Joh.17 vs.1-26 Het gebed van onze Hogepriester

advertisement
Het gebed van onze Hogepriester – deel 1.
Introductie op het Hogepriesterlijke gebed.
A: Het grote belang van het Hogepriesterlijke gebed van Jezus.
Joh.17:1 Daarna sloeg Jezus Zijn ogen op naar de hemel en zei: Vader, nu is de tijd
gekomen, toon nu de grootheid van Uw Zoon, dan zal de Zoon Uw grootheid tonen.
Johannes 17 is één van de twee grote gebeden van Jezus die wij van woord tot woord
kennen; het andere gebed is het Onze Vader uit Matt.6:9-13 en Luc.11:2-4. In deze beide
gebeden spreekt Jezus God aan als Vader met dit verschil dat Hij in Matt.6:9 spreekt over
onze Vader, terwijl Hij in Joh.17:1 spreekt over Zijn Vader. Het Onze Vader is dan ook voor
ons bedoeld, maar Joh.17:1-26 is het enige persoonlijke gebed van Jezus tot Zijn Vader dat
wij woord voor woord kennen. Naast deze twee grote gebeden van Jezus kennen we ook
nog enkele korte gebeden van Hem die Hij in het openbaar uitsprak zoals in Matt.11:25-26
(ook in Luc.11:21), een dankgebed voor de opstanding van Lazarus in Joh.11:41-42, weer
een ander gebed in Joh.12:27-28, en Zijn gebeden tot de Vader in de tuin van Gethsemane
en aan het kruis van Golgotha. Er zijn nog vele andere gebeden van Jezus in het openbaar
geweest, waarvan wij de woorden niet kennen. Maar het Hogepriesterlijke gebed en het
Onze Vader waren Zijn twee grote gebeden tot de Vader, terwijl de leerlingen bij Hem waren
en naar Hem luisterden.
In Johannes 17 bidt God de Zoon tot God de Vader onder de inspiratie van God de Heilige
Geest, en dan is het voor ons de allerhoogste tijd om eens goed naar dit Goddelijke gesprek
te luisteren. Er is misschien wel geen enkel ander hoofdstuk in de Bijbel dat zo goed de
intieme relatie tussen God de Vader en God de Zoon weergeeft, en wanneer wij inzicht
willen hebben in de interne relatie binnen de Goddelijke Drie-Eenheid, doen wij er goed aan
om dit gebed te bestuderen. Vers 1 laat namelijk zien dat de Vader en de Zoon volledig
toegewijd zijn aan het openbaren van elkaars wederzijdse grootheid, en ook de Heilige
Geest is vurig toegewijd aan het openbaren van de diepten van Gods Vaderhart en de
grootheid van de glorie van Jezus Christus.
1Kor.2:10 God heeft ons dit geopenbaard door de Geest, want de Geest doorgrondt alles,
ook de diepten van God...... Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen.
Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt, opdat
wij zouden weten wat God ons in Zijn goedheid heeft geschonken.
Joh.16:13-15 De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer Hij komt, de weg wijzen naar de
volle waarheid. Hij zal niet namens Zichzelf spreken, maar Hij zal zeggen wat Hij hoort en
jullie bekendmaken wat komen gaat. Door jullie bekend te maken wat Hij van Mij heeft,
zal Hij Mij eren. Alles wat van de Vader is, is van Mij; daarom heb Ik gezegd dat Hij alles
wat Hij jullie bekend zal maken, van Mij heeft.
Johannes 17 kan opgedeeld worden in drie verschillende gedeelten met een geheel eigen
specifieke inhoud; elk gedeelte heeft zijn eigen unieke betekenis binnen dit hoofdstuk.
In Joh.17:1-5 bidt Jezus tot de Vader voor Zichzelf.
In Joh.17:6-19 bidt Jezus voor het begin van Zijn Bruid.
In Joh.17:20-26 bidt Jezus voor de hele wereldwijde Bruid.
Maar voordat Jezus dit Hogepriesterlijke gebed uitsprak, had Hij vier hoofdstukken lang Zijn
leerlingen met grote diepte onderwezen over de werkelijke betekenis van discipelschap en
intimiteit met Jezus Zelf.
B: Wat er voorafging aan het gebed van Jezus.
Joh.17:1a Zo sprak Hij.
Johannes 17 begint met deze drie eenvoudige woorden, en zij hebben betrekking op de vier
voorafgaande hoofdstukken Joh.13 t/m 16. Hoofdstuk 13-14 werd door Jezus uitgesproken
in de bovenzaal in Jeruzalem, maar in Joh.14:31b stond Jezus op en nam Zijn leerlingen
mee naar de tuin van Gethsemane. Daar onderwees Hij hen de principes die Hij uitsprak in
Joh.15-16, om vervolgens Zijn onderwijs af te sluiten met het Hogepriesterlijke gebed. Geen
van de drie andere evangelisten Matteüs, Marcus en Lucas beschrijven het in Johannes
1
genoemde onderwijs van Jezus, maar net als Johannes beschrijven zij wel het allerlaatste
Pesachmaal dat Jezus met Zijn leerlingen vierde. Maar het onderwijs van Jezus in Joh.13-16
vormt de basis voor het Hogepriesterlijke gebed, want in Zijn gebed vat Jezus in Zijn gesprek
met de Vader alles samen wat Hij Zijn leerlingen daarvoor had onderwezen.
C: Johannes 13.
Hoofdstuk 13 beschrijft vooral twee belangrijke gebeurtenissen, namelijk de voetwassing van
de leerlingen en het vieren van het Pesachmaal; beide gebeurtenissen kunnen alleen maar
begrepen worden in het licht van de buitensporige liefde van Jezus voor Zijn volgelingen.
Joh.13:1b Hij had de mensen die Hem in de wereld toebehoorden lief, en Zijn liefde voor
hen zou tot het uiterste gaan.
Hoofdstuk 13 kunnen we opdelen in vijf verschillende gebeurtenissen, die elk hun betekenis
hebben in de laatste ontmoeting van Jezus met Zijn apostelen, voordat Hij naar het kruis
ging om Zijn leven voor hen te geven.
1) Joh.13:3-17 de voetwassing met het bijbehorende onderwijs.
2) Joh.13:18-30 het vieren van Jezus’ laatste Pesachmaal op aarde.
3) Joh.13:21-30 het ontmaskeren van het verraderlijke hart van Judas.
4) Joh.13:31-34 het onderwijs van Jezus over het nieuwe gebod van liefde.
5) Joh.13:36-38 de onthulling van het onvolwassen hart van Petrus.
C1: De voetwassing door Jezus.
Joh.13:3-5 Jezus, die wist dat de Vader Hem alle macht had gegeven, dat Hij van God was
gekomen en weer naar God terug zou gaan, stond tijdens de maaltijd op. Hij legde Zijn
bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten
van Zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die Hij omgeslagen had.
Het is bijzonder opmerkelijk dat Jezus vlak voor het tijdstip, waarop Hij wist dat Zijn tijd was
gekomen en dat Hij uit de wereld zou terugkeren naar de Vader (13:1a) om verhoogd te
worden tot de allerhoogste positie in de hemelen (Fil.2:9), Hij de allerlaagste positie innam
tijdens Zijn laatste Pesachmaal op aarde, de positie van een dienaar die de voeten van de
gasten waste. Maar Jezus deed meer dan alleen maar de voeten wassen van gasten voor
een maaltijd; Hij waste de voeten van Zijn leerlingen volgens de principes van de tabernakel,
zodat zij van het priesterlijke recht zouden kunnen genieten om het heiligdom binnen te gaan
(Ex.30:17-21). De priesters van het Oude Verbond moesten namelijk eerst hun handen en
voeten wassen, voordat zij de ontmoetingstent mochten binnengaan. De voetwassing had
daarom veel meer betekenis dan de leerlingen van Jezus op dat moment begrepen. Jezus
verrichtte deze daad op grond van Zijn drievoudige identiteit bij de Vader.
