De aanvraag wordt getoetst aan de

advertisement
Provinciaal cofinancieringsreglement territoriale samenwerking (Interreg) - projectsubsidie
BESLUIT VAN 21 DECEMBER 2011
De provincieraad van Limburg,
Gelet op volgende doelstellingen en actie van het provinciaal beleid 2006-2012:
strategische doelstelling 2011090052 “SD 12.1 Maximaal inspelen op de opportuniteiten voor Limburg binnen
de Europese programma's (Doelstelling 2, plattelandsontwikkelingsprogramma's PDPO en Leader,
grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma's Interreg-Euregio Maas-Rijn en Interreg-Grensregio
Vlaanderen-Nederland, Europe Direct) en binnen de Europese en euregionale samenwerkingsverbanden”
operationele doelstelling 2011000094 “Ondersteunen van projecten/organisaties binnen de domeinen Europa
& Internationale Samenwerking via gerichte subsidiëring”
actie 02 “Provinciale cofinanciering van Interreg-IV-projecten”.
Gelet op de Europese Verordening 1083/2006 van 11 juli 2006 inzake het Europees Fonds voor
Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van
verordening (EG) nr. 1260/1999;
Gelet op de goedkeuring d.d. 2007-09-18 door de Europese Commissie van het operationeel
programma Interreg-IV-A van de Euregio Maas-Rijn;
Gelet op de goedkeuring d.d. 2007-11-16 door de Europese Commissie van het operationeel
programma Interreg-IV-A van de Grensregio Vlaanderen-Nederland;
Gelet op de goedkeuring d.d. 2007-09-26 door de Europese Commissie van het operationeel
programma Interreg-IV-B-Noordwest-Europa;
Gelet op de goedkeuring d.d. 2007-09-11 door de Europese Commissie van het operationeel
programma Interreg-IV-C-Interregionale Samenwerking;
Gelet op het besluit van de provincieraad d.d. 2007-04-18 houdende de goedkeuring van het
operationeel programma Doelstelling Europese Territoriale Samenwerking Interreg-IV-A-Euregio Maas-Rijn
2007-2013;
Gelet op het besluit van de provincieraad d.d. 2007-06-20 houdende de goedkeuring van het
operationeel programma Doelstelling Europese Territoriale Samenwerking Interreg-IV-A-Grensregio
Vlaanderen-Nederland 2007-2013;
Gelet op de algemene voorwaarden van het Interreg-IV-A-programma van de Euregio Maas-Rijn waarin
de voorwaarden worden opgesomd waaraan projectvoorstellen moeten voldoen;
Gelet op het toetsingskader van het Interreg-IV-A-programma van de Grensregio Vlaanderen-Nederland,
waarin de voorwaarden worden opgesomd waaraan projectvoorstellen moeten voldoen;
Gelet op de algemene voorwaarden van het Interreg-IV-B-programma-Noordwest-Europa waarin de
voorwaarden worden opgesomd waaraan projectvoorstellen moeten voldoen;
Gelet op de algemene voorwaarden van het Interreg-IV-C-programma-Interregionale Samenwerking
waarin de voorwaarden worden opgesomd waaraan projectvoorstellen moeten voldoen;
Overwegende dat een provinciaal cofinancieringsreglement voor bovenvermelde Interreg-IV-programma’s de
grensoverschrijdende samenwerking in het kader van Interreg-IV vanuit Limburg kan stimuleren, alsook
de profilering van Limburg buiten de regio;
dat zo'n reglement de deelname van Limburgse (B) projectpartners aan Interreg-IV-projecten aanzienlijk
vergroot;
Overwegende dat een provinciale cofinanciering toelaat projecten te ondersteunen binnen bovenvermeld
Interreg-IV-programma die een uitvoering of verdieping vormen van het door de provincie gevoerde
beleid en/of de provincie toelaat zich extern te profileren;
Overwegende dat de provincie Limburg een vooruitstrevend beleid voert voor wat betreft de toegankelijkheid van
het eigen provinciaal patrimonium en wenst dat ook lokale besturen en privépartners die een provinciale subsidie
