dat vaak zwaar doorweegt op het budget van de gebruikers en de naasten. Deze worden namelijk in alle regio’s vaak als eerste probleem aangehaald. Bepaalde geneesmiddelen worden terugbetaald, andere enkel na akkoord van de adviserend geneesheer en er zijn zelfs geneesmiddelen die helemaal niet worden terugbetaald: ofwel omdat ze worden gebruikt voor een andere indicatie dan oorspronkelijk voorzien ofwel omdat de verplichte ziekteverzekering heeft geoordeeld dat deze behandelingen niet terugbetaalbaar zijn (angstwerende en kalmerende middelen bijvoorbeeld). CM-Informatie 260 • juni 2015 7 Het is mogelijk dat de gebruiker niet weet dat een akkoord van de adviserend geneesheer noodzakelijk is voor de terugbetaling van bepaalde geneesmiddelen en dat hij dus lang wacht om dit aan te vragen. Het kan bovendien enige tijd duren alvorens het akkoord van de adviserend geneesheer wordt doorgegeven aan de patiënt. Dit betekent dat de gebruiker of de familie tijdens deze periode het hoofd moeten bieden aan de vaak buitensporige prijs van een behandeling. Bovendien hebben de tot nu toe vermelde geneesmiddelen belangrijke bijwerkingen. De meeste gebruikers vermelden het feit dat ze andere geneesmiddelen moeten nemen om erg zware bijwerkingen van de eerste geneesmiddelen te bestrijden. De gebruikers geven aan dat deze niet worden terugbetaald. Daarbovenop komen de geneesmiddelen die elke persoon soms moet nemen voor zijn gezondheid (naast de geneesmiddelen voor de psychische problemen). Als de gebruikers naaste familieleden hebben, hebben deze laatsten de neiging om hun geneesmiddelen te betalen om zeker te zijn dat de prijs van de behandeling geen reden vormt voor de patiënt om zijn behandeling te verminderen of stop te zetten. • Kosten van de zorgverleners Als koploper wordt de prijs van de raadplegingen bij de psychotherapeut / psycholoog aangehaald. Er bestaat nog geen terugbetaling van de sessies bij een psychotherapeut (niet arts) of een psycholoog door de verplichte ziekteverzekering. En toch wordt deze zorgverlener vaak vernoemd als een sleutelpersoon in het dagelijkse beheer van de ziekte. Het is moeilijk om de persoon te vinden met wie “het werkt”, de methode duurt lang en is duur. Het feit dat er voor psychotherapeuten en psychologen nog geen erkenning is, maakt het bovendien niet mogelijk om zich op dit criterium te baseren om te weten of de zorgverlener “kwaliteitsvol” is. Psychiaters zijn duur, zelfs al worden ze terugbetaald, ze zijn niet allemaal geconventioneerd en zijn soms weinig beschikbaar. Het is voor hen vaak onmogelijk om de referentiepersoon te zijn die de patiënt wekelijks opvolgt. Over het algemeen wordt er door de zorgverleners geen aandacht geschonken aan de lichamelijke gezondheid van de gebruikers van geestelijke gezondheidszorg. Nochtans hebben sommige gebruikers de neiging om te verdikken als gevolg van de geneesmiddelenbehandeling (bijwerking van onder andere bepaalde psychotrope middelen) en willen 9 ze zich laten helpen. Zorgverleners zoals kinesitherapeuten en diëtisten zouden hen kunnen helpen. Zorgverleners en gebruikers hebben aangehaald dat mobilisatie en kinesitherapie ook nuttig zijn bij hun behandeling. Men besteedt dus minder aandacht aan het lichaam, iedereen richt zich op het psychische aspect. Er is bovendien vaak een belangrijke financiële drempel. De gebruikers willen dat hun huisarts de sociale derdebetalersregeling toepast of kan toepassen, dit is echter niet altijd het geval.9 Dit is niet nieuw: tandzorg wordt zeer vaak uitgesteld. Hetzelfde geldt voor de aankoop van een bril of hoorapparaat. • Kosten voor verblijf in een instelling De vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg staat niet gelijk aan de afschaffing van de instellingen. Hun therapeutische meerwaarde wordt nog steeds erkend. Ook al worden de gebruikers momenteel voornamelijk buiten een ziekenhuisomgeving opgevolgd, het kan nodig zijn dat ze voor een periode (in theorie korter en korter) in een ziekenhuis, een woonzorgcentrum enz. worden opgenomen. De instelling en de gemeenschap moeten in overleg worden ontwikkeld. Het is zeer duidelijk dat de verblijven (gericht of frequent) in het psychiatrische ziekenhuis, in de psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis, in een initiatief voor beschut wonen of in een revalidatiecentrum altijd deel zullen uitmaken van het zorgtraject van bepaalde gebruikers. Een crisis kan zich altijd voordoen. Men kan altijd nood hebben aan een “break”. De kosten van deze verblijven moeten worden gedragen als men terug “thuis” is. • Kosten van de alternatieve zorgen Om beter te worden, bestaan er naast de traditionele behandelingen ook andere mogelijkheden. Deze alternatieve opties zijn echter heel duur en dus worden ze niet met de gewenste frequentie of zelfs helemaal niet gebruikt. Het zijn “extra’s”. De deelnemers verwijzen hier bijvoorbeeld naar muziektherapie, therapie door middel van kunst, mindfulness 10, balneotherapie enz. Naast de “psychische” zorgen, helpen ook de lichamelijke zorgen vaak om zich te stabiliseren en opnieuw op te bouwen. • Kosten van de thuiszorg Om zich thuis goed te voelen en zelfstandig te kunnen leven, hebben de gebruikers vaak nood aan een behandeling of begeleiding door verpleegkundigen, gezinshulp, huishoudhulp, PZT11 / mobiele teams enz. De toepassing van de regeling is gebonden aan enkele voorwaarden. Meer informatie: http://www.riziv.fgov.be/nl/themas/kost-terugbetaling/financieletoegankelijkheid/Paginas/sociale-derdebetaler-kosten-huisarts-betalen-enkel-uw-deel.aspx 10 Methode van psychotherapie om een nieuwe depressieve instorting te voorkomen.. 