Interventies Connect Klanken en Letters Programma • • • • • • • • • • • Begeleidingsrelatie Connect Klanken en Letters voor wie? Uitgangspunten Doel Connect Klanken en Letters Uitvoering Structuur programma Connectrijtje 6 fasen Feedback Aandachtspunt Zelfstudie Begeleidingsrelatie • • • • • Interesse in de leerling tonen, accepteren, nieuwsgierig zijn Oefenen maar ook kijken, luisteren, aanvoelen Communicatieve ruimte scheppen Sfeer van vertrouwen en plezier Aansluiten bij talenten en mogelijkheden van de leerling Connect Klanken en Letters voor wie? In de eerste fase van het aanvankelijk leesproces voor leerlingen die: - Moeite hebben met het benoemen van de letters die zijn aangeboden - Moeite hebben met het toepassen van de elementaire leeshandeling Uitgangspunten • • • • • • • • • • • Uitbreiding instructie- en oefentijd Betekenisvolle tekst Hoogste instructieniveau Herhaald lezen Directe verbinding lezen en schrijven Procesgerichte feedback Instructie strategieën Aanvullend interventieprogramma, geen vervanger van de leesinstructie Van groot belang om het nauwgezet uit te voeren Zoeken naar de zone van de naaste ontwikkeling Oefeningen op klank/letter-, woord- en tekstniveau Doel Connect Klanken en Letters Vergroten van: • klankbewustzijn • letter-klankkoppeling • elementaire leeshandeling (decoderen) Uitvoering • Minimaal 3x in de week 20 minuten • Individueel of in een klein groepje • Binnen of buiten de groep Structuur programma • • • • 6 fasen In elke sessie worden alle fasen doorlopen 1 letter staat centraal gedurende drie sessies Zelfde rijmpje/verhaaltje met tekst gedurende drie sessies (herhaald lezen) • Elke sessie een nieuw connectrijtje Connectrijtje De principes: • Minimaal 2 woorden uit het boekje/rijmpje • Rijtje van 6-10 woorden die minimaal en onvoorspelbaar verschillen • Er verandert steeds maar één letter • De positie van de wisselletter wisselt • De belangrijke letter komt minimaal drie keer voor, in de twee uitgekozen woorden en in een nieuw woord • De letter zit niet in alle woorden • De letter kun je op verschillende posities tegenkomen • De twee gekozen woorden hebben geen vaste plaats in de volgorde • De woorden zijn qua betekenis bekend! Connectrijtje Verzin nu zelf een connectrijtje bij de letter ‘ui’ met de woorden ‘huis’ en ‘bui’ De zes fasen Fase 0: voorbereiden (per 3 sessies) Fase 1: rijmpje voorlezen Fase 2: grote letter schrijven Fase 3: spelletje Fase 4: woorden schrijven Fase 5: woorden lezen Fase 6: stukje uit een boek lezen Fase 0: voorbereiden • Kies een letter uit waar de leerling moeite mee heeft • Leg alle materialen klaar Fase 1: rijmpje voorlezen Doel: klankbewustzijn stimuleren Materiaal: bijvoorbeeld ‘Kijk mijn letter’ Leerkracht leest rijmpje voor en spreekt de letter verlengd uit Leerling kijkt / leest mee en wijst bij Fase 2: grote letter schrijven Doel: Schrijfmotorische inprenting van de letter. Materiaal: stoplichtletters uit ELLO • Starten bij groen, dan oranje, en eindigen bij rood: • Overtrekken met de vinger • Met de stift overtrekken • Leerkracht leest het rijmpje nog eens voor • Leerling schrijft de klank wanneer hij/zij deze hoort Fase 3: spelletje Doel: automatiseren doelletter Materiaal: letterkaartjes in twee stapels verdeeld • Letterkaartjes in twee stapels verdelen • Op de letterkaarten staan ondermeer de woorden uit het connectrijtje • Om de beurt een letter op een stapel in het middel leggen en de letter benoemen • Bij de doelletter zo snel mogelijk de hand op de stapel/ ‘hebbes’ roepen • Wie het snelst is, krijgt de stapel kaartjes die aan bod is geweest Fase 4: woorden schrijven Doel: motorische inprenting, woordanalyse. Materiaal: kaartjes met de zes woorden uit het connectrijtje, transparant schrijfbordje, stiften • Leerkracht dicteert het connectrijtje op volgorde • Leerling schrijft ze op een transparant schrijfbordje en spreekt gelijktijdig klank voor klank uit • Na elk woord controleert de leerling de spelling zelf • Leerling leest de geschreven woorden op volgorde Fase 5: woorden lezen Doel: toepassen elementaire leeshandeling Materiaal: kaartjes met de zes woorden uit het connectrijtje Leerkracht schudt de woordkaartjes Leerling leest ze één voor één (niet flitsen!) Fase 6: stukje uit een boek lezen Doel: toepassen elementaire leeshandeling op tekstniveau Materiaal: leesboek • Leerkracht en leerling lezen om de beurt voor (3 sessies zelfde tekst) • Leerkracht geeft voldoende ondersteuning • Leerkracht leest een aantal pagina’s vooruit, vorderingen noteren! Geven van feedback • Directe, specifieke, positieve feedback (voorkomt inslijpen van fouten) • Voorkomen van fouten (woord voorzeggen) Voorbeeld van gerichte positieve feedback: “Ik vind het knap dat je [een moeilijk woord] vandaag goed leest”. • Leerling kan ook eigen lezen evalueren door gerichte vragen hierover te beantwoorden. Aandachtspunt Connect Klanken en Letters werkt alleen wanneer het programma exact wordt uitgevoerd zoals bedoeld. Scholing om ermee te werken is wenselijk.