Joh.13:3 Jezus, die wist dat de Vader Hem alle macht had gegeven, dat Hij van God was
gekomen en weer naar God terug zou gaan ......
1) Jezus wist dat de Vader Hem alle macht had gegeven.
2) Jezus wist dat Hij van God was gekomen.
3) Jezus wist dat Hij weer naar God terug zou gaan.
Het afleggen van Zijn bovenkleed en het wassen van de voeten van Zijn leerlingen (vers 4-5)
is een profetisch symbool van de boodschap van het kruis (Fil.2:6-8), terwijl het aandoen van
Zijn bovenkleed om daarna Zijn plaats weer in te nemen (vers 12) een profetisch symbool is
van de hemelvaart (Fil.2:9-11). De leerlingen noemden Jezus altijd Meester en Heer, en
terecht (vers 13), maar Jezus draaide de volgorde van deze titels subtiel om door Zichzelf
eerst Heer en pas daarna Meester te noemen (vers 14). De verborgen boodschap daarin is
dat Jezus nooit onze Meester kan zijn, wanneer Hij niet eerst onze Heer geworden is; Zijn
heerschappij over ons leven is absoluut noodzakelijk, voordat Hij onze Meester d.w.z. onze
Leraar kan zijn. Jezus gaf als Heer van Zijn leerlingen een belangrijk voorbeeld (vers 15), en
onderwees hen daarmee dat zij geroepen waren om Zijn voorbeeld te volgen. Dat doen ook
wij door te zien, goed te begrijpen en te doen wat Jezus doet (vers 17). Lees daarover mijn
document over Joh.13:1-15 met als titel “De nederigheid van Jezus Christus”, ook onder het
tabblad Nieuwe Testament.
2
C2: Het Pesachmaal en het verraad van Judas.
Daarna vierde Jezus het Pesachmaal met Zijn leerlingen, en deze maaltijd vormde de grote
scheiding tussen de ware volgelingen van Jezus en de pseudo-volgeling met een verraderlijk
hart. Jezus wist alles wat in het hart van Judas was (Joh.2:24-25), en Hij gebruikte Zijn grote
alwetendheid om Zich door Judas te laten verraden en de weg van het kruis te gaan, om ons
voor eeuwig te kunnen redden. Halverwege de maaltijd nam de duivel volledig bezit van
Judas (vers 27) en verliet hij de bovenzaal (vers 30). Dit is een voorbeeld van de grote
scheiding die over de hele aarde zal gaan plaatsvinden, en wel om drie redenen.
Joh.13:31-32 Toen hij weg was zei Jezus: Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar
geworden, en door Hem de grootheid van God. Als Gods grootheid door Hem zichtbaar
geworden is, zal God Hem ook in die grootheid laten delen, nu onmiddellijk.
1) de crisis, dat is de grote scheiding vanwege Zijn woord (Joh.3:19, 5:22+27, 9:39, 12:31).
2) het kruis, dat is de grote redding vanwege Zijn dood (Joh.3:14-17, 8:28, 12:23-24).
3) de glorie, dat is de grote eer vanwege Zijn hemelvaart (Joh.12:28, 17:1).
C3: Het nieuwe gebod van Jezus.
Vervolgens gaf Jezus Zijn leerlingen een nieuw gebod, wat tegelijkertijd een oud gebod was
(1Joh.2:7-8), maar Jezus voegde een volledig nieuwe dimensie toe aan dit oude gebod.
Joh.13:34-35 Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo
moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie Mijn
leerlingen zijn.
Het oude gebod was dat Israëlieten hun naaste moesten liefhebben als zichzelf (Lev.19:18),
een koninklijke wet (Jac.2:8), maar Jezus maakte er een nieuw gebod van, omdat het door
Hem werd gefundeerd op Zijn grenzeloze liefde voor hen (Joh.13:1b+34, 15:9). De liefde van
Jezus is de absolute norm voor de onderlinge liefde tussen Zijn volgelingen, en onze liefde
voor elkaar is het bewijs dat wij van het voorbeeld van Jezus hebben geleerd (Joh.15:12-14,
1Tess.4:9, 1Joh.3:16).
C4: De onthulling van het onvolwassen hart van Petrus.
Joh.13:36-14:1 Simon Petrus vroeg: Waar gaat u naartoe, Heer? Jezus antwoordde: Ik ga
ergens naartoe waar jij nog niet kunt komen, later zul je Mij volgen. Waarom kan ik U nu niet
volgen, Heer? Ik wil mijn leven voor U geven! zei Petrus. Maar Jezus zei: Jij je leven voor Mij
geven? Waarachtig, Ik verzeker je: nog voor de haan kraait zul jij Mij driemaal verloochenen.
Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij.
Petrus was wel bereidwillig om zijn leven voor Jezus te geven, maar hij was in de verste
verte niet toebereid voor het martelaarschap; hij had wel een gewillige geest maar nog een
onvolwassen hart in het volgen van Jezus. Gelukkig kende Jezus wel degelijk het verschil
tussen een onvolwassen hart zoals bij Petrus en een opstandig hart zoals bij Judas. Het is
opmerkelijk om te lezen dat Jezus voorspelde dat Petrus Hem driemaal zou verloochenen,
maar onmiddellijk voegde de Heer daaraan de woorden toe dat Petrus niet ongerust moest
zijn over zichzelf, maar op de Vader en op Jezus moest vertrouwen. Lees daarover meer in
mijn document over het leven van Petrus in Joh.1:42 onder de titel “Petrus en zijn nieuwe
identiteit”, ook onder het tabblad Nieuwe Testament.
D: Johannes 14.
Hoofdstuk 14 beschrijft het tweede deel van het gesprek van Jezus met Zijn apostelen,
voordat Hij hen in vers 31 meenam naar de tuin van Gethsemane. In dit hoofdstuk zijn er drie
leerlingen van Jezus die Hem een vraag stellen, en door de antwoorden van Jezus krijgt het
onderwijs in dit hoofdstuk nog meer diepgang.
Joh.14:5 Toen zei Tomas: Wij weten niet eens waar U naartoe gaat, Heer, hoe zouden we
dan de weg daarheen kunnen weten?
Joh.14:8 Daarop zei Filippus: Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.
Joh.14:22 Toen vroeg Judas (niet Judas Iskariot) aan Jezus: Waarom zult U zich wel aan
ons, maar niet aan de wereld bekendmaken, Heer?
Mede dankzij deze vraagstelling kunnen we hoofdstuk 14 onderverdelen voor een beter
3
begrip van de onderwerpen die Jezus besprak, en die over de eeuwen heen ook aan ons
worden aangereikt, zodat wij de Vader en de Zoon beter zullen leren kennen. Vragen stellen
is een belangrijk onderdeel van onze relatie met Jezus (Marc.4:10+34).
Joh.14:1-6 spreekt over het huis van de Vader en de weg naar de troon der genade, waar wij
het Vaderhart van God dieper kunnen leren kennen.
Joh.14:7-14 spreekt over de eenheid tussen de Vader en de Zoon, want Jezus is in de Vader
en de Vader is in Hem (vers 11).
Joh.14:15-26 spreekt over de eenheid tussen de Vader, de Zoon en de kinderen van God,
want Jezus is in de Vader en wij zijn in Hem en Hij is in ons (vers 20) door de bemiddeling
van de Heilige Geest. Dit spreekt over de eenheid tussen de Goddelijke Drie-Eenheid en de
Bruid van Christus, waardoor er sprake is van een Goddelijke Vier-Eenheid.
