5: joods existentialisme: Lévinas ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ belangrijke factoren die de filosofie en het mensbeeld in de 20e eeuw sterk hebben beïnvloed: - ongekende vlucht van wetenschap en technologie - 2 vernietigende wereldoorlogen en de holocaust - (de)kolonisatie kritiek op het westerse denken: - de westerse filosofie is niet nieuwsgierig, maar vooringenomen - als zij een vraag stelt geeft ze zelf al het antwoord - de metafysica legt "de ander" / "het andere" haar eigen woorden in de mond en luistert niet - ze heeft voortdurend vragen over het onbekende (de werkelijkheid, het Zijn, de ander), maar ze laat de werkelijkheid of het Zijn zelf nooit aan het woord, of in ieder geval niet uitspreken, waardoor het altijd hetzelfde is en blijft: namelijk de Waarheid als een gesloten systeem dergelijke kritiek komt van Popper, Heidegger, Adorno, Lévinas, en de post-modernen / post-structuralisten Popper's kritiek op gesloten systemen was dat ze zichzelf alleen maar bevestigen, en geen mogelijkheden open laten voor falsificatie, en dus leermomenten dit geldt voor wetenschappelijke theorieën maar ook voor metafysische ideologieën (Plato, Hegel, Marx) het identiteits-denken is totalitair, omdat het het andere (niet-zelfde) incorpereert in het zelfde/eigene/begrip het identificerende denken laat het andere niet anders-zijn, maar eigent het toe, neemt er bezit van zo worden subject en object eenduidige eenheden die kunnen worden begrepen en beheerst dit identiteits-denken is zwart-wit: er is geen plaats voor het andere, pluriformiteit, ambiguïteit, onbeslisbaarheid wetenschappelijke onderwerping van de wereld en zelf-beheersing van het IK is kenmerk van dit denken door het geforceerd zoeken naar waarheid en absolute kennis heeft de filosofie het denken gebruikt als dwangbuis om de werkelijkheid in te vangen, en daarmee de waarheid juist verkracht en onderdrukt ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Hegel (1770-1831) pretendeerde de voorgaande filosofie tot één omvattende synthese gebracht te hebben hij introduceerde het concept van "de ander", maar zag het als anti-these die tot vervreemding leidt, en opgelost (aufgeheben) moet worden in de synthese meester-slaaf-dialectiek: - ontwikkeling van kind tot volwassense? - ontwikkeling van primitieve samenleving (state of nature) tot republiek? het subject (IK) wil zijn omgeving (incl. zijn lichaam) beheersen 2 bewustzijnen (IK-ken) ontmoeten elkaar, en ervaren de ander als bedreiging van de eigen autonomie elk van de twee kan de ander negeren... of in de ban raken van de ander als zijnde hetzelfde maar dan niet IK ze kiezen voor het 2e: en daarmee hebben ze zichzelf verloren, zijn ze van zichzelf vervreemd geraakt ze zien de ander niet als anders, maar als een zelfde IK buiten zichzelf (geen reflexie, geen respect) zijn macht kan ingeperkt worden; zijn zelf-verzekerdheid en waarheid zijn aan diggelen de enige manier om dit teniet te doen is te strijden voor overheersing ze confronteren elkaar en willen de ander controleren, hun wil opleggen 1 de één heeft meer angst voor de dood dan de ander: leidt tot onderwerping de oplossing is dat de één zich overlevert aan de ander: meester - slaaf meester = autoriteit zonder verantwoordelijkheid slaaf = verantwoordelijkheid zonder autoriteit wederzijdse erkenning van de meester-slaaf-relatie leidt tot hun beider zelfbewustzijn als meester & slaaf maar deze wederzijdse erkenning is niet duurzaam: de slaaf erkent de meester vanwege de angst (om te sterven), de meester is baas bij de gratie van erkenning door de slaaf daarbij bewerkt de slaaf de natuur tot producten voor de meester, wat de meester afhankelijk maakt van de slaaf de slaaf ziet dat hij niet vervreemd is van zijn arbeid en wordt zelfbewust, terwijl de meester in gaat zien dat hij afhankelijk (slaaf) is van de slaaf = contradictie (vooral dit laatste zien we terug bij Marx) oplossing contradictie: wanneer slaaf & meester erkennen dat ze van elkaar afhankelijk zijn daarin ligt de vrijheid van beiden besloten: uitbannen van asymmetrische machtsverhoudingen pas wanneer autoriteit & verantwoordelijkheid