Jaarrekening

advertisement
CBFA
JAARREKENING:
verkort model voor kredietinstellingen,
beleggingsondernemingen en beheervennootschappen
van instellingen voor collectieve belegging
in duizenden euro's (EUR)
(m.u.v. de sociale balans die in euro's wordt uitgedrukt)
Voor meer informatie omtrent de neerlegging van de jaarrekening en de
geconsolideerde jaarrekening kan u terecht op de website van de
Balanscentrale: www.balanscentrale.be
1
INHOUDSOPGAVE
Onderhavig dossier bestaat uit:
1. Het verkorte model van de jaarrekening voor kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en
beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging (ook "instellingen" genoemd) dat onder
meer omvat:
.
de elementen die toelaten de instelling te identificeren, met de volledige lijst van de bestuurders,
zaakvoerders en commissarissen (sectie VKT-inst 1.1);
.
de externe accountants, bedrijfsrevisoren, erkende boekhouders of erkende boekhouders-fiscalisten die
een opdracht hebben uitgevoerd met betrekking tot de jaarrekening van de instelling (sectie
VKT-inst 1.2);
.
de balans en posten buiten de balanstelling (secties VKT-inst 2.1, VKT-inst 2.2 en VKT-inst 2.3);
.
de resultatenrekening (sectie VKT-inst 3);
.
de tabel met de resultaatverwerking (sectie VKT-inst 4);
.
de toelichting (sectie VKT-inst 5);
.
de sociale balans (sectie VKT-inst 6).
2. Een opgave van de niet-gestandaardiseerde bijkomende inlichtingen die moeten worden verstrekt. De
betrokken bladen dragen geen sectienummer omdat ze niet bedoeld zijn om te worden neergelegd.
2
10
NAT.
9
Datum neerlegging
Nr.
Blz.
EUR
E.
D.
VKT-inst 1.1
JAARREKENING IN DUIZENDEN EURO'S
NAAM: ...............................................................................................................................................................................................
...........................................................................................................................................................................................................
Rechtsvorm: ......................................................................................................................................................................................
Adres: .......................................................................................................................................................... Nr.: ............ Bus: .........
Postnummer: ............................
Gemeente: ................................................................................................................................
Land: ................................................................
Rechtspersonenregister (RPR) - Rechtbank van Koophandel van: ......................................................................................................
Internetadres *: http://www. ................................................................................................................................................................
Ondernemingsnummer
DATUM
/
/
van de neerlegging van de oprichtingsakte OF van het recentste stuk dat de datum van
bekendmaking van de oprichtingsakte en van de akte tot statutenwijziging vermeldt.
JAARREKENING goedgekeurd door de algemene vergadering van
/
/
met betrekking tot het boekjaar dat de periode dekt van
/
/
tot
/
/
Vorig boekjaar van
/
/
tot
/
/
De bedragen van het vorige boekjaar zijn / zijn niet** identiek met die welke eerder openbaar werden gemaakt.
VOLLEDIGE LIJST met naam, voornamen, beroep, woonplaats (adres, nummer, postnummer en gemeente) en functie in de
onderneming, van de BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN
Zijn gevoegd bij deze jaarrekening:
Totaal aantal neergelegde bladen: ....................... Nummers van de secties van het standaardmodel die niet werden neergelegd
omdat ze niet dienstig zijn: .................................................................................................................................................................
Handtekening
(naam en hoedanigheid)
*
Facultatieve vermelding.
**
Schrappen wat niet van toepassing is.
Handtekening
(naam en hoedanigheid)
3
Nr.
VKT-inst 1.1
LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN (vervolg van de vorige bladzijde)
4
Nr.
VKT-inst 1.2
VERKLARING BETREFFENDE EEN AANVULLENDE OPDRACHT VOOR NAZICHT OF CORRECTIE
Het bestuursorgaan verklaart dat geen enkele opdracht voor nazicht of correctie werd gegeven aan iemand die daar wettelijk niet toe
gemachtigd is met toepassing van de artikelen 34 en 37 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale
beroepen.
De jaarrekening werd / werd niet* geverifieerd of gecorrigeerd door een externe accountant of door een bedrijfsrevisor die niet de
commissaris is.
In bevestigend geval, moeten hierna worden vermeld: naam, voornamen, beroep en woonplaats van elke externe accountant of
bedrijfsrevisor en zijn lidmaatschapsnummer bij zijn Instituut, evenals de aard van zijn opdracht:
A.
B.
C.
D.
Het
Het
Het
Het
voeren van de boekhouding van de onderneming**,
opstellen van de jaarrekening**,
verifiëren van de jaarrekening en/of
corrigeren van de jaarrekening.
Indien taken bedoeld onder A. of onder B. uitgevoerd zijn door erkende boekhouders of door erkende boekhouders-fiscalisten,
kunnen hierna worden vermeld: naam, voornamen, beroep en woonplaats van elke erkende boekhouder of erkende
boekhouder-fiscalist en zijn lidmaatschapsnummer bij het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten, evenals de
aard van zijn opdracht.
Naam, voornamen, beroep en woonplaats
*
Schrappen wat niet van toepassing is.
**
Facultatieve vermelding.
Lidmaatschaps-
Aard van de opdracht
nummer
(A, B, C en/of D)
5
Nr.
VKT-inst 2.1
BALANS NA WINSTVERDELING
Toel.
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
ACTIVA
I. Kas, tegoeden bij centrale banken, postcheque- en
girodiensten ....................................................................
10100
............................
............................
II. Bij de centrale bank herfinancierbaar
overheidspapier .............................................................
10200
............................
............................
10300
10320
............................
............................
............................
............................
............................
............................
III. Vorderingen op kredietinstellingen ..........................
A. Onmiddellijk opvraagbaar .......................................
B. Overige vorderingen (op termijn of met opzegging) ..
5.1
IV. Vorderingen op cliënten ...........................................
5.2
10400
............................
............................
V. Obligaties en andere vastrentende effecten .............
A. Van publiekrechtelijke emittenten ............................
B. Van andere emittenten ...........................................
5.3
10500
10520
............................
............................
............................
............................
............................
............................
VI. Aandelen en andere niet-vastrentende effecten ......
5.4
5.5 /
5.6.1
10600
............................
............................
10700
10710
............................
............................
............................
............................
10720
............................
............................
10730
............................
............................
10740
............................
............................
VII. Financiële vaste activa ............................................
A. Deelnemingen in verbonden ondernemingen ...........
B. Deelnemingen in ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat ..................................
C. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa
behoren ......................................................................
D. Achtergestelde vorderingen op verbonden
ondernemingen en ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat ..................................
10310
10510
VIII. Oprichtingskosten en immateriële vaste activa ....
5.7
10800
............................
............................
IX. Materiële vaste activa ...............................................
5.8
10900
............................
............................
11000
............................
............................
X. Eigen aandelen ..........................................................
XI. Overige activa ...........................................................
5.9
11100
............................
............................
XII. Overlopende rekeningen .........................................
5.10
11200
............................
............................
TOTAAL VAN DE ACTIVA ......................................
19900
6
Nr.
VKT-inst 2.2
Toel.
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
PASSIVA
VREEMD VERMOGEN ....................................................
201/208
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
I. Schulden bij kredietinstellingen .................................
A. Onmiddellijk opvraagbaar .......................................
B. Mobiliseringsschulden wegens herdiscontering van
handelspapier .............................................................
C. Overige schulden op termijn of met opzegging .......
5.11
II. Schulden bij cliënten .................................................
A. Spaargelden / spaardeposito's ................................
B. Andere schulden .....................................................
1. Onmiddellijk opvraagbaar ..................................
2. Op termijn of met opzegging ..............................
3. Wegens herdiscontering van handelspapier .......
5.12
III. In schuldbewijzen belichaamde schulden ...............
A. Obligaties en andere vastrentende effecten in
omloop .......................................................................
B. Overige schuldbewijzen ..........................................
5.13
IV. Overige schulden .....................................................
5.14
20400
............................
............................
V. Overlopende rekeningen ...........................................
5.15
20500
............................
............................
20600
20620
............................
............................
.............................
.............................
.............................
............................
............................
............................
.............................
.............................
.............................
............................
20700
............................
............................
20800
............................
............................
209/213
............................
............................
20920
............................
............................
............................
............................
............................
............................
X. Uitgiftepremies ..........................................................
21000
............................
............................
XI. Herwaarderingsmeerwaarden ..................................
21100
............................
............................
XII. Reserves ..................................................................
A. Wettelijke reserve ...................................................
B. Onbeschikbare reserves .........................................
1. Voor eigen aandelen ..........................................
2. Andere ..............................................................
C. Belastingvrije reserves ...........................................
D. Beschikbare reserves .............................................
21200
21240
............................
............................
............................
.............................
.............................
............................
............................
............................
............................