ontvangen waarbij de (ver)bouw van infrastructuur wordt ge(co)financierd, een inspanning zouden leveren om
de toegankelijkheid van deze infrastructuur te verhogen;
dat, waar dit opportuun blijkt, geopteerd wordt voor een begeleiding door het Toegankelijkheidsbureau om de
subsidieaanvrager te faciliteren, te begeleiden en te ondersteunen gedurende het (ver)bouwen door op
regelmatige tijdstippen contacten met het Toegankelijkheidsbureau in te bouwen;
dat hiertoe desgevallend een overeenkomst zal worden afgesloten tussen de subsidieaanvrager en het
Toegankelijkheidsbureau;
dat deze begeleiding geen bijkomende kosten impliceert voor de subsidieaanvrager en dat de uitgaven van deze
begeleiding gedragen worden door de provincie Limburg in het kader van een subsidie die de provincie Limburg
toekent aan het Toegankelijkheidsbureau;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van
sommige subsidies;
Gelet op het besluit van de provincieraad van 20 maart 2002 inzake de controle op de toekenning en de
aanwending van subsidies en de normen voor reservevorming en latere wijzigingen op dit besluit;
Gelet op het besluit van de provincieraad van 20 maart 1996 betreffende de herkenbaarheid van het
provinciebestuur in provinciale subsidiereglementen;
Gelet op artikel 153 0003/640 30 "Provinciale bijdrage in de realisatie van projecten in het kader van
Interreg-IV" van het provinciebudget;
Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet;
BESLUIT
I
VOORWERP VAN HET SUBSIDIEREGLEMENT
Artikel 1: doel en doelgroep
Binnen de perken van het jaarlijks vastgestelde budget kan de deputatie een subsidie verlenen aan
projectpartners voor de cofinanciering van projecten i.h.k.v. de operationele programma’s Interreg-IV-A-Euregio
Maas-Rijn en Grensregio Vlaanderen-Nederland, Interreg-IV-B-Noordwest-Europa en Interreg-IV-C-Interregionale
Samenwerking.
Artikel 2: verklaring termen of begrippen
Het operationeel programma Interreg-IV-A-Euregio Maas-Rijn: het programmadocument dat door de
verantwoordelijke lidstaat Nederland opgesteld werd in navolging van de Europese Verordening
-
-
-
-
-
II
1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds
en het Cohesiefonds en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1260/1999 en dat op 18
september 2007 werd goedgekeurd door de Europese Commissie.
Het operationeel programma Interreg-IV-A-Grensregio Vlaanderen-Nederland: het
programmadocument dat door de verantwoordelijke lidstaat Vlaanderen opgesteld werd in navolging
van de Europese Verordening 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling,
het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van verordening (EG) nr.
1260/1999 en dat op 16 november 2007 werd goedgekeurd door de Europese Commissie.
Het operationeel programma Interreg-IV-B-Noordwest-Europa: het programmadocument dat door de
verantwoordelijke lidstaat Frankrijk opgesteld werd in navolging van de Europese Verordening
1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds
en het Cohesiefonds en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1260/1999 en dat op 26
september 2007 werd goedgekeurd door de Europese Commissie.
Het operationeel programma Interreg-IV-C-Interregionale Samenwerking: het programmadocument dat
opgesteld werd in navolging van de Europese Verordening 1083/2006 inzake het Europees Fonds
voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van
verordening (EG) nr. 1260/1999 en dat op 11 september 2007 werd goedgekeurd door de
Europese Commissie.
Subsidiabele kosten: kosten of uitgaven die conform verordening 1080/2006 in aanmerking komen
voor EFRO-steun.
