Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten Goniometer

advertisement
Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten
Goniometer
(instrument om de neutrale-0-methode uit te voeren)
20 januari 2012
Review: Sandra Joeris
Invoer: Eveline van Engelen
1
Algemene gegevens
Lichaamsregio
Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën
Algemeen, overig, ongespecificeerd
Aandoening
(ICD)
Algemeen, overige, ongespecificeerd
Domein
‘Menselijk
functioneren’
(ICF)
Algemeen, overige, ongespecificeerd

Korte beschrijving De Goniometer is gemaakt van transparant kunststof en bestaat uit twee
armen. Het instrument wordt samen met de neutrale-0-methode (NNM) gebruikt om de
bewegingsuitslag of bewegingshoek van een gewricht te meten. De bewegingsuitslag kan zowel
actief als passief gemeten worden. De 0-positie is de neutrale stand of standardisatie van een
gewricht. Iedere beweging wordt beschreven door drie getallen (uitgedrukt in (bewegings)
graden). Genoteerd worden de twee eindstanden en de 0-positie. Vermeld wordt verder: 1)
betreffend gewricht, 2) betreffende zijde (links/rechts), 3) passieve en/of actieve beweging en 4)
bewegingsrichting. 1

Doelgroep: instrument is bij diverse doelgroepen toepasbaar

Ontwikkelaar van de NNM (neutrale-0-methode): Debrunner 1971 1
(In dit geval wordt van de ontwikkelaar in plaats van auteur gesproken)
2
Doel van het meetinstrument


Evaluatief
Inventariserend
1
3
Soort/ Vorm van het meetinstrument




4
Instrumenteel
Opbouw meetmethode Het uitgangspunt van de meting is de neutrale positie of anatomische
basispositie. De opbouw van de meting is per gewricht verschillend. Vervolgens wordt
bewegingsuitslag van de gewricht bepaald. Deze wordt met de goniometer gemeten en met de
NNM (neutrale-0-methode) genoteerd.
De volgende parameters moeten in het scoreformulier ingevuld worden: Datum, gewricht,
links/rechts, bewegingsrichting van...naar..., actief/passief, notatie (van de graden).
Invulinstructie geen; voorwaarde is het volledig invullen van het score-formulier
Indien de neutrale positie niet wordt bereikt (bijvoorbeeld als gevolg van een contractuur of
pijn), dan zal de neutrale positie aan het begin of aan het eind van de notatie ‘0’ vermeld worden.
Bijvoorbeeld: bij een 30 graden flexie contractuur in het heupgewricht: heupgewricht, rechts,
actieve beweging van flexie naar extensie; Flexie/ extensie, actief 120 / 30 / 0. 1
Meetniveau Het getal waarmee de graden van de bewegingsuitslag worden aangegeven is een
interval meetniveau. Een totaalscore van meerdere metingen is hierbij niet mogelijk
Verkrijgbaarheid



5
Opvraagbaar bij de methode van de meting wordt beschreven op de site van:
www.meetinstrumentenzorg.nl
Geschatte kosten per instrument verschillend (afhankelijk van de grote en het materiaal)
Copyright nee
Methodologische kwaliteit
In de loop der jaren is veel onderzoek verricht naar de goniometer. Van deze informatie is
hieronder een samenvatting gemaakt. Echter is deze niet volledig maar geeft een indruk over
de methodologische kwaliteit.

Interne consistentie
 n.v.t

Reproduceerbaarheid
 Betrouwbaarheid (reliability)
Uit verschillende onderzoeken wordt het volgende gerapporteerd:
-
-
Jansen et al. (2006) vermeld dat zowel de intra- als interbeoordelaarsbetrouwbaarheid hoog is
voor de goniometer. Uit het onderzoek is bovendien naar voren gekomen dat het meten van de
Active Range Of Motion (AROM) met de goniometer beter is dan een visuele schatting. 2
De goniometer heeft een goede betrouwbaarheid mits een gestandaardiseerde procedure wordt
gehanteerd. 4,9
Het herhaalde oefenen en gebruiken van de goniometer blijkt geen effect te hebben op de
betrouwbaarheid. 5
2
-
Uit onderzoek blijkt dat de goniometer betrouwbaar en valide is wanneer men kijkt naar één
beoordelaar. In de studies van Brosseau et al.(1997, 2001) wordt de intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid als voldoende beoordeeld. Terwijl in de studie van Haight et al. (2005) geen
acceptabele interbeoordelaarsbetrouwbaarheid wordt gevonden, maar wel een acceptabele
intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid.3
Uit verschillende reviews wordt het volgende gerapporteerd:
- Van de Pol et al. (2010) vermeld in een systematic review N= 21 studies p= bovenste
extremiteiten dat 11 studies een intra-beoordelaarsbetrouwbaarheid (ICC) >0.75 rapporteren.
Verder wordt vermeld dat een meting (goniometer, pollexograph, inclinometer) een betere
betrouwbaarheid laat zien dan het bepalen van de bewegingsuitslag via de visus. Bovendien is
het meten van de fysiologische bewegingsuitslag betrouwbaarder dan het meten van een
eindgevoel. 6
- Van Trijffel et al. (2010) vermeld in een systematic review N= 17 studies p= onderste
extremiteiten dat 5 studies (waaronder 2 studies met een goede internal validity) een
acceptabele betrouwbaarheid rapporteren. Het meten van de flexie knie blijkt zoals met een
meetinstrument als via de visus betrouwbaar te zijn. Het meten van het eindgevoel in het knieen heupgewricht lijkt niet betrouwbaar te zijn. In totaal zijn de resultaten over de betrouwbaarheid van het meten van de passieve bewegingsuitslag middels een goniometer laag. 7
- Antonaci et al. (2000) vermeld dat bepaalde types goniometers (gravity goniometer, ad modum
Myrin) betrouwbare en responsieve instrumenten zijn voor het meten van de flexie, extensie,
lateroflexie en rotatie in de cervicale wervelkolom. De conclusie wordt getrokken op basis van
7 verschillende meetinstrumenten die bewegingsuitslagen meten. 8
- Brosseau et al. (1997) vermeld dat de paralellogram goniometer valide en betrouwbaar is in het
meten van de actieve flexie knie. De gegevens worden gebaseerd op een onderzoek met N=60
P= gezonde studenten. 10
 Overeenkomst (agreement) 
Er werd onderzoek gedaan naar de bewegingsuitslagen in de knie (flexie en extensie):
- Van der Linden- Peters et al., 2003: N= gezonde personen; grenzen voor overeenkomst voor
flexie +/- 9.1-13.2; overeenkomst voor extensie 3.6- 7.2. 9
- Lenssen et al., 2007: +/-9.4 bij flexie en +/- 8.0 bij extensie. 9