............................
.............................
.............................
............................
............................
XIII. Overgedragen winst (verlies) ........................ (+)/(-)
21300
............................
............................
TOTAAL VAN DE PASSIVA ....................................
29900
VI. Voorzieningen en uitgestelde belastingen ..............
A. Voorzieningen voor risico's en kosten .....................
1. Pensioen- en soortgelijke verplichtingen ............
2. Belastingen .......................................................
3. Overige risico's en kosten ..................................
B. Uitgestelde belastingen ...........................................
20110
20120
20130
............................
............................
............................
.............................
.............................
.............................
20300
............................
............................
20220
20221
20222
20310
20320
20610
20611
20612
5.16
5.17
EIGEN VERMOGEN .......................................................
IX. Kapitaal .....................................................................
A. Geplaatst kapitaal ..................................................
B. Niet-opgevraagd kapitaal ........................................
20223
............................
............................
............................
.............................
.............................
.............................
20200
20210
VII. Fonds voor algemene bankrisico's .........................
VIII. Achtergestelde schulden .......................................
20100
5.18
20613
20900
20910
21210
21220
21221
21222
21230
............................
............................
............................
............................
7
Nr.
VKT-inst 2.3
Toel.
Codes
I. Eventuele passiva .......................................................
A. Niet-genegocieerde accepten ..................................
B. Kredietvervangende borgtochten .............................
C. Overige borgtochten ...............................................
D. Documentaire kredieten ..........................................
E. Activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor
rekening van derden ...................................................
5.22
30100
II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico .......
A. Vaste verplichtingen tot fondsenverstrekking ...........
B. Verplichtingen wegens contantaankopen van
effecten en andere waarden ........................................
C. Beschikbare marge op betekende kredietlijnen .......
D. Verplichtingen tot vaste opneming en plaatsing van
effecten ......................................................................
E. Verplichtingen tot inkoop wegens onvolkomen
cessie-retrocessie .......................................................
5.22
Boekjaar
Vorig boekjaar
POSTEN BUITEN DE BALANSTELLING
30140
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
30150
............................
............................
30200
............................
............................
............................
............................
30230
............................
............................
............................
............................
30240
............................
............................
30250
............................
............................
III. Aan de instelling toevertrouwde waarden ...............
A. Waarden gehouden onder fiducieregeling ...............
B. Open bewaring en gelijkgestelde ............................
30300
30320
............................
............................
............................
............................
............................
............................
IV. Te storten op aandelen .............................................
30400
............................
............................
30110
30120
30130
30210
30220
30310
8
Nr.
VKT-inst 3
RESULTATENREKENING (in staffelvorm)
I. Rente-opbrengsten en soortgelijke opbrengsten ......
A. Waaronder: uit vastrentende effecten .....................
Toel.
Codes
5.23
40100
II. Rentekosten en soortgelijke kosten ..........................
III. Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten ............
A. Aandelen en andere niet-vastrentende effecten .......
B. Deelnemingen in verbonden ondernemingen ...........
C. Deelnemingen in ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat ..................................
D. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa
behoren ......................................................................
5.23
IV. Ontvangen provisies ................................................
A. Makelaars- en commissielonen ...............................
B. Vergoeding voor diensten van beheer,
adviesverlening en bewaring .......................................
C. Overige ontvangen provisies ..................................
5.23
VI. Winst (Verlies) uit financiële transacties ........ (+)/(-)
A. Uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en
andere financiële instrumenten ...................................
B. Uit de realisatie van beleggingseffecten ..................
............................
............................
............................
............................
40200
............................
............................
40300
40320
............................
............................
............................
............................
............................
............................
40330
............................
............................
40340
............................
............................
40400
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
40410
40420
40430
5.23
Vorig boekjaar
40110
40310
V. Betaalde provisies .....................................................
Boekjaar
40500
............................
............................
40600
............................
............................
............................
............................
............................
............................
40720
............................
............................
............................
............................
............................
............................
VIII. Afschrijvingen en waardeverminderingen op
oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste
activa ..............................................................................
40800
............................
............................
IX. Waardeverminderingen op vorderingen en
voorzieningen voor de posten buiten de balanstelling
"I. Eventuele passiva" en "II. Verplichtingen met een
potentieel kredietrisico": toevoegingen
(terugnemingen) ................................................... (+)/(-)
40900
............................
............................
X. Waardeverminderingen op de
beleggingsportefeuille in obligaties, aandelen en
andere vastrentende of niet-vastrentende effecten:
toevoegingen (terugnemingen) ............................ (+)/(-)
41000
............................
............................
XI. Voorzieningen voor andere risico's en kosten dan
bedoeld in de posten buiten de balanstelling
"I. Eventuele passiva" en "II. Verplichtingen met
een potentieel kredietrisico": bestedingen
(terugnemingen) ................................................... (+)/(-)
41100
............................
............................
XII. Voorzieningen voor andere risico's en kosten dan
bedoeld in de posten buiten de balanstelling
"I. Eventuele passiva" en "II. Verplichtingen met een
potentieel kredietrisico" ................................................
41200
............................
............................
XIII. Onttrekking (Toevoeging) aan het fonds voor
algemene bankrisico's .......................................... (+)/(-)
41300
............................
............................
40610
40620
VII. Algemene administratieve kosten ..........................
A. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen ...........
B. Overige administratieve kosten ...............................
40700
40710
XIV. Overige bedrijfsopbrengsten .................................
5.23
41400
............................
............................
XV. Overige bedrijfskosten ............................................
5.23
41500
............................
............................
41600
............................
............................
XVI. Winst (Verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening
vóór belasting ....................................................... (+)/(-)
9
Nr.
VKT-inst 3
Toel.
XVII. Uitzonderlijke opbrengsten ...................................
A. Terugneming van afschrijvingen en van
waardeverminderingen op immateriële en materiële
vaste activa ................................................................
B. Terugneming van waardeverminderingen op
financiële vaste activa .................................................
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke
risico's en kosten ........................................................
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa .......
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten ..........................
XVIII. Uitzonderlijke kosten ............................................
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en
waardeverminderingen op oprichtingskosten, op
immateriële en materiële vaste activa .........................
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa ...
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten:
toevoegingen (bestedingen) ................................ (+)/(-)
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa .....
E. Andere uitzonderlijke kosten ...................................
Codes
41700
............................
............................
............................
41720
............................
............................
41730
............................
............................
............................
............................
............................
............................
41750
41800
41810
41820
41830
41840
5.25
............................
Vorig boekjaar
41710
41740
5.25
Boekjaar
41850
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
XIX. Winst (Verlies) van het boekjaar vóór
belasting ................................................................ (+)/(-)
41910
............................
............................
XIXbis.A. Overboeking naar de uitgestelde belastingen ......
41921
............................
............................
B. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen .
41922
............................
............................
42000
42010
............................
............................
............................
............................
42020
............................
............................
XX. Belastingen op het resultaat .......................... (+)/(-)
A. Belastingen ............................................................
B. Regularisering van belastingen en terugneming van
voorzieningen voor belastingen ...................................
5.26
XXI. Winst (Verlies) van het boekjaar ................... (+)/(-)
42100
............................
............................
XXII. Overboeking naar (Onttrekking aan) de
belastingvrije reserves ......................................... (+)/(-)
42200
............................
............................
XXIII. Te bestemmen winst (Te verwerken verlies) van
het boekjaar .......................................................... (+)/(-)
42300
............................
............................
10
Nr.
VKT-inst 3bis
RESULTATENREKENING (in scontrovorm)
Toel.
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
KOSTEN
II. Rentekosten en soortgelijke kosten ..........................
40200
............................
............................
V. Betaalde provisies .....................................................
40500
............................
............................
VI. Verlies uit financiële transacties .......................... (-)
A. Uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en
andere financiële instrumenten ............................... (-)
B. Uit de realisatie van beleggingseffecten .............. (-)
40600
............................
............................
............................
............................
............................
............................
40720
............................
............................
............................
............................
............................
............................
VIII. Afschrijvingen en waardeverminderingen op
oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste
activa ..............................................................................
40800
............................
............................
IX. Waardeverminderingen op vorderingen en
voorzieningen voor de posten buiten de balanstelling
"I. Eventuele passiva" en "II. Verplichtingen met een
potentieel kredietrisico" ............................................ (-)
40900
............................
............................
X. Waardeverminderingen op de
beleggingsportefeuille in obligaties, aandelen en
andere vastrentende of niet-vastrentende effecten .. (-)
41000
............................
............................
XII. Voorzieningen voor andere risico's en kosten dan
bedoeld in de posten buiten de balanstelling
"I. Eventuele passiva" en "II. Verplichtingen met een
potentieel kredietrisico" ................................................
41200
............................
............................
XIII. Toevoeging aan het fonds voor algemene
bankrisico's ................................................................ (-)
41300
............................
