Werktabel digiCAT 'Hersenen en zintuigen' - 3 mei 2013 Bron: Verwijzing naar de bron van het goede antwoord (hoofdstuk boek / evt pagina boek / practicumhandleiding of andere bron die tot de leerstof behoort) Onderwijsvorm: OC = openingscollege SC = slotcollege C = tussencollege SO 1 etc. = de studie-opdrachten PR = cursusgebonden practicum COPR = competentiegebonden practicum AND = anders: bijvoorbeeld college / capita selecta Nr Tekst 1 Fototransductie in de retina Antw. Docent Weeknr Bron Onderwijsvorm 1 2 3 R.Musters 1 Vander’s Hfdstk 7 OC GTP cGMP GMP 1 Geef de locatie van de 'second messengers' aan. 2 Op een monitor wordt de activiteit van de fotoreceptoren in de retina van een proefpersoon weergegeven. Te zien is dat de fotoreceptoren een relatief constante hoeveelheid neurotransmitter afgeven. a R.Musters 1 COO Oog OC d R.Musters 1 COO Oog Vander”s Hfdstk 7 OC a R.Musters 1 COO Gehoor Vander’s Hfdstk 7 SC, COO Hieruit blijkt dat de proefpersoon verblijft in een a. donkere ruimte b. fel verlichte ruimte 3 De structuur van de retina lijkt in eerste instantie contra-intuïtief. De fotoreceptoren liggen aan de buitenzijde tegen het pigment-epitheel en het licht passeert eerst de binnenste cellagen van de retina alvorens de fotoreceptoren te bereiken. Wat is de verklaring voor deze opbouw van de retina? a. het doorvallende licht leidt eerst tot modulatie van de horizontale cellen waarna de fotoreceptoren geactiveerd kunnen worden b. het feit dat het licht eerst een aantal cellagen passeert, leidt tot contrastverhoging van het signaal op het niveau van de fotoreceptoren c. het pigment-epitheel is essentieel voor de signaalmodulatie van geactiveerde fotoreceptoren d. het pigment-epitheel is essentieel voor het onderhoud van de buitenste segmenten van de fotoreceptoren. 4 Waar in de cochlea leiden laag-frequente tonen vooral tot activatie van de haarcellen? a. bij het helicotrema 2 b. nabij het ovale venster c. nabij het ronde venster 5 EF Hensen (KNO) 1 COO Gehoor College EF Hensen (KNO) 1 COO Gehoor College Bekijk het bovenstaande audiogram van een patiënt met gehoorverlies op de polikliniek KNO. Op basis van dit audiogram kan geconcludeerd worden dat de proef van Rinne RECHTS positief zal zijn en dat de oorzaak van het gehoorverlies links gelegen is in het MIDDENOOR . 6 Binauraal horen biedt voordelen boven het horen met slechts één oor. Binauraal horen is primair van belang voor het a a. richtinghoren in het horizontale vlak b richtinghoren in het verticale vlak. c. inschatten van de afstand tot een bewegende geluidsbron d. inschatten van de afstand tot een vaste geluidsbron. 3 7 c FG Wouterloo d 1 Blumenfeld Hfdstk 12 SO In bovenstaande doorsnede is een aantal gebieden van de hersenschors gemarkeerd. In welk gebied eindigen de opstijgende banen voor de smaak? a. A. b. B. c. C. d. D 8 De arts schijnt met een lampje in het rechteroog van c een patiënt. De pupil van dit oog vernauwt zich niet, die van het linkeroog wel. Wanneer de arts vervolgens in het linkeroog schijnt, wordt de pupil van dat oog wel nauw, die van het rechteroog echter niet. Welke zenuw is hier uitgevallen? a. rechter n. opticus b. linker n. opticus c. rechter n. oculomotorius d. linker n. oculomotorius S. Elferink, 1 I. Meenken (OHK) Tan et al. Pag 29-30 9 Een jonge man met myopie heeft een bril voor de S. Elferink, 1 Tan et al c COO Oog College 4 verte en kan enkele dioptrieën accommoderen. Zonder zijn bril op te zetten kan hij een boek lezen op 50 cm afstand. Bij deze man ligt zijn a. vertepunt op 50 cm b. nabijheidspunt op 50 cm c. vertepunt verder dan 50 cm van het oog d. nabijheidspunt verder dan 50 cm van het oog. 10 I. Meenken (OHK) a FG Wouterloo d Pag 66,70 COO Zien 1 COO College Op de afbeelding kijkt u