Godsdienst Ethiek: Lesdoelen: Hfd. 1: 1. Ethiek: Bezinning, je bent

Godsdienst Ethiek:
Lesdoelen:
Hfd. 1:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Ethiek: Bezinning, je bent nog niet zeker, je zoekt, analyseert, wikt & weegt.
Moraal: Een [ongeschreven] regel over goed & kwaad, verschillende groepen hebben
hier een mening over.
Normen: Regels om de waarden in acht te houden.
Waarden: Fundamenteel uitgangspunt.
Levensbeschouwing: Hoe men naar het leven kijkt [vanuit welk standpunt].
Ethische communicatie: Door luisteren naar elkaar en aan elkaar uitleggen van jouw
ethiek, samen tot een beslissing komen.
--Is het ethisch verantwoord om euthanasie te plegen?
Waarden zijn dingen waar mensen waarde aan hechten, door normen [regels] kunnen
deze waarden worden vervuld en niet worden vergeten etc.
Normen komen voort uit waarden, waarden komen voort uit iemands
levensbeschouwing.
---
Hfd. 2:
1.
2.
3.
4.
5.
Utilisme: Je handelt naar de gevolgen van je handeling.
- Hedonisme: Streven naar eigen genot.
- Utilisme: Streven naar het genot voor de meeste mensen.
Deontologie: De handeling moet overeenkomen met een bepaald principe, norm of
gebod. Het gevolg is niet/minder belangrijk.
- Theonomie: Gods wetten bepalen de handeling.
- Autonomie: Jouw principes bepalen de handeling.
Deugdethiek: Je wilt een deugdzaam mens zijn. Hiervoor moet je kijken wat jouw
mogelijkheden zijn en wat het perfecte midden van handelen is bij bepaalde
gebeurtenissen. [Als jij niet kan zwemmen, moet je niet het water in springen om
iemand anders te helpen. Dan ben je overmoedig, wat niet deugdzaam is.]
Elke stroming bekijkt handelen vanaf een ander standpunt, het is onmogelijk om
iedereen tevreden te houden, aangezien ze allemaal uitgaan van iets anders.
Je kan het niet negeren, omdat iedereen anders naar de wereld kijkt en zijn of haar
eigen ideeën heeft over hoe men zich behoort te gedragen tegenover anderen etc.
Mensen denken alleen aan het gevolg: Voor jezelf óf voor de grootste groep.
Mensen willen een deugdzaam mens zijn: Met verschillende ideeën over wat
deugdzaam is.
Mensen die handelen volgens bepaalde wetten: Alleen die van God of alleen die van
de overheid, soms zelfs alleen volgens je eigen principes.
Omgeving, cultuur, traditie, rede of/en geweten.
Hfd. 3:
1.
2.
3.
4.
5.
Soms spreekt de bijbel zichzelf tegen1, dan zijn er voor beide kanten argumenten om
te gebruiken2 en actuele kwesties staan niet in de bijbel, omdat die simpel weg nog
niet bestonden in die tijd.3
Mensen lezen bepaalde teksten niet naar het verband waar ze in staat, waardoor
verkeerde conclusies worden getrokken. Sommige mensen zetten hun mening boven
die van de bijbel en erkennen dus niet het gezag van de bijbel. Sommige mensen
‘vertalen’ dingen uit de bijbel naar hoe het nu zou zijn, maar dat is niet hoe het moet.
Je moet de tijd nemen om alles goed door te lezen en te begrijpen, je moet de context
begrijpen, ook moet je kijken naar de tijd waarin het zich afspeelt. Ook is het
belangrijk om te kijken aan wie het geschreven is en waarom en hoe dat weerkaatst
op jouw leven. Ook moet je kijken wat voor’n soort tekst het is, een gelijkenis heeft
namelijk een ander doel dan een brief aan een gemeente. Ook is het slim om te kijken
hoe andere mensen de tekst geïnterpreteerd hebben, zoals bijvoorbeeld dominees.
Vervolgens moet je het gebruiken als gids, wachter, richtingwijzer of voorbeeld.
Gids:
De bijbel is een soort alwetende verteller.
Wachter:
Je kijkt terug naar de geschiedenis van die gebeurtenis.
Richtingwijzer:
Het geeft aan in welke richting je moet denken.
Voorbeeld:
Door voorbeelden leer je hoe het kan en hoort te gaan.
1]
Het ethische dilemma moet duidelijk zijn.
2]
Stel de pro’s en con’s vast.
3]
Zoek voor zoveel mogelijk info over de pro’s en con’s.
4]
Vervolgens doe je lesdoel 3 met de bijbel.
5]
Geef alle informatie een plekje bij de verschillende ethische stromingen.
6]
Discussieer met verschillende mensen over je gevonden informatie.
7]
Formuleer een Christelijk antwoord op je ethische vraag.