Uitgelicht “Harpoceras falciferum” Vindplaats: Schiefergrube Kromer, Ohmden, Duitsland Afmeting: diameter 19 cm Tijdschaal: Vroeg-Jura, Toarcien Datum: 29-3-2010 De ammonieten uit de Posidonien leisteenolie zijn wereldberoemd, vooral het veelvuldig voorkomen van de kaakonderdelen (aptychen) is hierbij van belang, iets wat bij andere vindplaatsen een zeldzaamheid is. Harpoceras falciferum (Sowerby 1820) is één van de meest voorkomende soorten, goed te herkennen aan de sikkelvormige ribben. In dit exemplaar is de onderkaak (anaptychus) bewaard gebleven. De brons tot goudkleur is kenmerkend voor de ammonieten uit de Posidonienschiefer en wordt veroorzaakt door het bewaard gebleven zijn van de organische buitenhuid, het periostracum, die de schaal van de ammoniet bedekte. De schaal zelf is meestal verdwenen. Bij de dood van het dier vulden de luchtkamers zich met water, maar niet met sediment. Na het oplossen van de aragoniet van de schaal werd het periostracum gemakkelijk platgedrukt tot een dikte van vaak niet meer dan een enkele millimeter. In dit geval niet zo, maar bij het splijten van de steen laat dit vaak voor een deel los, waardoor het contrast van ’t fossiel met het omringende gesteente minder wordt. Daarnaast verweert het snel, vandaar dat direct conserveren van groot belang is. Gebruik hiervoor een mengsel van velpon-aceton (verhouding 1:3), breng aan met een druppelaar en smeer ’t dun uit met een kwastje.