Gewasbescherming licentie 1

advertisement
De opdrachten 1 tot en met 9 moeten voor de toetsdatum ingeleverd zijn bij de leraar (HEL)
Lesblok 1:
Onkruiden
Opdracht 1: Achtergrondkennis onkruiden
Onkruidbestrijding
Lesblok 2:
Ziekten en plagen
Opdracht 2: Ziekten en plagen uit de sector
Lesblok 3:
Bestrijdingsmethoden
Opdracht 3: Biologische en mechanische bestrijding.
Werken met naslagwerken
Te bestuderen tekst: handleiding DLV Akkerbouw en Veehouderij
Opdracht 4: Werken met naslagwerken
Lesblok 4:
Etiket lezen
Opdracht 5: etiket lezen
Opdracht 6: etiket informatie internet.
Lesblok 5:
Milieu en gewasbescherming
Opdracht 7: Milieumeetlat bestrijdingsmiddelen
Opdracht 8: Lozingenbesluit
Arbo en veiligheid
Opdracht 9: arbeidsveiligheid.
De uiterste inleverdatum voor de opdrachten is vóór de toetsdatum
Lesblok 6:
afsluitende theorietoets,
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
1
Opdracht 1: achtergrondkennis onkruiden
Oriëntatie:
Volgens het etiket van Starane werkt het middel tegen “ een jarige en overblijvende dicotyle
onkruiden”. Als je gaat timmeren, moet je weten wat een handzaag is, een decoupeerzaag,
een knijptang en een hamer. Je moet de termen kennen, of het jargon zo als men ook wel
zegt, die bij het vak hoort. In de gewasbescherming moet je ook termen kennen die bij het
vak horen, anders kun je etiketten niet goed lezen of een handleiding begrijpen.
Doel:
Als je de volgende opdracht hebt gemaakt ken je een aantal begrippen die vaak gebruikt
worden als het gaat om de indeling van onkruiden en aangeven van een aantal
eigenschappen.
Uitvoering:
Geef aan wat bedoeld wordt met de volgende termen:
-
breedbladig onkruid
-
monocotyl onkruid
-
eenzaadlobbig onkruid
-
dicotyl onkruid
-
jaarrondkiemer
-
overblijvend onkruid
-
wortelonkruid
-
tweejarig onkruid
-
eenjarig onkruid
In de onderstaande tabel staan een aantal onkruiden. Geef met kruisjes aan welke eigenschappen op een
bepaald onkruid van toepassing zijn. Let op: je moet bij elk onkruid twee kruisjes zetten. As je er niet uitkomt,
kun aanvullende informatie zoeken in naslagwerken of op internet.
Naam onkruid
Eenzaadlobbig tweezaadlobbig
Wortelonkruid/
Overblijvend
onkruid
zaadonkruid
Muur
Kweek
Haagwinde
Paarse dovenetel
Grote brandnetel
Straatgras
Hanenpoot
Zevenblad
Melganzenvoet
Zwarte nachtschade
Herderstasje
Groene naaldaar.
Afsluiting: Doe de uitgewerkte opdrachten in je map ter beoordeling.
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
2
Opdracht 2:
ziekten en plagen uit de sector.
Oriëntatie:
Voordat je een bestrijdingmethode kunt kiezen of de bestrijdingsnoodzaak kunt vaststellen,
moet je natuurlijk weten met welke ziekte of met welke plaag je te maken hebt. Kennis van
ziekten en plagen is onontbeerlijk!
Doel:
Als je de opdracht hebt gemaakt, ken je de belangrijkste ziektes en plagen uit de sector.
Uitvoering:
1
Vul per ziekte/plaag een kaart in naar onderstaand voorbeeld.
Van de meeste ziekten en plagen kun je afbeeldingen vinden op groenkennisnet en op KISS
Naam
Gewas
Verschijnselen
Meeldauw
Roos
Wit schimmelpluis op blad
Aard van de schade
Veroorzaker
Verlies bladgroen, assimilatieoppervlakte
Schimmel
Niet chemische bestrijding
Chemische bestrijding
Kiezen voor resistente rassen
Zie handleiding gewasbescherming.
2
Probeer van zoveel mogelijk ziektes/plagen een afbeelding toe te voegen aan je kaart.
