HOOFDSTUK 1 – WAT IS ETHIEK? Ethiek gaat om zedelijk

advertisement
HOOFDSTUK 1 – WAT IS ETHIEK?
Ethiek gaat om zedelijk handelen/ een zedelijke levenshouding. Ethiek is een bezinning die leidt tot een
moraal, een soort gedragsregel. Bij een ethische bezinning heb je te maken met normen en waarden. Een
norm is een regel waarnaar een mens zich moet richten (vb. niet eten, niet roken) en een waarde is iets wat je
belangrijk vindt in je leven, waar je waarde aan hecht (vb. gezondheid).
Een levensbeschouwing is een visie op iets wat jij belangrijk vindt in je leven, waarbij een paar waarden
centraal staan waarbij je passende normen maakt (vb. feminisme – gelijkheid).
Normatieve ethiek: Hierbij vorm je een oordeel met normen en waarden. Dit is de ‘echte ethiek’, want deze
bezinning levert een duidelijke keus op; je weet na je beoordeling hoe je je moet gedragen.
Descriptieve ethiek: Beschrijft en onderzoekt objectief alle normen en waarden die er een rol bij spelen. De
persoon die beschrijft onderzoekt zelf niet en ‘bezint’ dus zelf ook niet. Is meer een socioloog/ antropoloog.
Meta-ethiek: Hierbij wordt heel filosofisch nagedacht over de achtergronden van overtuigingen, dus over wat
er bijvoorbeeld wordt bedoeld met ‘goed’ en ‘kwaad.’
5 redenen waarom ethiek vandaag de dag zoveel aandacht krijgt.
1.
Mensen willen zelf mondig zijn, zelf dingen beslissen. ‘Dat maak ik toch zeker zelf wel uit.’
2.
Er komt minder sociale controle, en het is niet meer zo belangrijk wat mensen van je vinden want er is
vervreemding en individualisering.
3.
Postchristelijke cultuur. Christenen zijn minderheid, dus gedrag moet je steeds meer verantwoorden.
4.
Techniek en wetenschap gaan snel. Euthanasie, genetische manipulatie, kernwapens etc.?
5.
Media en wetenschap. Steeds meer geconfronteerd worden met nieuwe wereldwijde zaken.
Ethiek is:
A .De bezinning op (wikken en wegen en langzaam tot een oordeel komen)
B. het morele handelen (nadenken over een bepaalde wijze van handelen, moreel handelen:)
C. dat zich laat omschrijven als menselijk (wat de mens weloverwogen wel of niet doet)
D.en normatief handelen, (1.handeling volgens jouw normen, en met 2. de vrijheid om te kiezen)
E. beschouwd onder het aspect van goed en kwaad, (niet elke norm of beoordeling is ethisch, want in de
situatie gaat het lang niet altijd om goed en kwaad. Vb. bankrover, iets lelijk vinden)
F. samenhangend met motivatie, (motivatie heeft te maken met 1. Je overweging, 2. Je daad, 3. De gevolgen)
G. met emoties, (niet alleen handelen met je verstand, maar ook met persoonlijke emotionele betrokkenheid)
H. met deugd als dispositie (iets wat iemand vaker goed doet, hoe hij is als mens)
I.en met gerichtheid op de hoogste waarden. (ethiek is meer dan leefregels, het gaat om doelgericht handelen,
waarom doe je iets wel of niet? » levensbeschouwing)
HOOFDSTUK 2 – ETHISCHE STROMINGEN
Bij ethiek ga je dus altijd uit van normen en levensbeschouwelijke waarden. Bij christelijke ethiek is die norm
de bijbel en daarom onderscheidt die zich ook van andere ethische stromingen.
1.
Hedonisme. Iets is goed als je verlangens worden bevredigd, genieten is het allerbelangrijkst.
Bezwaar: het is egoïstisch om alleen maar je eigen belangen te willen bevredigen, lang niet elke behoefte is
goed (want ja de bijbel zegt ook dat er zondige behoeften zijn) en de medemens wordt niet meer als een
schepsel van God gezien omdat je eigen belangen centraals taan.
2.
Eudemonisme. Geluk is goed en daar moet je naar streven. In deze ethiek kan abortus goed zijn
als een kind het geluk van de moeder in de weg staat.
3.
Utilisme. Het nut staat centraal, is het zinvol? Is het nuttig? Is het praktisch?
4.