............................
41500
............................
............................
41800
............................
............................
40610
40620
VII. Algemene administratieve kosten ..........................
A. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen ...........
B. Overige administratieve kosten ...............................
XV. Overige bedrijfskosten ............................................
XVIII. Uitzonderlijke kosten ............................................
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en
waardeverminderingen op oprichtingskosten, op
immateriële en materiële vaste activa .........................
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa ...
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten:
toevoegingen (bestedingen) ................................ (+)/(-)
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa .....
E. Andere uitzonderlijke kosten ...................................
40700
40710
5.23
41810
41820
41830
41840
5.25
XIXbis.A. Overboeking naar de uitgestelde belastingen ......
41850
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
41921
............................
............................
42010
............................
............................
XXI. Winst van het boekjaar ...........................................
42100
............................
............................
XXII. Overboeking naar de belastingvrije reserves .. (-)
42200
............................
............................
XXIII. Te bestemmen winst van het boekjaar ................
42300
............................
............................
XX.A. Belastingen ...................................................... (-)
5.26
11
Nr.
VKT-inst 3bis
Toel.
Codes
I. Rente-opbrengsten en soortgelijke opbrengsten ......
A. Waaronder: uit vastrentende effecten .....................
5.23
40100
III. Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten ............
A. Aandelen en andere niet-vastrentende effecten .......
B. Deelnemingen in verbonden ondernemingen ...........
C. Deelnemingen in ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat ..................................
D. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa
behoren ......................................................................
5.23
IV. Ontvangen provisies ................................................
A. Makelaars- en commissielonen ...............................
B. Vergoeding voor diensten van beheer,
adviesverlening en bewaring .......................................
C. Overige ontvangen provisies ..................................
5.23
VI. Winst uit financiële transacties ................................
A. Uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en
andere financiële instrumenten ...................................
B. Uit de realisatie van beleggingseffecten ..................
5.23
Boekjaar
Vorig boekjaar
OPBRENGSTEN
............................
............................
............................
............................
40320
............................
............................
............................
............................
............................
............................
40330
............................
............................
40340
............................
............................
40400
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
40110
40300
40310
40410
40420
40430
40600
40610
40620
............................
............................
............................
............................
............................
............................
IX. Terugneming van waardeverminderingen op
vorderingen en terugneming van voorzieningen
voor de posten buiten de balanstelling "I. Eventuele
passiva" en "II. Verplichtingen met een potentieel
kredietrisico" ..................................................................
40900
............................
............................
X. Terugneming van waardeverminderingen op de
beleggingsportefeuille in obligaties, aandelen en
andere vastrentende of niet-vastrentende effecten ......
41000
............................
............................
XI. Besteding en terugneming van voorzieningen voor
andere risico's en kosten dan bedoeld in de posten
buiten de balanstelling "I. Eventuele passiva" en
"II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico" ...
41100
............................
............................
XIII. Onttrekking aan het fonds voor algemene
bankrisico's ....................................................................
41300
............................
............................
41400
............................
............................
41700
............................
............................
XIV. Overige bedrijfsopbrengsten .................................
XVII. Uitzonderlijke opbrengsten ...................................
A. Terugneming van afschrijvingen en van
waardeverminderingen op immateriële en materiële
vaste activa ................................................................
B. Terugneming van waardeverminderingen op
financiële vaste activa .................................................
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke
risico's en kosten ........................................................
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa .......
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten ..........................
5.23
41710
............................
............................
41720
............................
............................
41730
............................
............................
............................
............................
............................
............................
41740
5.25
XIXbis.B. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen .
41750
41922
............................
............................
42020
............................
............................
XXI. Verlies van het boekjaar .........................................
42100
............................
............................
XXII. Onttrekking aan de belastingvrije reserves .........
42200
............................
............................
XXIII. Te verwerken verlies van het boekjaar ................
42300
............................
............................
XX.B. Regularisering van belastingen en terugneming
van voorzieningen voor belastingen ..............................
5.26
12
Nr.
VKT-inst 4
RESULTAATVERWERKING
Codes
Boekjaar
A. Te bestemmen winst (Te verwerken verlies) ............... (+)/(-)
1. Te bestemmen winst (Te verwerken verlies) van het
boekjaar ........................................................................ (+)/(-)
2. Overgedragen winst (Overgedragen verlies) van het vorige
boekjaar ........................................................................ (+)/(-)
(42300)
............................
............................
(21300P)
............................
............................
B. Onttrekking aan het eigen vermogen ...................................
1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies ..........................
2. Aan de reserves ..................................................................
49200
49210
............................
............................
............................
............................
............................
............................
49330
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
D. Over te dragen winst (verlies) ...................................... (+)/(-)
49400
............................
............................
E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies .......................
49500
............................
............................
49600
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
............................
C. Toevoeging aan het eigen vermogen ...................................
1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies ..........................
2. Aan de wettelijke reserve ....................................................
3. Aan de overige reserves ......................................................
F. Uit te keren winst ...................................................................
1. Vergoeding van het kapitaal ................................................
2. Bestuurders of zaakvoerders ...............................................
3. Andere rechthebbenden ......................................................
49100
49220
49300
49310
49320
49610
49620
49630
............................
Vorig boekjaar
............................
13
Nr.
VKT-inst 5.1
TOELICHTING
I. STAAT VAN DE VORDERINGEN OP KREDIETINSTELLINGEN (actiefpost III)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
A. ALGEMENE OPGAVE VAN DE POST IN ZIJN GEHEEL
(10300)
........................
........................
1. Vorderingen op verbonden ondernemingen .........................................
50101
........................
........................
2. Vorderingen op ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat ...............................................................
50102
........................
........................
3. Achtergestelde vorderingen ..................................................................
50103
........................
........................
OPZEGGING)
(10320)
........................
........................
1. Handelspapier dat voor herfinanciering in aanmerking komt bij de centrale
bank van het (de) land(en) van vestiging van de kredietinstelling ......................
50104
........................
........................
B. ALGEMENE OPGAVE VAN DE OVERIGE VORDERINGEN (OP TERMIJN OF MET
2. Uitsplitsing van de overige vorderingen (op termijn of met opzegging)
naar hun resterende looptijd
a. Van hoogstens drie maanden ..............................................................
b. Van meer dan drie maanden en hoogstens één jaar ............................
c. Van meer dan één jaar en hoogstens vijf jaar ......................................
d. Van meer dan vijf jaar .........................................................................
e. Met onbepaalde looptijd ......................................................................
50105
50106
50107
50108
50109
......................
......................
......................
......................
......................
14
Nr.
VKT-inst 5.2
II. STAAT VAN DE VORDERINGEN OP CLIËNTEN (actiefpost IV)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
1. Vorderingen op verbonden ondernemingen .........................................
50201
........................
........................
2. Vorderingen op ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat ...............................................................
50202
........................
........................
3. Achtergestelde vorderingen ..................................................................
50203
........................
........................
4. Handelspapier dat voor herfinanciering in aanmerking komt bij de centrale
bank van het (de) land(en) van vestiging van de kredietinstelling ......................
50204
........................
........................
5. Uitsplitsing van de vorderingen op cliënten naar hun resterende
looptijd
a. Van hoogstens drie maanden ..............................................................
b. Van meer dan drie maanden en hoogstens één jaar ............................
c. Van meer dan één jaar en hoogstens vijf jaar ......................................
d. Van meer dan vijf jaar .........................................................................
e. Met onbepaalde looptijd ......................................................................
6. Uitsplitsing van de vorderingen op cliënten naar de aard van de
debiteuren
a. Vorderingen op de overheid ................................................................
b. Vorderingen op particulieren ...............................................................
c. Vorderingen op ondernemingen ..........................................................
7. Uitsplitsing van de vorderingen op cliënten naar hun aard
a. Handelspapier (inclusief eigen accepten) ............................................
b. Vorderingen uit leasing en soortgelijke vorderingen .............................
c. Leningen tegen forfaitair lastenpercentage ..........................................
d. Hypotheekleningen .............................................................................
e. Andere leningen op termijn van meer dan één jaar ..............................
f. Overige vorderingen ............................................................................
50205
50206
50207
50208
50209
50210
50211
50212
50213
50214
50215
50216
50217
50218
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
8. Geografische uitsplitsing van de vorderingen op cliënten
a. Uit België ............................................................................................
b. Uit het buitenland ................................................................................
50219
50220
......................
......................
9. Analytische gegevens in verband met de hypotheekleningen met
reconstitutie bij de instelling of waaraan levensverzekerings- en
kapitalisatie-overeenkomsten zijn gekoppeld
a. Aanvankelijk geleende kapitalen ..........................................................
b. Reconstitutiefonds en wiskundige reserves in verband met deze
leningen ..................................................................................................
c. Netto-omloop van deze leningen (a - b) ...............................................