samengaan is er zelfbewustzijn & autonomie geschiedenis = drama van identiteit en niet-identiteit en de drang naar verzoening ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Martin Heidegger (1889-1976) wilde een alternatieve metafysica aandragen een andere ontologie, waarin de vraag naar het zijn op een andere manier wordt benaderd Was ist Metaphysik? (1929) is een breuk (Kehre) met Sein und Zeit (1927) Heidegger ziet het westerse "ding-denken" (voor-handen-zijn) als grondslag voor het maakbaarheids-denken (ter-hande-zijn) en dus voor de technologie hij hekelt dit "technisches Zeitalter" als een gecultiveerde Wille zur Macht (Nietzsche) en als een bedreiging voor natuur en cultuur in de moderne cultuur staan eenduidigheid, helderheid, activiteit, en beheersing voorop vgl. Wittgenstein I: "de werkelijkheid is de totaliteit van alle feiten" maar het wezen (werkwoord) van de waarheid is de vrijheid, niet beheersing de vrijheid van het laten zijn van een 'zijnde' (het andere), waardoor iets 'is' (werkwoord) het Zijn gaat vooraf aan het ding, aan onze eis van eenduidigheid, helderheid, en beheersing wat wij nodig hebben om dit zijn te verstaan (verstehen) is een houding van Gelassenheit Gelassenheit = het in alle rust over je heen laten komen van de waarheid het concrete gebeuren (werkwoord) is "het geschieden van de waarheid" dit geschieden is gebonden aan een gemeenschap: het volk (cultuur, traditie) is de drager van de oorspronkelijke waarheid dit is ver verwijderd van Sartre's existentialisme! Geschichtlichkeit des Daseins (historiciteit v/h bestaan) = pleidooi voor dialoog met traditie interview in Der Spiegel (1976): "Nur ein Gott kann uns retten" ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Meister Eckhart (1260-1327) intellect en verstand zijn geen instrument om tot het ervaren van God te komen er kan niet gesproken worden over het “zijn” van God: "hij is een zijn en niet-zijn, dat uitstijgt boven het zijn" [...] "de Afgrond van het Niets, het verborgen duister dat onbekend is en nooit bekend zal worden" 2 de hoogste kennis is niet meer dan een benadering, en uiteindelijk niet helemaal juist en waar indien je God op een goddelijke manier wilt kennen, dan moet je kennis een puur niet-kennen zijn "Boven het verstand, dat zoekt, is nog een ander verstand, dat niet meer zoekt" loslaten van alle gedachten, beelden en kennis, loslaten van de denk- en doe-structuren, loslaten van je zelf Gelassenheit, berusting: "de gelaten mens is zoon van God" zelfontlediging = ruimte voor God maken in de ziel om Hem geboren te laten worden, in het “niet-kennende kennen” wordt de kennis van God een gebeuren van het moment een ervaring waarin God zich openbaart, om daarna weer te vervagen alleen daardoor kan het een-worden zich steeds weer opnieuw voltrekken, waardoor het weer gekend wordt m.a.w: God bestaat slecht als gebeurtenis in de ziel, zoals een tekst pas bestaat wanneer hij gelezen wordt ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Emmanuel Lévinas (1906-1995): de Ander / het Andere centraal Net als Heidegger en Sartre is ook Lévinas beïnvloed door Husserl deze vindt hij echter (net als Heidegger) te beschouwend, te cartesiaans, teveel nadruk op het subject van Heidegger hekelt hij de ontologie, de benadrukking van het zijn en met Sartre heeft Lévinas al helemaal weinig gemeen, hij zou het egologie noemen Lévinas denken is een combinatie van Griekse filosofie & joods geloof - Odysseus: gaat "abroad" om te strijden in een oorlog "for a just cause" en komt weer thuis - diaspora: veel omzwervingen, maar geen thuiskomst (vgl. ook de klaagmuur) westerse filosofie is steeds uit op om dat wat anders is te reduceren tot iets beheersbaars: het Anders-zijn is een bedreiging en wordt zo vlug mogelijk ingelijfd (Hegel's dialectiek) het westerse denken is totaliserend: het plaatst het andere binnen het kader van het eigene westerse denken is bevestigend - gesloten systeem (Plato, Hegel, Marx, positivisme) zoals in een cliché hollywood-film: alles voldoet aan het plaatje (en er is een happy-end) volgens feministische filosofen: typisch mannelijk - psychologen zouden zeggen: autistisch