Joh.14:27-31 spreekt over de vrede die Jezus aan ons geeft in een wereld die Hem niet kent,
en die - om deze reden - ook ons niet kent. Daarna zong Jezus samen met Zijn leerlingen de
afsluitende lofzang van het Pesachmaal, en vertrokken ze naar de Olijfberg (Matt.26:30).
D1: Openbaring over de weg, de waarheid en het leven.
Joh.14:6 Jezus zei: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader
komen dan door Mij.
In het eerste gedeelte van hoofdstuk 14 begint Jezus eerst Petrus gerust te stellen, namelijk
dat hij ondanks het feit dat hij Jezus tot driemaal toe zal verloochenen toch op de Vader en
op Jezus mag vertrouwen. Want in het huis van de Vader zijn heel veel kamers, en daar is er
ook een voor Petrus bij; Jezus zegt dat Hij naar de Vader zal gaan om ook voor Petrus een
plaats gereed te maken. Dit is een ongelooflijke bemoediging voor iedereen die weet een
zwak en onvolwassen hart te hebben, want voor elke oprechte gelovige met een zwak geloof
is er een eigen woonruimte in het huis van de Vader (vers 2). Wanneer het hemelse huis van
de Vader gereedgemaakt is, zal Jezus terugkomen om ons allemaal mee te nemen; en dan
zullen wij voor eeuwig bij Jezus zijn (vers 3). Daarna maakte Jezus in vers 4 duidelijk dat Zijn
leerlingen de weg wisten waarheen Jezus zou gaan, maar uit vers 5 blijkt dat Thomas niet
begreep wat Jezus bedoelde, en waarschijnlijk de andere leerlingen ook niet. Vervolgens
legde Jezus een van allerhoogste verklaringen over Zichzelf af, en de volle betekenis van
deze overbekende uitspraak van Jezus uit Joh.14:6 heb ik uitgelegd in het document over
deze tekst op deze website. Ik raad je ten sterkste aan om dit document te lezen, want de
werkelijke betekenis van de weg, de waarheid en het leven is bij de meeste christenen in het
geheel niet bekend.
D2: De eeuwige eenheid tussen de Vader en de Zoon.
Joh.14:7+9 Als jullie Mij kennen zullen jullie ook Mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen
jullie Hem, want jullie hebben Hem zelf gezien ........ Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader
gezien.
Jezus legde met deze simpele woorden een onvoorstelbare verklaring af, namelijk dat de
Vader en de Zoon volkomen aan elkaar gelijk zijn; deze waarheid wordt veelvuldig in het
Nieuwe Testament onderwezen, onder andere in de volgende woorden.
Hebr.1:2-3 Nu de tijd ten einde loopt heeft God tot ons gesproken door Zijn Zoon, die Hij
heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie Hij de wereld heeft geschapen. In Hem
schittert Gods luister, Hij is Zijn evenbeeld, Hij schraagt de schepping met Zijn machtig
woord; Hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de
rechterzijde van Gods hemelse majesteit.
Kol.1:13b-17 Zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze
zonden. Beeld van God, de onzichtbare, is Hij, eerstgeborene van heel de schepping: in
Hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en onzichtbare,
vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door Hem en voor Hem geschapen. Hij
bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem.
2Kor.4:4b+6 …de luister van Christus, die het beeld van God is. De God die gezegd heeft:
Uit de duisternis zal licht schijnen, heeft in ons hart licht doen schijnen om ons te verlichten
met de kennis van Zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.
4
Jezus openbaarde hier het mysterie van de eeuwige Goddelijke Drie-Eenheid, maar zoals de
Joden in Joh.10:29-38 niet konden geloven in de eenheid tussen de Vader en de Zoon, was
het ook voor de leerlingen van Jezus nog te moeilijk om in deze eenheid te geloven. En net
als in Joh.10:38 daagde Jezus ook nu Zijn leerlingen in vers 11-12 uit om op grond van de
werken die Jezus deed te geloven in de eenheid tussen de Vader en de Zoon. En ook voor
ons geldt dat wanneer de woorden van Jezus ons niet voldoende kunnen overtuigen, Zijn
werken ons kunnen helpen om alsnog in Hem te geloven.
Joh.14:11 Geloof Me: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Als je Mij niet gelooft, gelooft
het dan om wat Hij doet.
Joh.10:38 ...... geloof dan tenminste wat Ik doe. Dan zult u begrijpen dat de Vader in Mij is en
dat Ik in de Vader ben.
D3: Geloof in de Drie-Eenheid en gebedsverhoring.
Joh.14:12-15 Waarachtig, Ik verzeker jullie: wie op Mij vertrouwt zal hetzelfde doen als Ik, en
zelfs meer dan dat, Ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in Mijn naam vragen, dat
zal Ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets
in Mijn naam vraagt, zal Ik het doen. Als je Mij liefhebt, houd je dan aan Mijn geboden.
Het is onvoorstelbaar hoeveel hemelse glorie er openbaar kan worden in een paar zinnen,
die uit de mond van onze Heer Jezus Christus komen. De Heer belooft ons dat het mogelijk
is om een geestelijk niveau te bereiken waarin wij Hem alles kunnen vragen wat in ons hart
leeft; en Hij zal ons in alles antwoord geven, zodat we zelfs in staat zullen zijn om grotere
dingen te doen dan Hijzelf op aarde deed (vers 12). Wat we ook vragen in Zijn naam, Hij zal
het ons geven, zodat door Zijn gebedsverhoring de grootheid van de Vader zichtbaar zal
gaan worden (vers 13). Bidden in de naam van Jezus is niet een religieuze formule, maar
spreekt van totale vrijwillige onderwerping aan de heerschappij van Jezus vanuit een hart dat
door Zijn liefde volledig in beslag genomen is. Wanneer wij bidden in de naam van Jezus, is
onze inwendige mens gelijkvormig geworden aan Hem, want Zijn naam is de weerspiegeling
van Zijn karakter.
1Joh.4:17 Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden ........ want hoewel wij nog in deze
wereld zijn, zijn we als Jezus.
Vaak beseffen wij niet dat gebedsverhoring niet alleen invloed op ons leven heeft vanwege
de verhoring, maar ook invloed op de Vader heeft; want omdat Jezus naar de Vader is
gegaan om onze Hogepriester te kunnen zijn (Hebr.7:25-26, Rom.8:32-34), wordt de glorie
van de Vader geopenbaard wanneer onze gebeden verhoord worden (vers 13). De glorie
van de Vader (13:31-32, 14:13, 15:8, 17:4), verhoring van onze gebeden (14:13, 15:7+16,
16:23-24+26), geestelijke vruchtbaarheid (15:2+8+16), en onze optimale vreugde (15:11,
16:22-27) vormen één en hetzelfde onderwerp!!! Het hoofddoel van de mens is om God
glorie te geven én om voor eeuwig van Hem te genieten! Gebed is de belangrijkste
activiteit waarin Góds glorie en ónze vreugde samenvallen. Om dit te kunnen ervaren is
liefdevolle gehoorzaamheid evenzeer nodig als relationele gebedsverhoring; liefde voor God
resulteert in gelovige gehoorzaamheid (14:15+21+23, 15:10+14). Paulus was als apostel
aangesteld om geloof en gehoorzaamheid te verkondigen aan alle volken als één volledig
onderwerp (Rom.1:5, 6:17, 15:18, 16:26). Aan het begin van de Romeinenbrief zegt Paulus
dat er in de hele wereld over het geloof van de Romeinse christenen gesproken werd
(Rom.1:8), maar aan het eind van de brief zegt hij dat de gehoorzaamheid van dezelfde
Romeinse christenen overal bekend geworden was (Rom.16:19). Overtuigd geloof en
liefdevolle gehoorzaamheid vormen één en hetzelfde onderwerp; om dit te realiseren geeft
God ons een andere hemelse Helper in de plaats van Jezus, en dat is de Heilige Geest.
E: De plaatsvervangende rol van de Heilige Geest.