vanuit het cavum tympani tegen het trommelvlies aan. De zwarte pijltjes duiden een zenuw aan die beschadigd kan worden bij verrichtingen aan het trommelvlies. Welke zenuw is dit? a. chorda tympani 5 b. n. auriculotemporalis c. plexus tympanicus d. n. auricularis magnus 11 Geef bij elk type gezichtsvelduitval aan waar de laesie zit. S. Elferink, 1 I. Meenken (OHK) VAnder’s Hfdstk 7 Slotcollege week 3 6 12 B. van Oosten 2 Blumenfeld Hfdstk 6, 7, 10 Practicum handleiding Neuroanatomie College, studieopdrachten Welke uitval komt het meest voor bij afsluiting van het bloedvat aangeduid met de pijl bij een rechtshandige patiënt? Kies de twee juiste alternatieven. ● spraak (fatische) stoornissen ● oogbewegingsstoornissen ● parese rechts, arm ernstiger aangedaan dan been ● uitval rechter gezichtsveld 7 13 d B. van Oosten 2 Blumenfeld Hfdstk 10, Practicum handleiding neuroanatomie College, studieopdrachten a B. van Oosten 2 Blumenfeld Hfdstk 10 College, studieopdrachten Op de figuur ziet u een speciaal soort MRI opnames, waarbij verse herseninfarcten een sterk verhoogd signaal hebben (pijlen). Bij deze patiënt zijn de infarcten het gevolg van embolieën. Wat is gezien bovenstaande beelden de meest waarschijnlijke oorsprong van deze embolieën? a. de arteria basilaris b. de arteria carotis links c. de arteria carotis rechts d. het hart 14 Een patiënt op de spoedeisende hulp kreeg 3 uur geleden een invaliderend herseninfarct. Een hersenbloeding werd met CT-scan van de hersenen uitgesloten. Hij gebruikt geen medicijnen en zijn bloeddruk is 130/85 mm Hg. Stelling: deze patiënt komt in aanmerking voor trombolyse. a. juist b. onjuist 8 15 HJ Groenewe gen 2 Blumenfeld Hfdstk 7 College, Studieopdracht HJ Groenewe gen 2 Blumenfeld Hfdstk 7 College, Studieopdracht Bij mevrouw Borgman is twee jaar geleden de ziekte multipele sclerose vastgesteld. Zij kwam toen bij de neuroloog met uitval van het linkeroog, veroorzaakt door een ontsteking in de nervus opticus. Het gezichtsvermogen herstelde na enkele maanden. Inmiddels heeft zij sinds enkele weken opnieuw klachten gekregen en is een MR-scan gemaakt van het ruggenmerg. Daarop is op thoracaal niveau een nieuwe ontstekingshaard te zien. De getoonde schematische, transversale doorsnede geeft de localisatie en de omvang van de laesie weer. Op basis van bovenstaande informatie kan worden afgeleid dat mevr. Borgman GNOSTISCHE sensibiliteitsstoornissen heeft van het LINKER been. 16 De heer Bakker is opgenomen op de afdeling neurologie wegens een groot infarct in het stroomgebied van de arteria cerebri media van de rechter hemisfeer. Het deel van de cortex cerebri dat door deze arterie van bloed wordt voorzien is ischaemisch. 9 De diepere delen van de hemisfeer, waarin ondermeer de thalamus en de capsula interna liggen, zijn gespaard gebleven. Bij de heer Bakker is sprake van een parese van DE ARM aan de linker lichaamshelft. Bovendien is sprake van een parese van de gelaatsspieren van het ONDERSTE DEEL van het gelaat. 17 a HJ Groenewe gen 2 Blumenfeld Hfdstk 10, practicum handleiding neuroanatomie College, practicum De foto toont een doorsnede door de grote hersenen waarin een infarct zichtbaar is. In het stroomgebied van welke cerebrale arterie bevindt zich het infarct? a. arteria cerebri anterior b. arteria cerebri media c. arteria cerebri posterior 10 18 HJ Groenewe gen 2 Blumenfeld Hfdstk 2 College, practicum De foto laat een midsagittale doorsnede van de hersenen zien. Geef aan welke functies gelocaliseerd zijn in de gebieden A t/m D. A. schakelcentrum voor de cerebrale cortex B. ascending reticular arousal system (ARAS) C. cardiovasculaire centrum D. coördinatie van de motoriek 11 19 c HJ Groenewe gen 2 Blumenfeld Hfdstk 5 Practicum, studieopdracht HJ Groenewe gen 