antwoord op de analysenota van de grip

advertisement
24 januari 2005
ANTWOORD OP DE ANALYSENOTA VAN DE GRIP
OVER WAPENS MET SUBMUNITIE
INFORMATIE OF DESINFORMATIE?
De Groupe de Recherche et d'Information Sur la Paix et la Sécurité (GRIP) heeft op
datum van 15 december 2005 een analysenota gepubliceerd met de
veelbetekenende titel "Les armes à sous-munitions ne sont pas un enjeu
économique pour la Wallonie" (Wapens met submunitie vormen voor Wallonië geen
economische inzet).
In deze nota spreekt de h. Mampaey, onderzoeksattaché bij de GRIP, zich uit voor
een totaal en niet-gedifferentieerd verbod op wapens met submunitie. Hij steunt
daarbij op drie argumenten:
1ste argument: inzake werkgelegenheid heeft submunitie "waarschijnlijk
betrekking op niet meer dan een handvol ingenieurs en technici, vier of
vijf misschien", in Wallonië.
Deze niet-gecontroleerde bewering houdt geen rekening met de directe
werkgelegenheid in de productie noch met de indirecte werkgelegenheid die
niet alleen in Wallonië maar ook in Brussel en Vlaanderen aanwezig is, wat
neerkomt op heel wat meer banen dan het 'handvol' waar de h. Mampaey het
over heeft.
Volgens BSDI zijn 20 ingenieurs en technici van FZ betrokken bij de
ontwikkeling van nieuwe producten en systemen. Als het hele Tigreprogramma (de productie van raketten, o.a. met submunitie, compatibel met
de Tigre-helikopter) op de helling wordt gezet, is het bijna de hele industriële
activiteit van FZ die op termijn zal getroffen worden. Vandaag zorgt FZ direct
en indirect voor de werkgelegenheid van meer dan 250 mensen en niet
uitsluitend in het Luikse.
2de argument: de GRIP beweert ten onrechte dat Frankrijk en andere
Europese landen een "gelijkaardig wetgevend proces" hebben ingezet.
Deze bewering, die niet door bewijzen wordt gestaafd, is onjuist. De
parlementaire werkzaamheden die over dit onderwerp aan de gang zijn, laten
zien dat in gunstige zin rekening wordt gehouden met de technische
verbeteringen aan de submunitie van de nieuwe generatie (precisie en
zelfvernietiging) om een antwoord te bieden op het humanitaire probleem dat
de oude generatie submunitie stelt.
3de argument: zelfvernietigingssysteem of niet, het zal nooit mogelijk
zijn te garanderen dat submunitie "alleen militaire doelwitten treft en
geen burgers".
De problematiek van het onderscheid tussen militairen en burgers hangt
alleen samen met het gebruik dat van wapens wordt gemaakt, want van geen
enkel wapen, zelfs niet van de meest geperfectioneerde raket, kan worden
beweerd dat het deze functie biedt.
Een ander probleem is dat van de ERW (Explosive Remnant of War).
Om het aantal ERW's te verminderen bestaat een eerste gemakkelijke
oplossing erin wapens met een grote hoeveelheid submunitie te verbieden.
Het is ook mogelijk de ERW's te verminderen door submunitie te verbieden
als deze niet voldoet aan bepaalde technische criteria zoals
betrouwbaarheidsgraad en uitrusting met een zelfvernietigings- of
zelfneutraliseringssysteem. Hierdoor kan de impact van de ERW's na de
afloop van een conflict sterk worden beperkt.
Tot besluit kan worden gesteld dat de analysenota van de GRIP als analyse alleen
de omzet, het resultaat en de ontwikkeling van het personeelsbestand bestrijkt.
De argumenten zijn achterhaald en houden geen rekening met de huidige gegevens
over het probleem zoals de recente technische vooruitgang van de nieuwe generatie
munitie, de positie van de andere landen en van de NAVO-partners.
Om nuttig te zijn moet een gericht verbod dat door zoveel mogelijk landen kan
worden toegepast worden verkozen boven een algemeen en absoluut verbod.
Download