Cardiomyopathieen Recente diagnostische en therapeutische inzichten Luc Mertens Kindercardiologie UZ Leuven Nieuwe inzichten • • • • Diagnostiek Genetica Fysiopathologie Behandeling Definities • Structurele en/of functionele afwijkingen van het myocard niet secundair aan: – – – – Hypertensie Kleplijden Congenitale hartziekten Pulmonaal vasculair lijden • WHO-classificatie – – – – Gedilateerde CMP Hypertrofische CMP Restrictieve CMP Arythmogene RV dysplasie Gedilateerde CMP • Linker en/of rechter ventrikel is vergroot en hypocontractiel • Systolische dysfunctie domineert secundaire diastolische dysfunctie Gedilateerde CMP • Incidentie 40/100 000 (onderschatting) • Presentatie op alle leeftijden • Prognose: na presentatie met episode van hartfalen mortaliteit van 30-50% op 5 jaar • Bij kinderen geen goede prognostische factoren Gedilateerde CMP • Variabele symptomen: – – – – – Asymptomatische patienten Congestief hartfalen Ritmestoornissen Thrombo-embolische verwikkelingen Plotse dood Oorzaken DCM • Oorzaken – Genetisch 30-40% – Verworven • Inflammatoire aandoeningen: myocarditis • Medicatie: chemotherapie (adriamycin) • Primaire tachycardieen: atriaal ectopische, PJRT – Metabole aandoeningen • Mitochondriale aandoeningen • Stapelingsziekten – Abnormale oorsprong linker coronair < Art. Pulmonalis (ALCAPA) Ischemic Dilated Cardiomyopathy ALCAPA strain % 80% 40% Preoperative 80% One week postop. 40% [Mertens et al. Cardiol Young 2001] 80% 40% 5 months postop. Genetica van DCM Genetica • 30-40% familiale vorm van DCM – – – – Autosomaal dominante vormen (meest frekwent) X-linked Autosomaal recessief Mitochondriaal Autosomaal dominante DCM • Defect in krachttransmissie – Actin: link tussen dystrophin en myosin – Desmin: intermediair filament – sarcoglycanen • Defect in krachtopwekking in de spier – B-myosin heavy chain – Troponin T – Alpha-tropomyosin • Defect in signaal transmissie – Sarcoglycanen? – Lamin A/C intermediair filament kernmembraan Autosomaal dominante DCM • Twee vormen – Pure vorm – Vorm geassocieerd met geleidingsstoornissen • Genetisch heterogeen – Pure vorm: 10 loci, momenteel 7 genen: • Actin, desmin, delta-sarcoglycan, beta-sarcoglycan, cardiac troponin T, betamyosin heavy chain, alpha-tropomyosin – Geleidingsstoornissen: 5 loci, momenteel 1 gen: lamin A/C X-linked CMP • Dystrophin – Dystrophin • Linking contractiel apparaat- sarcolemma + ECM • Signaaltransductie: interactie NOS – Mannen: 10-20 jaar, snel progressieve vorm DCM; Vrouwen: 50-60 jaar, traag progressief • Barth syndroom Barth syndroom • X-linked cardioskeletale cardiomyopathie met abnormale mitochondria en neutropenie • Mannelijke zuiglingen met – Gedilateerde cardiomyopathie – Cyclische neutropenie – 3-methylglutacon acidurie • Gendefect op gen G4.5 taffazin; functie in cardiolipine metabolisme (synthese mitochondriale membraan) • Defecten op dit gen veroorzaken – – – – Klassieke DCM Hypertrofische DCM Endocardiale fibroelastose LV non-compaction Impact doorbraak genetica • Belang familiale anamnese + screening van eerste-graadsfamilieleden • Genetische analyse en advies in centrum menselijke erfelijkheid – Linkage studies in sommige families – Mutatie-analyse kandidaat genen • Noodzaak multidisciplinair en multicenter samenwerking Diagnostische aanpak DCM • Zoeken naar mogelijk infectieuze oorzaak – Endomyocardbiopsie + moleculaire diagnostiek (enterovirussen, adenovirussen) • Zoeken naar metabole aandoening – Bloedonderzoeken – Enzymatische testen – Genetische testen • Uitsluiten ALCAPA: echo/cathe • Genetische testing MULTIDISCIPLINAIRE AANPAK Nieuwe behandelingen • Nieuwe inzichten fysiopathologie – – – – Rol Renine-Angiotensine-Aldosterone systeem Rol adrenerge stimulatie van het hart Interleukines, groeifactoren Nitric oxide • Nieuwe technische mogelijkheden Medicamenteus • Klassieke behandeling chronisch HF – Digoxine – Diuretica (lisdiurectica +aldosterone) • ACE-inhibitoren – Survival benefit bij volwassenen – Geen grote studies bij kinderen • Beta-blokkers – Survival benefit bij volwassenen – Geen trials bij kinderen Behandeling acuut hartfalen • Inotropica – Dopamine, dobutamine – Fosfodiesterase remmers: Milrinone, enoximone • Assist-devices brug naar transplantatie – MEDOS – Novacor adolescenten – ECMO • Heelkundige procedures • transplantatie Assist devices MEDOS Novacor Assist bij kinderen UZLeuven • Indicatie (n=26) – Post-CPB – Cardiomyopathie/myocarditis – Andere • Devices – Medos – ECMO – Andere 5 12 9 • Outcome – Weaned – HTX – Dood 15 6 5 9 6 11 MEDOS op ITE Heelkundige procedures 1. Dor-procedure 2. Dynamische cardiomyoplastie 3. Batista-procedure