Joh.14:16 Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere Pleitbezorger te geven, die altijd bij
je zal zijn: de Geest van de waarheid.
E1: De belofte van een andere Helper.
Er is één onderwerp dat overheerst in de onderwijzende woorden van Jezus in Joh.13-16 en
5
dat is de belofte van een andere Pleitbezorger; het woord pleitbezorger in de NBV is echter
een wat ongelukkige vertaling. De oude Bijbelvertaling van 1951 vertaalt met het woord
Trooster, maar ook deze vertaling is wat ongelukkig, want net als het woord pleitbezorger
geeft het woord trooster maar beperkt weer wat Jezus werkelijk zegt. Het Griekse woord
voor pleitbezorger of trooster is paraklètos, dat maar vijf keer in het Nieuwe Testament
voorkomt. Vier keer heeft het betrekking op de Heilige Geest, namelijk in Joh.14:16+26,
15:26 en 16:7; de enige andere keer staat in 1Joh.2:1 en heeft het betrekking op Jezus Zelf;
daar wordt het in de NBG’51-vertaling vertaald met Voorspraak. De woorden pleitbezorger,
trooster en voorspraak zijn allemaal beperkte vertalingen van het z.n.w. paraklètos. Een
paraklètos was in de oude Griekse wereld inderdaad een pleiter in juridische zaken ofwel
een advocaat voor de verdediging, dus een juridische helper. In ruimere zin was zo iemand
een persoon die een ander te hulp schoot, een helper in moeilijke omstandigheden, iemand
die bijstand gaf wanneer dat nodig was. Daarom wordt Christus Zelf in 1Joh.2:1 ook een
pleitbezorger of voorspraak genoemd, want vanuit de hemel schiet Hij ons te hulp bij allerlei
situaties waarin wij hulp nodig hebben.
1Joh.2:1 Mocht een van u echter toch zondigen, dan hebben wij een Pleitbezorger bij de
Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige. Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden.
Rom.8:34 Wie zal ons veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, is opgewekt
is en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons.
Hebr.7:25-26 Zo kan Hij ieder die door Hem tot God komt volkomen redden, omdat Hij voor
altijd leeft en zo voor hen kan pleiten. Een hogepriester als Hij hadden wij ook nodig,
iemand die heilig, schuldeloos en zuiver is, van de zondaars afgescheiden en ver boven de
hemel verheven.
Ik spreek daarom liever over een hemelse Helper, omdat dit woord een betere betekenis
weergeeft van het woord paraklètos. Omdat Jezus Christus Zelf onze eerste Helper is,
beloofde de Heer aan Zijn leerlingen dat Hij hen een andere Helper zou sturen. De Heilige
Geest is degene die na de opstanding en hemelvaart van Jezus de plaats van onze Heer
heeft ingenomen als Helper. De Heilige Geest is dus de tweede Helper, en Hij is de grote
belofte die de Heer ons heeft gegeven in Zijn laatste woorden aan de leerlingen, voordat Hij
naar het kruis zou gaan. De Heilige Geest is daarom ook de Geest der belofte, de grootste
belofte die de Heer ons gegeven heeft naast de belofte van Zijn dood aan het kruis, Zijn
opstanding en hemelvaart, Zijn werk als onze Hogepriester in de hemel en de vergeving van
onze zonden. Johannes de Doper combineerde in zijn bediening van onderwijs aan Israël als
eerste deze twee grote aspecten van Jezus’ bediening.
Joh.1:29 Daar is het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.
Joh.1:33 ...... dan is dat Degene die doopt met de Heilige Geest.
Jezus is als het Lam van God op aarde en als Hogepriester in de hemel onze eerste grote
Helper, en de Heilige Geest is als de Geest der belofte onze tweede grote Helper.
Luc.24:49 Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van Mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf
in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.
Hand.2:33 Jezus is door God verheven, zit aan Zijn rechterhand, en heeft van de Vader de
Heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft Hij op ons doen neerdalen,
en dat is wat u ziet en hoort.
Hand.2:38-39 Petrus antwoordde: Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder
aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de Heilige
Geest u geschonken worden, want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en
voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot Zich zal roepen.
Gal.3:14 Zo zouden door Jezus alle volken delen in de zegen van Abraham en zouden wij,
zoals ons is beloofd, door het geloof de Geest ontvangen.
Efez.1:13 ...... in Jezus bent u, door uw geloof, gemerkt met het stempel van de Heilige
Geest die ons beloofd is.
Wij ontvangen de Heilige Geest onder andere door in gebed om Hem te vragen (Luc.11:13,
Hand.1:14, 2:1), door geloof in Jezus Christus (Joh.7:39, Efez.1:13), maar eveneens door
gehoorzaamheid aan Gods woord (Joh.14:15-16, Hand.5:32).
6
E2 De Geest der waarheid woont in ons.
Joh.14:16-20 Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere Pleitbezorger te geven, die altijd
bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, want ze ziet
Hem niet en kent Hem niet. Jullie kennen Hem wel, want Hij woont in jullie en zal in jullie
blijven. Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug. Nog een korte tijd en de
wereld zal Mij niet meer zien, maar jullie zullen Mij wel zien, want Ik leef en ook jullie zullen
leven. Dan zul je begrijpen dat Ik in Mijn Vader ben, dat jullie in Mij zijn en dat Ik in jullie ben.
In Joh.16:5-6 concludeerde Jezus dat Zijn leerlingen verdrietig waren, omdat Hij tegen hen
gezegd had dat Hij hen zou gaan verlaten, maar in vers 7 zegt onze Heer dat het werkelijk
goed voor hen is dat Hij weggaat, want als Hij dat niet zou doen, zou de andere Helper niet
kunnen komen. In Joh.7:39 wordt ook gezegd dat de Heilige Geest nog niet gekomen was,
omdat Jezus nog niet tot de majesteit van God verheven was, en in Hand.2:33 zegt Petrus
dat Jezus de belofte van de Heilige Geest pas ontving, nadat Hij door God verheven was en
aan Zijn rechterhand plaats had genomen. Onze Heer kon dus de Heilige Geest pas over de
gelovigen in Jeruzalem uitstorten, nadat Hij naar de hemel was gegaan en gezeten was aan
de rechterhand van de Vader. De hemelvaart van Jezus is dus de sleutel geweest tot de
uitstorting van de Heilige Geest op de eerste pinksterdag van Hand.2; en de glorieuze positie
van Jezus naast de Vader op Zijn troon is nog steeds de sleutel tot de doop in de Heilige
Geest. Het grote wonder van de tijd van de evangeliën is dat Jezus, de Zoon van God, bij
Zijn volk aanwezig was, maar het nog veel grotere wonder van de uitstorting van de Heilige
Geest is dat Jezus door de bemiddeling van de Heilige Geest in Zijn volk aanwezig is. Het
eerste wat Jezus daarom na Zijn hemelvaart deed was aan de Vader vragen om de andere
Helper voor Zijn volgelingen.
Joh.14:16-17 En Ik zal de Vader vragen jullie een andere Helper te geven, die altijd bij je zal
zijn: de Geest van de waarheid.
Het eerste kenmerk dat Jezus over de Heilige Geest beschrijft is dat Hij de Geest van de
waarheid is, en dat doet Jezus in Zijn laatste onderwijs aan Zijn leerlingen maar liefst drie
keer, namelijk in Joh.14:17, 15:26 en 16:13. In de laatste tekst wordt ons zelfs beloofd dat de
Geest van de waarheid ons de weg zal wijzen naar de volle waarheid, en dat is zulk een
geweldige belofte dat wij hierdoor aangespoord worden om met regelmaat te bidden om
meer van de volheid van de Heilige Geest. Wij hebben namelijk de volle waarheid over de
Vader en de Zoon nodig, en alleen de Heilige Geest kan ons die volle waarheid geven.