westers denken ziet de betekenis van iets in een geheel, waarbinnen het zijn plek heeft in het geval van de wetenschap is dat geheel de theorie, waarbinnen feiten hun plek hebben bij kunst wordt vaak naar een symboliek of de bedoeling van de maken verwezen bij bijv. Heidegger is het geheel de context van het zijn waarbinnen de dingen hun betekenis krijgen ontologie = waar het subject onderworpen wordt aan het allesomvattende Zijn Plato, Thomas van Aquino, Spinoza, Hegel, Marx, Heidegger egologie = het denken dat het subject als centrale instantie beschouwt - reductie van het particuliere (specifieke) tot het algemene - reductie van dingen en mensen tot hun instrumentele waarde Sartre valt onder het laatste, Heidegger onder het eerste, aldus Lévinas maar beide zijn volgens Lévinas totaliserende vormen van denken egologie is niet te vermijden: maar wij hebbben meersoortige relaties met onze omgeving 1] ethetisch: wij genieten van het bestaan: behoeftig zijn is geen last maar een genot! 2] wonen: creëren van intimiteit: plek van waaruit je de wereld intrekt en de ander ontmoet de ander is radicaal anders dan wijzelf of onze voorstellingen van het andere anders zou de ander slechts een soort alter-ego zijn, een kopie van onszelf de ander is uniek, moeten wij opnieuw, van voor af aan leren kennen 3 maar het westerse denken heeft al een theorie, verhaal, beeld, paradigama, context, vooroordeel, waartoe de ander gereduceerd kan worden, als een exemplaar van dat beeld maar de ware ervaring van de ander is een openbaring de ander is niet betrokken bij een grenssituatie (Sartre), maar is zélf die grenssituatie de ander haalt mij uit mijn zelf, roept verwondering en vertwijfeling in mij op de ander is bepalend voor de zijnswijze van het ik; voor Lévinas goed, voor Sartre de hel hoe de ander zich uitdrukt is wie en wat hij is; het spreken is de inhoud (McLuhan) het spreken is niet reduceerbaar tot een vooraf gegeven betekenis; geen herkenning maar kennismaking Lévinas ontkent niet de ontologie, maar verabsolutering ervan; de ethiek gaat eraan vooraf de oorspronkelijke taal is niet ontologisch, maar ethisch, is een oproep: "dood mij niet" een ander fundament voor moreel handelen is er niet, en is ook niet nodig in zijn kwetsbaarheid kan de ander mijn egoïsme teniet doen dus niet mijn eigen dood (Heidegger), maar de dood van de ander begrenst mijn bestaan dus: een ethische transcendentaal-filosofie; een fenomenologie van de ethische ervaring de gerichtheid op de ander is niet intentioneel, hij is geen object (Sartre), geen voor-handen zijnde er is geen "horizon" van waaruit de ander zich aan mij voordoet, zijn zijnswijze is onbepaald want er is geen vooraf gestelde context waarbinnen wij hem mogen plaatsen het ligt in ons eigen verlangen de ander te leren kennen vanuit zijn eigen context, van hem te leren, te houden, verantwoordelijk te zijn, bezorgd en "bezorgend" zijn, etc dus moeten wij hem niet in het keurslijf van ons beeld van hem of de werkelijkheid duwen alteriteit = het on-ophefbaar anders-zijn van de ander: niet present maar afwezig de ander = een weerloos schepsel dat een appel doet op mijn verantwoordelijkheid de Ander = het oneindige = god = nooit in te sluiten in een systeem de relatie tot God = niet te zien als een relatie naast en los van de relatie tot de ander de Oneindige openbaart zich uitsluitend als de Ander / in de ander God heeft mij met de ander achtergelaten God staat niet boven de mens (religieus verticalisme) maar is in de ander in het gelaat van de ander toont zich het spoor van de Ander, van het goddelijke de Ander is geen zijnde of Zijn, maar is onkenbaar, ondefinieerbaar, onbepaald het spoor leidt niet zo zeer of rechtstreeks naar de Ander, maar vooral weg van mijzelf afscheid zonder thuiskomst dit impliceert tevens afscheid van het verlichtings-humanisme: post-modern humanisme (Heidegger refereert hieraan met: "Abschied ist Sein") ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Karl Barth (1886-1968): dialectische theologie ontstaan van de dialectische theologie: verbijstering over de slachtingen van WO1 beide partijen hadden geclaimd dat God aan