2 Blumenfeld Hfdstk 6 College, Studieopdracht HJ 2 Blumenfeld College, De CT-scan laat een subduraal hematoom zien. Uit welk type bloedvat is een dergelijk hematoom afkomstig? a. meningeale arterie b. cerebrale arterie c. ankervene d. intracerebrale vene 20 Een laesie van de corticospinale baan ter hoogte van het mesencephalon, bijvoorbeeld ten gevolge van de afsluiting van een bloedvat dat de pedunculus cerebri van bloed voorziet, leidt tot een CONTRALATERALE parese. De parese gaat gepaard met VERHOOGDE reflexen in het aangedane deel van het lichaam en met een HYPERTONIE van de spieren. 21 De zenuwvezels die de vitale sensibiliteit vanuit de 12 arm naar het centrale zenuwstelstel vervoeren hebben hun eerste synaps in DE ACHTERHOORN VAN HET RUGGENMERG . Deze vitale vezelbanen kruisen de mediaanlijn in het centrale zenuwstelsel DIRECT NA INTREDE IN HET RUGGENMERG . Groenewe gen Hfdstk 7 Studieopdracht Na een synaps in de thalamus bereikt deze vitale informatie de GYRUS POSTCENTRALIS . 22 Plaats de namen van de arteriën op de juiste plaats. 23 Wat toont deze overzichtsfoto? a HJ Groenewe gen 2 Blumenfeld Hfdstk 10 practicumhandleiding College, Practicum, studieopdracht J. van Horssen 2 practicum Histologie practicum 13 a. een ganglion b. het ruggenmerg c. de cerebellaire cortex d. de hippocampus 24 De cellen van Schwann produceren MYELINE. J. van Horssen 2 practicum Histologie college practicum HJ Groenewe gen 2 Blumenfeld Hfsth 7 college Deze cellen bevinden zich in HET PERIFERE ZENUWSTELSEL. 25 Vitale sensibele prikkels worden na binnenkomst in het ruggenmerg vervoerd via het zogenoemde anterolaterale systeem. Een deel van deze vezels vormt de tractus spinothalamicus die naar de thalamus projecteert en vervolgens de cortex cerebri bereikt. a Een groot deel van de vezels die opstijgen via het anterolaterale systeem eindigt echter niet in de thalamus, maar bereikt 14 a. de reticulaire formatie in de hersenstam b. de basale ganglia in de voorhersenen c. het cerebellum d. de amygdala 26 Een calorische nystagmus is een a. pathologische reactie van de ogen b. tijdelijke draairichtingssensatie c. willekeurige reactie van de ogen d. onwillekeurige reactie van de ogen d R. Musters 3 practicumhandleiding COO Evenwicht R. Musters 3 COO Openingscollege (“cochleairpotent COO iaal”, “endolymfe en perilymfe” en OC dia K+ influx) c R. Musters 3 practicumhandleiding in combinatie met COO en college slotcollege 29 Welke fysiologische nystagmus komt in het dagelijkse leven veel voor? a. benigne paroxismale positienystagmus b. optokinetische nystagmus c. calorische nystagmus d. cervicale nystagmus b An Greven 3 Practicum Gehoor en Evenwicht openingscollege 30 Welk symptoom past het beste bij een neuritis d An Greven 3 COO Evenwicht College 27 De endocochleaire potentiaal ontstaat door een VERHOOGDE kaliumconcentratie in het ENDOLYMFE. 28 Op schoenen met heel dikke rubberen zolen is het vaak moeilijk het evenwicht te bewaren. Waardoor wordt dit in de eerste plaats veroorzaakt? a. het evenwichtsorgaan wordt minder gestimuleerd b. het visuele systeem moet zich aan het hoogteverschil aanpassen c. de proprioceptie vanuit de voetzolen is verminderd Openingscollege practicum 15 vestibularis? a. misselijkheid b. afname gehoor aan de aangedane kant c. zweverigheid met rotatienystagmus d. draaiduizeligheid 31 A FG Wouterloo d 3 COO Evenwicht College A t/m D zijn snijlijnen van vlakken loodrecht op uw beeldscherm. In welk vlak ligt het voorste semicirculaire kanaal van het evenwichtsorgaan (canalis semicircularis anterior)? 