Zoeken via www.google.nl , kies voor afbeeldingen of op www.groenkennisnet.nl.
Naam
Verschijnselen
Aard van de schade
Veroorzaker
Niet chemische bestrijding
Chemische bestrijding
engerlingen.
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
3
Veehouderij/Loonwerk

















Emelt
Ritnaald
Engerling
Fritvlieg
Rouwvlieg
Builenbrand in maïs
Kroonroest in grasland
Fusarium of stengelrot
Boriumgebrek in maïs
Magnesiumgebrek in maïs.
Mollen
Knaagdieren zoals muizen en ratten
Bladluis
Giftige onkruiden zoals
Paardenstaart en Jacobskruiskruid
Eikenprocessierups
Aardrups
Fosfaatgebrek in maïs
Afsluiting: doe de uitgewerkte kaarten ziekte/plagen in een map en laat het beoordelen door je docent
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
4
Opdracht 3:
biologische en mechanische bestrijding
Oriëntatie:
In het verleden werd bijna elke ziekte of plaag op een bedrijf met chemische middelen
bestreden. De laatste jaren richt het beleid zich steeds meer op preventie en op andere
manieren van bestrijden. Ook in het openbaar groen wordt zo weinig mogelijk gebruik
gemaakt van bestrijdingsmiddelen en probeert men problemen op een andere manier op te
lossen.
Doel:
Na het maken van deze opdracht kun je aangeven wat er op het bedrijf het laatste jaar aan
onkruidbestrijding is uitgevoerd.
Uitvoering:
Informeer op het bedrijf naar het volgende:
1
A
B
Welke maatregelen kan een veehouder nemen om onkruidontwikkeling te voorkomen in:
maïs
grasland
Let op: je moet een zo volledig mogelijk overzicht geven van alle maatregelen!
2
Is er op het bedrijf het afgelopen jaar een mechanische onkruidbestrijding uitgevoerd?
Vul het volgende in, indien van toepassing;
- gewas
- stadium van het gewas bij uitvoeren
- soortmachine
- capaciteit in ha uur
- bevindingen
3
Is er op het bedrijf het afgelopen seizoen een chemische bestrijding uitgevoerd?
Vul het volgende in indien van toepassing:
- gewas
- stadium
- gebruikt(e) middel(en)
- resultaat
4
Noteer een aantal voordelen en een aantal nadelen van het inzetten van chemische en het
inzetten van mechanische bestrijding van onkruiden.
Chemische bestrijding
Voordelen:
Mechanische bestrijding
Voordelen:
Nadelen:
Nadelen:
4
Het bedrijf Koppert heeft voor de glastuinbouw een groot aantal middelen ontwikkeld
voor biologische bestrijding van een groot aantal ziekten en plagen. Ga naar de site
van Koppert: www.koppert.nl en zoek van tenminste vijf schadelijke organismen op,
hoe je ze biologisch kunt bestrijden. Zet je gegevens in een tabel:
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
5
Naam ziekteverwekker
schadebeeld
Biologisch middel
(Tenminste één noemen)
5
Afsluiting:
Zoek op internet een viertal werktuigen, die in jouw sector ingezet kunnen worden
voor mechanische onkruidbestrijding. Zoek afbeeldingen van de werktuigen en
neem ze op in je verslag. Leg uit hoe deze werktuigen kunnen worden ingezet en
hoe ze werken dus volvelds of tussen de rijen.
Doe het materiaal in je map en laat het desgevraagd controleren door je docent.
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
6
Opdracht 4:
Werken met naslagwerken.
Oriëntatie:
Jaarlijks wordt er een handleiding uitgegeven waarin informatie over het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen.
De volgende opdracht moet u Ieren "wegwijs" te worden in deze handleiding.
Doelstelling:
Na deze opdracht kunt u opzoeken welke middelen voor een bepaalde ziekte of plaag ingezet worden, de
prijzen van de middelen, beperkingen in waterwingebieden etc.
1. Kijk naar de index van het boekje en beantwoord de volgende vragen:
Conclusie:
-
Informatie over prijzen en merken kan men vinden op blz. ..
-
Resistentie op blz. ...
-
Veilig werken met middelen op blz. ...
-
Spuitdoppen blz. ...
-
Het middelengebruik in waterwingebieden blz. ...