1Kor.2:10 God heeft ons dit geopenbaard door de Geest, want de Geest doorgrondt alles,
ook de diepten van God...... Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de
Geest die van God komt, opdat wij zouden weten wat God ons in Zijn goedheid heeft
geschonken.
De Heilige Geest en de waarheid horen fundamenteel bij elkaar, want zoals de Geest nooit
zonder Zijn heiligheid komt - want Hij is immers de Heilige Geest - zo komt de Geest ook
nooit zonder de waarheid, want Hij is de Geest der waarheid. Wanneer wij God aanbidden,
kunnen we Hem alleen maar aanbidden onder de inspiratie van de Heilige Geest, en alleen
dan aanbidden wij de Vader in geest en in waarheid (Joh.4:23-24). Wanneer wij de waarheid
spreken, zal de Heilige Geest dat in ons geweten bevestigen (Rom.9:1); en toen wij het
woord van de waarheid, het evangelie van onze redding, gehoord en aanvaard hadden,
werden wij ook verzegeld met de Heilige Geest (Efez.1:13). Wij zijn als geliefden van de
Heer uitgekozen om gered te worden door de Geest die heilig maakt en door het geloof in de
waarheid (2Tess.2:13). Dat de Heilige Geest de Geest van de waarheid is bevestigde de
apostel Johannes nog eens dubbelop in zijn eerste brief, namelijk in 1Joh.4:6 en 5:6. De
Heilige Geest en de waarheid van God zijn onafscheidelijk; daarom zal de Heilige Geest
nooit iets doen of iets tegen ons zeggen dat in strijd is met het woord van God, want het
woord van God is het woord van de waarheid, zowel het mensgeworden Woord (Joh.1:14)
als het geschreven woord (Ps.119:160, Joh.17:17, Efez.1:13, 2Tim.2:15, Jac.1:18). Om die
reden kenmerkt Jezus de andere Helper eerst als de Geest van de waarheid.
Joh.14:17 De wereld kan Hem niet ontvangen, want ze ziet Hem niet en kent Hem niet. Jullie
kennen Hem wel, want Hij woont in jullie en zal in jullie blijven.
De inwoning van de Heilige Geest is hét grote verschil tussen de wereld van ongelovigen en
7
de gemeente van Jezus Christus; ongelovigen kunnen misschien de Bijbel wel lezen, maar
wanneer de Heilige Geest niet in hen komt wonen, zal het woord van God hen geen enkel
positief voordeel opleveren met een eeuwige betekenis. De Vader zal ons de Heilige Geest
geven (vers 16) en wij mogen Hem ontvangen. En omdat wij de Geest kennen, kunnen wij
Hem ook met geestelijke ogen “zien”, d.w.z. waarnemen in de dagelijkse praktijk van ons
leven. Wij kennen Hem, omdat Hij in ons woont en blijvend bij ons aanwezig zal zijn. Om die
reden moeten wij de Heilige Geest niet verdrietig maken, omdat Hij het zegel van God op
ons leven is, waardoor wij veilig zijn op de dag van onze definitieve verlossing (Efez.4:30).
Ook mogen wij de Geest niet uitdoven en door Hem geïnspireerde profetieën niet verachten;
m.a.w. we moeten de manifeste tegenwoordigheid van de Heilige Geest en Zijn inspirerende
werking in ons leven koesteren als een grote schat (1Tess.5:19-20). Om die reden roept de
apostel Paulus ons op om voortdurend vervuld te worden met de Heilige Geest en liederen
te zingen tot eer van God die door de Geest geïnspireerd zijn (Efez.5:18-19).
Joh.14:18 Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.
Er zijn in de wereld veel wezen, dat zijn kinderen die geen vader en moeder meer hebben;
maar er zijn nog veel meer volwassenen die ook een wees zijn, omdat de Heilige Geest niet
in hen woont. Zij kennen de Vader niet, omdat zij de Geest van het zoonschap niet in zich
hebben; de Heilige Geest kan hen niet aansporen om God als Vader aan te roepen, omdat
zij nog niet uit God geboren zijn. Dit emotionele hart van een wees is in het grootste deel van
de mensheid aanwezig, want geen enkele religie kent God als Vader, en geen enkele atheïst
kent God als Vader. Maar wanneer wij uit God geboren zijn, ontvangen wij de Heilige Geest
om God als Vader te kennen en Hem als zodanig aan te roepen; op die manier worden wij
bevrijd van de geestelijke en emotionele eenzaamheid van een wees. De Heilige Geest
geneest ons door Zijn inwoning van de geestelijke en emotionele trauma's van een wees, dat
is een mens zonder God als Vader. Dit is de wezenlijke essentie van het pinksterfeest, de
ware betekenis van de Doop in de Heilige Geest.
Rom.8:15-16 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u
hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn en om Hem te kunnen aanroepen met
Abba, Vader. De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn.
Gal.4:6-7 En omdat u Zijn kinderen bent, heeft God ons de Geest van Zijn Zoon gegeven die
Abba, Vader roept. U bent nu geen slaven meer, u bent kinderen van God en als kinderen
bent u erfgenamen door de wil van God.
Efez.1:5 De Vader heeft ons naar Zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus
Zijn kinderen te worden.
Wanneer de Geest der waarheid in ons komt wonen en blijvend in ons aanwezig kan zijn, zal
Zijn manifeste tegenwoordigheid onze ogen openen voor de aanwezigheid van Jezus in ons
leven, en zullen wij voortdurend een steeds groeiend inzicht ontwikkelen in het mysterie van
de Goddelijke Drie-Eenheid. Dan zullen we begrijpen dat zowel de Vader als de Zoon door
de werking van de Heilige Geest blijvend in ons aanwezig zijn.
Joh.14:19-20 Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar jullie zullen Mij wel
zien, want Ik leef en ook jullie zullen leven. Dan zul je begrijpen dat Ik in Mijn Vader ben, dat
jullie in Mij zijn en dat Ik in jullie ben.
Jezus koppelt echter een zeer belangrijke voorwaarde aan de manifeste tegenwoordigheid
van de Heilige Geest in ons leven, en dat is liefdevolle gehoorzaamheid aan Zijn woord; want
zonder deze gehoorzaamheid wordt de openbaring van de inwoning van zowel de Vader als
de Zoon gehinderd door geestelijke blokkades.
Joh.14:21+23 Wie Mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft Mij lief. Wie Mij liefheeft zal
de liefde van Mijn Vader en Mij ontvangen, en Ik zal Mij aan hem bekendmaken.... Wanneer
iemand Mij liefheeft zal hij zich houden aan wat Ik zeg, Mijn Vader zal hem liefhebben en
Mijn vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.
E3: De Heilige Geest herinnert ons aan de woorden van Jezus.
Joh.14:25-26 Dit alles zeg Ik tegen jullie nu Ik nog bij jullie ben. Later zal de Pleitbezorger, de
Heilige Geest die de Vader jullie namens Mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles
in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb.
8
Dankzij deze geweldige belofte zijn wij in het bezit gekomen van vier verschillende versies
van het evangelie van Jezus Christus, namelijk het evangelie van Matteüs, Marcus, Lucas en
Johannes. Op deze website staat ook een document ter introductie van de vier evangeliën,
en het is zeer boeiend om te lezen hoe verschillend de vier evangeliën zijn en met welk een
verschillend doel en doelgroep ze zijn geschreven. Maar bovengenoemde belofte van Jezus
verklaart ons de oorsprong van de vier evangeliën, want de Heilige Geest heeft de apostelen
alles in herinnering gebracht wat Jezus tegen hen gezegd had. Maar deze belofte wordt over
de eeuwen heen opgetild en naar ons toegebracht, want ook wij mogen ons deze belofte
toe-eigenen wanneer wij de Bijbel lezen; we krijgen de zekerheid dat de Heilige Geest ons
zal herinneren aan de woorden van Jezus wanneer wij dat nodig hebben. Maar Hij zal ons
niet alleen de woorden van Jezus in herinnering brengen maar ze ook duidelijk maken; de
Heilige Geest is de beste Leraar van de woorden van Jezus zoals wij die in de evangeliën
lezen. Wat een geweldige belofte heeft de Heer ons gegeven, en Hij heeft deze belofte nog
eens aangevuld met een geweldige troost en bemoediging.