Bevoegde Interreg-Certificeringsautoriteit: de autoriteiten die in de operationele programma’s InterregIV-A van Euregio Maas-Rijn en Grensregio Vlaanderen-Nederland, Interreg-IV-B-Noordwest-Europa
en Interreg-IV-C-Interregionale Samenwerking belast worden met de betaling van de EFRO en
cofinanciering aan de projectaanvragers.
Bevoegde Interreg-besluitvormingsorgaan: de instantie die binnen de operationele programma’s wordt
belast met de besluitvorming over de ingediende projectvoorstellen: in het operationeel programma
Interreg-IV-A-Euregio Maas-Rijn is dit het Comité van Toezicht, in het operationeel programma
Interreg-IV-A-Grensregio Vlaanderen-Nederland is dit de Stuurgroep, in het operationeel programma
Interreg-IV-B-Noordwest-Europa is dit het Comité van Toezicht en in het operationeel programma
Interreg-IV-C-Interregionale Samenwerking is dit het Comité van Toezicht.
VOORWAARDEN VOOR SUBSIDIETOEKENNING
Artikel 3: voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen
Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen:
een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke instantie, intergemeentelijk samenwerkingsverband of publiekprivaatpartnerschap zijn
projectpartner zijn in een project dat kadert binnen één of meer van de volgende operationele programma's:
Interreg-IV-A-Euregio Maas-Rijn, Interreg-IV-A-Grensregio Vlaanderen-Nederland, Interreg-IV-BNoordwest-Europa of Interreg-IV-C-Interregionale Samenwerking
voldoen aan de voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in het operationeel programma waarbinnen het
project werd ingediend
een postadres op het grondgebied van de provincie Limburg (B) hebben of een aanvraag voor een
project indienen dat een duidelijke actie in en meerwaarde voor de provincie Limburg (B) heeft
voldoen aan alle verplichtingen die voortvloeien uit eerdere toekenningen van gelijkaardige of andere
subsidies van de provincie Limburg (B).
Artikel 4: voorwaarden waaraan het project inhoudelijk moet voldoen
Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het project aan de volgende inhoudelijke voorwaarden
voldoen:
de deelname van één of meer Limburgse (B) projectpartners en/of een duidelijke actie uitbouwen en een
meerwaarde voor de provincie Limburg (B) zijn
kaderen binnen één of meer van de volgende operationele programma's: Interreg-IV-A-Euregio Maas-Rijn,
Interreg-IV-A-Grensregio Vlaanderen-Nederland, Interreg-IV-B-Noordwest-Europa of Interreg-IV-CInterregionale Samenwerking
-
-
goedgekeurd zijn of worden door het bevoegde Interreg-besluitvormingsorgaan
nog niet voltooid zijn op het moment waarop de aanvraag in het kader van dit reglement wordt ingediend
een uitvoering of verdieping vormen van het door de provincie Limburg (B) gevoerde beleid waarbij de
voorkeur wordt gegeven aan projecten die aan één of meer van de volgende voorkeurcriteria voldoen:
o een economische finaliteit hebben
o bijdragen tot de verdere uitbouw van de provincie als innovatieve (voorbeeld)regio
o een hefboomwerking hebben
o een meerwaarde betekenen in vergelijking met bestaande voorzieningen en activiteiten
o een samenwerking tussen verschillende partners (provincies, gemeenten, verenigingen,
grensoverschrijdend, …) tot stand brengen
o een project zijn waarbij de provincie zich extern kan profileren.
indien de projectonderdelen waarvoor een provinciale cofinanciering wordt aangevraagd in het kader van dit
reglement geheel of deels de (ver)bouw van infrastructuur betreffen en voor zover van toepassing:
getoetst zijn en/of worden aan de mate van toegankelijkheid voor personen met een beperking tot deze
infrastructuur.
Artikel 5: voorwaarden waaraan het project financieel moet voldoen
Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het projectkostenaandeel dat de basis vormt voor de
subsidiebepaling in het kader van dit reglement aan de volgende financiële voorwaarden voldoen:
maximaal voor 85 % via overheidssteun gefinancierd worden
maximaal voor 100 % gefinancierd worden.