-
Onkruidbestrijding grasland op blz. ...
-
Bestrijding van ritnaalden in maïs op blz. ...
-
Schimmelziektes in granen op blz. ...
Als je snel wilt weten waar bepaalde informatie te vinden is, gebruik dan
de index van het boekje.
2. Zoek van de genoemde middelen de prijzen en de werkzame stoffen op:
Naam middel
Werkzame stof(fen)
Prijs per kg/I
Middel*
Round Up
H
Starane
H
Mikado
H
Amistar
F
Gaucho
I
Decis
I
3. Vul de volgende tabel in.
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
7
(Als er meerdere middelen mogelijk zijn; kies er dan een.)
Doel bestrijding
middel
dosering Prijs per l
Totale kosten per
ha
Rouwvlieg grasland
Doodspuiten grasland
Bestrijding muur
Bestrijding
ridderzuring
Bestrijding haagwinde
maïs
Afsluiting:
laat het materiaal door je docent beoordelen.
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
8
Opdracht 5:
etiket lezen
Oriëntatie:
Doel :
Als je de volgende opdracht hebt gemaakt, kun je een etiket lezen en weet je waar je
belangrijke informatie op het etiket kunt vinden.
Uitvoering:
Maak een tabel naar onderstaand voorbeeld. Vul voor tenminste twee
gewasbeschermingmiddelen de tabel in.
De gegevens vind je op www.ctb-wageningen.nl
Naam middel
Actieve of werkzame stof
Toelatingsnummer (N-nummer)
Wijzigingsnummer (W-nummer)
Veiligheidspictogrammen
Doodshoofd/ andreaskruis/ overig
Gewassen waarin toegelaten
(alleen gewassen uit jouw sector)
Toegelaten voor de bestrijding van:
Veiligheidstermijn
STORL aanwijzing
Veiligheidsaanbeveling
Gebruiksaanwijzing
(water per ha, stadium gewas etc)
Beantwoord daarna de volgende vragen:
Afsluiting:
1
Bepaalde aanwijzingen staan onder wettelijk gebruiksvoorschrift en andere
aanwijzingen staan onder gebruiksaanwijzing of aanwijzingen voor het gebruik
waarom wordt dit onderscheid gemaakt?
2
Welke aanwijzingen op een etiket kunnen onder wettelijk gebruiksvoorschrift staan?
3
Bij sommige toepassingen moet men rekening houden met een veiligheidstermijn of
met een betredingstermijn (groen). Wat is de bedoeling van deze termijnen?
4
Wat moet je doen met lege verpakkingen van bestrijdingsmiddelen?
5
Waarom hebben alle middelen, die in ons land zijn toegelaten een N nummer?
6
Wat geeft het W nummer op een etiket aan?
Laat de uitgewerkte opdrachten door je docent beoordelen.
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
9
Opdracht 6:
Etiket informatie internet.
Oriëntatie:
Het wettelijk gebruiksvoorschrift en de gebruiksaanwijzing geven belangrijke informatie over
hoe je een middel moet en mag toepassen. Deze informatie is altijd op internet terug te
vinden.
Als je het etiket van een middel niet voorhanden hebt, kun je dus tocht nog de nodige
informatie opzoeken!
Doel:
Als je de volgende opdracht hebt gemaakt, kun je van middelen het “wettelijk
gebruiksvoorschrift” en de “gebruiksaanwijzing “ opzoeken. (W.A./G.A.)
Uitvoering:
Op de internet site van het College Toelating Bestrijdingsmiddelen (C.T.B.) kun je per middel
alle documenten vinden, die een rol hebben gespeeld bij de toelating van het middel.
Ga naar de site www.ctb-wageningen.nl
Kies voor bestrijdingsmiddelendatabank. Je komt op een startscherm waar je de naam van
het middel of de werkzame stof kunt invullen.
Je kunt daar bijvoorbeeld de merknaam Roundup of de actieve stof “glyfosaat” invullen.
Je krijgt dan alle middelen met de actieve stof of alle Roundup formuleringen.
Bij deze opdracht moet je steeds de tekst van het laats vermelde W.G/G.A. raadplegen, hier
staat de informatie, die de toelatingshouder van het middel op het etiket moet zetten.
