Romeinse literatuur: Korte situering extra auteurs

advertisement
Romeinse literatuur: Korte situering extra auteurs
Caesar (100-44 v.Chr.)
Belangrijk Romeins politicus en veldheer, deel uitmakende van het eerste triumviraat. Schreef
mémoires over zijn veldtochten, vooral met de bedoeling zichzelf te verheerlijken. Werk: De
bello Gallico, de bello civili. Probeert vermeende objectiviteit weer te geven door over
zichzelf te spreken in 3e persoon.
Terentius Varro (1e eeuw v.Chr.)
Een van de meest universele geesten van de oudheid, had een encyclopedische kennis en vatte
die ook samen in een breed scala aan werken. zo schreef hij over de oudheden van Rome,
over landbouw... enkel zijn 'de lingua Latina' is ons volledig overgeleverd. Was tevens een
vriend van Cicero en bepaalde de stichtingsdatum van Rome (753 v.Chr.)
Salustius (1e eeuw v.Chr.)
Historiograaf uit de late republiek. Schreef 2 detailwerken, 'Bellum Iugurthinum' en 'De
coniuratione Catillinae'. Van zijn historiae zijn slechts fragmenten overgeleverd. Streefde naar
brevitas en gebruikte een erg archaïsche taal en redevoeringen die zijn werk een plechtig
karakter moesten geven.
Tibullus (1e eeuw v.Chr.)
Dichter van liefdeselegieën ten tijde van Augustus, onder het mecenaat van Messala. Schreef
in een eenvoudige, verfijnde stijl en met een grote voorliefde voor de natuur.
Propertius (1e eeuw v.Chr.)
Andere belangrijke dichter van liefdeselegieën, behoorde wel tot de kring van Maecenas. een
veel grootsere stijl dan Propertius, ook met veel meer mythologische geleerdheid gekruid.
Zijn elegieën zijn opgedragen aan 'Cynthia'.
Livius (59v.Chr.-17n.Chr.)
Geschiedschrijver ten tijde van Augustus, schreef 'De Urbe condita' waarin hij de volledige
geschiedenis van Rome wil belichten. Zijn werk is slechts gedeeltelijk overgeleverd. Hij
schrijft in een vlotte stijl met veel verschillende registers, maar niet altijd even objectief; het is
eerder een patriottistisch werk dat in het kraam van Augustus' politiek paste.
Phaedrus (Julio-Claudische dynastie)
Fabelschrijver van lage komaf (vrijgelatene); eerste die de fabel in Rome als apart genre
gebruikte. Ze waren bedoeld als lectuur voor iedereen en hadden een basisstructuur van dieren
met duidelijk herkenbare menselijke eigenschappen en op het einde een moraal die
voortvloeit uit gezond boerenverstand.
Lucanus (Julio-Claudische dynastie)
Niels Schoubben (2014-2015)
Neef van Seneca minor, die een historisch epos schreef over de burgeroorlog tussen caesar en
Pompeius, nl. de Pharsalia. Hij streeft hierin absoluut niet naar objectiviteit maar hij bundelt
het werk als een aaneenschakeling van moraliserende episodes. Er zijn 3 hoofdpersonages:
Caesar, Pompeius en Cato. Hij schrijft zeer pathetisch.
Persius (Julio-Claudische dynastie)
Dichter van 6 Satiren in een zeer duistere, gewrongen stijl. De algehele structuur wordt vaak
afgebroken. Toch gewaardeerde lectuur in oidheid en middeleeuwen.
Statius (Flavische dynastie)
Epische dichter van de thebaïs, een epos over de Thebaanse cyclus met Eteocles en Polynices
en de Achilleis, over het leven van Achilles. De invloed van Vergilius is groot, maar hij heeft
ook een voorliefde voor de retorische kunstgrepen van zijn tijd. Schreef daarnaast ook
'Silvae', een verzameling gelegenheidsgedichten, bv. bruiloftslied.
Valerius Flaccus (Flavische dynastie)
Episch auteur van de Argonautica, over de omzwervingen van de argonauten gebaseerd op
Apollonius Rhodius. Zowel diens invloed als van de Aeneis is duidelijk te merken, bv. het
thema van wrok, maar Flaccus streeft naar een veel dramatischer en pathetischer geheel dan
zijn twee voorgangers. Het werk is slechts onaf overgeleverd.
Martialis (Flavische dynastie)
Dichter van epigrammen afkomstig uit Spanje. Emigreerde naar Rome en leidde daar naar
eigen zeggen een cliëntenbestaan. Schreef zeer spottende gedichten over het Rome van zijn
tijd in korte gedichten met verschillende metra. Zijn werk werd gebundeld en verkocht.
Plinius Minor (61-113)
Afkomstig uit Como en maakte belangrijke politieke carrière in Rome. Was oa. bevriend met
Suetonius en Tacitus. Schreef heel veel brieven over de meest uiteenlopende onderwerpen die
later gebundeld zijn en van hoge literaire waarde zijn. Het laatste boek behandelt de
correspondentie tussen Plinius en Trajanus toen eerstgenoemde gouverneur van Bithynië was,
tevens een lofrede op Trajanus bewaard.
Quintillianus (Flavische dynastie)
Eerste bezoldigde hoogleraar in de retoriek. Schreef een omvangrijk werk, de 'institutio
oratoria' waarin hij de volledige opleiding in de retoriek uit de doeken doet. Beroemd hieruit
is ook het overzicht van de Grieks-Romeinse literatuur. Hij pleit voor een evenwicht tussen
een archaïsche en een te moderne stijl.
Ammianus Marcellinus (4e eeuw)
Historicus die een vervolg schreef op de werken van Tacitus, de 'Res gestae'. Alleen de laatste
boeken zijn overgeleverd (tot aan de dood van keizer Valens). Het Latijn was niet zijn
Niels Schoubben (2014-2015)
moedertaal en dat zorgt voor een sterk Grieksgetinte stijl met veel participia. Hij geeft goede
beschrijvingen van militaire conflicten maar zijn psychologische fundering blijft vaag, zelfs
bij het hoofdpersonage Julianus Apostata.
Niels Schoubben (2014-2015)
Download