hun zijde stond Barth: het is niet mogelijk is dat mensen God claimen voor hun eigen culturele opvattingen God is geheel anders, en de mens heeft geen greep op Hem God identificeren met eigen culturele opvattingen is verabsolutering van eigen overtuigingen God moet begrepen worden zoals hij in de bijbel optreedt, niet zoals de filosofie hem construeert God is de naam van een personage in de Bijbel, niet een begrip, ingevuld naar eigen believen ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ 4 hier landen we aan bij het verschil tussen het christelijke en het joodse godsbegrip: 2 namen van de Joodse God: El of Eloah (Allah) verwijst naar het begrip God, het hoogste wezen, de god van de filosofen een beheersende almachtige God: alles wat gebeurt, is omdat God het veroorzaakt of toelaat dit is de God die beschreven wordt in de onto-theologie = metafysische theologie vraagt naar het bestaan van God (Thomas / Anselmus Godsbewijzen) JHWH = de onuitsprekelijke eigennaam van God: "Ik ben die ik ben" / "Ik zal zijn die ik zijn zal" is onbepaald, laat zich niet vatten in een beschrijving of beeld dat aanbeden kan worden 2e gebod (van de 10 geboden): "maak geen godenbeelden, want Ik, de Heer, uw God, duld geen andere goden naast Mij" uitspraak van de naam JHWH suggereert grip op de betekenis: Richteren 13:18: "de engel des heeren zei tot hem waarom vraagt gij naar mijn naam, die is toch wonderlijk?" Marjolijn van Heemstra (was 13 sept 2011 in Groningen) stelt dat alle mensen met elkaar verbonden zijn: "Ik kan alleen bestaan in anderen" uit de dichtbundel: "als Mozes had doorgevraagd": “Als niet Mozes maar ik bij Horeb had gestaan ging het zo: ik: Wie ben je? jij: Ik ben die ik ben. Ik: Ik ook. Jij: Ja, jij ook. Dan had ik je aangeraakt en jij mij. Was de Bijbel geen boek, maar een omhelzing” positieve (katafatische) theologie = aanwezige, persoonlijke God, antropomorf, God beschrijven en bewijzen negatieve (apofatische) theologie = mystiek, onbepaalbaar, God slechts beschrijven in termen wat hij niet is JHWH is niet met almacht verbonden, maar met een onvoorspelbaar & soeverein gebeuren dat zich in onze wereld voordoet als een verstoring van onze verwachtingen en vanzelfsprekendheden (vgl: Sartre/Jaspers grens-situatie) JHWH duidt niet iets aan wat stabiel in zichzelf rust (als de god van de metafysica), maar iets wat gebeurt: m.a.w: God bestaat niet, Hij gebeurt (vgl. Meister Eckhart) JHWH = openheid naar de toekomst: verbonden met een gebeuren / heilsgeschiedenis: de God die zich aan Mozes openbaarde en het volk Israel uit Egypte bevrijdde het gaat bij de naam JHWH niet om de vraag of God bestaat, maar om wat die naam historisch te be-tekenen heeft, en historisch betekend heeft welk appèl er op ons als mens wordt gedaan; bijv. het opstaan tegen onrecht de geschiedschrijving van Israël is niet op het verleden, maar op de toekomst georiënteerd niet op de verklarende reconstructie van het verleden, zoals de moderne geschiedschrijving het beloofde land Kanaän is en blijft een land van belofte, een belofte die nog uitstaat de voorwaarde voor openheid, perspectief, verwachting is openbaring, "het niet-kennende kennen" de kern van de joodse godsbevestiging is niet een bevestiging van het zijn of de waarheid, maar een morele daad en keuze, waardoor iemand zich schikt in de werkelijkheid van die toekomst ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Klaas Hendrikse: "God is voor mij niet een wezen, maar een woord voor wat er tussen mensen kan gebeuren." Geloven in een God die niet bestaat; Manifest van een atheïstische dominee; 2007 ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Angelus Silesius (1624-1677) als we spreken dringen we de werkelijkheid ons beeld op als we zwijgen staan we open en maken we plaats voor het andere 5 Hoe zalig is de mens die wil noch weet! Die God noch looft noch prijst. God is eeuwige stilte [...] Hij is een anderheid Met zwijgen wordt het uit gesproken Wanneer je het Zijn van de eeuwigheid wilt uitspreken Dan moet je je van het spreken onthouden Wees rein, zwijg, wijk en stijg op in het duister ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ 6