Zoek van de middelen, die voor jouw sector staan genoemd, tegen welke onkruiden, ziekten
en plagen je de middelen mag inzetten en de dosering.
Vul elke keer het volgende schema in voor de genoemde middelen:
Naam middel
Werkzame stof en concentratie
Toegepast tegen
Dosering in l/ha of concentratie
Formulering
Hier soort onkruiden vermelden, bijvoorbeeld
eenzaadlobbige zaadonkruiden .
Vloeistof, poeder, granulaat etc.
Veehouderij/Loonwerk:
-
Mikado
Callisto
Starane
mcpa
mecoprop p
Frontier Optima
Roundup
Maïs Ter
Let op: de merknaam wordt met een HOOFDLETTER geschreven, de actieve stof met een kleine
letter. Zorg dat je het op de juiste plaats invult, anders werkt je zoekfunctie niet !!
Afsluiting:
Doe de uitgewerkte schema’s in een map en laat het beoordelen door je docent
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
10
Opdracht 7:
Milieumeetlat bestrijdingsmiddelen
Oriëntatie:
Ongeveer 25 % van de middelen, die we verspuiten komt op plaatsen terecht buiten het
perceel waar de middelen worden toegepast. Het ene middel is schadelijker dan het ander.
Met de milieumeetlat kun je middelen met elkaar vergelijken. Als middelen gelijkwaardig zijn,
is het verstandig de milieubelasting van een middel mee te laten wegen bij de keuze van een
middel.
Doel:
Als je de opdracht hebt gemaakt, weet je op welke manier een middel het milieu kan
belasten en kun je met behulp van de milieumeetlat de milieubelasting van een middel
opzoeken.
Uitvoering:
Op de site van het centrum voor landbouw en milieu kun je informatie vinden over de
milieubelasting van middelen. Het adres van de site:
www.clm.nl kies dan voor “thema’s”, “teelt en gewasbescherming”, “projecten”,
“milieumeetlat”, en dan voor “ga naar de site”. Kies dan voor “milieumeetlat open teelten”.
Je kun hier middelen inbrengen, grondsoort (als je twijfelt neem dan 3 tot 6 %), tijd van het
jaar, voorjaar of najaar en het driftpercentage (meestal 1 %). Nadat je middelen hebt
ingebracht klik je op “bereken”. Je krijgt dan de milieubelasting van de ingebrachte middelen
te zien.
a
Lees eerst de toelichting bij de milieumeetlat voor open teelten. Beantwoord daarna de
volgende vragen:
1
Welke effecten van het middel op het milieu worden in de meetlat beoordeeld?
2
Wat zijn de normen, waarbij het effect nog net binden de wettelijke grenzen valt?
3
Wat is de invloed van het organische stof gehalte op de uitspoeling van middelen?
4
Wat is de invloed van de tijd van het jaar van de toepassing van een middel op de
uitspoeling?
5
Welk driftpercentage moet je bij een standaardbespuiting met een veldspuit
invullen?
6
Welk driftpercentage moet je invullen:
- bij het strooien van granulaat
- bij het spuiten van laanboom spillen
- bij vliegtuigspuiten
- fruitteelt voordat de bomen in blad staan.
Ga nu verder naar de milieumeetlat open teelten.
Zoek op wat de milieubelasting is van de volgende middelen:
Ga steeds uit van 1 % drift en een organische stof percentage van 3 tot 6 % en een drift van
1%.
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
11
Veehouderij/Loonwerk
-
1 l Mikado + 0.7 l Frontier Optima + 1 l Milagro
1 l Starane en 2 l mcpa tegen onkruid in grasland.
0.3 l Decis (deltamethrin) in grasland tegen rouwvlieg
Als je een combinatie van middelen gebruikt moet je de belasting van de verschillende
middelen bij elkaar optellen!!
Geef je oordeel over de verschillende middelen of combinaties van middelen, dus welke
middelen of combinaties zijn het mest belastend voor uitspoeling etc. geef ook aan welke
middelen de norm overschrijden.
Afsluiting:
Doe de uitgewerkte schema’s in een map en laat het beoordelen door je docent
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
12
Opdracht 8:
Lozingenbesluit
Oriëntatie:
Bepaalde stoffen zijn zo giftig, dat kleine beetjes in het oppervlaktewater het hele leven in
een sloot op zijn kop kunnen zetten. Sinds enkele jaren is het lozingenbesluit van kracht.