III
INDIENING VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG
Artikel 6: de termijn, wijze en het adres van de indiening van de aanvraag
De aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie kan op de volgende wijze gebeuren:
per post
afgeven tegen ontvangstbewijs
elektronisch.
Bij een elektronische aanvraag geldt het mailbericht als ondertekening.
In het geval van een niet-elektronische indiening mogen de bijlagen die bij de aanvraag behoren eveneens per
mail of fax worden ingediend.
De aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie moet uiterlijk 1 december ingediend worden om in het lopende
budgetjaar in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie.
De aanvraag moet ingediend worden op volgend adres:
Dienst Europese en Internationale Samenwerking
Directie Ruimte
provincie Limburg
Universiteitslaan 1
3500 HASSELT
Tel. 011 23 74 15
Website www.limburg.be/subsidies
E-mail:
[email protected] voor aanvragen m.b.t. projecten in het kader van Interreg-IV-A-Euregio MaasRijn
[email protected] voor aanvragen m.b.t. projecten in het kader van Interreg-IV-A-Grensregio
Vlaanderen-Nederland
[email protected] voor aanvragen m.b.t. projecten in het kader van Interreg-IV-B-Noordwest-Europa
en Interreg-IV-C-Interregionale Samenwerking
Meteen na het indienen wordt de ontvangst van de aanvraag bevestigd en worden het verdere verloop en
eventuele bijkomende instructies meegedeeld aan de aanvrager.
Artikel 7: documenten in te dienen bij de aanvraag
Voor iedere aanvraag moeten de volgende documenten in 1 exemplaar ingediend worden:
een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier
een kopie van de volledige Interreg-aanvraag (inclusief het aanvraagformulier en het kosten- en
financieringsplan) die voor hetzelfde project binnen het betreffende operationeel programma werd ingediend
in het geval dat de aanvrager geen postadres op het grondgebied van de provincie Limburg (B) heeft
doch de aanvraag een project betreft waarvan duidelijk kan worden aangetoond dat het een duidelijke actie
in en meerwaarde voor de provincie Belgisch-Limburg heeft zoals bepaald in bovenvermelde artikels 3 en
4: een gedetailleerd overzicht van de totale subsidiabele projectkosten die effectief in of voor de provincie
Limburg (B) worden gemaakt
indien het project reeds werd goedgekeurd door het bevoegde Interreg-besluitvormingsorgaan: een kopie van
de goedkeuringsbrief of van het goedkeuringsbesluit van dat besluitvormingsorgaan
indien het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan 25 000 euro: de balans en resultatenrekening van de
aanvrager van het laatste goedgekeurde rekeningjaar
indien de aanvrager een privaatrechtelijke instantie is: de statuten van de aanvrager voor zover de statuten
nog niet eerder werden ingediend en deze sindsdien niet meer gewijzigd zijn
indien de projectonderdelen waarvoor een provinciale cofinanciering wordt aangevraagd in het kader van dit
reglement geheel of deels de (ver)bouw van infrastructuur betreffen en voor zover van toepassing: een
kopie van de overeenkomst tussen de aanvrager en het Toegankelijkheidsbureau vzw, Belgiëplein 1 te 3510
Hasselt. Deze overeenkomst bevat afspraken met betrekking tot de tijdstippen waarop de aanvrager een
beroep zal doen op de begeleiding van het Toegankelijkheidsbureau. Een modelovereenkomst kan bij het
Toegankelijkheidsbureau verkregen worden. De vermelde begeleiding door het Toegankelijkheidsbureau wordt
gefinancierd door de provincie Limburg. Voor de aanvrager is deze begeleiding kosteloos.
Het aanvraagformulier kan op het adres vermeld in bovenvermeld artikel 6 opgevraagd worden of kan van de
website worden gehaald.