11 PZT: psychiatrische zorgen voor personen die thuis wonen. Deze iniatieven zijn niet structureel erkende werkvormen die hetzij een federale subsidie krijgen als pilootproject en/of werken met (al dan niet aanvullende) middelen die worden bijeengebracht door de samenwerkende partners. Ze bieden ondersteuning aan mensen met psychiatrische problemen in hun dagelijks leven zodat zij kunnen groeien in hun zelfstandig functioneren. Zij realiseren dit door info en advies, netwerkvorming en zorgcoördinatie, coaching van thuiszorgactoren en door huisbezoeken bij personen met een psychiatrische aandoening. 8 CM-Informatie 260 • juni 2015 Terecht komen in een netwerk is positief maar dit “zet de machine in gang” en brengt grote kosten met zich mee. Er is veel meer hulp maar er zijn ook veel meer zaken die moeten worden betaald. De thuiszorg wordt vaak uitgesteld om financiële redenen. De naasten van de gebruikers zouden er ook beroep op willen doen om tijd voor zichzelf te hebben. • Kosten van medisch transport Als men met spoed naar het ziekenhuis wordt gebracht, zoals kan gebeuren in geval van crisis, gebeurt dit vaak met een ambulance. Deze ambulances kosten veel en deze kosten moeten soms in de tijd worden gespreid. Bovendien hebben veel gebruikers geen rijbewijs of kunnen ze zich geen auto veroorloven. Voor alle medische afspraken doen ze dan ook een beroep op hun naasten of op het openbaar vervoer indien dit beschikbaar is. Er werd ons gezegd dat het moeilijk is om een vervoersabonnement te betalen aangezien het een groot bedrag is dat in één keer moet worden betaald. Als een gebruiker motorische problemen heeft, kunnen de aangepaste vervoersmiddelen ook problemen vormen. • Hospitalisatieverzekeringen Heel wat Belgen kunnen hun eigen uitgaven voor een ziekenhuisopname inperken door het afsluiten van een hospitalisatieverzekering. Voor psychisch zieken is dit veel minder het geval. Vooreerst is het voor velen, omwille van de hoge premies onmogelijk een verzekering af te sluiten. Wie wel een verzekering heeft, zal vaak ondervinden dat ze in geval van hospitalisatie voor een psychiatrische behandeling weinig of geen tegemoetkoming in de kosten krijgen. Sommige hospitalisatieverzekeringen sluiten alle kosten van psychische zorg en suïcide(pogingen) uit, andere sluiten opnames in psychiatrische ziekenhuisdiensten uit, of beperken de tegemoetkoming tot een plafond. Het probleem wordt nog scherper als we weten dat de gemiddelde duur van psychiatrische opnames hoger ligt. • Verzorging van de kinderen Er stelt zich een dilemma als de gebruikers ook de medische kosten van hun kinderen moeten dragen: wat laat men vallen? De eigen zorgen? De voeding? Dit is zeer moeilijk met een klein budget en het is vaak een kwestie van overleven. De kinderen hebben ook vaak nood aan psychologische begeleiding. De middelen Heel wat personen met psychische problemen hebben het moeilijk om noodzakelijke zorg en ondersteuning, of zelfs de kosten van het dagelijks leven te betalen. Dit komt niet alleen door de hoge uitgaven. Een andere, vaak even belangrijke oorzaak is het te lage inkomensniveau. Zowel gebruikers, mantelzorgers als professionele zorgverleners hebben dit tijdens de focusgroepen herhaaldelijk benadrukt. Voor heel wat personen met langdurige psychische problemen is het niet (meer) mogelijk een inkomen te verwerven uit reguliere arbeid. Zij zijn aangewezen op vervangingsinkomens. Dit kan een invaliditeitsuitkering zijn, een inkomensvervangende tegemoetkoming voor gehandicapten, een werkloosheidsuitkering of een leefloon. Sommigen ontvangen omwille van hun afhankelijkheid een bijkomende tegemoetkoming (integratietegemoetkoming, tegemoetkoming hulp aan bejaarden of tegemoetkoming hulp van derden). Deze uitkeringen blijken vaak ontoereikend. De deelnemers aan de focusgroepen wijzen erop dat een penibele inkomenssituatie voor heel wat stress zorgt. Elke maand opnieuw moet men proberen de eindjes aan elkaar te knopen, keuzes maken in de uitgaven, bepaalde uitgaven schrappen. Een wijzigende inkomenssituatie vraagt ook een groot aanpassingsvermogen van de zieke terwijl deze juist al zijn energie nodig heeft om zich te kunnen toeleggen op het genezingsproces. De schulden hebben op de duur een negatieve invloed op de ziekte zelf. Ze zorgen ervoor dat de symptomen versterkt worden, het moeilijker wordt om symptomen onder controle te houden en de ziekte te stabiliseren. • Te lage (vervangings-)inkomens Een probleem is het bedrag van het inkomen dat psychisch zieken halen uit arbeid12, de uitkeringen en tegemoetkomingen dat algemeen als te laag wordt beschouwd om een kwaliteitsvol leven te leiden. De bedragen zijn vaak al ontoereikend om de kosten van het dagelijks leven te dragen. Zowel gebruikers als naasten geven vaak aan dat deze laatsten moeten bijspringen in allerlei uitgaven, zowel voor het dagelijks leven als voor de zorgkosten. Dit probleem is nog scherper voor wie voorheen ook uit arbeid geen hoog inkomen had. Daar bovenop komt het verlies aan extra voordelen zoals vakantiegeld, maaltijdcheques en de dertiende maand. Een ander probleem ligt in het feit dat op de bedragen van de uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid nog geen / geen volledige afhoudingen voor de belasting worden gedaan. Men ontvangt dus een brutobedrag waarop men nadien belastingen betaalt. Mensen zijn hiervan niet altijd 12 Psychisch zieken die wel aan het werk zijn, halen om verschillende redenen vaak slechts een beperkt inkomen uit arbeid. Zo hebben sommigen door de ziekte geen of slechts een lager opleidingsniveau waardoor ze terechtkomen in jobs met een lagere vergoeding. Anderen kunnen door hun ziekte slechts deeltijds werken. CM-Informatie 260 • juni 2015 9 op de hoogte en hebben het ontvangen geld logischerwijze, vaak al helemaal opgebruikt op het moment van de belastingsafrekening. Er is ook gewezen op de negatieve gevolgen op het uitkeringsbedrag indien men bijvoorbeeld beslist een appartement met iemand te delen om zo de kosten te kunnen drukken. Zo gaat in de sociale huisvesting de huurprijs omhoog terwijl de uitkering vermindert. Dit