50221
......................
50222
......................
......................
50223
..........................
..........................
..........................
15
Nr.
VKT-inst 5.3.1
III. STAAT VAN DE OBLIGATIES EN ANDERE VASTRENTENDE EFFECTEN (actiefpost V)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
A. ALGEMENE OPGAVE
(10500)
........................
........................
1. Obligaties en effecten uitgegeven door verbonden ondernemingen ...
50301
........................
........................
2. Obligaties en effecten uitgegeven door ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat ...............................................................
50302
........................
........................
3. Obligaties en effecten die achtergestelde vorderingen
vertegenwoordigen ....................................................................................
50303
........................
........................
4. Geografische uitsplitsing van de effecten
a. Belgische publiekrechtelijke emittenten ...............................................
b. Buitenlandse publiekrechtelijke emittenten ..........................................
c. Belgische niet-publiekrechtelijke emittenten .........................................
d. Buitenlandse niet-publiekrechtelijke emittenten ....................................
5. Noteringen
a. Boekwaarde van de genoteerde effecten .............................................
b. Marktwaarde van de genoteerde effecten ............................................
c. Boekwaarde van de niet-genoteerde effecten .......................................
50304
50305
50306
50307
50308
50309
50310
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
6. Looptijden
a. Resterende looptijd van hoogstens één jaar ........................................
b. Resterende looptijd van meer dan één jaar .........................................
50311
7. Uitsplitsing van de effecten naargelang ze behoren tot de
a. Handelsportefeuille .............................................................................
b. Beleggingsportefeuille .........................................................................
50313
50314
......................
......................
8. Voor de handelsportefeuille
a. Het positieve verschil tussen de marktwaarde en de
aanschaffingswaarde van de effecten die tegen marktwaarde worden
gewaardeerd ...........................................................................................
b. Het positieve verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde van
de effecten die worden gewaardeerd overeenkomstig art. 35ter, § 2,
tweede lid ...............................................................................................
50315
......................
50316
......................
9. Voor de beleggingsportefeuille
a. Het positieve verschil van alle effecten waarvan de
terugbetalingswaarde groter is dan hun boekwaarde ...............................
b. Het negatieve verschil van alle effecten waarvan de
terugbetalingswaarde kleiner is dan hun boekwaarde ..............................
50317
......................
50318
......................
50312
......................
......................
16
Nr.
VKT-inst 5.3.2
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
B. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE
BELEGGINGSPORTEFEUILLE OBLIGATIES EN ANDERE VASTRENTENDE
EFFECTEN
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Aanschaffingen ...................................................................................
b. Overdrachten ......................................................................................
c. Aanpassingen met toepassing van artikel 35ter, $§ 4 en 5 .......... (+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
4. Overdrachten tussen portefeuilles
a. Overdrachten van de beleggingsportefeuille naar de handelsportefeuille .........
b. Overdrachten van de handelsportefeuille naar de beleggingsportefeuille .........
c. Weerslag op het resultaat ...................................................................
50323P
xxxxxxxxxxxxxxx
50322
........................
......................
......................
......................
50323
........................
50319
50320
50321
50324
50325
50326
5. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar ..............................
50332P
6. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen want overtollig ............................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50327
......................
......................
......................
xxxxxxxxxxxxxxx
50331
........................
......................
......................
......................
......................
7. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar .............................
50332
........................
8. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
(50314)
........................
50328
50329
50330
........................
........................
17
Nr.
VKT-inst 5.4.1
IV. STAAT VAN DE AANDELEN EN ANDERE NIET-VASTRENTENDE EFFECTEN (actiefpost VI)
Codes
A. ALGEMENE OPGAVE
(10600)
1. Geografische uitsplitsing van de effecten
a. Belgische emittenten ...........................................................................
b. Buitenlands emittenten .......................................................................
50401
2. Noteringen
a. Boekwaarde van de genoteerde effecten .............................................
b. Marktwaarde van de genoteerde effecten ............................................
c. Boekwaarde van de niet-genoteerde effecten .......................................
50402
50403
50404
50405
Boekjaar
........................
......................
......................
Vorig boekjaar
........................
......................
......................
......................
......................
......................
3. Uitsplitsing van de effecten naargelang ze behoren tot de
a. Handelsportefeuille .............................................................................
b. Beleggingsportefeuille .........................................................................
50406
50407
......................
......................
4. Voor de handelsportefeuille
a. Het positieve verschil tussen de marktwaarde en de
aanschaffingswaarde van de effecten die tegen marktwaarde worden
gewaardeerd ...........................................................................................
b. Het positieve verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde van
de effecten die worden gewaardeerd overeenkomstig art. 35ter, § 2,
tweede lid ...............................................................................................
50408
......................
50409
......................
18
Nr.
VKT-inst 5.4.2
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
B. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE
BELEGGINGSPORTEFEUILLE AANDELEN EN ANDERE NIET -VASTRENTENDE
EFFECTEN
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Aanschaffingen ...................................................................................
b. Overdrachten ......................................................................................
c. Andere wijzigingen ..................................................................... (+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
4. Overdrachten tussen portefeuilles
a. Overdrachten van de beleggingsportefeuille naar de handelsportefeuille .........
b. Overdrachten van de handelsportefeuille naar de beleggingsportefeuille .........
c. Weerslag op het resultaat ...................................................................
50414P
xxxxxxxxxxxxxxx
50413
........................
......................
......................
......................
50414
........................
50410
50411
50412
50415
50416
50417
5. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar ..............................
50423P
6. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen want overtollig ............................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50418
......................
......................
......................
xxxxxxxxxxxxxxx
50422
........................
......................
......................
......................
......................
7. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar .............................
50423
........................
8. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
(50407)
........................
50419
50420
50421
........................
........................
19
Nr.
VKT-inst 5.5.1
V. STAAT VAN DE FINANCIËLE VASTE ACTIVA (actiefpost VII)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
50501
50502
......................
......................
......................
......................
50503
......................
......................
50504
......................
......................
50505
......................
......................
50506
......................
......................
50507
......................
......................
50508
......................
......................
50509
......................
......................
50510
......................
......................
50511
50512
......................
......................
50513
......................
50514
......................
50515
......................
50516
......................
50517
......................
A. ALGEMENE OPGAVE
1. Uitsplitsing van de financiële vaste activa volgens economische
sector
a. Deelnemingen in verbonden ondernemingen die kredietinstelling zijn ..
b. Deelnemingen in verbonden ondernemingen die geen kredietinstelling zijn ......
c. Deelnemingen in ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding
bestaat en die kredietinstelling zijn ..........................................................
d.
Deelnemingen
in
ondernemingen
waarmee
een
deelnemingsverhouding bestaat en die geen kredietinstelling zijn ............
e. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren in
ondernemingen die kredietinstelling zijn ..................................................
f. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren in
ondernemingen die geen kredietinstelling zijn ..........................................
g. Achtergestelde vorderingen op verbonden ondernemingen die
kredietinstelling zijn ................................................................................
h. Achtergestelde vorderingen op verbonden ondernemingen die geen
kredietinstelling zijn ................................................................................
i. Achtergestelde vorderingen op ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat en die kredietinstelling zijn ....................
j. Achtergestelde vorderingen op ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat en die geen kredietinstelling zijn ............
2. Noteringen
a. Deelnemingen in verbonden ondernemingen die genoteerd zijn ...........
b. Deelnemingen in verbonden ondernemingen die niet genoteerd zijn ....
c. Deelnemingen in ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding
bestaat en die genoteerd zijn ..................................................................
d.
Deelnemingen
in
ondernemingen
waarmee
een
deelnemingsverhouding bestaat en die niet genoteerd zijn ......................
e. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren in
ondernemingen die genoteerd zijn ...........................................................
f. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren in
ondernemingen die niet genoteerd zijn ....................................................
g. Bedrag van de door genoteerde effecten vertegenwoordigde
achtergestelde vorderingen .....................................................................
20
Nr.
VKT-inst 5.5.2
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
B. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE DEELNEMINGEN
IN VERBONDEN ONDERNEMINGEN
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Aanschaffingen ...................................................................................
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50522P
xxxxxxxxxxxxxxx
50521
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50522
........................
4. Meerwaarden per einde van het boekjaar ..............................................
50528P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Verworven van derden ........................................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50518
50519
50520
50527
........................
......................
......................
......................
......................
6. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50528
........................
7. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar ..............................
50535P
xxxxxxxxxxxxxxx
8. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen want overtollig ............................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt ...........................................................................................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50523
50524
50525
50526
50534
........................
......................
......................
......................
......................
......................
9. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar .............................
50535
........................
10. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .....................................
10710
........................
50529
50530
50531
50532
50533
........................
........................
........................
21
Nr.