Resultaten HTX Survival after HTX- Kaplan-Meier Cum. Survival 1.0 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 C.I. Cum Surv 0.1 0.0 0 PHLT-database 2 4 6 Time 8 10 12 Belgian centers Kinderharttransplantatie • Multidisciplinair programma – – – – – Kindercardiologie Cardiologie HTX Pediatrische cardiochirurgie Anesthesie Intensieve geneeskunde Hypetrophische cardiomyopathie Hypertrofie van LV in afwezigheid van onderliggende cardiovasculaire oorzaak Hypertrofie LV Cellulaire disarray HCM: prevalentie • 0,2% van de bevolking (1/500)!!! • De meeste frekwente genetische cardiovasculaire aandoening • In routine praktijk echter ongeveer 1% van de patienten: asymptomatische patienten • Belangrijkste oorzaak plotse dood op jonge leeftijd (vnl athleten) HCM: diagnose • 2-dimensional echocardiography Etiologie • Mutatie contractiele eiwitten • Metabool – Stapelingsziekten – Vetzuuroxidatiestoornissen – Mitochondriale respiratoire ketenaandoeningen • HCM geassocieerd met syndromen – Noonan syndroom – Friedreich ataxie – Beckwith-Wiedeman HCM genetica Vormen van HCM HCM: genetica • Autosomaal dominant • 10 genen: coderen voor sarcomeereiwitten – 3 meest frekwente: beta-myosin heavy chain, troponinT, myosin-binding protein C – Andere: troponinI, myosin light chains, alfatropomyosin, titin, alfa-actin,… – Bijna bij iedere familie unieke mutatie op 1 van de genen HCM: genetica • • • • Screening naar mutaties: geen routine techniek Research-georienteerde activiteit Preklinische diagnose mogelijk in families Verhoogd risico op plotse dood bij sommige mutaties? HCM: gevolgen • LVOT obstructie – 25-40% van alle patienten – Vaak geassocieerd met systolische anterior beweging van de het anterior klepblad mitraalklep (SAM) • Systolische dysfunctie – Vaak eerst ‘hypernormale’ functie – Eindstadium dilatatie en dysfunctie • Diastolische dysfunctie – Vertraagde relaxatie – Verhoogde vullingsdrukken – Verband inspanningsvermogen en symptomen • Myocardischemie Outflow tract obstructie • 25-40% van de patienten (HOCMP) • Indien gradient>50 mmHg PTP/ PIG 80100 mmHg of indien symptomen: therapie • Mogelijkheden – Beta-blokkers – Myotomie-myectomie (Morrow operatie) – Alcoholisatie septale perforator HOCM met SAM LVOT obstructie Alcoholisatie pre Gradient 120>30 mmHg post Monitoring ablatie 5 PRE ABLATION 5 0 0 -5 -5 1.5 1.5 0 0 -1.5 -1.5 0 0 -20% -20% POST ABLATION Alcohol ablatie • 20% incidentie totaal AV-block • Reductie in gradient en symptomen • Lange termijn follow-up momenteel onbeschikbaar • Controversieel bij kinderen (septaal infarct) • Huidige optie <14 jaar heelkunde, >14 jaar alcoholisatie Plotse dood • Mechanisme – Ischemie – Electrische instabiliteit (cf disarray) – Andere? • 1%/jaar, pediatrische populatie 4-6%/jaar • Meestal tijdens rust/beperkte inspanningen, vaak tijdens intense inspanningen • 55% geen risicofactoren, 10-15% risicofactor Risicofactoren • • • • • • Reanimatie in voorgeschiedenis Episode sustained VT Familiale anamnese plotse dood Syncope/pre-syncope vnl bij inspanning Episodes van non-sustained VT op Holter Hypotensieve bloeddrukrespons tijdens inspanning • Extreme LVH septum >30 mm • Type mutatie: maligne mutaties: troponin T Evaluatie risico plotse dood • • • • • • • Anamnese en familiale anamnese 2-D echocardiografie Holter Inspanningstest met bloeddrukmeting (identificatie mutatie?) (electrofysiologisch onderzoek) (perfusie beeldvorming) Behandeling risicopatienten • Weinig/ geen evidentie nut antiarrhytmische medicatie • Amiodarone benefit bij sommige patienten doch nevenwerkingen belangrijk • Defibrillator bij hoog risicopatienten enige optie – 25% hoog risico patienten shock binnen 3 jaar Preventie plotse dood Hypertrophic Localized Cardiomyopathy Velocity/Motion SR/Deformation FW01 Hypertrophic Cardiomyopathy Friedreich’s Ataxia Radial SR Longitudinal SR Hypertrophic Cardiomyopathy Friedreich’s Ataxia SR syst. SR diast. Syst. Strain S-1 * 2 - 10 - 20 -2 * * p < 0.01 * % FA Normals Systolic Strain [%] Deformation vs wall thickness -4 -12 -20 r = 0.74 -28 p < 0.0001 9 11 13 Wallthickness [mm] 15 Friedreich Ataxia: Non-Hypertrophic Segments Systolic SR Diastolic SR Systolic ε * 3 * * -3 SR [s-1] - 30 ε [%] FA Normals Friedreich’s Ataxia after Therapy (Idebenone) Strain 4 s-1 60 % Baseline Strain Rate 30 % - 4 s-1 After Therapy 4 s-1 60 % 30 % - 4 s-1 AVC AVC FA Patients: Linear Response (Whole Group) Longitudinal Function - 2,6 P=0.0008; R=0.59 Systolic SR - 2,1 - 1,6 - 1,1 - 0,6 -4 0 4 8 Months of Therapy 12 16 20 Besluit • • • • Nieuwe evoluties genetica Nieuwe inzichten fysiopathologie Nieuwe therapeutische strategie Nieuwe hoop…