IV
TOETSING VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG
Artikel 8: toetsing op tijdigheid
Aanvragen die buiten de termijn, vermeld in artikel 6 werden ingediend komen in het lopende budgetjaar niet
meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement. De aanvrager zal dan worden gevraagd
of hij zijn aanvraag wenst te behouden voor het volgende budgetjaar voor zover dat budgetjaar binnen de
looptijd van dit reglement valt. De aanvraag wordt dan in zijn geheel opnieuw getoetst.
De postdatum of bij onleesbaarheid de datum van ontvangst bij het bestuur geldt als datum voor de toetsing.
De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.
Artikel 9: toetsing op volledigheid
De aanvraag wordt onderzocht op volledigheid.
De aanvrager die een onvolledige aanvraag indient, krijgt schriftelijk de vraag om de ontbrekende documenten
alsnog in te dienen binnen de meegedeelde termijn. Een aanvraag die niet vervolledigd wordt binnen deze
termijn komt niet meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement.
Hiervan wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel 10: toetsing op inhoud
De aanvraag wordt getoetst aan de voorwaarden vermeld in het reglement.
Zo de provincie Limburg (B) dit nodig acht voor de beoordeling van het project kan zij vóór de beslissing
over het al of niet toekennen van de subsidie:
de aanvraag voor advies voorleggen aan één of meer eigen of aanverwante diensten/instellingen
een bijkomende bespreking van het voorgestelde project met de aanvrager voeren.
Artikel 11: toetsing op krediet
Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven, uitgeput zijn, komt de aanvraag voor
het lopende budgetjaar niet meer in aanmerking voor toekenning. In voorkomend geval wordt in de eerste plaats
rekening gehouden met de postdatum of bij onleesbaarheid de datum van ontvangst van de aanvraag en komen
de aanvragen chronologisch in aanmerking.
De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht. De aanvrager zal ook worden gevraagd of
hij zijn aanvraag wenst te behouden voor het volgende budgetjaar voor zover dat budgetjaar binnen de looptijd
van dit reglement valt. De aanvraag wordt dan in zijn geheel opnieuw getoetst.
Artikel 12: besluitvorming over de subsidieaanvraag
De deputatie beslist binnen een termijn van 90 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van
de aanvraag of in voorkomend geval vanaf de datum van ontvangst van de ontbrekende documenten bedoeld in
bovenvermeld artikel 6 of de aanvraag al of niet in aanmerking komt voor een subsidie en bij een toekenning
van de subsidie welk subsidiebedrag wordt toegekend.
De aanvrager zal schriftelijk in kennis gesteld worden van deze beslissing.
Artikel 13: besluitvorming onder opschortende voorwaarden
De subsidie wordt toegekend onder de volgende opschortende voorwaarde: de goedkeuring van de Interregaanvraag en m.a.w. de toekenning van de EFRO-steun voor hetzelfde project door het bevoegde Interregbesluitvormingsorgaan verkrijgen, tenzij deze goedkeuring reeds voorafgaand aan de indiening van
subsidieaanvraag i.h.k.v. dit reglement gebeurde.
In het geval van een slechts gedeeltelijke goedkeuring door of latere wijzigingsbeslissing van dit
besluitvormingsorgaan wordt ook het subsidiebedrag dat i.h.k.v. dit reglement door de provincie Limburg (B)
werd toegekend evenredig aangepast.
V
BEREKENING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG
Artikel 14: bepaling van het subsidiebedrag
Het subsidiebedrag wordt als volgt bepaald:
in het geval dat de aanvrager een postadres op het grondgebied van de provincie Limburg (B)
heeft: maximaal 25 % van de totale subsidiabele projectkosten die door de aanvrager worden
gedragen
in het geval dat de aanvrager geen postadres op het grondgebied van de provincie Limburg (B)
heeft doch de aanvraag een project betreft waarvan duidelijk kan worden aangetoond dat het een
duidelijke actie in en meerwaarde voor de provincie Limburg (B) heeft zoals bepaald in
bovenvermelde artikels 3 en 4: maximaal 25 % van de totale subsidiabele projectkosten die
effectief in of voor de provincie Limburg (B) worden gemaakt.