Sociaal utilisme. Welzijn staat centraal, is het voor anderen ook zinvol, nuttig, praktisch?
5.
Situatie-ethiek. Heeft geen vaste norm of waarde, alleen liefde staat centraal maar de rest
verschilt per situatie. Niet de daad, maar de liefde is beslissend.
Bezwaar: in de bijbel staat dat liefde niet eenzijdig is, maar juist naar alle kanten kijkt. (huh wtf heeft dit er nou
weer mee te maken, anyone?)
6.
Deugdethiek. De kwaliteiten van iemand staan centraal. Door bepaalde goede eigenschappen
aan te leren kan een mens goede ethische keuzes maken. Hoe moet ik leven?
7.
Plichtethiek. Het categorische imperatief van Immanuel Kant. ‘Handel volgens een regel waarvan
je zou moeten kunnen willen dat het een algemeen geldende wet wordt.’
Bezwaar: Er is geen ruimte voor de bijbelse gedachte dat liefde de vervulling van de wet is. Je moet per sé dit
gebod gehoorzamen en omdat het een gebod is is de mens als schepsel van God onvoldoende in beeld.
8.
Marxistische ethiek. Hierbij gaat Karl Marx uit van de praktijk van de individu. Wat de laagste
maatschappelijke klassen helpt is goed en wat hun overwinning tegenhoudt is slecht. Het doel heiligt de
middelen, alles mag.
Bezwaar: Marx ziet de mens niet als schepsel van God en miskent het gezag dat God de overheid heeft gegeven
Deontologische ethiek: plicht- of beginsel ethiek. Beslissingen worden genomen op grond van een morele wet
die zegt wat goed of kwaad is. Centraal staat het gehoorzaam uitvoeren van wat moet gebeuren.
Utilistische ethiek: nuttige effect. Centraal staat het doel van de handeling. Als de vooroordelen zwaarder
wegen dan de nadelen is het goed.
Humanistische stroming gaat uit van de rede, de mens, het verstand.
RK-stroming stelt de kerk centraal.
Modern theologische stroming zegt dat gelovigen samen bepalen wat goed en kwaad is.
Bijbelgetrouwe stroming erkent het gezag van de bijbel en neemt dat als leidraad voor alles.
HOOFDSTUK 3 – BIJBELGEBRUIK IN DE ETHIEK
Het gebruiken van de bijbel in de ethiek is lastig, omdat iedereen de bijbel anders uitlegt. En is de bijbel niet te
gedateerd? En is de bijbel innerlijk niet tegenstrijdig? Er zijn 3 valkuilen bij het gebruiken van de bijbel in ethiek:
1.
Biblicisme. Een bepaalde tekst krijgt de nadruk, maar wordt uit z’n verband gerukt.
2.
Motivisme. Jouw eigen opvattingen zijn het belangrijkst en daar zoek je bijbelteksten bij.
Motief van de liefde; veel dingen worden goedgepraat
Scheppingmotief; scheppingsorde
Bevrijdingsmotief; Jezus ging tegen de bestaande orde in, dus wij mogen dat ook
3.
Gezagsondermijning. Het gezag van de bijbel niet erkennen. De bijbel wordt aangepast aan
het denken van ‘de moderne mens.’
DR. K. Schilder.
» De Bijbel spreekt heel gevarieerd, en je kunt bepaalde dingen onderscheiden in de bijbel.
a. Vaste gronden, gelden altijd en overal
b. Wisselende bedelingen, kijken in welk tijdvak van heilsgeschiedenis het staat, voor of na Jezus?
c. Actueel concrete bepaaldheid, ook kijken naar de context en daarmee kijken naar de tijd en cultuur
waarin het toen is geschreven en waarin we nu leven, en dat een beetje ‘vertalen.’
DR. J. Douma
1.Gids. De Bijbel is een concreet voorbeeld voor elke situatie nu: vb. Je mag niet doden.
2.Wachter. Een direct gebruik van de Bijbel kan niet altijd, omdat wij bijv. nu mensen niet meer
uithuwelijken of zomaar neerschieten, want gedoe met mensenrechten blabla. De Bijbel als Wachter
waarschuwt ons wel voor kwade ontwikkelingen, en is een soort richtlijn van goed en kwaad bij nieuwe
(positieve) ontwikkelingen van de afgelopen 1900 jaar.
