tabel vergelijking VLL-Kimversie met Lijn 3

advertisement
vergelijking VLL-Kimversie met Lijn 3
VLL Kimversie
* Een nieuwe letter wordt geïntroduceerd
door een structuurwoord en een wandplaat.
Ieder structuurwoord bevat één nieuwe
letter/klank en bouwt verder op eerder
aangeleerde letters. Bijvoorbeeld in kern
start: ik-kim-sim.
De leerlingen luisteren naar de klank van
de letter en kijken, spellen en schrijven de
letter. Ze leren ook de klank van de letter
voelen.
Lijn 3
* Een letter staat centraal en niet een
structuurwoord.
Het aanleren van de letters gebeurt met
een letterfilmpje op het digibord en de
wandkaart. Met het letterfilmpje wordt de
letter zowel auditief als visueel
aangeboden. Op de wandkaart staan
afbeeldingen uit het letterfilmpje met de
nieuw geleerde letter.
De letter wordt op verschillende manieren
geoefend: visueel, auditief, spraak- en
schrijfmotorisch.
*Leerlingen maken meteen nieuwe
woorden met de net aangeleerde en al
bekende letters.
* Kinderen leren met de nieuwe letters
direct woorden maken en lezen.
* De nieuw geleerde letter wordt ingedeeld
bij een van de vier letterfamilies op het
letterbord.
* De nieuwe letters worden meteen
ingedeeld op het klankenbord.
* Aan het begin van elke les worden alle
bekende letters herhaald. Hiermee worden
automatiseringsproblemen voorkomen.
* De methode hanteert het directe
instructiemodel. De leraarlegt expliciet uit
wat de bedoeling is, doet dit voor, zodat de
leerlingen dit kunnen nadoen en vervolgens
zelfstandig uitvoeren.
* Er zijn oefenboekjes (Veilig en vlot) per
kern voor maan en zon.
In het V&V boekje wordt gebruikt gemaakt
van een zogenaamde automatiseringslijn.
Aan elke nieuwe letter of woordtype
worden in Veilig & vlot kern 1 t/m 6 zes
pagina’s besteed (vier verplichte en twee
facultatieve voor de betere lezer)
Pagina 1 is inslijpen nieuwe letter. Deze
letter wordt geoefend in woorden, zinnen
en overlaprijtjes.
Pagina 2 is voor het automatiseren (lezen
op tempo) van bekende leerstof door het
lezen van woorden en zinnen.
Pagina 3 is de herhaalpagina. Oefenen met
woordrijtjes en tekst waarin de geleerde
letters voorkomen.
Pagina 4 is de automatiseer –
transferpagina. Deze pagina is bedoeld om
na te gaan of kinderen nieuwe woorden
met bekende woorddelen op tempo kunnen
lezen.
* Aan het begin van elke les worden alle
bekende letters herhaald. Hiermee worden
automatiseringsproblemen voorkomen.
* De methode hanteert het directe
instructiemodel. De leraarlegt expliciet uit
wat de bedoeling is, doet dit voor, zodat de
leerlingen dit kunnen nadoen en vervolgens
zelfstandig uitvoeren.
* Er is een rijtjesboek voor thema 1-6 en
voor thema 7-12. Ze worden ingezet om te
oefenen in foutloos en vlot woorden en
zinnen lezen.
De goede lezers hebben een rijtjesboek op
een hoger niveau.
De rijtjesboeken bevatten connectrijtjes,
waarbij steeds een ander deel van het
woord wisselt. Leerlingen moeten zo steeds
echt lezen.
Elk thema bevat een herhalingsbladzijde.
Hierop staan geen connectrijtjes maar een
herhaling van alle typen woorden die in het
thema zijn behandeld.
Voor snelle lezers heeft elke thema een
bladzijde met ‘pijlrijtjes’. Deze sluiten aan
bij de lesstof, maar zijn iets uitdagender.
Het zijn geen connectrijtjes, maar
herhaling van alle typen woorden die
behandeld zijn.
vergelijking VLL-Kimversie met Lijn 3
Pagina 5 is een extra herhaalpagina. Tekst
met woorden met bekende letters inclusief
de nieuwe letter.
Pagina 6 is een snuffelpagina. Hierop staan
woorden en tekst op een iets hoger niveau,
de leesmoeilijkheid die hierin voorkomt is
nog niet aangeboden.
* Als didactiek wordt lezen met verlengde
klanken (hier zoemend lezen genoemd)
ingezet. Hierbij worden de klanken van de
letters lang aangehouden en aan elkaar
geplakt (rrrrrraaaaaammmm).
Zoemend lezen voorkomt spellend lezen.
* De leerlijn spelling (Veilig gespeld) is
gelijk voor maan en zon.
* Als didactiek wordt lezen met verlengde
klanken (hier zingend lezen genoemd)
ingezet. Om te voorkomen dat kinderen in
losse klanken blijven lezen en niet tot
synthese van een woord komen wordt ze
geleerd om de klank van de eerste letter
die ze herkend hebben vast te houden en
dan de volgende er aan vast te plakken
( sssssiiiiiiip)
* Aanvankelijk lezen en spellen nauw met
elkaar verbonden. In de methode zijn
aparte spellinglessen opgenomen.
* De nieuwgeleerde letter wordt ingedeeld
bij een van de vier letterfamilies op het
letterbord.
* De nieuwe letters worden meteen
ingedeeld op het klankenbord. Deze
indeling wordt gebruikt tijdens de instructie
bij de spellinglessen.
* Voor spellen is het werken met een
stappenplan een belangrijke strategie.
‘Hakken’ in de vorm van auditieve analyse
is een onderdeel van dit stappenplan. De
leerlingen krijgen handvatten aangereikt
om de deelprocessen van luisteren naar
een woord tot het controleren van het
gespelde woord systematisch onder de knie
krijgen. Steunkaarten voor specifieke
spellingmoeilijkheden bieden hierbij extra
houvast.
* Bij spelling leren de leerlingen om de
woorden die ze horen in klanken te hakken
met behulp van hakkaarten (2-6 vakjes).
Elke hakkaart heeft een andere kleur en elk
vakje staat voor één klank.
* Om de dag een spellingles met een
auditief dictee met letters, woorden en
zinnen.
* Auditieve dictees worden ingezet om te
oefenen. Het proces staat centraal. Hoe
kom je tot de juiste schrijfwijze? Aan het
eind van het thema is er een controledictee
met letters, woorden en zinnen.
* Lijn 3 gebruikt denkstappen. In thema 16: ik hoor, ik hak, ik schrijf, ik kijk na. In
thema 7-12: ik hoor, ik hak, ik zoek hulp
bij bijvoorbeeld een afspraak, ik schrijf, ik
kijk na.
* Om de spellingsafspraken visueel te
maken zijn er spellingfilmpjes op het
digibord beschikbaar. Afbeeldingen van de
spellingfilmpjes staan als
geheugensteuntjes in het spellingwerkboek
van de leerlingen.
Download