laatste gebeurt ook wanneer ze inwonen bij de ouders, terwijl ze op dat moment voor de belastingen evenwel niet beschouwd worden als ten laste van de ouders. Ten slotte beschikt ook de mantelzorger soms over beperkte inkomsten, onder meer omdat men minder ging werken om de zorg voor de naaste op te nemen. In een aantal gevallen is de mantelzorger zelf langdurig arbeidsongeschikt door ziekte en dus aangewezen op een vervangingsinkomen. • Voorwaarden voor een uitkering of tegemoetkoming Om recht te hebben op een invaliditeitsuitkering, moet aan enkele voorwaarden voldaan zijn. Eén ervan is het verlies aan verdienvermogen met minstens 66 % ten opzichte van de gewoonlijke activiteit. Het is niet eenvoudig om de graad van arbeidsongeschiktheid te objectiveren en te kwantificeren. Iedereen reageert anders op de ziekte: sommigen blijven werken, anderen niet, nog anderen raken geïsoleerd, … Deze variatie is in geval van psychische problemen nog groter dan bij somatische problemen. Er treden schommelingen op, minder goede dagen worden afgewisseld met goede dagen. Adviserend geneesheren erkennen zelf dat ze dergelijke evaluaties nog minder goed beheersen, te meer omdat bij de impact van psychische problemen vaak ook heel wat omgevingsfactoren meespelen. Voor andere tegemoetkomingen, zoals de tegemoetkomingen aan gehandicapten, de tegemoetkoming hulp van derden en de Vlaamse zorgverzekering, is het recht afhankelijk van de mate van zorgbehoevendheid. Deze wordt ingeschat op basis van een schaal, die echter vooral rekening houdt met fysieke beperkingen. Psychisch zieken, hun mantelzorgers en zorgverleners wijzen er op dat deze inschaling geen of onvoldoende rekening houdt met specifieke beperkingen als gevolg van psychische aandoeningen waaronder de periodieke schommelingen in de gezondheidstoestand. Bijgevolg komen zij vaak niet in aanmerking voor deze tegemoetkomingen. Psychisch zieken ervaren op dit vlak een grote discriminatie ten aanzien van personen met een fysieke handicap. In hun perceptie is het niet correct dat zij een invaliditeitsuitkering wel kunnen combineren met een of meerdere andere tegemoetkomingen terwijl een psychische aandoening volgens hen minstens even veel of soms zelfs meer invaliderend werkt. Jongeren die in de late adolescentie een psychische stoornis ontwikkelen, vormen een specifieke groep voor wie de toegang tot invaliditeitsuitkeringen bijzonder moeilijk is. Soms kunnen zij nog hun studies afwerken, sommigen kunnen even terecht op de reguliere arbeidsmarkt. De problemen beginnen wanneer zij nadien een nieuwe ziekteperiode doormaken. Vaak worden psychisch zieken bij een nieuwe ziekteperiode beschouwd als niet arbeidsgeschikt waardoor ze geen recht hebben op een ziekte-uitkering. Een ziekteuitkering is immers voorbehouden voor personen die voor hun ziekte arbeidsgeschikt waren, dit is aan het werk waren of beschikbaar waren voor de arbeidsmarkt (dus ook werklozen), dus personen die voor hun ziekte bereid zijn en in staat zijn regulier werk te verrichten. Omwille van de toekenningsvoorwaarden komen zij ook niet in aanmerking voor een tegemoetkoming aan gehandicapten. In principe zijn zij dan aangewezen op het leefloon. Maar ook daar ervaart men moeilijkheden. Om in aanmerking te komen moet men in principe inspanningen leveren om terug te keren naar de arbeidsmarkt. De enige uitzondering op deze verplichting is de aanwezigheid van gezondheidsproblemen. Sommige deelnemers vragen zich af hoe men dit bij de OCMW’s evalueert. In het verleden werd het recht op een of andere uitkering minder in vraag gesteld. Algemeen hebben de deelnemers de indruk dat er sinds enkele jaren in de verschillende systemen strenger gecontroleerd wordt. Het forfait chronisch zieken is bedoeld om een deel van de bijkomende uitgaven als gevolg van een chronische aandoening op forfaitaire wijze te compenseren13. Deze maatregel blijkt onvoldoende toegankelijk voor personen met psychische problemen aangezien de toekenningsvoorwaarden onvoldoende afgestemd zijn op hun situatie. Meer concreet gaat het zowel om bepaalde kosten die niet in rekening worden gebracht en de manier waarop de afhankelijkheid wordt gemeten. • Administratieve complexiteit belet toegang tot uitkering Opdat een adviserend geneesheer zou kunnen beslissen over de arbeidsongeschiktheid, moet hij beschikken over medische verslagen over de zieke en de evolutie van zijn gezondheidstoestand. Het feit dat deze niet altijd beschikbaar zijn, bemoeilijkt een correcte en tijdige beslissing. Er wordt door sommigen op gewezen dat een adviserend geneesheer niet anders kan dan de wettelijke bepalingen te volgen. En dus zouden heel wat problemen vermeden of sneller geremedieerd kunnen worden door een snellere, accuratere uitwisseling van informatie tussen behandelende zorgverleners en de adviserend geneesheer en een makkelijkere bereikbaarheid van de adviserend geneesheer. 13 Om in aanmerking te komen voor deze tegemoetkoming moet men tegelijk zwaar zorgafhankelijk zijn en gedurende een bepaalde periode geconfronteerd zijn met hoge gezondheidsuitgaven. 