De totale overheidssteun mag maximaal 85% bedragen van de projectkosten die hetzij door de aanvrager
worden gedragen hetzij die effectief in of voor de provincie Limburg (B) worden gemaakt, naargelang het
geval.
Het toe te kennen subsidiebedrag wordt berekend op basis van hetzij het door de aanvrager ingediende (bij de
Interreg-aanvraag behorende) kosten- en financieringsplan hetzij het bij het aanvraagformulier gevoegde
gedetailleerd overzicht van de totale subsidiabele projectkosten die effectief in of voor de provincie Limburg (B)
worden gemaakt, naargelang het geval.
Het definitieve subsidiebedrag wordt na de indiening van de nodige documenten ter verantwoording van de
aanwending van de toegekende subsidie berekend op basis van de werkelijke projectkosten en -inkomsten na
de projectuitvoering en nadat aan de voorwaarden van ondervermelde artikels 15 en 16 werd voldaan. Enkel
kosten die gedetailleerd bewijsbaar zijn en die officieel boekhoudkundig ingeschreven zijn, conform de richtlijnen
en bepalingen die van toepassing zijn binnen het betreffende operationeel programma, worden aanvaard voor de
bepaling van het definitieve subsidiebedrag.
De bepaling van de provinciale subsidie kan beperkt worden tot bepaalde kostenelementen. De deputatie zal per
aanvraag de niet-subsidiabele kostenelementen vaststellen.
Artikel 15: minimumsubsidiebedrag
Indien na toetsing en berekening het subsidiebedrag lager dan 5 000,00 euro is, zal de subsidie niet
toegekend worden.
VI
BETALING VAN HET SUBSIDIEBEDRAG
Artikel 16: wijze van en voorwaarden tot betaling
De betaling van het toegekende subsidiebedrag gebeurt conform de geldende procedures binnen het
betreffende operationeel programma.
De provincie Limburg (B) betaalt de toegekende cofinanciering rechtstreeks aan de aanvrager voor provinciale
cofinanciering. Deze betaling gebeurt in drie schijven:
-
-
-
VII
een eerste subsidieschijf als voorschot van 50 %
Hiervoor moet de aanvrager zo spoedig mogelijk na de goedkeuring van het Interreg-project door het
bevoegde Interreg-besluitvormingsorgaan een aanvraag tot betaling van deze eerste schijf indienen samen
met een kopie van de goedkeuringsbrief van dit besluitvormingsorgaan
een tweede schijf van 35 %
Deze schijf wordt betaald wanneer 50 % van de kosten die hetzij door de aanvrager worden gedragen
hetzij effectief in of voor de provincie Limburg (B) worden gemaakt, naargelang het geval, bij het
betreffende Interreg-programmasecretariaat werd gedeclareerd en na aanvaarding van deze declaratie(s)
door de bevoegde Interreg-certificeringsautoriteit.
Hiervoor moet de aanvrager zo spoedig mogelijk na de aanvaarding van de betreffende declaratie(s) een
aanvraag tot betaling van deze tweede schijf indienen samen met een kopie van de betreffende
goedkeuringsbrief of -brieven van deze certificeringsautoriteit.
het saldo
Het saldo wordt betaald wanneer 100 % van de kosten die hetzij door de aanvrager worden gedragen
hetzij effectief in of voor de provincie Limburg (B) worden gemaakt, naargelang het geval, bij het
betreffende Interreg-programmasecretariaat werd gedeclareerd en na aanvaarding van deze declaratie(s)
door de bevoegde Interreg-certificeringsautoriteit.