VKT-inst 5.5.3
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
C. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE DEELNEMINGEN
IN ONDERNEMINGEN WAARMEE EEN DEELNEMINGSVERHOUDING BESTAAT
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Aanschaffingen ...................................................................................
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50540P
xxxxxxxxxxxxxxx
50539
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50540
........................
4. Meerwaarden per einde van het boekjaar ..............................................
50546P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Verworven van derden ........................................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50536
50537
50538
50545
........................
......................
......................
......................
......................
6. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50546
........................
7. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar ..............................
50553P
xxxxxxxxxxxxxxx
8. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen want overtollig ............................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt ...........................................................................................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50541
50542
50543
50544
50552
........................
......................
......................
......................
......................
......................
9. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar .............................
50553
........................
10. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .....................................
10720
........................
50547
50548
50549
50550
50551
........................
........................
........................
22
Nr.
VKT-inst 5.5.4
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
D. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE ANDERE
AANDELEN DIE TOT DE FINANCIËLE VASTE ACTIVA BEHOREN
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Aanschaffingen ...................................................................................
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50558P
xxxxxxxxxxxxxxx
50557
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50558
........................
4. Meerwaarden per einde van het boekjaar ..............................................
50564P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Verworven van derden ........................................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50554
50555
50556
50563
........................
......................
......................
......................
......................
6. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50564
........................
7. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar ..............................
50571P
xxxxxxxxxxxxxxx
8. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen want overtollig ............................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt ...........................................................................................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50559
50560
50561
50562
50570
........................
......................
......................
......................
......................
......................
9. Waardeverminderingen per einde van het boekjaar .............................
50571
........................
10. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .....................................
10730
........................
50565
50566
50567
50568
50569
........................
........................
........................
23
Nr.
VKT-inst 5.5.5
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
E. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE
ACHTERGESTELDE VORDERINGEN OP VERBONDEN ONDERNEMINGEN
1. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Toevoegingen .....................................................................................
b. Terugbetalingen ..................................................................................
c. Geboekte waardeverminderingen ........................................................
d. Teruggenomen waardeverminderingen ...............................................
e. Wisselkoersverschillen ............................................................... (+)/(-)
f. Overige ...................................................................................... (+)/(-)
50579P
xxxxxxxxxxxxxxx
50578
........................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
3. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
50579
........................
4. Gecumuleerde waardeverminderingen per einde van het boekjaar ....
50580
........................
50572
50573
50574
50575
50576
50577
........................
24
Nr.
VKT-inst 5.5.6
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
F. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE
ACHTERGESTELDE VORDERINGEN OP ONDERNEMINGEN WAARMEE EEN
DEELNEMINGSVERHOUDING BESTAAT
1. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Toevoegingen .....................................................................................
b. Terugbetalingen ..................................................................................
c. Geboekte waardeverminderingen ........................................................
d. Teruggenomen waardeverminderingen ...............................................
e. Wisselkoersverschillen ............................................................... (+)/(-)
f. Overige ...................................................................................... (+)/(-)
50588P
xxxxxxxxxxxxxxx
50587
........................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
3. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
50588
........................
4. Gecumuleerde waardeverminderingen per einde van het boekjaar ....
50589
........................
50581
50582
50583
50584
50585
50586
........................
25
Nr.
VKT-inst 5.6.1
VI. INLICHTINGEN OMTRENT DE DEELNEMINGEN
A. DEELNEMINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE RECHTEN IN ANDERE ONDERNEMINGEN
Hieronder worden de ondernemingen vermeld waarin de instelling een deelneming bezit in de zin van het Koninklijk Besluit van
23 september 1992, alsmede de andere ondernemingen waarin de instelling maatschappelijke rechten bezit ten belope van ten
minste 10 % van het geplaatste kapitaal.
NAAM, volledig adres van de ZETEL
Aangehouden maatschappelijke rechten
rechtstreeks
en, zo het een onderneming naar
dochters
Belgisch recht betreft,
het ONDERNEMINGSNUMMER
Soort
Aantal
Gegevens geput uit de laatst beschikbare jaarrekening
%
%
Eigen vermogen
Jaarrekening
Munt-
per
code
Nettoresultaat
(+) of (-)
(in duizenden munteenheden)
26
Nr.
VKT-inst 5.6.2
B. LIJST VAN ONDERNEMINGEN WAARVOOR DE INSTELLING ONBEPERKT AANSPRAKELIJK IS IN HAAR HOEDANIGHEID VAN ONBEPERKT
AANSPRAKELIJK VENNOOT OF LID
De jaarrekening van elk van de ondernemingen waarvoor de instelling onbeperkt aansprakelijk is, wordt bij de voorliggende
jaarrekening gevoegd en samen hiermee openbaar gemaakt, tenzij in de tweede kolom de reden wordt vermeld waarom dit niet het
geval is; deze vermelding gebeurt door te verwijzen naar de van toepassing zijnde code (A, B of C) die hieronder wordt gedefinieerd.
De jaarrekening van de vermelde onderneming:
A. wordt door deze onderneming openbaar gemaakt door neerlegging bij de Nationale Bank van België;
B. wordt door deze onderneming daadwerkelijk openbaar gemaakt in een andere lidstaat van de Europese Unie,
overeenkomstig artikel 3 van de richtlijn 68/151/EEG;
C. wordt door integrale of evenredige consolidatie opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de instelling die is
opgesteld, gecontroleerd en openbaar gemaakt overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 23 september 1992 op de
geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van
instellingen voor collectieve belegging.
NAAM, volledig adres van de ZETEL, RECHTSVORM
en, zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft,
Eventuele code
het ONDERNEMINGSNUMMER
27
Nr.
VKT-inst 5.7.1
VII. STAAT VAN DE OPRICHTINGSKOSTEN EN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA (actiefpost VIII)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
A. OPRICHTINGSKOSTEN
1. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
50705P
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Nieuwe kosten van het boekjaar ..........................................................
b. Afschrijvingen .....................................................................................
c. Andere ....................................................................................... (+)/(-)
50701
50704
........................
......................
......................
......................
3. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
50705
........................
4. Waarvan
a. Kosten van oprichting en kapitaalverhoging, kosten bij uitgifte van
leningen en andere oprichtingskosten .....................................................
b. Herstructureringskosten ......................................................................
50702
50703
50706
50707
xxxxxxxxxxxxxxx
........................
......................
......................
28
Nr.
VKT-inst 5.7.42
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
B. GOODWILL
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa .......
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50712P
xxxxxxxxxxxxxxx
50711
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50712
........................
4. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50719P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen ....................................................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen ........................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50708
50709
50710
50718
........................
......................
......................
......................
......................
......................
6. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50719
........................
7. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
50720
........................
50713
50714
50715
50716
50717
........................
........................
29
Nr.
VKT-inst 5.7.3
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
C. PROVISIES TER VERGOEDING VAN DE AANBRENG VAN VERRICHTINGEN MET
HET CLIËNTEEL
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa .......
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50725P
xxxxxxxxxxxxxxx
50724
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50725
........................
4. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50732P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen ...................................................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen ........................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50721
50722
50723
50731
........................
......................
......................
......................
......................
......................
6. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50732
........................
7. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
50733
........................
50726
50727
50728
50729
50730
........................
........................
30
Nr.
VKT-inst 5.7.4
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
D. OVERIGE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
2. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa .......
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50738P
xxxxxxxxxxxxxxx
50737
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50738
........................
4. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50745P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ................................................................
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen ...................................................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen ........................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50734
50735
50736
50744
........................
......................
......................
......................
......................
......................
6. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50745
........................
7. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .......................................
50746
........................
50739
50740
50741
50742
50743
........................
........................
31
Nr.
VKT-inst 5.8.1
VIII. STAAT VAN DE MATERIËLE VASTE ACTIVA (actiefpost IX)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
A. T ERREINEN EN GEBOUWEN
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50805P
2. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa .......
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50801
50804
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50805
........................
4. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50811P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Verworven van derden ........................................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50806
50810
........................
......................
......................
......................
......................
6. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50811
........................
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50818P
xxxxxxxxxxxxxxx
8. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt...............................................................................................
b. Teruggenomen ...................................................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen ........................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50812
50817
........................
......................
......................
......................
......................
......................
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50818
........................
10. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .....................................
50819
........................
50802
50803
50807
50808
50809
50813
50814
50815
50816
xxxxxxxxxxxxxxx
.......................
.......................
.......................
32
Nr.
VKT-inst 5.8.2
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
B. INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50824P
2. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa .......
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50820
50823
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50824
........................
4. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50830P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Verworven van derden ........................................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50825
50829
........................
......................
......................
......................
......................
6. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50830
........................
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50837P
xxxxxxxxxxxxxxx
8. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen ...................................................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen .........................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ................................ (+)/(-)
50831
50836
........................
......................
......................
......................
......................
......................
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50837
........................
10. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .....................................
50838
........................
50821
50822
50826
50827
50828
50832
50833
50834
50835
xxxxxxxxxxxxxxx
.......................
.......................
.......................
33
Nr.
VKT-inst 5.8.3
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
C. MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50843P
2. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa .......
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50839
50842
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50843
........................
4. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50849P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Verworven van derden ........................................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50844
50848
........................
......................
......................
......................
......................
6. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50849
........................
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50856P
xxxxxxxxxxxxxxx
8. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen ...................................................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen .........................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ................................ (+)/(-)
50850
50855
........................
......................
......................
......................
......................
......................
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50856
........................
10. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .....................................
50857
........................
50840
50841
50845
50846
50847
50851
50852
50853
50854
xxxxxxxxxxxxxxx
.......................
.......................
.......................
34
Nr.
VKT-inst 5.8.4
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
D. LEASING EN SOORTGELIJKE RECHTEN
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50862P
2. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa .......
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50858
50861
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50862
........................
4. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50868P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Verworven van derden ........................................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50863
50867
........................
......................
......................
......................
......................
6. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50868
........................
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50875P
xxxxxxxxxxxxxxx
8. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen ...................................................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen .........................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ................................ (+)/(-)
50869
50874
........................
......................
......................
......................
......................
......................
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50875
........................
10. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .....................................
50876
........................
11. Waarvan
a. Terreinen en gebouwen .......................................................................
b. Installaties, machines en uitrusting .....................................................
c. Meubilair en rollend materieel ..............................................................
50859
50860
50864
50865
50866
50870
50871
50872
50873
50877
50878
50879
xxxxxxxxxxxxxxx
........................
........................
........................
......................
......................
......................
35
Nr.
VKT-inst 5.8.5
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
E. OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50884P
2. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa .......
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50880
50883
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50884
........................
4. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50890P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Verworven van derden ........................................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50885
50889
........................
......................
......................
......................
......................
6. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50890
........................
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50897P
xxxxxxxxxxxxxxx
8. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen ...................................................................................
c. verworven van derden .........................................................................
d. Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen .........................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ................................ (+)/(-)
50891
50896
........................
......................
......................
......................
......................
......................
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50897
........................
10. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .....................................
50898
........................
50881
50882
50886
50887
50888
50892
50893
50894
50895
xxxxxxxxxxxxxxx
.......................
.......................
.......................
36
Nr.
VKT-inst 5.8.6
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
F. ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUITBETALINGEN
1. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50903P
2. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa .......
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen .............................................
c. Overboekingen van een post naar een andere ............................ (+)/(-)
50899
50902
........................
......................
......................
......................
3. Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ................................
50903
........................
4. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50909P
xxxxxxxxxxxxxxx
5. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Verworven van derden ........................................................................
c. Afgeboekt ...........................................................................................
d. Overgeboekt van een post naar een andere ............................... (+)/(-)
50904
50908
........................
......................
......................
......................
......................
6. Meerwaarden per einde van het boekjaar .............................................
50909
........................
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50916P
xxxxxxxxxxxxxxx
8. Mutaties tijdens het boekjaar ....................................................... (+)/(-)
a. Geboekt ..............................................................................................
b. Teruggenomen ...................................................................................
c. Verworven van derden ........................................................................
d. Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen .........................
e. Overgeboekt van een post naar een andere ................................ (+)/(-)
50910
50915
........................
......................
......................
......................
......................
......................
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
50916
........................
10. Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar .....................................
50917
........................
50900
50901
50905
50906
50907
50911
50912
50913
50914
xxxxxxxxxxxxxxx
.......................
.......................
.......................
37
Nr.
VKT-inst 5.9
IX. OVERIGE ACTIVA (actiefpost XI)
Boekjaar
Uitsplitsing van de post XI van de activa indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
......................
......................
......................
......................
38
Nr.
VKT-inst 5.10
X. OVERLOPENDE REKENINGEN (actiefpost XII)
Codes
Boekjaar
1. Over te dragen kosten ............................................................................................................
51001
......................
2. Verworven opbrengsten ..........................................................................................................
51002
......................
X.bis HERBELEGGING VAN GESEGREGEERDE CLIËNTENGELDEN
Codes
Totaal ...........................................................................................................................................
51003
Boekjaar
......................
39
Nr.
VKT-inst 5.11
XI. STAAT VAN DE SCHULDEN BIJ KREDIETINSTELLINGEN (passiefpost I)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
1. Schulden bij verbonden ondernemingen ..............................................
51101
........................
........................
2. Schulden bij ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding
bestaat ........................................................................................................
51102
........................
........................
3. Uitsplitsing van de niet onmiddellijk opvraagbare schulden naar hun
resterende looptijd
a. Van hoogstens drie maanden ..............................................................
b. Van meer dan drie maanden en hoogstens één jaar ............................
c. Van meer dan één jaar en hoogstens vijf jaar ......................................
d. Van meer dan vijf jaar .........................................................................
e. Met onbepaalde looptijd ......................................................................
51103
51104
51105
51106
51107
......................
......................
......................
......................
......................
40
Nr.
VKT-inst 5.12
XII. STAAT VAN DE SCHULDEN BIJ CLIËNTEN (passiefpost II)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
1. Schulden bij verbonden ondernemingen ..............................................
51201
........................
........................
2. Schulden bij ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding
bestaat ........................................................................................................
51202
........................
........................
3. Uitsplitsing van de schulden bij cliënten naar hun resterende looptijd
a. Onmiddellijk opvraagbaar ...................................................................
b. Van hoogstens drie maanden ..............................................................
c. Van meer dan drie maanden en hoogstens één jaar ............................
d. Van meer dan één jaar en hoogstens vijf jaar ......................................
e. Van meer dan vijf jaar .........................................................................
f. Met onbepaalde looptijd .......................................................................
51203
51204
51205
51206
51207
51208
4. Uitsplitsing van de schulden bij cliënten naar de aard van de
schuldeisers
a. Schulden bij de overheid .....................................................................
b. Schulden bij particulieren ....................................................................
c. Schulden bij ondernemingen ...............................................................
51209
5. Geografische uitsplitsing van de schulden bij cliënten
a. Uit België ............................................................................................
b. Uit het buitenland ................................................................................
51212
51210
51211
51213
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
..........................
..........................
..........................
......................
......................
41
Nr.
VKT-inst 5.13
XIII. STAAT VAN DE IN SCHULDBEWIJZEN BELICHAAMDE SCHULDEN (passiefpost III)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
1. Schuldbewijzen die, naar weten van de instelling, schulden zijn bij
verbonden ondernemingen .......................................................................
51301
........................
........................
2. Schuldbewijzen die, naar weten van de instelling, schulden zijn bij
ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat .............
51302
........................
........................
3. Uitsplitsing van de in schuldbewijzen belichaamde schulden naar hun
resterende looptijd
a. Van hoogstens drie maanden ..............................................................
b. Van meer dan drie maanden en hoogstens één jaar ............................
c. Van meer dan één jaar en hoogstens vijf jaar ......................................
d. Van meer dan vijf jaar .........................................................................
e. Met onbepaalde looptijd ......................................................................
51303
51304
51305
51306
51307
......................
......................
......................
......................
......................
42
Nr.
VKT-inst 5.14
XIV. STAAT VAN DE OVERIGE SCHULDEN (passiefpost IV)
Codes
1. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten ten aanzien
van het belastingbestuur ......................................................................................................
a. Vervallen schulden .........................................................................................................
b. Niet-vervallen schulden ..................................................................................................
2. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten ten aanzien
van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ..........................................................................
a. Vervallen schulden .........................................................................................................
b. Niet-vervallen schulden ..................................................................................................
3. Belastingen
a. Te betalen belastingen ...................................................................................................
b. Geschatte belastingschulden .........................................................................................
4. Overige schulden
Uitsplitsing indien onder deze post een belangrijk bedrag voorkomt
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
51401
Boekjaar
...................................
51402
...................................
51403
...................................
51404
...................................
51405
...................................
51406
...................................
51407
...................................
51408
...................................
...................................
...................................
...................................
...................................
43
Nr.
VKT-inst 5.15
XV. OVERLOPENDE REKENINGEN (passiefpost V)
Codes
Boekjaar
1. Toe te rekenen kosten ............................................................................................................
51501
......................
2. Over te dragen opbrengsten ...................................................................................................
51502
......................
44
Nr.
VKT-inst 5.16
XVI. VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO'S EN KOSTEN (passiefpost VI.A.3)
Boekjaar
Uitsplitsing van de post VI.A.3 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
......................
......................
......................
......................
45
Nr.
VKT-inst 5.17
XVII. STAAT VAN DE ACHTERGESTELDE SCHULDEN (passiefpost VIII)
Codes
Vorig boekjaar
Boekjaar
1. Achtergestelde schulden bij verbonden ondernemingen ....................
51701
........................