10 CM-Informatie 260 • juni 2015 Ook voor wat betreft de andere tegemoetkomingen is gewezen op de zware administratieve procedure die men moet volgen en het feit dat men zelf het initiatief moet nemen om het recht te openen. Vaak slorpen de ziekte en de behandeling al zoveel tijd en energie op, dat men hiervoor niet doorzet. Organisatie De organisatie van het gezondheidssysteem, van het sociale zekerheidssysteem, van de sociale bijstand en van onze maatschappij in haar totaliteit kan zich dwars op de weg van de gebruiker zetten als hij professionele hulp zoekt. • Type verzorging De inhoud van de zorg moet aan de behoeften van de gebruiker worden aangepast om goed te kunnen functioneren. De gebruikers en de naasten halen vaak het probleem van overmedicatie aan. Voor hen zou een meer menselijke benadering (meer therapieën bijvoorbeeld) veel optimaler zijn. De overmedicatie kan worden gelinkt aan een snelle reactie van de behandelende arts op een probleem waarvoor hij binnen zijn consultatie zelf niet de tijd heeft om het te behandelen (zie volgende paragraaf). Een van de voornaamste problemen is dat de psychologen en psychotherapeuten nog niet zijn erkend. Er is dus geen terugbetaling voorzien voor de opvolging door een psycholoog / psychotherapeut, er zijn nog geen kwaliteitsnormen en het is moeilijk om te selecteren in het aanbod aan therapeuten. Het feit dat de alternatieve opties zo weinig worden erkend (therapieën, muziektherapie, sport enz.) beperkt het aantal middelen om beter te worden. Het gebrek aan goedkeuring en erkenning zorgt voor misbruiken. In hun zoektocht naar de goede zorgen, de persoon die hen echt kan helpen en de geneesmiddelen die echt werken, moeten de gebruikers een hele lijdensweg afleggen en dit kost veel tijd en energie. De deelnemers wijzen op het belang van een goede begeleiding hierin. Deze is momenteel niet voor handen. Over het algemeen wordt er onvoldoende aandacht besteed aan de lichamelijke gezondheid van de gebruikers met psychische problemen. Het is zo dat “men ze in stukken verdeelt”, men houdt enkel rekening met het mentale aspect en de rest wordt genegeerd. • Beschikbare tijd van de zorgverleners Ook het tijdsgebrek van de zorgverleners belemmert een kwaliteitsvolle en aangepaste opvolging. De huisartsen hebben onvoldoende tijd om psychisch zieken correct op te volgen en te begeleiden. De tijd van een raadpleging is onvoldoende om er zich mee bezig te houden en bepaalde artsen hebben niet de vereiste vorming om een patiënt in dit specifieke domein van de geestelijke gezondheid op te volgen. Ook de verpleegkundigen hebben onvoldoende tijd voor een adequate begeleiding van de patiënten. De nomenclatuur is niet aangepast. Twee keer per dag langsgaan bij de gebruikers voor de inname van de geneesmiddelen is bijvoorbeeld onmogelijk, onder andere aangezien deze handelingen niet of onvoldoende worden betaald. Anderzijds verplaatsen de psychologen zich onvoldoende. Dit maakt echter deel uit van de opdrachten van de centra geestelijke gezondheidszorg. Die zijn zodanig overbelast dat ze geen tijd hebben om dit te doen. De opvolging wordt omschreven als niet intensief genoeg: omdat de nomenclatuur het niet mogelijk maakt, omdat de werkbelasting van de zorgverleners te hoog is, omdat dit kosten met zich meebrengt. De gebruikers willen ook dat de intensiteit van de opvolging flexibel is: hun zorgbehoefte varieert en toch worden de afspraken of voorhand gemaakt en vinden de afspraken en consultaties op regelmatige tijdstippen plaats. • Wachtlijsten Zowel gebruikers, mantelzorgers als professionelen wijzen vaak op het probleem van lange14 wachtlijsten, en dit voor verschillende zorgvormen: mobiele equipes, psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT), beschut wonen (IBW), centra geestelijke gezondheidszorg (CGG), dagactiviteitencentra, … Deze wachtlijsten zijn voornamelijk te wijten aan een te grote vraag en een te beperkt aanbod, vaak bij gebrek aan middelen in de sector. Ook de bestaande spreiding van het aanbod over de regio’s verklaart deels het probleem (zie verder). Zonder het bestaan van wachtlijsten te willen ontkennen, is er door sommigen ook op gewezen dat niet alle wachtlijsten wijzen op een (groot) aanbodtekort. Men is er zich namelijk van bewust dat patiënten soms op meerdere wachtlijsten van een bepaald type voorziening zijn ingeschreven om hun kans op een plaats te vergroten. Ook is men ervan overtuigd dat sommigen op de wachtlijst van een bepaald type voorziening staan terwijl ze eigenlijk nood hebben aan andere zorg. 14 De notie 'lange' wachttijd varieert in functie van het type voorziening: voor de CGG spreken de deelnemers vaak over 3 maanden wachttijd voor een eerste afspraak. Voor mobiele crisisteams "is een maand al te lang". CM-Informatie 260 • juni 2015 11 Daarnaast wijst een aantal gebruikers ook op de wachttijden om terecht te kunnen bij een zorgverlener. Dit geldt onder meer voor de (behandelend) psychiater bij wie men op een crisismoment meestal niet onmiddellijk terecht kan. • Tekortkomingen in het zorgaanbod Het zorgaanbod is niet overal homogeen en voldoende. In sommige regio’s vindt men geen (of onvoldoende) CGG’s, ziekenhuizen of psychiaters. Dit brengt de continuïteit van de opvolging van de gebruikers in gevaar. De middelen zijn vaak geconcentreerd in de steden, ook al zijn ze ook daar soms nog onvoldoende aanwezig om de vraag te dekken, zoals in Leuven het geval is. Het is daarentegen ook in de steden dat de huurprijzen het duurst zijn (zie paragraaf huisvesting). Opdat een opvolging in de geestelijke gezondheidszorg goed werkt, moet men personen vinden waarmee “het klikt” en soms enkele kilometers rijden om deze geschikte zorgverlener te vinden. Vanuit het oogpunt van de continuïteit is niet vaak mogelijk om door dezelfde psychiater gevolgd te worden zowel in het ziekenhuis als thuis. Dit zou nochtans de voorkeur genieten gezien de moeilijkheid om een band met de therapeut / arts te ontwikkelen. Dit probleem van leemtes stelt zich ook op de langere termijn. Herintegratie, zelfstandig wonen is niet voor alle patiënten de oplossing, sommigen hebben nood aan begeleide huisvesting op lange termijn maar vinden geen plaats in IBW’s, PVT’s. In een ander opzicht bestaan er geen structuren voor psychisch zieken die ook een fysieke handicap hebben. • Spoedgevallen De spoeddienst, hoewel het een zeer specifiek zorgtype is, maakt deel uit van de zorgketen die ter beschikking staat van psychisch zieken. Het is natuurlijk niet de plaats waar de patiënt wordt opgevolgd maar, van tijd tot tijd is het een noodzakelijke schakel om te vermijden dat de dingen “uit de hand lopen”. Tijdens de focusgroepen werden de spoeddiensten herhaaldelijk omschreven als weinig hartelijk. Men begeeft er zich best enkel onder begeleiding van een dokter om er niet gedurende uren te moeten wachten en om dan thuis te komen met een nog ernstiger probleem dan bij de aankomst. De mobiele teams 2A (zie 2e functie van de projecten 107: mobiele teams voor behandeling van personen in crisis) lijken een goed alternatief aan te bieden. 