Leanne Gaalswijk Te kennen werken en auteurs

advertisement
Leanne Gaalswijk
Te kennen werken en auteurs – partim Grieks
Aischulos
Aisopos
Alexanderroman
Anakreoon
Anthologia Palatina
Apollonios van Rhodos
Archilochos van Paros
Aristofanes
Aristoteles
Batrachomuomachia
Demosthenes
Diogenes van Sinope
Epikouros
Euripides
Filoon van Alexandrië
Tragicus 525-455, tragedie krijgt definitieve vorm; de
offerplengsters: voorbeeld van innovatie binnen het
bekende verhaal van Elektra en Orestes; behaalde 13
overwinningen, 7 tragedies bewaard
e
Frygische slaaf uit de 6 eeuw, fabelschrijver.
Populairfilosofisch: simpele moraal. 3 verzamelingen
bewaard.
Gegroeid uit de geschiedschrijving over Alexander de
e
Grote (steeds meer fantasie) – 3 eeuw na Chr.
1 vd 9 lyrici uit de Alexandrijnse kanon – alleen
bekend via onrechtstreekse overlevering. In de
anacreonteus bezingt hij Wein, Weib und Gesang,
daarnaast schreef hij jamben/elegieën. Navolging in
de anacreontea (Anthologia Palatina)
Epigrammenverzameling (bloemlezing), 14 boeken
met duizenden epigrammen (o.a. figuur- en
omtrekgedichten)
e
3 eeuw, bibliothecaris in het Mouseion. Argonautica
= geleerd, Hellenistisch epos. Daarnaast ook
stichtingsgedichten (mythische oorsprong van
steden)
Grondlegger iambografie (gesproken lyriek), Keulse
epode, weinig bewaard
Komedieschrijver (445-388), Kikkers/Wolken, enige
van wie volledige stukken bewaard zijn - totaal 11
e
384-322 ‘De Lezer’- las nooit hardop. Poëtica (4
eeuw)= literaire grammatica (studie van link inhoud
en vorm genres), ook de voornaamste bron over de
tragedie/komedie. Retorica = leerling Plato, gaat
retorica op een wetenschappelijke manier
behandelen, over overtuigen, doet afstand van
morele criteria. Zijn systeem is later uitgebouwd.
Leraar van Alexandros, stichtte in 335 het Lukeion =
de Peripatos in Athene. We hebben lesnotities
bewaard. Liet basiswerken na op uiteenlopende
gebieden, o.a. de poëtica en de retorica.
Kikker-muizen-oorlog: Iliasparodie uit de late
Hellenistische tijd, later geïmiteerd met een
Katomuomachia: Katmuizenoorlog
(384, Oude Athene–322 v.Chr., Kalaureia)Atheens
redenaar, jurist en politicus. ~Cicero
400-323 Kunikos (Cynische school – voorloper Stoa)
341 v.Chr. - 270 v.Chr. filosoof, hedonist en
aanhanger van het atomisme. Grondlegger van het
epicurisme (hellenistische filosofie). Stichter van de
kèpos (tuin) in Athene. Doel: ataraxia,
onverstoorbaarheid
480-406 v.Chr. Tragicus. Elektra: voorbeeld van
innovatie binnen het bekende verhaal van Elektra en
Orestes. Kukloop: saterspel. Maatschappelijk weinig
actief, 4 overwinningen, 17 tragedies bewaard. Mens
en intermenselijk conflict centraal
20vc-50 Philo Judaeus versmelting joods/hellenistisch
denken, filosofische / exegetische literatuur
Gorgias van Leontinos
Gregorios van Nazianze
Herakleitos van Efese
Hero(n)das
Herodotos
Hesiodos
Hippokrates van Kos
Homerische epen
Homerische hymnen
Homeros
Iosefos (Flavius)
Ioulianos
Isokrates
ca. 480 – 376 v.Chr. Sofist uit Magna Graecia –
retoriek als kunst van het overtuigen. Rondtrekkende
leraar. Lof van Helena – schoon spreken om Helena
vrij te spreken van schuld van de Trojaanse Oorlog
e
4 eeuw, theologische gedichten in dactylische
hexameters. Retorische opleiding. Christus Patiens
over de kruisdood, maar auteursschap = omstreden.