16 32 c FG Wouterloo d 3 COO Gehoor en Evenwicht College a FG Wouterloo d 3 COO Evenwicht College HJ Groenewe gen 3 Blumenfeld Hfdstk 15 College In dit plaatje is het gehoor- en evenwichtsorgaan uit zijn omgeving gehaald. In welke richting bevindt zich in dit plaatje het trommelvlies? a. richting A b. richting B c. richting C d. richting D 33 Wat is de primaire functie van de zintuigcellen van een macula? Het registreren van a. lineaire versnelling van het hoofd b. drukverandering in de perilymfe c. geluidstrillingen 34 Het cerebellum kan op basis van anatomische criteria in verschillende onderdelen worden verdeeld. Enkele onderdelen hebben een duidelijke relatie 17 met de coördinatie van bepaalde bewegingen. Geef van de volgende cerebellaire onderdelen aan met welke bewegingen deze zijn geassocieerd. flocculus en nodulus OOGBEWEGINGEN lobus anterior BEWEGINGEN VAN DE GORDELSPIEREN hemisfeer FIJNE VINGERBEWEGINGEN 35 c FG Wouterloo d 3 COO Evenwicht College Bijgaand plaatje geeft een detail weer van de crista ampullaris met zijn cupula. Waar is dit een onderdeel van? a. modiolus van het gehoororgaan b. ductus cochlearis van het gehoororgaan c. canales semicirculares van het evenwichtsorgaan d. saccus endolymphaticus van het evenwichtsorgaan 18 36 De tonus van dwarsgestreepte spieren wordt primair bepaald door de activiteit van b HJ Groenewe gen R Musters 3 College Musters Vander’s (pag 309-310) College 37 Wat zijn de drie klassieke neurologische symptomen a, c, f van de ziekte van Parkinson? a. tremor b. parese c. rigiditeit d. onwillekeurige bewegingen e. reukstoornis f. hypokinesie HJ Groenewe gen 4 Blumenfeld Hfdstk 16 College 38 B. van Oosten 4 College Van Oosten COO Oog College B. van Oosten 4 College Van Oosten Blumenfeld Hfdstk 12 College a. α–motorneuronen b. γ-motorneuronen De patiënt op deze foto heeft uitval van de N. OCULOMOTORIUS aan de LINKER kant. 39 Een patiënt heeft een idiopathische perifere facialisuitval sinds twee dagen. Volgens het protocol dat in het VUmc wordt gehanteerd, bestaat er nu een indicatie voor behandeling met d a. antibiotica b. antihistaminica 19 c. non-steroidal anti-inflammatory drugs d. steroïden (prednison) 40 Welke twee functies heeft de nervus trigeminus? a, c a. sensibiliteit van het gelaat b. motoriek van de gelaatsspieren c. motoriek van de kauwspieren d. smaak achterste tweederde deel van de tong HJ Groenewe gen 4 Blumenfeld Hfdstk 12, Practicumhandleiding neuroanatomie College en practicum 41 Plaats de drie namen bij de juiste hersenzenuw. HJ Groenewe gen 4 Blumenfeld Hfdstk 12, Practicumhandleiding neuroanatomie College en practicum HJ 4 Blumenfeld studiestof 42 Het ganglion ciliare is in de orbita gelegen en speelt a 20 een belangrijke rol bij de innervatie van het oog. Tot welk deel van het autonome zenuwstelsel behoort dit ganglion? a. parasympathische zenuwstelsel b. sympathische zenuwstelsel Groenewe gen Hfdstk 6 COO Oog 43 De basale ganglia beïnvloeden via projecties op bepaalde thalamuskernen de a. pariëtale cortex b. prefrontale cortex c. insulaire cortex d. limbische cortex b HJ Groenewe gen 4 Blumenfeld Hfdstk 16 College studieopdracht 44 Welke neurotransmitter wordt gebruikt door de projectievezels die vanuit de cortex cerebri het striatum bereiken? a. acetylcholine b. dopamine c. GABA d. glutamaat d HJ Groenewe gen 4 Blumenfeld Hfdstk 16 College 45 Welk gedeelte van de hersenen is reeds in een vroeg stadium van de ziekte van Alzheimer geatrofieerd? a. cerebellum b. amygdala c. hippocampus d. thalamus c HJ Groenewe gen 4 Blumenfeld Hfdstk 19 College 21 46 d FG Wouterloo d 4 Blumenfeld 12, practicumhandleiding neuroanatomie College, studiestof a HJ Groenewe gen 4 College Blumenfeld Hfdstk 2 College HJ Groenewe gen 4 College Blumenfeld Hfdstk 19 College Welk verbindingsschema behorend bij de corneareflex is correct? 