12 • Voorwaarden om zorgen te krijgen Een gesteld probleem met betrekking tot de organisatie van de zorg is dat van de toegangsvoorwaarden. Wie niet aan alle voorwaarden voldoet, komt bijgevolg niet in aanmerking. Vaak is er geen alternatief voorhanden. Opdat een mobiel team iemand kan opvolgen, moet deze persoon over het algemeen over een vaste verblijfplaats beschikken. De zorgen moeten door de gebruiker zelf worden aangevraagd, dit maakt deel uit van het proces. De personen in de projecten 107 moeten ouder dan 16 jaar en jonger dan 65 jaar zijn. Wat met de anderen? Agressieve personen of slechte betalers worden door de zorgverleners of de instellingen ook soms geweigerd. De noodzakelijke begeleiding voor psychisch zieken is overigens niet enkel medisch. Veel gebruikers hebben nood aan de hulp van een OCMW, maar deze stap zetten is niet aan iedereen gegeven: men moet geduld hebben, gestructureerd en georganiseerd zijn, afspraken kunnen maken en er tijdig geraken en bovendien is de hulp vaak onderworpen aan schuldbemiddeling enz. Zelfs de eenvoudige ondertekening van de documenten om recht te hebben op een tussenkomst van het OCMW kan sommige personen voor problemen stellen (door de ziekte). • Communicatie tussen zorgverleners, naasten, gebruikers, adviserend geneesheren Communicatie is een essentieel element in de menselijke relaties en zonder twijfel nog meer in therapeutische relaties. Een slechte communicatie tussen zorgverleners, tussen zorgverleners en gebruikers, tussen zorgverleners en naasten, tussen naasten en gebruikers kan de oorzaak zijn voor talrijke belemmeringen van een goede zorgverlening. Rond de hospitalisatie is een maximale informatieuitwisseling noodzakelijk. Ongeacht of het voor de behandelende psychiater, voor de adviserend geneesheer die een oordeel moet vellen of voor de andere zorgverleners is, goede ziekenhuisrapporten zijn noodzakelijk. Jammer genoeg ontbreken ze te vaak op het appel of zijn ze te beknopt om echt nuttig te zijn. De problemen die voortvloeien uit dit gebrek aan informatieoverdracht zijn de onmogelijkheid om een vervangingsinkomen aan een gebruiker toe te kennen, doseringsproblemen, een extra herhaling van zijn geschiedenis bij een nieuwe zorgverlener enz. Over het algemeen vragen de zorgverleners en de gebruikers meer dialoog tussen de verschillende actoren, ongeacht of het rechtstreeks betrekking heeft op de psychische gezondheid of op de noodzakelijke sociale hulp voor de gebruikers: de artsen (gespecialiseerd of niet), andere zorgverleners van de geestelijke gezondheidszorg, de actoren van de sociale opvolging (administraties, ziekenfondsen, OCMW enz.). CM-Informatie 260 • juni 2015 Er werd ook melding gemaakt van een groeiende nood aan betrokkenheid van de behandelende arts (huisarts of psychiater) in het overleg. Deze persoon staat centraal en moet centraal blijven. Hij is daarentegen vaak overbelast en heeft niet de tijd om de gebruiker op alle gebieden op te volgen. De communicatiekanalen voor de naasten zijn nagenoeg onbestaande. Het is aan de gebruiker om zijn naasten te machtigen om informatie (recht van de patiënt) te ontvangen. Zelfs indien dit het geval is, hebben de naasten veel moeite om op de hoogte te blijven van de zorgprocessen en de genomen beslissingen. En toch zijn de gevolgen voor hen als mantelzorger vaak zeer groot. • Informatie & kennis De drie groepen hebben zich beklaagd over een schrijnend gebrek aan informatie. De gebruikers hebben moeite om het huidige zorgsysteem te begrijpen en om logica in het doolhof van instellingen en administraties te vinden. Ze weten niet waar ze terechtkunnen om hulp te zoeken. Als de fysieke problemen hun kind, hun partner, hun broer of zus of hun naaste treffen, weten de mantelzorgers vaak niets over de geestelijke gezondheid, in dit opzicht heerst een ware onwetendheid. Het is moeilijk om structuren te vinden die kunnen helpen in het begrijpen, aanvaarden en opstellen van de hulp. De mantelzorgers worden over het algemeen zelf onvoldoende omkaderd, ondersteund en geholpen en ook zij weten vaak niet waar ze terechtkunnen. Tot slot weten ook de zorgverleners zelf onvoldoende over de geestelijke gezondheid en het zorgaanbod in dit domein. Het aanbod is zodanig versnipperd dat ze er niet in slagen om hun patiënt goed te adviseren. Beeldvorming De beeldvorming over geestelijke gezondheid in de maatschappij, bij de zorgverleners, bij de naasten en bij de gebruikers zelf kan een krachtige belemmering vormen voor de gebruikers om op het juiste moment de goede zorgen te krijgen. Het gevolg van dit obstakel is daarentegen moeilijker “af te zonderen”. We hebben gezegd dat als hun naaste te maken krijgt met psychische problemen, de mantelzorgers vaak niets over geestelijke gezondheid weten. Hetzelfde geldt voor de persoon die is “gediagnosticeerd”. Dit gebrek aan informatie is zeer waarschijnlijk verbonden met het beeld van de geestelijke gezondheid in de maatschappij. Men spreekt er niet over en de zorgverleners zijn er slechts een beetje voor opgeleid. Als iemand een psychisch probleem heeft, wordt zijn lichamelijke gezondheid bovendien verwaarloosd. De beeldvorming van personen speelt een belangrijke rol in dit fenomeen. Relaties Om zich goed te voelen, moet een gebruiker worden omringd. Elke persoon voelt zich beter dankzij de contacten en de relaties die hij onderhoudt In dit opzicht spelen de naasten een cruciale rol en verrichten ze indrukwekkend “werk”. Ze zorgen ervoor dat de gebruikers zich in moeilijke periodes niet volledig afzonderen. Ze zijn daar om naar hen te luisteren, hen te ondersteunen in hun behandeling en hen dagelijks te begeleiden. Financiën • Kosten van de telecommunicatie Om contact te houden met zijn naasten, vrienden en familie, spelen de “nieuwe” technologieën een belangrijke rol. Tegenwoordig kan men moeilijk leven zonder gsm en zonder internetverbinding. Deze kosten zijn aanzienlijk, des te meer omdat het onmogelijk is om een maximumlimiet op telefoonabonnementen in te stellen en omdat de gebruikers zeer vaak hun naasten opbellen. • Kosten van de activiteiten In de paragraaf “activiteiten” bespreken we de concrete problemen met betrekking tot de activiteiten, maar het is duidelijk dat de vrije tijd een opportuniteit voor socialisatie is. Er wordt vermeld dat bepaalde psychiaters weigeren om personen op te volgen die verslaafd zijn aan alcohol of andere substanties voor hun andere psychische problemen. CM-Informatie 260 • juni 2015 13 Organisatie Beeldvorming De afzondering heeft een zeer nefaste invloed op de gezondheid van de mens, dat is algemeen bekend. En toch maakt de organisatie van onze zorg- en bijstandssystemen het voor de gebruikers niet altijd mogelijk om in contact met andere personen te blijven. • Lacunes in de ondersteuning van mantelzorgers In de zorg thuis voor personen met psychische problemen spelen de mantelzorgers een cruciale rol. Zonder hen zou zorg in de samenleving voor velen niet mogelijk zijn, maar ze geven herhaaldelijk aan dat het een zware taak is. Men heeft het gevoel dat men voor alles moet instaan. Het is een permanente opdracht die ook heel wat zorgen en stress met zich meebrengt over hoe het met de zieke naaste gaat, over de toekomst als zij er als mantelzorg niet meer zijn. Vaak is het voor de mantelzorger niet meer mogelijk om zelf voltijds te werken. Men voelt dat men zelf ook bijzonder kwetsbaar is. Mantelzorgers zijn vragende partij voor meer ondersteuning, meer informatie over de ziekte van hun naaste wat hen in staat zou stellen een en ander beter te begrijpen, beter om te gaan met bepaalde situaties. Ze vragen informatie over aandoeningen in het algemeen, maar ook van de zorgverleners van hun naaste. Zij zijn ook op zoek naar lotgenotencontact vanuit het besef dat ze veel kunnen leren van mensen die in een vergelijkbare situatie zitten. Enkelen wijzen erop dat er weinig of geen mogelijkheden zijn voor dergelijk lotgenotencontact of dat het bestaande aanbod, vb. omwille van de afstand, niet haalbaar is. We stellen ook vast dat mantelzorgers niet altijd op de hoogte zijn van het bestaande aanbod dat voor hen een ondersteuning kan betekenen (praatgroepen, respijtzorg, …). Professionelen geven dan weer aan dat het moeilijk is om deze mantelzorgers ‘te vinden’ en hen een aanbod te doen. Soms sluiten families zich ook af vanuit een schuldgevoel en als gevolg van het taboe dat nog steeds op psychische problemen rust. Ten slotte willen zij ook als volwaardige partner betrokken worden door de zorgverleners en voldoende informatie ontvangen over de zorg. Zoals we al eerder vermeldden, zijn hier heel wat obstakels. 14 Van zodra de diagnose van een psychisch probleem is gesteld, heeft deze diagnose de neiging om de gebruiker en de omringende personen af te schrikken. De persoon kan zich afgezonderd voelen. Rol De gebruikers van geestelijke gezondheidszorg zoeken, net als iedereen, erkenning van hun potentiële (rol), maar ook op dit vlak ondervinden personen met psychische problemen heel wat obstakels. In de verschillende focusgroepen is zowel door gebruikers zelf, naasten als professionelen heel veel nadruk gelegd op het belang van een zinvolle rol in de samenleving. De hoofdreden hiervoor is niet het verwerven van een (hoger) inkomen. Men spreekt dan ook niet alleen over het hebben van een reguliere, betaalde job, maar ook over elke andere mogelijke activiteit (zie ook de volgende paragraaf). De essentie is dat deze personen graag een rol willen opnemen in de samenleving. Ze willen hiermee (opnieuw) vorm geven aan hun sociale identiteit. Het geeft hen zin in het leven en een reden om op te staan. Het heeft een positief effect op het zelfbeeld en de eigenwaarde. Zij zoeken, net als iedereen, erkenning van hun potentieel, maar ook op dit vlak ondervinden personen met psychische problemen heel wat obstakels. Financiën Uit angst om hun inkomen te verliezen, durven sommige personen zich niet opnieuw op de arbeidsmarkt begeven of zich volledig inzetten voor vrijwilligerswerk. • Risico op inkomensverlies door werkhervatting (Invaliditeitsval en werkloosheidsval) Ook personen met psychische problemen willen ondanks hun ziekte en blijvende kwetsbaarheid doorgaans toch werken. Maar vanwege enkele valkuilen, is het niet altijd evident die stap te zetten. CM-Informatie 260 • juni 2015 Zo is er de vrees dat hun inkomen uit arbeid te hoog zal zijn om nog recht te hebben op de verhoogde tegemoetkoming wat leidt hogere kosten voor gezondheidszorg. Als je daarbij de bijkomende kosten rekent die gepaard gaan met werken en werkhervatting (zoals vervoerskosten en kosten voor opvang van de kinderen) loont het soms niet de moeite om aan de slag te gaan. Ten tweede vreest men voor een lager loon bij werkhervatting (bijvoorbeeld een deeltijdse job) en daardoor een verlaagde uitkering indien men opnieuw ziek zou vallen. Men moet dus telkens gaan afwegen wat het gevolg is van een keuze, wat men op financieel vlak wint of verliest. Een helaas niet ondenkbeeldig traject dat mensen met psychische kwetsbaarheid doorlopen is dat zij na verlies van recht op werkloosheidsuitkering en / of invaliditeit bij het OCMW terecht komen. Omwille van allerhande obstakels, ontvangen zij in de feiten ook daar geen steun meer en belanden ze uiteindelijk op straat. • Risico op inkomensverlies