550-480 – eerste belangrijke filosoof die in proza
schreef, duistere aforismen
Schrijver van mimiamben (dagelijks leven van lagere
e
klasse) uit de 3 eeuw over wie we verder niets weten
485-425 vc. Begin echte historiografie. Schreef een
werk dat later Historiai genoemd werd. Wil zich voor
het eerst benoemen op bronnen. Onderwerp: conflict
west-oost. Stijl van een verteller, tragische
geschiedenisopvatting (bestraffing van hybris).
Reisverslagen (periëgetische literatuur)/ethnografie
e
Eerste echte auteur, midden 7 eeuw. Erfenisruzie
met broer, Perses. Contemporaine en levensechte
problemen. Formeel: zelfde als epos. Inhoud:
didactisch. Verschillende soorten: theologisch
(Theogonie), didactisch-praktisch (Erga), filosofisch,
wetenschappelijk. Theogonie: proloog (muze),
genesis (ontstaan elementen), godenstambomen.
Heterogene bronnen: Homeros, lokale Beotische
traditie, Oosterse mythen, creativiteit. Erga:
aanroeping muze – aansporen Perses tot bijleggen
conflict – raadgevingen voor geslaagd leven als boer
460-370: medische werken, corpus Hippocraticum
Ilias/Odyssee: synthese van orale verteltraditie.
Informatie daarover: uit epen zelf (aioidoi), uit
e
parallellen met heldendichten uit andere culturen. 8
eeuw ontstaan (?). Schreef of dicteerde ‘Homeros’?
Homeriden: geen improvisatie, maar recitatie.
Epische cyclus: onbewaarde gedichten uit orale
traditie. Kwalitatief minder -> aan anderen
toegeschreven. Focus op centraal thema, dan
narratieve procédés. Ilias: 50 verteldagen, Odyssee:
40 verteldagen. epische kunsttaal
rol in cultus/ als voorzang. Vast standaardschema
(typisch gebed: aanroeping met afstamming,
vermelding daden, narratief, afsluitend gebed)
e
8 eeuw VC, schrijver van Ilias/Odyssee? Homerische
kwestie: splitsers (1 wel van Homeros, de ander niet),
unitariërs (beiden van Homeros), analytici (compilatie
van liederen van verschillende zangers).
e
1 eeuw, leidde joodse opstand (66) -> gevangen ->
vrijgelaten. Historicus van het jodendom, diachroon
en synchroon & apologetische werken
Enige niet-christelijke Romeinse keizer (361-363) na
Constantijn (de apostaat = de afvallige). Schreef
redevoeringen etc. tegen Kunikoi en christenen
Wilde kloof retorica <> filosofie overbruggen. School
in Athene, onderwees moreel integere retoriek:
filosofische retoriek. Grondlegger paideia:
omvattende term voor opvoeding / cultuur.
Kallimachos
(Pseudo-)Longios
Longos van Lesbos
Loukianos
Lusias
Marcus Aurelius
Menandros
Mimnermos
Nieuwe Testament
Orfeus
Paulos
Pausanias de periëgeet
Pindaros
Plato
Plotinos
Ploutarchos van Chaironeia
Polubios van Megalopolis
Puthagoras
Sapfo
Septuaginta
Dichter-geleerde (310-240), stelde een niet-bewaarde
catalogus van het Mouseion op (Pinakes). 6 hymnen,
epigrammen, Aitia (elegische verzen), epyllia, jamben
e
1 eeuw, Peri hupsous (over het sublieme) – wat
maakt een werk geniaal (citeert Sapfo).
Dafnis en Chloë – bucolische pastorale roman
(eidyllion) in proza
e
120-180, vertegenwoordiger 2 Sofistiek. Veel
satirische teksten (personage daarin: Menippos van
Gadara, die grote invloed op hem had) Dialoog
Anacharsis. Ware Geschiedenissen: parodie op het
reisverhaal uit de keizertijd.
445-380, metoik (geen burgerrecht) -> logograaf in
zuiver Attisch (stijlvoorbeeld voor Atticisten)
121-180, Rom. keizer, campagnedagboek aan zichzelf
= hoogte-/eindpunt van stoïcijnse literatuur.