Joh.14:27 Ik laat jullie vrede na; Mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
E4: De Heilige Geest getuigt altijd over Jezus.
Joh.15:26-27 Wanneer de Pleitbezorger komt die Ik van de Vader naar jullie zal zenden, de
Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die over Mij getuigen. Ook jullie moeten
Mijn getuigen zijn, want jullie zijn vanaf het begin bij Mij geweest.
De Heilige Geest is door de Vader met een zéér specifiek doel naar de aarde gestuurd en
dat is om van Jezus te getuigen; dit is de exclusieve taakomschrijving van de Heilige Geest,
waaraan Hij Zich met grote ijver heeft toegewijd. Jezus is de grote Lieveling van de Vader
(Matt.3:17, 12:18, 17:5, Joh.3:35, 10:17, Spr.8:30), en Hij is ook de grote Lieveling van de
Heilige Geest. Wat de Heilige Geest ook op de aarde onderneemt, Zijn doel zal altijd zijn om
een weg te banen voor het koninkrijk van God, omdat Jezus door de Vader aangewezen is
om de grote Koning van dat koninkrijk te zijn. De Heilige Geest doet nooit iets zonder daarbij
de glorie van Jezus Christus in het oog te houden en de woorden van Jezus bekend te
maken.
Joh.16:14 Door jullie bekend te maken wat Hij van Mij heeft, zal Hij Mij eren.
Om die reden moet de geestelijke kwaliteit van prediking en onderwijs over het woord van
God altijd getoetst worden aan de mate waarin getuigd wordt over Christus Zelf, want onze
geestelijke rijkdom blijkt uit de intensiteit van ons getuigenis over Christus (1Kor.1:5-6). En
hetzelfde geldt voor de geestelijke kwaliteit van profetieën in de gemeente van Jezus, die
bedoeld zijn tot opbouw van de gemeente (1Kor.14:3+12); het geestelijk niveau van profetie
wordt bepaald door de mate waarin Jezus wordt grootgemaakt, want het getuigenis over
Jezus is de geest van de profetie (Openb.19:10b), lees daarbij de vertaling van NBG’51 of de
Herziene Statenvertaling. Wanneer de Heilige Geest volledig gemotiveerd is om getuigenis
af te leggen over Jezus Christus, moeten wij Hem volgen in Zijn hemelse strategie, namelijk
ook van Jezus getuigen. Ongelovigen in de wereld hebben geen morele correctie nodig in
hun zondige levensstijl, ze hebben Jezus nodig voor de vergeving van hun zonden, voor de
verlossing van geestelijke en emotionele gebondenheden, voor bevrijding van demonen, en
voor herstel van de hele mens naar geest, ziel en lichaam (1Tess.5:23).
Joh.15:27 Ook jullie moeten Mijn getuigen zijn, want jullie zijn vanaf het begin bij Mij
geweest.
Het geheim en de kracht van ons getuigenis zit volgens deze uitspraak van Jezus in de mate
waarin wij vanaf het begin van ons geloof bij Hem zijn geweest; naar de mate dat wij vanaf
onze bekering en wedergeboorte een persoonlijke relatie met Jezus hebben ontwikkeld
zullen wij in staat zijn om een zuiver getuigenis over Hem te geven (Hand.4:13).
E5: De Heilige Geest overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel.
Joh.16:7-11 Het is goed voor jullie dat Ik ga, want als Ik niet ga zal de Pleitbezorger niet bij
jullie komen, maar als Ik weg ben, zal Ik Hem naar jullie zenden. Wanneer Hij komt zal Hij de
wereld duidelijk maken wat zonde, gerechtigheid en oordeel is: zonde, omdat ze niet in Mij
9
geloven, gerechtigheid, dat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet meer zien, oordeel, dat de
heerser over deze wereld is veroordeeld.
In dit gedeelte over de Heilige Geest spreekt Jezus over de Geest in Zijn drievoudige rol als
juridische Specialist m.b.t. het koninkrijk van God op aarde; hier vervult de Heilige Geest de
drievoudige rol van aanklager, verdediger en rechter. Hij is letterlijk de hemelse Pleitbezorger
die op drie verschillende gebieden het juridische pleidooi van God de Vader in de hemel
vertegenwoordigt. De hier genoemde gebieden zijn zonde, gerechtigheid en oordeel, en in
deze volgorde is de Heilige Geest de Aanklager, de Verdediger en de Rechter. Daarmee
vervult de Heilige Geest een rol die door geen enkel mens op aarde vervuld kan worden, en
Zijn werk in deze drie gebieden is dan ook van bijzonder groot belang in de verspreiding van
het koninkrijk van God over de aarde d.m.v. de proclamatie van het evangelie. Het Griekse
woord voor overtuigen is elecho, dat 17 keer in het Nieuwe Testament voorkomt en dat de
betekenis heeft van bestraffen d.w.z. terechtwijzen (Matt.18:15, Luc.3:19, 1Tim.5:20,
Hebr.12:5, Openb.3:19), onthullen d.w.z. aan het licht brengen (Joh.3:20), ontmaskeren
(Efez.5:11+13), weerleggen (2Tim.4:2, Tit.1:9+13, 2:15) en overtuigen (Joh.8:46, Jac.2:9).
De hier gebruikte betekenissen worden in de NBG-vertaling van 1951 gebruikt.
A: de Heilige Geest overtuigt van zonde.
Bij het overtuigen van zonde is de Heilige Geest de Aanklager van de hemelse rechtbank
voor iedere ongelovige vanwege ongeloof in Degene die door de Vader naar de aarde is
gezonden om door Zijn dood aan het kruis verzoening en vergeving te bewerkstelligen voor
ieder die gelooft. Voor degenen die de boodschap van het evangelie hebben gehoord is er
geen excuus (Joh.15:22), en voor degenen die de demonstratie van Gods kracht hebben
gezien is er ook geen excuus (Joh.15:24). De eerste groep is schuldig vanwege het woord
over Jezus, en de tweede groep is schuldig vanwege de wonderen in de naam van Jezus.
B: de Heilige Geest overtuigt van gerechtigheid.
Bij het overtuigen van gerechtigheid is de Heilige Geest de Verdediger voor de hemelse
rechtbank ten behoeve van iedere gelovige vanwege vrijspraak op grond van de dood van
Jezus aan het kruis, Zijn opstanding en hemelvaart, en Zijn positie als Hogepriester in de
troon van de Vader. In deze rol is de Heilige Geest de hemelse Pleitbezorger namens Jezus
in het leven van elke gelovige, zodat wij elke aanklacht van de vijand kunnen bestrijden en
overwinnen door het bloed van het Lam, door ons getuigenis en door onze bereidheid ons
leven af te leggen voor de naam van Jezus (Openb.12:11).
C: de Heilige Geest overtuigt van oordeel.
Bij het overtuigen van oordeel is de Heilige Geest de Rechter van de hemelse rechtbank, die
het oordeel uitspreekt over de grote rebel van deze wereld - dat is de vorst van de duisternis
- en over ieder opstandig mens die hem volgt in zijn rebellie. Let wel dat het oordeel over de
heerser van deze wereld al uitgesproken is; hij is al veroordeeld, hoewel het vonnis van het
eeuwige oordeel pas in Openb.20:10 uitgevoerd wordt. Maar in Zijn werk voor het koninkrijk
van God behandelt de Heilige Geest de duivel als een reeds veroordeelde misdadiger, en de
Heilige Geest zal altijd en overal en in elke situatie de oorlog aangaan met het rijk van de
duisternis. De Heilige Geest hoeft geen enkele rekening te houden met de argumenten van
de vijand, want hij heeft als veroordeelde misdadiger geen enkel recht.