door vrijwilligerswerk Een andere vrees van de gebruikers is de angst om zich te engageren in vrijwilligerswerk dat het mogelijk maakt om een rol in de maatschappij buiten een betaalde job te hebben. Ze hebben de indruk dat de stap tussen “de gebruiker is in staat om vrijwilligerswerk te doen” en “de gebruiker zou weer aan het werk kunnen gaan” niet groot is voor de adviserend geneesheren. Het stressniveau en de flexibiliteit met betrekking tot het vrijwilligerswerk zijn echter zeer verschillend. Het (opnieuw) beginnen werken gebeurt, indien het wordt omkaderd, met behulp van een re-integratieaanspreekpunt. De gebruikers willen dit aanspreekpunt zelf kunnen kiezen in functie van hun persoonlijkheid, hun geschiedenis en hun beroep. • Geen alternatieve / aangepaste jobs Velen willen na een ziekteperiode terug aan het werk, maar dan in een aangepaste job of activiteit. Voor sommigen zijn de continue werkdruk en de werkschema’s van een reguliere job niet langer haalbaar. Op de arbeidsmarkt is het echter bijna niet mogelijk om een aangepaste job te vinden. Zo willen sommigen een job waarbij men dagelijks enkele uren kan werken, of een job waar men kan werken op momenten dat het goed gaat, maar waar men niet afgestraft wordt op momenten dat het minder gaat. Sommigen klagen aan dat ze in het kader van werkhervatting verplicht werden om minstens halftijds te gaan werken. Vaak ervaart men dat de kwaliteiten waarover men beschikt niet diegene zijn die door de arbeidsmarkt gevraagd worden. Men waarschuwt tegelijk herhaaldelijk voor het paradigma van activering. Men mag er niet blind voor zijn dat niet iedereen na een ziekteperiode terug kan keren naar de arbeidsmarkt. Als de gebruiker vroeger heeft gewerkt in een sector die moeilijk bedienden / arbeiders vindt (knelpuntberoepen), zijn sommige adviserend geneesheren blijkbaar niet erg geneigd om de mogelijkheid voor andere opleidingen aan te bieden. Een verpleegkundige zal bijvoorbeeld moeite hebben om voor andere opleidingen te worden gefinancierd aangezien er werk in deze sector is. Het werk in kwestie kan echter de oorzaak zijn van de breuk. Organisatie Beeldvorming • Geen / moeilijke omkadering bij (regulier) werk Een aantal mensen kan en wil een job uitoefenen op de reguliere arbeidsmarkt. Ze ondervinden evenwel dat dit na een lange periode van afwezigheid wegens (psychische) ziekte niet gemakkelijk is. Ze voelen zich ook vaak genoodzaakt op zoek te gaan naar een nieuwe job, omdat de vorige job niet meer haalbaar is. Dit is zeker zo als het werk mede oorzaak is van de psychische problemen, maar ook als het type werk een terugkeer moeilijk maakt gezien de blijvende kwetsbaarheid. Regelmatig wordt gewezen op de noodzaak van begeleiding naar een aangepaste job. In een van de focusgroepen werd het voorbeeld gegeven van een dienst voor arbeidstrajectbegeleiding die personen met psychische kwetsbaarheid ondersteunt in het vinden van een job op maat. Ook voor jongeren die afstuderen is het belangrijk dat de overgang naar de arbeidsmarkt ondersteund, begeleid wordt. • Terughoudendheid van de werkgevers Personen met psychische problemen ondervinden dat het bij sollicitaties moeilijk is de periodes van afwezigheid te verklaren. Men voelt de terughoudendheid van werkgevers. • Angst voor het oordeel van de AG Een heel aantal deelnemers gaf aan dat ze bang zijn om aan de adviserend geneesheer een toelating te vragen om vrijwilligerswerk uit te oefenen. Ze vrezen dat deze hier na verloop van tijd uit zal besluiten dat het ook mogelijk is om een reguliere job uit te oefenen. CM-Informatie 260 • juni 2015 15 Activiteiten Naast een rol in de samenleving door werk als vrijwilliger, spelen ook vrije tijd, “extraatjes” een belangrijke rol in het evenwicht van de gebruikers. • Kosten van het transport Net als voor de gezondheidszorg, is het transport, het vermogen om zich te kunnen verplaatsen, een sleutelelement in het sociale integratieproces. In dit deel komt het probleem weer naar boven dat de meeste gebruikers geen rijbewijs of auto hebben. Voor elke activiteit moeten ze beroep doen op hun naasten of het openbaar vervoer. Organisatie • Nood aan begeleiding Er is geregeld gewezen op het onvoldoende aanbod aan aangepaste mogelijkheden voor activiteiten. Algemeen voelt men de nood aan ondersteuning om een aangepaste activiteit te vinden. Financiën • Dagelijks leven Als men een beperkt budget heeft, zijn zelfs de basiskosten moeilijk te beheren. We hebben vaak horen spreken over eeuwigdurende keuzes: kiezen tussen eten kopen en geneesmiddelen gaan halen. Voeding, kledij en hygiëne zijn uitgaveposten waarvoor “men maatregelen treft” en de laatste reserves aanspreekt. Sommige gebruikers, en dit is door de zorgverleners en de naasten bevestigd, betalen niet langer hun ziekenfondsbijdrage, noch hun verzekeringen (burgerlijke aansprakelijkheid, woning, hospitalisatie enz.), noch de kosten met betrekking tot het onderwijs van hun kinderen (abonnement van openbaar vervoer, maaltijdkosten enz.). Dit is gewoonweg niet langer mogelijk. Veel gebruikers zitten diep in de schulden. De meeste personen die we hebben ontmoet, hebben al hun vrije tijd en activiteiten geschrapt. • Kosten van de vrije tijd en de persoonlijke ontwikkeling De vrije tijd vormt een post die, bijna per definitie, wordt uitgesteld of zelfs helemaal wordt geschrapt. Vakantie, sport, kunst, een huisdier, een tentoonstelling, een groepsactiviteit, ... , alles is belangrijk om een levensevenwicht te vinden en om zich te kunnen ontplooien, maar ongeacht het type vrijetijdsbesteding, het is vaak te duur. Soms zijn er betaalbare mogelijkheden, maar deze zijn vaak onvoldoende gekend. • Weinig mogelijkheid tot andere zinvolle dagbesteding dan werk Naast de hoge nood aan zinvolle dagbesteding onder de vorm van werk, stellen een aantal hulpverleners expliciet dat we als maatschappij ook moeten