3.Richtingwijzer. In tegenstelling tot de taak van de Bijbel als wachter, richt de Bijbel als richtingwijzer
zich juist op echt nieuwe ethische vragen. Er staat bijvoorbeeld niets in de Bijbel over abortus, maar wel over
dat je niet mag doden.
4.Voorbeelden. Ook geeft de Bijbel voordelen, om te laten zien hoe andere mensen zich vroeger
gedroegen. Vb. Daniël bad vroeger drie keer per dag tot God
Jezus is gekomen om de wet te vervullen, en omdat de wet vervuld werd viel de oudtestamentische eredienst
met al haar voorschriften. Jezus brengt met die vervulling wel een nieuwe openbaring en is daarmee een
voorbeeld in de christelijke ethiek. ofzo.
DR. A.L. TH. de Bruijne
» De Bijbel is gericht op ‘relationeel gebruik’: de Bijbel moet praktisch gebruikt worden om het werk van de
mens, en de mens zelf, volkomen en nuttig te maken binnen de gemeente.
Gemeente-ethiek: De Christelijke levensstijl is iets van ons samen, en daarom is er een gemeente-ethiek,
waarin niet iedereen individualistisch de Bijbel uitlegt, maar er samen ontdekt wordt wat goed en kwaad is.
Voorbeelden krijg je niet alleen uit de Bijbel, maar ook van Christenen om je heen.
De Bruijne is wel een beetje kritisch over Douma’s wachterfunctie.
Bij een nieuwe ontwikkeling zegt Douma: “Ja het kan, behalve als de Bijbel duidelijk nee zegt.”
Bij een nieuwe ontwikkeling zegt de Bruijne juist: “Ja het kan, als je een positieve binding kunt leggen met de
navolging van Christus.”
HOOFDSTUK 4 – ETHISCHE DILEMMA’S
Efeze 5: 22-24. Vrouwen moeten het gezag van hun man erkennen en mannen moeten leiding geven.
1 Timoteüs 2: 11-15. Vrouw moet gehoorzaam en bescheiden zijn.
1 Petrus 3:1 -5. Gezag van hun man erkennen, innerlijke schoonheid bezitten.
Deze bijbelteksten zijn NIET tijd- en plaatsgebonden, want Paulus en Petrus schreven er allebei over, ze zijn
gericht aan meerdere mensen (Efeze, Timoteüs, algemeen) en ze beroepen zich op iets buiten hun cultuur.
Maar dat betekent niet dat ze waar zijn. In Efeze 5 wordt met leiding geven, leiding geven zoals Christus
bedoeld. En Jezus ging voor de gemeente aan het kruis » hij kwam om te dienen. Hij deed er alles aan om de
gemeente te heiligen. De man moet dus ook de vrouw dienen. In Efeze 5 is de man ook niet het middelpunt,
maar de vrouw ‘in al haar luister,’ stralend, en zonder ‘vlek of rimpel.’
Leiding geven = dienen
Romeinen 14 & 15. In een gemeente heb je verschillen over hoe mensen met ethische dingen omgaan. Zo zou
een zwakke geen vlees eten en een sterke wel. Een zwakke wil geen vlees eten om daarmee geen afgoden te
dienen, of omdat hij bang is terug te vallen in het heidense geloof, terwijl een sterke gewoon vlees eet, omdat
afgoden niet bestaan. Sterken en zwakken moeten volgens Paulus op een bepaalde manier met elkaar omgaan:
Niet oordelen, maar aanvaarden. Geen aanstoot geven. Streven naar vrede. Handelen uit liefde. Iedereen zijn
eigen overtuiging laten volgen. Aan het belang van anderen denken, etc.
Christelijke vrijheid » hoe moet ik als gelovige in deze situatie een keuze maken en daarmee recht doen aan
wie Hij is? (ethiek) En daarbij is het belangrijk om te weten dat vrijheid van Christus niet hetzelfde is als vrij van
Christus.
- Vrij van de wet (betekent niet dat we nu allemaal een bank mogen beroven ofzo hoor lol)
- Vrij van schuld (Jezus heeft onze schuld al betaald)
- Vrij om te gaan en te staan (maar wel gehoorzaam aan Christus)
- Vrij van de slavernij (zonde, seks, drugs etc.)
Christelijke vrijheid betekent dus ook niet dat we vrij zijn van letterlijke binding aan de regels van Gods wet!
Zijn wet beschermt alle christenen in dit leven, dus we moeten hem wel blijven danken en loven.
Download