E6: De Heilige Geest spreekt altijd namens de Vader en de Zoon.
Joh.16:13-15 De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer Hij komt, de weg wijzen naar de
volle waarheid. Hij zal niet namens Zichzelf spreken, maar Hij zal zeggen wat Hij hoort en
jullie bekendmaken wat komen gaat. Door jullie bekend te maken wat Hij van Mij heeft, zal
Hij Mij eren. Alles wat van de Vader is, is van Mij; daarom heb Ik gezegd dat Hij alles wat Hij
jullie bekend zal maken, van Mij heeft.
De Heilige Geest is zowel de Geest van de Vader (Joh.14:26, 15:26) alsook de Geest van de
Zoon (Gal.4:6); de Geest van God is dezelfde als de Geest van Christus (Rom.8:9). En de
Heilige Geest doorzoekt altijd de diepten van God (1Kor.2:10) om de gedachten van de
Vader en de woorden van de Zoon te doorgronden om ze aan ons bekend te kunnen maken
(1Kor.2:12). Zodra de Vader Goddelijke mysteries overdenkt, brengt de Zoon deze mysteries
onder woorden, en ontvangt de Heilige Geest eeuwige rijkdommen uit de diepten van Gods
10
Vaderhart. Alles wat van de Vader is, is van de Zoon (16:15, 17:10), en dat wil de Heilige
Geest met ons delen; Hij spreekt niet namens Zichzelf maar namens de Vader en de Zoon.
Daarom hebben wij altijd een hemelse Leraar in ons binnenste wonen die altijd in staat is om
ons te onderwijzen in alle gebieden waar wij onderwijs verlangen, en op elk moment dat wij
dat nodig hebben.
1Joh.2:20+27 U echter bent gezalfd door de Heilige, u allen weten dat...... Wat uzelf betreft:
de zalving die u van Hem ontvangen hebt is blijvend, u hebt geen leraar nodig. Zijn zalving
leert u alles naar waarheid, zonder bedrog. Blijf daarom in Hem, zoals Zijn zalving u geleerd
heeft.
1Joh.4:13 Dat wij in Hem blijven en Hij in ons, weten we doordat Hij ons heeft laten delen in
Zijn Geest.
F: Johannes 15.
Aan het eind van Johannes 14 verlaat Jezus met Zijn leerlingen de bovenzaal in Jeruzalem
(Joh.14:31), nadat ze samen de afsluitende lofzang van het Pesachmaal hebben gezongen
(Matt.26:30), en gaan ze op weg naar de voet van de Olijfberg, waar de hof van Gethsemane
lag. Pas in Joh.18:1 komen ze in deze olijfgaard aan, wat betekent dat Jezus het onderwijs
van Joh.15-16 onderweg aan Zijn leerlingen gaf. Het onderwijs van Johannes 15 kunnen we
in drieën delen.
Joh.15:1-8 spreekt over vruchtdragen tot eer van God.
Joh.15:9-17 spreekt over Jezus’ liefde voor Zijn vrienden.
Joh.15:18-27 spreekt over de haat van de wereld.
F1: Vruchtdragen tot eer van God.
Joh.14:31-15:1 Maar zo zal de wereld weten dat Ik de Vader liefheb en doe wat de Vader Mij
heeft opgedragen...... Ik ben de ware wijnstok en Mijn Vader is de wijnbouwer.
De laatste woorden van Jezus in de bovenzaal waren een verklaring van Zijn liefde voor de
Vader en Zijn daaruit voortvloeiende gehoorzaamheid aan de opdracht van de Vader; in Zijn
eerste woorden van Jezus onderweg naar de hof van Gethsemane gebruikt Jezus het beeld
van een wijnstok over Zichzelf, terwijl Hij de Vader als wijnbouwer schildert. De wijnstok is in
het Oude Testament een beeld dat ook voor het volk Israël wordt gebruikt (Deut.8:8, Ps.80:9,
15-16, Hos.2:17, 10:1). De wijnstok is in de Bijbel een geestelijk symbool voor vruchtdragen
in een liefdevolle relatie met God; Jezus ziet Zichzelf als de ware wijnstok d.w.z. de wijnstok
die in waarheid vruchtdraagt zoals het volk Israël dat had moeten doen, maar daaraan niet is
toegekomen. Vanwege Zijn liefde voor de Vader is Jezus de ware wijnstok die wel vrucht zal
dragen in Zijn gehoorzaamheid aan de Vader.
Joh.15:5 Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken.
Jezus typeert onze relatie met Hem als de verbinding van wijnranken met de wijnstok; dit is
een relatie die gebaseerd is op intimiteit met vruchtbaarheid als het zichtbare resultaat. Het
hoofddoel van deze relatie is dat de grootheid van de Vader zichtbaar zal worden.
Joh.15:8 De grootheid van Mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vruchtdragen
en Mijn leerlingen zijn.
Wanneer Jezus als de ware wijnstok in ons leven op aarde in staat wordt gesteld om door
ons heen veel vrucht te dragen, is Zijn Goddelijke missie in ons leven volledig geslaagd. Ons
leven is het meest succesvol wanneer Jezus tot Zijn volle doel in ons leven kan komen, maar
wij mogen nooit vergeten dat wanneer wij als christen succesvol zijn, dat nooit te danken is
aan ons volgen van Jezus maar aan de kwaliteit van Zijn leiderschap in ons leven.
Joh.17:4 Ik heb aarde Uw grootheid getoond door het werk te volbrengen dat U Mij hebt
opgedragen.
F2: Groeien in vruchtdragen.
Joh.15:2-4 Iedere rank aan Mij die geen vrucht draagt snijdt de Vader weg, en iedere rank
die wel vrucht draagt snoeit Hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. Jullie zijn al rein door
alles wat Ik tegen jullie gezegd heb. Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie.
Onze vruchtbaarheid is aan de ene kant het resultaat van onze relatie met Jezus en aan de
11
andere kant het gevolg van het werk van de Vader in ons leven. Wanneer een mens géén
enkele vorm van vrucht draagt, is dat het bewijs dat hij blijkbaar geen enkele relatie met
Jezus heeft, waardoor het leven van Jezus niet door hem heen kan stromen, zodat hij geen
enkele vrucht kan dragen (vers 4). Wanneer iemand zichzelf beschouwt als voor eeuwig
gered maar geen enkele relatie met Jezus cultiveert, zal hij onvruchtbaar blijven en van
Jezus losgesneden worden (vers 2), en weggegooid worden in het vuur (vers 6). Maar zodra
de Vader ook maar de kleinst mogelijke vrucht in ons leven ziet groeien, is dat in ieder geval
het bewijs van een minimale relatie met Jezus; de Vader zal dan alles op alles zetten om ons
leven met Zijn snoeimes te bewerken om ons meer vruchten te laten dragen. In Joh.15:2-3
worden in het Grieks drie werkwoorden gebruikt die aan elkaar verwant zijn, en waardoor
duidelijk wordt hoe de Vader in ons leven te werk gaat.
Joh.15:2-3 Iedere rank aan Mij die geen vrucht draagt snijdt de Vader weg (airo), en iedere
rank die wel vrucht draagt snoeit Hij bij (kathairo), opdat hij meer vruchten draagt. Jullie zijn
al rein (katharizo) door alles wat Ik tegen jullie gezegd heb.