leren aanvaarden dat voor sommigen de herintegratie stopt met wonen en werken niet meer mogelijk is. Deelnemen aan de activiteiten in het kader van beschut wonen, of deelnemen aan groepsactiviteiten kan in dat geval zin en structuur geven. Men ervaart echter dat de bestaande mogelijkheden op dat vlak onvoldoende of onaangepast zijn. Beeldvorming Veel gebruikers hebben een bepaald schuldgevoel. Ze hebben de indruk dat, als ze niet werken, ze ook geen recht hebben om zich te ontspannen en om activiteiten te doen om zich te ontplooien. Een gebruiker vermeldt ook het feit dat het veel te duur is om zich in te schrijven voor een beroepsopleiding buiten de opleidingen die door de Forem / VDAB / actiris worden voorgesteld. Tot slot zijn sigaretten een belangrijke en onvermijdbare post in het budget van veel gebruikers (voor alle duidelijkheid, dit is geen vrijetijdsbesteding of een middel tot persoonlijke ontwikkeling). 16 CM-Informatie 260 • juni 2015 Beeldvorming Huisvesting Een belangrijke voorwaarde voor vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg is een woningmarkt die voldoende kansen biedt aan psychische zieken. De eigenaars zijn niet snel geneigd om te verhuren aan mensen met psychische problemen. Ze vrezen onder andere niet tijdig de huur te zullen ontvangen, dit terwijl men bij mensen die onder bewindvoering staan juist meer garantie heeft op tijdige betaling. Indien ze dat wel doen, worden de huurders soms slecht behandeld. Gezien hun kwetsbaarheid hebben ze het moeilijk zich te verdedigen. Sommigen wijzen op het risico van gettovorming aangezien mensen met psychische problemen omwille van hun beperkt inkomen vaker een beroep moeten doen op de sociale woningmarkt. Financiën De prijs van de huisvesting werd zowel door de gebruikers als door de naasten en de zorgverleners vermeld. De huurprijzen zijn vaak zeer hoog en de kosten van een zelfstandig leven vormen een aanzienlijk percentage van het maandelijkse budget waarover de personen beschikken: water, elektriciteit, gas, verzekeringen enz. Er zijn onvoldoende sociale woningen toegankelijk voor psychisch zieken en het bedrag van de uitkeringen wordt vaak verlaagd als men met meerderen samenwoont. De zorgverleners en de zorginstellingen bevinden zich meestal in de stad, waar de huurprijzen nog hoger zijn. Sommige personen verblijven ook permanent in een woonzorgcentrum, bij gebrek aan een andere oplossing. Deze verblijfskosten zijn zwaar om te dragen. Organisatie Een probleem is de spanning die er bestaat tussen de wil van de overheid om het aanbod aan voorzieningen (vb. IBW) te spreiden en de wens van de mensen om in een bepaalde stad of regio te blijven wonen omwille van het grotere aanbod en de nabijheid van allerlei diensten en de betere perspectieven op reïntegratie. Dit zorgt ervoor dat in bepaalde streken de vraag groter is dan het aanbod. In andere streken krijgt men lege plaatsen niet altijd ingevuld. 5.Besluit Vermaatschappelijking van de zorg, ook van geestelijke gezondheidszorg, is een goede zaak. Indien de zorg dicht bij de mensen wordt georganiseerd, is het mogelijk om de breuk tussen een patiënt en de omgeving te vermijden en de levenskwaliteit te verhogen. Ons onderzoek bevestigt jammer genoeg een vaststelling die eerder al in de literatuur15 vermeld was: wie geconfronteerd wordt met psychische problemen ondervindt heel wat hindernissen om zich goed te voelen, zich volledig te integreren in de samenleving. In een reeks focusgroepen, zowel met gebruikers, mantelzorgers als professionelen, stelden we vast dat de obstakels op financieel en organisatorisch vlak en door de beeldvorming over geestelijke gezondheid veelvuldig zijn, vaak onoverkoombaar en ondraaglijk. Vandaag de dag zou iedereen toegang moeten hebben tot degelijke huisvesting, verrijkende sociale contacten moeten hebben, begeleid of gevolgd kunnen worden in functie van gezondheids- of sociale behoeften, werk of een bezigheid moeten hebben aangepast aan zijn gezondheidstoestand die hem toelaat zich nuttig te voelen in de samenleving waarin hij evolueert en ten slotte, van vrije tijd moeten kunnen genieten. Voor gebruikers van geestelijke gezondheidszorg is dit echter maar zelden het geval. We zijn ook geraakt door de situaties die buiten de gebruikelijke categorieën vallen: personen met een fysieke handicap en psychische problemen, personen die vanuit de werkloosheid naar het systeem van invaliditeit of het OCMW gestuurd 15 Zie onder meer: VVI, Betaalbaarheid en toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg in België. Knelpunten en voorstellen. Brussel, 17 september 2008. Commissie Diversiteit, Advies personen met psychische problemen en de Vlaamse arbeidsmarkt. Brussel, 20 maart 2014. Looman, L. e.a. Is uw portemonnee ook ziek? Een onderzoek naar medische kosten en schulden. Juni 2008. CM-Informatie 260 • juni 2015 17 worden, en omgekeerd. Eerder onverwacht hebben we vaak gehoord dat de somatische gezondheid van psychisch zieken vaak verwaarloosd wordt. We houden eraan om nogmaals te onderstrepen dat de naasten een indrukwekkend werk verrichten. Het is vaak dankzij hen dat de gebruikers erdoor geraken. Vergeten we niet dat hun eigen geestelijke gezondheid op het spel staat. Het is belangrijk zorg te dragen van deze sleutelactoren. Zoals vermeld in de inleiding, geeft dit artikel enkel een stand van zaken: we overlopen de resultaten van onze studie. Ons doel is verder te gaan, in samenwerking met de regionale ziekenfondsen en de terreinactoren in geestelijke gezondheidszorg. we willen ook meer in detail de kosten ten laste van gebruikers analyseren, ze becijferen en nadenken over meer aangepaste ondersteuningsmechanismen. Er volgt dan ook nog een tweede artikel in de loop van 2016, op basis van de pistes die in de focusgroepen naar voor zijn geschoven en de zaken die tot dan zijn gestart. 18 CM-Informatie 260 • juni 2015