Centraal Weelblad, 14 december 2007, p. 8 (In deze versie zijn titel en intro van de auteur (niet van de redactie) Economie, ethiek en de Bijbel Het oog van de naald Prof. dr. Johan Graafland, theoloog en hoogleraar ‘Economie, onderneming en ethiek’ in Tilburg, schreef een interessant en omvangrijk boek over ‘markt, geluk en solidariteit’, met als hoofdtitel Het oog van de naald. Op grond van een grote belezenheid weet hij daarin op heldere manier orde te scheppen in economisch en ethisch denken. Het derde terrein dat hij in de beschouwing betrekt is dat van de teksten in de Bijbel die rechtstreeks spreken over economie. Alles bijeen een uitstekend compendium voor wie zich interesseert voor een christelijke visie op de markteconomie. Een commentaar.1 Vanaf preekstoelen en schrijftafels maakt de theologie nog al eens een snelle kortsluiting naar de economie. Economen, van hun kant, hebben dan een gemakkelijk scheldwoord klaar voor zulke onwetenschappelijke, ‘subjectieve, hoewel soms sympathieke meningen’: zij kwalificeren deze dan misprijzend als… ‘theologie’! Een groter afgrijzen is bij hen welhaast niet denkbaar. Graafland laat daarom zien dat je van economie verstand moet hebben. Hij verwijt ook de bekende Verklaring van Accra, uitgebracht door de Wereldbond van Gereformeerde Kerken in 2004, zo’n kortsluiting te zijn, ten onrechte mijns inziens. Want tegelijk schrijft hij: “Zolang de mensenrechten van de armen niet gegarandeerd zijn, dient hier prioriteit aan te worden gegeven. Economische groei dient hieraan instrumenteel te zijn” (p.278). Ga er maar eens aan staan! En dat zullen we dus moeten doen. Overzicht Het boek biedt een erg toegankelijk overzicht van ethische theorieën (zowel klassieke, ‘kapitalistische’ als christelijke). Ook van de markttheorie en van allerlei uitkomsten van recent economisch onderzoek. Iemand die zich deze delen eigen heeft gemaakt, kan geen 1 Door de redactie is deze inleiding vervangen door: Economie en theologie zijn verschillende disciplines Bijbel is geen economisch receptenboek Veel ellende in de wereld is van economische oorspong. Christenen hebben zich daar altijd druk over gemaakt, ook van de kansel. Maar een theoloog is geen econoom, zegt Johan Graafland in Het oog van de naald, een boek over economie en ethiek. Roelf Haan las zijn boek en concludeert dat het omgekeerde evenzeer waar is. Doordat min eigen inleiding is weggevallen, ontbrak daardoor mijn expliciete waardering voor deze publicatie. domme dingen meer zeggen. De kerk krijgt van hem een steun in de rug: het is niet zo, dat voorgangers “de radicaliteit van de Bijbel moeten afzwakken of moeten nalaten de economie te bevragen in het licht van de christelijke idealen. Economische kennis mag nooit de boventoon gaan voeren. Zij dient dienstbaar te zijn aan de ethiek. Te vaak wordt morele kritiek van tafel geveegd met het argument dat de praktijk geen andere mogelijkheden toelaat” (p. 65). Maar er zijn ook vragen. Graafland gebruikt hier de term ‘christelijke idealen’. Verder in het boek blijkt dan dat idealen slechts idealen zijn, als het ware per definitie niet bereikbaar. Dan wordt het sluitstuk van het betoog gevormd door de ‘gebrokenheid van deze wereld’ en, zoals Graafland zegt, de gulden middenweg. Er is veel ‘enerzijds/anderzijds’, en er zijn veel verschillende benaderingen. Het is dan overigens interessant dat Graafland een prioriteit tracht aan te brengen in de verschillende ethische ‘waarden’ die hij onderscheidt. Zo komt hij tot een duidelijk verschil tussen de liberale (libertaire) en de Christelijke ethiek: deze laatste stelt de liefde bovenaan; de eerste houdt niet van nederigheid en bescheidenheid. Maar toch rijst de vraag of in de loop van het betoog het criterium voor de christelijke visie op de eigenzinnige werkelijkheid, de ‘kracht Gods tot zaligheid’, niet gaandeweg wordt aangepast aan het heersende denken. Wat betekent het, dat het ‘tweede grote gebod’ aan het ‘eerste en grote’ gelijk is (Mt. 22:39)? De economische ethiek wordt ondergeschikt gemaakt aan het groei-adagium en aan het ideaal van de zoveel mogelijk perfecte markt. Kapitalisme Onze moderne begrippen armoede en rijkdom kunnen in de Bijbel niet worden teruggelezen. Het ‘sociale vraagstuk’ dateert pas van de 19e eeuw. Het gaat sindsdien om systeembepaalde armoede: armoede die is ontstaan uit het kapitalisme. Dit economisch systeem is in de Bijbel onbekend. Er waren armen, er was uitbuiting, er was geldzucht, maar geen kapitalisme in de moderne zin van het woord. Wel klinkt het vermaan de arme recht te doen. Maar de arbeid wordt in de Bijbel niet geproblematiseerd. De aard en het doel van de arbeid is geen hoofdthema, behalve dat luiheid (teren op de gemeenschap) wordt veroordeeld en de arbeid dient te zijn tot eer van God. Het ‘doel’ was bereikt als in het bestaan was voorzien. Het burgerlijke adagium ‘arbeid adelt’ ontstaat pas in Engeland, de Zeven Provinciën en Frankrijk in de 17e eeuw. In onze eigen tijd is de arbeid hoe langer hoe meer abstract geworden met betrekking tot concrete noden. En geluk in onze samenleving wordt steeds meer vereenzelvigd met materieel comfort. Graafland leest in de bijbel ethische ‘waarden en normen’, die hij vergelijkt met de gangbare ethische theorieën. Daarvan kunnen wij immers ‘sporen in de Bijbel aantreffen’. Dit stelt de vraag of wij de Bijbel moeten lezen als een economisch receptenboek dat kan worden gesystematiseerd, of als geloofsboek. Op dezelfde wijze als het Woord voor mensen in de bijbelse tijden relevant was, is het dat nu. En om dat ‘nu’ te kennen, moet dat niet in voorkapitalistische termen worden geanalyseerd, ook niet in 19de-eeuwse (markt)termen, maar in zijn 21ste-eeuwse gedaante. Als Graafland zich tenslotte beroept op de tekst ‘een ieder lette niet op zijn eigenbelang, maar op dat van anderen’ (Fil. 2:3), dan heeft hij die aangevuld met de woorden ‘niet alleen, maar ook’, om een ‘balans’ te kunnen aantonen. Terwijl toch de voorgaande zin luidt: ‘acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf’. Niet alleen/maar ook, enerzijds/anderzijds, ieder een beetje meegeven, - het staat er niet in de grondstekst. En daarin ligt mijns inziens ‘het geheim van het verstaan van wat de bijbel te zeggen heeft over onze economie, als plaats van geloof of ongeloof’. Van het oog van de naald wordt gezegd: wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. Johan Graafland, Het oog van de naald. Over de markt, geluk en solidariteit, Ten Have, 2007, 476 p. Roelf Haan Zie ook www.pthu.nl/TheologieInDispuut