47 Waardoor wordt de primaire motorische cortex histologisch gekarakteriseerd? a. een brede laag V met grote piramidale cellen b. een brede laag IV met talrijke stervormige cellen c. een brede laag III met cellen van Purkinje d. een brede laag II met grote piramidale cellen 48 Vanuit de visuele hersenschors in de occipitale kwab gaan grote ‘stromen’ associatievezels naar rostraal gelegen cortexgebieden. Er is een zogenoemde ‘ventrale stroom’ in de richting van de temporale kwab en een 'dorsale stroom' in de richting van de pariëtale kwab. Wat is het doel van deze stromen? ventrale stroom HET HERKENNEN VAN WAT IEMAND ZIET dorsale stroom HET LOKALISEREN VAN HET VOORWERP IN DE RUIMTE 22 49 Waar in de hemisfeer bevindt zich het spraakgebied van Wernicke? a. onderste frontale windingen links b. onderste frontale windingen rechts c. in het pariëtotemporale overgangsgebied links d. in het pariëtotemporale overgangsgebied rechts c HJ Groenewe gen 4 Blumenfeld Hfdstk 19 College 50 Patiënt A. heeft een tumor in het onderste deel van de rechter pariëtale cortex, in het bijzonder de supramarginale gyrus. Aan de patiënt wordt gevraagd met een potlood een lijn precies door midden te delen. b M. Klein 5 Hfdstk 8 Vander’s College en studiestof c, d M. Klein 5 Vander’s Hfdstk 8 College Studiestof b R. Kupka 5 College Hengeveld Hfdstk 8.1 College Welk resultaat wijst het meest op schade in dat gebied? 51 Van Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) wordt verondersteld dat er sprake is van een ontregelde afgifte van neurotransmitters van de neuronen van de basale ganglia en de prefrontale cortex. Om welke twee neurotransmitters gaat het hier? a. serotonine b. acetylcholine c. noradrenaline d. dopamine 52 Hoe lang na het stoppen met drinken ontstaat het alcoholonthoudingsdelier (delirium tremens)? a. binnen een dag b. na 6-8 dagen c. na ongeveer een maand 23 d. na een half jaar tot een jaar 53 Op welke manier onderscheidt een delier zich van dementie? c R. Kupka 54 Hoeveel perioden met REM-slaap worden er gedurende een nacht gemiddeld bij een volwassen mens gevonden? a. 1-2 b. 4-5 c. 7-9 b 55 Voldoende slaap gedurende de nacht heeft een positieve invloed op het onthouden van feiten en gebeurtenissen. a 5 College Hengeveld Hfdstk 8.1 College R. Musters 5 SO-2 week 5 Studieopdracht en college HJ Groenewe gen Van der Werf et al. 2009 Studiestof College openingscollege studieopdracht a. een dementie gaat gepaard met cognitieve stoornissen en een delier niet b. de verschijnselen van dementie fluctueren meestal over de dag, die van een delier niet c. een delier ontstaat acuut, een dementie niet d. een delier komt vooral voor bij lichamelijk zieke jongere mensen, een dementie bij ouderen 5 Stelling Bij een verstoring van de slaap waardoor men minder diep slaapt, zónder dat dit de totale duur van de slaap beïnvloedt, wordt dit positieve effect deels teniet gedaan. a. juist b. onjuist 56 U ziet hier EEG signalen gedurende verschillende stadia van de slaap. R. Musters 5 Geef bij elk signaal aan bij welk stadium dit hoort. 24 57 Wat is de functie van de hippocampus? b HJ Groenewe gen 5 Blumenfeld Hfdstk 18 College practicum 58 Via welke zenuwbanen heeft de amygdala een invloed op het gedrag? Via projecties naar de a. thalamus b. hippocampus c. orbitofrontale cortex c HJ Groenewe gen 5 Blumenfeld Hfdstk 18 College practicum 59 Welke chemische mediator in het zenuwstelsel (neurotransmitter) behoort tot de neuropeptiden? a. substance P a HJ Groenewe gen 5 Rang and Dale Hfdstk 36 studiestof a. emotionele sturing van gedrag b. vorming van het declaratieve geheugen c. werkgeheugen ten behoeve van executief gedrag 25 b. acetylcholine c. dopamine d. GABA 60 Bij welke aspecten van het geheugen speelt de REM slaap primair een rol? a. cognitieve aspecten b. emotionele aspecten b HJ Groenewe gen 5 College openingscollege 26