........................
2. Achtergestelde schulden bij ondernemingen waarmee een
deelnemingsverhouding bestaat ...............................................................
51702
........................
........................
Codes
3. Kosten verbonden aan achtergestelde schulden toerekenbaar aan het boekjaar .................
51703
Boekjaar
........................
4. Voor elke achtergestelde lening, de volgende gegevens: het referentienummer, de muntcode, het bedrag van de lening in
de munt van de lening, de modaliteiten voor de vergoeding, de vervaldag en, zo er geen welbepaalde vervaldag is, de
modaliteiten voor de looptijd, in voorkomend geval de omstandigheden waarin de instelling deze lening vervroegd moet
terugbetalen, de voorwaarden voor de achterstelling, en in voorkomend geval de voorwaarden voor de omzetting in kapitaal
of in een andere passiefvorm
46
Nr.
VKT-inst 5.18
XVIII. STAAT VAN HET KAPITAAL EN DE AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
20910P
......................
(20910)
xxxxxxxxxxxxxx
......................
Codes
Bedragen
Aantal aandelen
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
xxxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxxxxx
......................
......................
......................
......................
......................
......................
Niet-opgevraagd
Opgevraagd, niet-
bedrag
gestort bedrag
......................
xxxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxxxxx
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
A. STAAT VAN HET KAPITAAL
1. Maatschappelijk kapitaal
a. Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar .....................................
b. Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar .....................................
c. Wijzigingen tijdens het boekjaar
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
d. Samenstelling van het kapitaal
e. Soorten aandelen
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
f. Aandelen op naam ...............................................................................
g. Aandelen aan toonder en/of gedematerialiseerde aandelen .................
51801
51802
Codes
2. Niet-gestort kapitaal
a. Niet-opgevraagd kapitaal ....................................................................
b. Opgevraagd, niet-gestort kapitaal .......................................................
c. Aandeelhouders die nog moeten volstorten
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
(20920)
51803
Codes
3. Eigen aandelen
a. Gehouden door de instelling zelf
* Kapitaalbedrag .................................................................................................................
* Aantal aandelen ...............................................................................................................
b. Gehouden door haar dochters
* Kapitaalbedrag .................................................................................................................
* Aantal aandelen ...............................................................................................................
4. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen
a. Als gevolg van de uitoefening van CONVERSIERECHTEN
* Bedrag van de lopende converteerbare leningen ...............................................................
* Bedrag van het te plaatsen kapitaal ..................................................................................
* Maximum aantal uit te geven aandelen ............................................................................
b. Als gevolg van de uitoefening van INSCHRIJVINGSRECHTEN
* Aantal inschrijvingsrechten in omloop ..............................................................................
* Bedrag van het te plaatsen kapitaal ..................................................................................
* Maximum aantal uit te geven aandelen ............................................................................
5. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal .......................................................................................
51804
51805
51806
51807
51808
51809
51810
Boekjaar
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
51813
......................
......................
......................
51814
......................
51811
51812
47
Nr.
6. Aandelen buiten kapitaal
a. Verdeling
* Aantal aandelen ...............................................................................................................
* Daaraan verbonden stemrecht .........................................................................................
b. Uitsplitsing volgens de aandeelhouders
* Aantal aandelen gehouden door de vennootschap zelf ......................................................
* Aantal aandelen gehouden door haar dochters .................................................................
VKT-inst 5.18
Codes
Boekjaar
51815
......................
......................
51816
51817
51818
......................
......................
B. AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR VAN DE INSTELLING OP DE DATUM VAN DE JAARAFSLUITING , ZOALS DIE BLIJKT UIT DE
KENNISGEVINGEN DIE DE INSTELLING HEEFT ONTVANGEN
48
Nr.
VKT-inst 5.19
XIX. UITSPLITSING VAN DE BALANS, INDIEN GROTER DAN 15 MILJOEN EURO, IN EURO EN VREEMDE
MUNTEN
Codes
Boekjaar
51901
............................
............................
1. Totaal actief
a. In euro ...........................................................................................................................
b. In vreemde munten (tegenwaarde in euro) .....................................................................
51902
2. Totaal passief
a. In euro ...........................................................................................................................
b. In vreemde munten (tegenwaarde in euro) .....................................................................
51904
51903
............................
............................
49
Nr.
VKT-inst 5.20
XX. FIDUCIAIRE VERRICHTINGEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 27TER, § 1, DERDE LID
Boekjaar
Betrokken actief- en passiefposten
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
......................
......................
......................
......................
50
Nr.
VKT-inst 5.21.1
XXI. STAAT VAN DE GEWAARBORGDE SCHULDEN EN VERPLICHTINGEN
Boekjaar
A. HYPOTHEKEN (bedrag van de inschrijving of boekwaarde van de bezwaarde gebouwen,
wanneer deze lager ligt)
1. Zakelijke zekerheden die door de instelling werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar eigen
activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van de instelling
a. Passiefposten
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
b. Posten buiten de balanstelling
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
2. Zakelijke zekerheden die door de instelling werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar eigen
activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
51
Nr.
VKT-inst 5.21.2
Boekjaar
B. PANDEN OP HET HANDELSFONDS (bedrag van de inschrijving)
1. Zakelijke zekerheden die door de instelling werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar eigen
activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van de instelling
a. Passiefposten
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
b. Posten buiten de balanstelling
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
2. Zakelijke zekerheden die door de instelling werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar eigen
activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
52
Nr.
VKT-inst 5.21.3
Boekjaar
C. PANDEN OP ANDERE ACTIVA (boekwaarde van de verpande activa)
1. Zakelijke zekerheden die door de instelling werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar eigen
activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van de instelling
a. Passiefposten
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
b. Posten buiten de balanstelling
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
2. Zakelijke zekerheden die door de instelling werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar eigen
activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
53
Nr.
VKT-inst 5.21.4
Boekjaar
D. ZEKERHEDEN GEVESTIGD OP TOEKOMSTIGE ACTIVA (bedrag van de betrokken activa)
1. Zakelijke zekerheden die door de instelling werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar eigen
activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van de instelling
a. Passiefposten
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
b. Posten buiten de balanstelling
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
2. Zakelijke zekerheden die door de instelling werden gesteld of onherroepelijk beloofd op haar eigen
activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
54
Nr.
VKT-inst 5.22
XXII. STAAT VAN DE EVENTUELE PASSIVA EN VAN DE VERPLICHTINGEN MET EEN POTENTIEEL
KREDIETRISICO (posten buiten de balanstelling I en II)
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
1. Totaal van de eventuele passiva voor rekening van verbonden
ondernemingen ..........................................................................................
52201
........................
........................
2. Totaal van de eventuele passiva voor rekening van ondernemingen
waarmee een deelnemingsverhouding bestaat ........................................
52202
........................
........................
3. Totaal van de verplichtingen met een potentieel kredietrisico ten
aanzien van verbonden ondernemingen ...................................................
52203
........................
........................
4. Totaal van de verplichtingen met een potentieel kredietrisico ten
aanzien van ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding
bestaat ........................................................................................................
52204
........................
........................
55
Nr.
VKT-inst 5.23
XXIII. BEDRIJFSRESULTATEN (posten I tot XV van de resultatenrekening)
Codes
1. Uitsplitsing van de bedrijfsopbrengsten volgens hun oorsprong
a. Rente-opbrengsten en soortgelijke opbrengsten ..................................
* Belgische vestigingen ......................................................................
* Buitenlandse vestigingen .................................................................
b. Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten: aandelen en andere nietvastrentende effecten ..............................................................................
* Belgische vestigingen ......................................................................
* Buitenlandse vestigingen .................................................................
c. Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten: deelnemingen in verbonden
ondernemingen .......................................................................................
* Belgische vestigingen ......................................................................
* Buitenlandse vestigingen .................................................................
d. Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten: deelnemingen in
ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat ...............
* Belgische vestigingen ......................................................................
* Buitenlandse vestigingen .................................................................
e. Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten: andere aandelen die tot de
financiële vaste activa behoren ...............................................................
* Belgische vestigingen ......................................................................
* Buitenlandse vestigingen .................................................................
f. Ontvangen provisies ............................................................................
* Belgische vestigingen ......................................................................
* Buitenlandse vestigingen .................................................................
g. Winst uit financiële transacties ............................................................
* Belgische vestigingen ......................................................................
* Buitenlandse vestigingen .................................................................
h. Overige bedrijfsopbrengsten ...............................................................
* Belgische vestigingen ......................................................................
* Buitenlandse vestigingen .................................................................
2. Werknemers ingeschreven in het personeelsregister
a. Totaal aantal op de afsluitingsdatum ...................................................
b. Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten ........
* Directiepersoneel ............................................................................
* Bedienden .......................................................................................