Hiervoor moet de aanvrager zo spoedig mogelijk na de aanvaarding van de betreffende declaratie(s)
volgende documenten indienen:
een aanvraag tot betaling van het saldo indienen samen met een kopie van de betreffende
goedkeuringsbrief of -brieven van deze certificeringsautoriteit
voor zover van toepassing: het verslag over de eindcontrole door het Toegankelijkheidsbureau eventueel
aangevuld met eventueel een verantwoording van de aanvrager waarom niet kon worden voldaan aan
de toegankelijkheidsvereisten.
VERPLICHTINGEN NA DE TOEKENNING VAN EEN SUBSIDIE
Artikel 17: verplichtingen na de toekenning
Indien in het kader van dit reglement aan de aanvrager een subsidie wordt toegekend verbindt deze zich ertoe:
de toegekende subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend
de goedkeuring van de Interreg-aanvraag en m.a.w. de toekenning van de EFRO-steun voor hetzelfde
project door het bevoegde Interreg-besluitvormingsorgaan te verkrijgen, tenzij deze goedkeuring reeds
voorafgaand aan de indiening van subsidieaanvraag i.h.k.v. dit reglement gebeurde
voor alle werken de vereiste vergunningen te verkrijgen
bij de projectuitvoering de herkenbaarheid van de provincie Limburg (B) te garanderen op de wijze
bepaald door de deputatie in het toekenningsbesluit
indien het project de (ver)bouw van infrastructuur betreft en voor zover van toepassing: de infrastructuur
toegankelijk te maken voor mensen met een beperking
-
de documenten die vereist zijn voor de betaling en verantwoording van de subsidie tijdig in te dienen
de provincie onverwijld op de hoogte te brengen van bijzondere ontwikkelingen tijdens de projectuitvoering.
VIII
CONTROLE EN SANCTIES
Artikel 18: controle op de aanwending van de toegekende subsidie
De provincie heeft steeds het recht toezicht en controle uit te oefenen bij de begunstigde van de subsidie die
hem in het kader van dit reglement werd toegekend. De begunstigde verbindt er zich toe de nodige inlichtingen
te verstrekken en de controle van de provincie Limburg te aanvaarden.
Artikel 19: sancties
Indien de begunstigde één of meer verplichtingen voortvloeiend uit dit reglement niet nakomt kan de provincie
het reeds betaalde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terugvorderen, of in voorkomend geval beslissen tot het
niet-betalen of het gedeeltelijk niet-betalen van de toegekende subsidie. Verder kan voor een periode
vastgesteld door de deputatie de begunstigde uitgesloten worden om in de toekomst in aanmerking te komen
voor subsidies van de provincie Limburg.
IX
SLOTBEPALINGEN
Artikel 20: inwerkingtreding en geldigheidsduur
Dit reglement treedt in werking vanaf 22 december 2011.
Artikel 21: opheffings- en overgangsbepalingen
Het reglement "Provinciaal cofinancieringsreglement Interreg-IV-A-Euregio Maas-Rijn en Grensregio VlaanderenNederland" van 23 januari 2008, gewijzigd bij provincieraadsbesluit van 21 april 2010, wordt hierbij opgeheven.
Subsidieaanvragen die echter werden ingediend in het kader van het reglement "Provinciaal
cofinancieringsreglement Interreg-IV-A-Euregio Maas-Rijn en Grensregio Vlaanderen-Nederland" van 23 januari
2008 en die nog in behandeling zijn op 20 oktober 2011 worden verder behandeld overeenkomstig de
voorwaarden en procedure bepaald in het reglement van 23 januari 2008. De betalingsmodaliteiten, de
verplichtingen na toekenning van een subsidie in het kader van het opgeheven reglement alsook de controleen sanctiemogelijkheden ervan worden in voorkomend geval eveneens geregeld overeenkomstig het opgeheven
reglement.
Artikel 22: interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden
Alle interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden betreffende de toepassing van dit reglement worden
behandeld door de deputatie.
Hasselt d.d. 2011-12-21
De provinciegriffier,
Renata Camps
De voorzitter,
Jos Claessens
Download