Validiteit
 Criterion validity
- De ‘criterion validity’ (r-waarde) varieert van 0.975 tot 0.987 voor flexie en van 0.390 tot 0.442
voor extensie, bij het gebruik van de standaard goniometer. Bij de goniometer met gehele
breedtecirkel is dit 0.976 tot 0.985 voor flexie en 0.423 tot 0.514 voor extensie.2
- Goniometer vs. röntgenopname: verschillen worden groter naar mate de flexie (knie) groter
wordt. 9
- Metingen naar extensie knie scoren een lage validiteit als ze met de goniometer gemeten
worden.2

Responsiviteit / longitudinale validiteit
3
6
Hanteerbaarheid/ Feasibility





7
Taal uitleg: engels en nederlands
Benodigdheden goniometer en scoreformulier neutrale-0-methode
Randvoorwaarden
Benodigde tijd afhankelijk van het te meten gewricht
Gebruikershandleiding
Normgegevens

8
Uitkomstklassen en normgegevens
Overige gegevens


9
Als een groot probleem tijdens het meten wordt de fixatie en het bepalen van de bewegingsas
gezien. 9
Het standaardiseren van het meetprotocol en het markeren van meetpunten zijn factoren om de
nauwkeurigheid van een meting te verhogen. De reproduceerbaarheid neemt niet toe als het
gemiddelde van gemeten uitslagen genomen wordt.9
Literatuurlijst
1. Ryf C, Weymann A. Range of Motion - AO Neutral-0-Method; measurement and
documentation. Stutgart: Thieme, 1999.
2. Jansen P, Laan van der B, fysiotherapie is toekomstwerk , Aanbeveling voor het Meander
Medisch Centrum, 2006
3. Bergen van J, Breevaart C, Trainen en meten van belastbaarheid; Hogeschool Rotterdam; 2006
4. Smits-Engelsman BCM, Bekkering GE, Hendriks HJM; KNGF- richlijn osteoporose,
Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie; jaargang 111, nummer 3, 2001
5. Ellis B, Bruton A, A study to compare the reliability of composite finger flexion with goniometry
for measurement of range of motion in the hand;
6. Van de Pol R, van Trijffel E, Lucas C; Inter-rater reliability for measurement of passive
physiological range of motion of upper extremity joints is better if instruments are used: a
systematic review; Journal of Physiotherapy 2010 Vol. 56 – © Australian Physiotherapy
Association 2010
7. Van Trijffel E, van de Pol RJ, Oostendorp RA, Lucas C; Inter-rater reliability for measurement
of passive physiological movements in lower extremity joints is generally low: a systematic
review; J Physiother. 2010;56(4):223-35.
8. Antonaci F, Ghirmai S, Bono G, Nappi G; Current methods for cervical spine movement
evaluation: a review; Clin Exp Rheumatol. 2000 Mar-Apr;18(2 Suppl 19):S45-52.
9. Geraerts JJ, Nieuwboer A, Nijs J; Jaarboek Fysiotherapie, Kinesiologie 2009; Bohn Stafleu van
Loghum; 2009
10. Brosseau L, Tousignant M, Budd J, Chartier N, Duciaume L, Plamondon S, O'Sullivan JP,
O'Donoghue S, Balmer S; Intratester and intertester reliability and criterion validity of
theparallelogram and universal goniometers for active knee flexion in healthy subjects;
Physiother Res Int. 1997;2(3):150-66.
4
Download