Hierin staan de regels opgenomen, die er voor moeten zorgen, dat het toepassen van
gewasbeschermingsmiddelen geen nadelige invloed heeft op het leven in het
oppervlaktewater.
Doel:
Als je de volgende opdracht hebt gemaakt, ken je de belangrijkste regels uit het
lozingenbesluit .
Uitvoering:
Bestudeer de site www.gewasbescherming.nl zoek naar lozingenbesluit.
Voor welke teelten is het lozingenbesluit van toepassing?
- Een aantal regels uit het lozingenbesluit heeft betrekking op de toepassing van
bestrijdingsmiddelen en een aantal regels heeft op andere zaken betrekking. Noteer de
punten uit het lozingenbesluit, die geen betrekking hebben op de toepassing van
gewasbeschermingsmiddelen.
- Noteer welke spuitvrije en teeltvrije zones gehanteerd worden voor:
- Maïs
- Grasland
- Aardappelen
- Suikerbieten
- Groentegewassen
- Wanneer moet je als boer of loonwerker wel rekening houden met de regels uit het
lozingenbesluit en wanneer niet?
- Schrijf op aan welke regels je moet houden volgens het lozingenbesluit. Let op de
volgende punten:
- hoogte van de spuitboom boven gewas of boven de grond.
- windsnelheid waarbij je nog langs bij een sloot mag spuiten.
- Soort doppen dat je moet gebruiken:
- Binnen 14 m van de watervoerende sloot
- Laatste dop van de spuitboom aan de slootkant.
Afsluiting:
Verwerk de vragen tot een logisch verslag waarin alle antwoorden zijn verwerkt. Doe het in
je map met gemaakte opdrachten.
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
13
Opdracht 9:
Arbeidsveiligheid
Oriëntatie:
Als je jong bent, ben je daar misschien nog niet zo mee bezig: iemand, die in de land of
tuinbouw werkt moet ook gezond oud kunnen worden. Je moet dus ten alle tijden zorgen, dat
je jezelf beschermt tegen ongezonde invloeden van buitenaf. Het is de plicht van de
werkgever om beschermende kleding ter beschikking te stellen als het gaat om het
toepassen van bestrijdingsmiddelen. De werknemer is verplicht deze kleding te dragen! In de
volgende opdracht leer je welke kleding minimaal in een bepaalde situatie gedragen moet
worden.
Doel:
Na het maken van de volgende opdracht, kun je aangeven welke beschermende kleding je
bij een bepaalde toepassing van bestrijdingsmiddelen moet dragen.
Uitvoering:
Ga naar de site van de kerngroep meerjarenplan gewasbescherming,
www.gewasbescherming.nl
Kies voor het onderwerp “arbeidsveiligheid” en daarna voor “open teelten.”
Zoek uit welke beschermende kleding je in de volgende gevallen minimaal moet dragen voor
een goede bescherming:
Opmerking: als je klikt op een bepaald onderdeel van de beschermende kleding, dan krijg je
achtergrond informatie over die kleding
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
14
Pictogram op
etiket
doodshoofd
Werkzaamheden
bijtend
Klaar maken spuitvloeistof
schadelijk
Schoonmaken rugspuit
Kleding
(soort masker, overall etc)
Spuiten op tractor zonder cabine
Beantwoord daarna de volgende vragen:
1
Hoe kunnen bestrijdingsmiddelen het lichaam binnen dringen?
2
Welke wijze van binnen dringen wordt in de praktijk vaak onderschat of over het hoofd gezien?
3
Aan welke eisen moet een goede spuitoverall voldoen?
4
Een middel heeft een LD-50 waarde van 12, een ander middel heeft een LD 50 waarde van 500.
Welk middel is het meest giftig? Kun je uitleggen waarom?
5
Waarom moet je iemand met vergiftigingsverschijnselen geen melk laten drinken?
6
Bij vergiftiging wordt onderscheid gemaakt tussen acute verschijnselen en chronische
verschijnselen. Geef van elk twee voorbeelden van mogelijke verschijnselen.
Afsluiting: Doe de uitgewerkte opdracht in je map ter beoordeling van je docent.
Uitvoeren gewasbescherming 2007-2008
15
Download