De Vader zal totaal onvruchtbare ranken wegnemen (airo), wat bijvoorbeeld ook ter sprake
komt in Matt.13:12 en 25:29, waar hetzelfde Griekse werkwoord wordt gebruikt. De Vader
snoeit ons met Zijn snoeimes (kathairo), maar in de volgende zin gebruikt Jezus een Grieks
werkwoord dat daar heel veel op lijkt (katharizo). M.a.w. Jezus zegt dat Zijn woorden tegen
Zijn leerlingen het snoeimes van de Vader zijn; er is sprake van drie verschillende aspecten.
1) Wij zijn rein (gesnoeid) door het woord van Jezus (vers 2-3).
2) Wij zijn levend door de relatie met Jezus (vers 4).
3) Wij zijn vruchtbaar door de liefde van Jezus (vers 5+9).
Als wijnstok is Jezus de Bron van onze vrucht, en wij zijn de zichtbare en tastbare expressie
van Zijn leven in ons. Jezus Zelf is in ons (vers 4a), Zijn woord is in ons (vers 7), Zijn liefde
is in ons (vers 9); dit is de enige oorzaak van onze vruchtbaarheid waarmee de Vader wordt
groot gemaakt (vers 8). Er wordt gesproken over wel vruchtdragen (15:2), daarna over meer
vruchtdragen (15:2), vervolgens over veel vruchtdragen (15:5+8), en tenslotte over blijvend
vruchtdragen (15:16). Vruchtdragen is een groeiproces, en om die reden spreekt Jezus in de
gelijkenis van de zaaier over deels dertigvoudig, deels zestigvoudig en deels honderdvoudig
vruchtdragen (Matt.13:23).
F3: De liefde van Jezus voor Zijn vrienden.
Joh.15:9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader Mij heeft liefgehad. Blijf in Mijn liefde.
Dit is een van de meest onvoorstelbare uitspraken in het woord van God, want wanneer wij
begrijpen hoeveel de Vader van Zijn eeuwige Zoon houdt, zullen wij perplex staan over deze
uitspraak van Jezus. Ons leven zal nooit meer hetzelfde zijn wanneer de intense waarheid
van deze uitspraak tot in de diepten van ons hart neerdaalt; ons leven zal totaal veranderen
door de waarheid van dit woord. God de Zoon houdt net zoveel van ons als God de Vader
van God de Zoon houdt. De liefde van God de Vader voor Zijn Zoon Jezus is de eeuwige
maatstaf voor de liefde van God voor Zijn eigen kinderen. Want niet alleen de Zoon heeft ons
lief zoals de Vader Hem liefheeft, maar ook de Vader heeft ons lief zoals Hij Zijn eigen Zoon
liefheeft; de Vader koestert net zoveel liefde voor ons als voor Jezus!!!
Joh.17:23b ...... en dat U hen liefhad zoals U Mij liefhad.
1) De liefde van de Vader voor Zijn Zoon is de maatstaf van Zijn liefde voor ons.
2) Jezus koestert dezelfde liefde voor ons als de Vader voor Zijn Zoon.
3) Wij worden opgeroepen om dezelfde mate van liefde voor elkaar te hebben.
Joh.15:12-13 Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad. Er is geen
grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden.
Vanwege deze opdracht geeft Jezus ons het dringende advies om in Zijn liefde te blijven, dat
wil zeggen dat wij nóóit moeten vertrouwen op onze zwakke liefde voor Hem, maar altijd op
Zijn grote liefde voor ons, die oneindig sterk is en al onze kennis te boven gaat (Efez.3:19).
En hoe blijven wij in Zijn liefde?
Joh.15:10 Je blijft in Mijn liefde als je je aan Mijn geboden houdt, zoals Ik Me ook aan de
geboden van Mijn Vader gehouden heb en in Zijn liefde blijf.
Wanneer wij Zijn liefde vertrouwen, zal onze gehoorzaamheid geworteld zijn in geloof en niet
12
in verplichting; onze gehoorzaamheid zal gevoed worden door de energie van Gods liefde
(Gal.5:6b) en verlicht worden door de openbaring van Goddelijke principes (Joh.14:21+23).
F4: Jezus en Zijn vrienden.
Joh.15:14-15 Jullie zijn Mijn vrienden wanneer je doet wat Ik zeg. Ik noem jullie geen slaven
meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem Ik jullie, omdat Ik alles
wat Ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb.
1) Volgens vers 14 zijn wij vrienden van Jezus op grond van onze gehoorzaamheid aan Zijn
woorden; dat heeft te maken met wat wij doen in geloof, zoals Abraham gehoorzaam was in
zijn geloof (Jac.2:21-22).
2) Volgens vers 15 heten wij vrienden van Jezus op grond van de openbaring van de Vader
die Jezus aan ons geeft; dat heeft te maken met wat Jezus doet en spreekt. Zo werd ook
Abraham een vriend van God genoemd (Jac.2:23).
Onze vriendschap met Jezus is niet het gevolg van onze eigen keuze voor Hem, maar het
gevolg van Zijn keuze voor ons; Hij heeft ons uitgekozen en ons opgedragen om op weg te
gaan en blijvende vrucht te dragen. Wat wij dan aan de Vader in de naam van Jezus zullen
vragen, zal Hij ons geven (Joh.15:16). Jezus sluit Zijn betoog over Zijn liefde voor ons en
onze vriendschap met Hem af met de herhaalde opdracht om elkaar lief te blijven hebben
(Joh.15:17). En waarom zegt Hij dit alles tegen ons?
Joh.15:11 Dit zeg Ik tegen jullie om je Mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen
zijn.
F5: De haat van de wereld.
Joh.15:18+20b Wanneer de wereld je haat, bedenk dan dat ze Mij eerder haatte dan
jullie...... Ze hebben Mij vervolgd, dus zullen ze ook jullie vervolgen.
Vlak voordat Jezus gearresteerd werd om vervolgens veroordeeld, bespot, geslagen en
gekruisigd te worden, waarschuwde Hij ons dat de wereld ons haat, omdat Hij ons uit de
wereld weggeroepen heeft (15:19b). In de eindtijd zal deze haat wereldwijde proporties
aannemen, en zullen wij door alle volken gehaat worden omwille van de naam van Jezus
(Matt.24:9). De oorzaak van deze wereldwijde haat is dat de mensen de Vader niet kennen
(15:21), want wie Jezus haat, haat ook de Vader (15:23). Mensen haten de Vader en de
Zoon omdat ze God niet kennen, maar ze haten Hem zonder reden (15:25); er is geen enkel
excuus voor haat tegen de Vader, tegen de Zoon en tegen de volgelingen van Jezus. De
werkelijke reden is dat ze de liefde van de waarheid niet aanvaarden (2Tess.2:10b). In
hoofdstuk 16 werkt Jezus dit thema nog verder uit.
G: Johannes 16.
In Joh.16:2-3, 20-21, 33 spreekt Jezus over deze toenemende haat van de wereld, maar in
dit laatste hoofdstuk voorafgaand aan het Hogepriesterlijke gebed sluit Jezus Zijn onderwijs
af met de belofte dat Hij na Zijn hemelvaart weer zal terugkeren, zodat wij blij zullen zijn en
niemand onze vreugde meer van ons kan afnemen (16:22). Maar wij mogen nu al deze
vreugde proeven in de verhoring van onze gebeden (16:24). Jezus heeft dit alles tegen ons
gezegd, opdat wij vrede zullen vinden bij Hem en de moed niet zullen verliezen, wanneer wij
het zwaar te verduren hebben in de wereld (16:33). Al het onderwijs van Jezus in Joh.13-16
werd door Hem afgesloten met wat wij kennen als het Hogepriesterlijke gebed; dit document
is slechts een overzicht van deze vier hoofdstukken als voorbereiding voor mijn studie op het
Hogepriesterlijke gebed.
Joh.17:1 Zo sprak Hij. Daarna sloeg Jezus Zijn ogen op naar de hemel en zei:
V.v.d.B. 
13
Download