342-293: Nieuwe Komedie (de Duskulos): koor = stoet
dronkemannen, vaste types, happy end (huwelijk)
e
7 eeuw, liefdeselegieschrijver
Geschreven in het Grieks -> bron voor het koinè
Grieks van de vroege keizertijd.
Orfische gedichten, corpus bevat hymnen/epos/
wetenschappelijk leerdicht, theologisch leerdicht: alle
archaïsche hexametrische genres
Auteur van de oudst bewaarde chr. teksten,
gehelleniseerde jood. Komt voor in bijbelboek
Handelingen. Door hem groeit het christendom uit
e
2 eeuw, schreef een reisgids Rondreis door
Griekenland – belangrijk voor archeologen
520-446. 4 boeken epinika bewaard, zangen voor de
winnaars van de spelen. Deels direct overgeleverd
427-347, uit aristocratische familie. Centraal:
Ideeënwereld. Bezorgde sofisten de reputatie van
‘recht praten wat krom is’ Academie in Athene (390).
Creatie nieuw genre: filosofisch dialoog (=statement:
dialectische manier van filosofisch onderzoek). Hij
spreekt nergens zelf – interpretatieproblemen. Werk
ingedeeld in 3 perioden.
205-270, neoplatonist, vestigde een school in Rome,
filosofische tractaten bewaard
50-120. Werk in 2 groepen: Ethika: moraalfilosofisch
etc. Parallelle levens- dubbelbiografieën (meer
moreel dan historisch)
200-120 VC: belangrijkste hellenistische historicus,
Historiai:utilitaire/tragische geschiedenisopvatting
570-480 – leidde een mystieke gemeenschap. Zijn
leer = Pythagorisme. Opvolgers: Neopythagorisme.
e e
7 -6 eeuw. 1 vd 9 lyrici uit de Alexandrijnse kanon.
Bekend via onrechtstreekse overlevering.
Monodische lyriek (gezongen). Sapfische strofe,
Lesbische variant van het Eolische dialect. Veel
vragen over de kring van meisjes om haar heen.
=Griekse versie van het OT (joods-hebreeuwse bijbel),
uit het Hebreeuws vertaald door 72 geleerden. Een
aantal boeken zijn origineel in het Grieks geschreven:
apocriefen: door protestanten en joden niet erkend.
Sofokles
Sokrates
Souda
Thales van Milete
Theognis van Megara
Theokritos van Syrakuse
Thespis
Thoukudides
Xenofoon
496-406 v.Chr. Tragicus. Elektra: voorbeeld van
innovatie binnen het bekende verhaal van Elektra en
Orestes. 18-20 overwinningen, actief in Atheense
polis. 7 stukken bewaard
Ethiek, mens centraal. Er worden uiteenlopende
portretten van hem geschilderd door zijn leerlingen
Plato/Xenophoon en in Aristophanes’Wolken. Ter
dood veroordeeld in 399. Socratische/maieutische
(vroedvrouwelijke) methode: vragen stellen aan zijn
gesprekspartners.
e
Anonieme ME-Griekse encyclopedie (10 eeuw)
Peetvader van de Ionische natuurfilosofen
e e
Archaïsche periode (7 /6 eeuw), moraliserende
elegieën (didactische poëzie). Aantal gericht aan
Kurnos, eromeen (knaap-minnaar) vd dichter. Corpus
Theognidum – elegieën, diverse omvang/inhoud
300-260 – Hellenistisch dichter, schepper van de
bucolische poëzie. 30 eidyllia bewaard (liefde
centraal), een figuurgedicht (Panfluit) en 27
epigrammen
e
e
6 eeuw VC, invoering 1 acteur (naast het koor)
460-400. Militaire carrière tijdens Peloponnesische
oorlog, verbannen na mislukte expeditie, Historiai:
schrijven over Peloponnesische oorlog – werk breekt
af in 411. Eerste wetenschappelijke historicus,
bestudeerde stijl
430-355: gaat door in 411, waar Thoukudides afbrak.
Hellenika : 411-362 = belangrijkste historiografische
werk. Cyropedie = geïdealiseerd vorstenportret
(politieke filosofie door invloed van zijn leraar,
Socrates)
Download