* Arbeiders ........................................................................................
* Andere ............................................................................................
c. Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren ..............................................
3. Personeelskosten
a. Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen ...............................
b. Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen ................................
c. Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen ......................
d. Andere personeelskosten ....................................................................
e. Ouderdoms- en overlevingspensioenen ...............................................
4. Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen
a. Toevoegingen ................................................................................. (+)
b. Bestedingen en terugnemingen ........................................................ (-)
Boekjaar
Vorig boekjaar
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
52309
......................
52310
......................
(40400)
......................
52311
......................
52312
......................
(40600)
......................
52313
......................
52314
......................
(41400)
......................
52315
......................
52316
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
(40100)
52301
52302
(40310)
52303
52304
(40320)
52305
52306
(40330)
52307
52308
(40340)
52317
52318
52319
52320
52321
52322
52323
52324
52325
52326
52327
52328
52329
52330
56
Nr.
VKT-inst 5.23
Codes
5. Uitsplitsing van de overige bedrijfsopbrengsten indien onder deze
post een belangrijk bedrag voorkomt
...............................................................................................................
...............................................................................................................
...............................................................................................................
6. Overige bedrijfskosten
a. Bedrijfsbelastingen en -taksen ............................................................
b. Andere ................................................................................................
c. Uitsplitsing van de overige bedrijfskosten indien onder deze post een
belangrijk bedrag voorkomt
...............................................................................................................
...............................................................................................................
...............................................................................................................
52331
52332
Boekjaar
Vorig boekjaar
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
7. Bedrijfsopbrengsten met betrekking tot verbonden ondernemingen ..
52333
........................
........................
8. Bedrijfskosten met betrekking tot verbonden ondernemingen ...........
52334
........................
........................
57
Nr.
VKT-inst 5.24.1
XXIV. OPGAVE VAN DE TERMIJNVERRICHTINGEN BUITEN DE BALANSTELLING OP EFFECTEN, DEVIEZEN EN
ANDERE FINANCIËLE INSTRUMENTEN DIE GEEN VERPLICHTINGEN MET ZICH BRENGEN MET EEN
POTENTIEEL KREDIETRISICO IN DE ZIN VAN POST II BUITEN DE BALANSTELLING
Codes
Boekjaar
A. SOORTEN VERRICHTINGEN (bedrag op de afsluitingsdatum van de rekeningen)
1. Verrichtingen op effecten
a. Termijnaankopen en -verkopen van effecten en waardepapier ........................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
2. Verrichtingen op deviezen (bedragen die moeten worden geleverd)
a. Termijnwisselverrichtingen .............................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
b. Valuta en renteswaps .....................................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
c. Futures op valuta ...........................................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
d. Opties op valuta ............................................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
e. Contracten op termijnwisselkoersen ...............................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
3. Verrichtingen op andere financiële instrumenten
Termijnrenteverrichtingen (nominaal/notioneel refertebedrag)
a. Renteswap-overeenkomsten ..........................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
b. Interest-future-verrichtingen ...........................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
c. Rentecontracten op termijn ............................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
d. Opties op rente ..............................................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
Andere aan- en verkopen op termijn (aankoop-/verkoopprijs overeengekomen tussen
partijen)
e. Andere optieverrichtingen ...............................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
f. Andere future-verrichtingen .............................................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
g. Andere termijnaankopen en -verkopen ...........................................................................
* Waarvan niet als dekking bestemde verrichtingen ......................................................
52401
52402
52403
52404
52405
52406
52407
52408
52409
52410
52411
52412
52413
52414
52415
52416
52417
52418
52419
52420
52421
52422
52423
52424
52425
52426
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
............................
..............................
...................................
..............................
58
Nr.
VKT-inst 5.24.2
Codes
Boekjaar
1. Termijnrenteverrichtingen in het kader van het thesauriebeheer
a. Nominaal/notioneel refertebedrag op de afsluitingsdatum van de rekeningen ..................
b. Verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde .............................................. (+)/(-)
52427
............................
............................
2. Termijnrenteverrichtingen in het kader van het ALM-beheer
a. Nominaal/notioneel refertebedrag op de afsluitingsdatum van de rekeningen ..................
b. Verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde .............................................. (+)/(-)
52429
3. Niet-risicoreducerende termijnrenteverrichtingen (LOCOM)
a. Nominaal/notioneel refertebedrag op de afsluitingsdatum van de rekeningen ..................
b. Verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde .............................................. (+)/(-)
52431
B. BECIJFERING
VAN DE IMPACT OP DE RESULTATEN VAN EEN DEROGATIE OP DE
WAARDERINGSREGEL
VAN
ARTIKEL
36BIS,
§
2
MET
BETREKKING
TOT
DE
TERMIJNRENTEVERRICHTINGEN
52428
52430
52432
............................
............................
............................
............................
59
Nr.
VKT-inst 5.25
XXV. UITZONDERLIJKE RESULTATEN
Codes
Boekjaar
1. Meerwaarden bij de overdracht van vaste activa aan verbonden ondernemingen ........
52501
............................
2. Minderwaarden bij de overdracht van vaste activa aan verbonden ondernemingen .....
52502
............................
3. Uitsplitsing van de andere uitzonderlijke opbrengsten indien onder deze post een
belangrijk bedrag voorkomt
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
............................
............................
............................
4. Uitsplitsing van de andere uitzonderlijke kosten indien onder deze post een belangrijk
bedrag voorkomt
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
............................
............................
............................
60
Nr.
VKT-inst 5.26
XXVI. BELASTINGEN OP HET RESULTAAT
Codes
1. Belastingen op het resultaat van het boekjaar ........................................................................
a. Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen .........................................................
b. Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen ...................................
c. Geraamde belastingsupplementen .........................................................................................
2. Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren .................................................................
a. Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen .................................................................
b. Geraamde belastingsupplementen of belastingen waarvoor een voorziening werd gevormd ...
52601
52602
52603
52604
52605
52606
52607
3. Belangrijkste oorzaken van de verschillen tussen de winst vóór belastingen, zoals die
blijkt uit de jaarrekening, en de geraamde belastbare winst
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
Boekjaar
........................
......................
......................
......................
........................
......................
......................
......................
......................
......................
......................
4. Invloed van de uitzonderlijke resultaten op de belastingen op het resultaat van het boekjaar
5. Bronnen van belastinglatenties
a. Actieve latenties .....................................................................................................................
* Gecumuleerde fiscale verliezen die aftrekbaar zijn van latere belastbare winsten ................
* Andere actieve latenties
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
b. Passieve latenties ..................................................................................................................
* Uitsplitsing van de passieve latenties
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
..........................................................................................................................................
Codes
Boekjaar
52608
52609
......................
......................
52610
......................
......................
......................
......................
......................
......................
61
Nr.
VKT-inst 5.27
XXVII. BELASTING OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
1. In rekening gebrachte belasting op de toegevoegde waarde
a. Aan de instelling (aftrekbaar) ..............................................................
b. Door de instelling ................................................................................
52701
......................
......................
......................
......................
2. Ingehouden bedragen ten laste van derden als
a. Bedrijfsvoorheffing ..............................................................................
b. Roerende voorheffing ..........................................................................
52703
......................
......................
......................
......................
52702
52704
62
Nr.
VKT-inst 5.28.1
XXVIII. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN EN TRANSACTIES MET
VERBONDEN PARTIJEN
A. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Codes
Boekjaar
1. Belangrijke verplichtingen tot aankoop van vaste activa
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
......................
......................
......................
2. Belangrijke verplichtingen tot verkoop van vaste activa
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
......................
......................
......................
3. Belangrijke hangende geschillen en andere belangrijke verplichtingen
4. In voorkomend geval, beknopte beschrijving van de regeling inzake het aanvullend rust- of overlevingspensioen ten
behoeve van de personeels- of directieleden, met opgave van de genomen maatregelen om de daaruit voortvloeiende
kosten te dekken
5. Pensioenen die door de instelling zelf worden gedragen: geschat bedrag van de
verplichtingen die voortvloeien uit reeds gepresteerd werk .......................................................
Code
Boekjaar
52801
......................
Basis en wijze waarop dit bedrag wordt berekend
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
6. Aard en zakelijk doel van regelingen buiten de balans
Mits de risico's of voordelen die uit dergelijke regeling voortvloeien van enige betekenis zijn en voor zover de
openbaarmaking van dergelijke risico's of voordelen noodzakelijk is voor de beoordeling van de financiële positie van de
instelling :
63
Nr.
VKT-inst 5.28.2
Boekjaar
B. T RANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN BUITEN NORMALE MARKTVOORWAARDEN
Vermelding van dergelijke transacties indien zij van enige betekenis zijn, met opgave van het bedrag
van deze transacties, de aard van de betrekking met de verbonden partij, alsmede andere informatie
over de transacties die nodig is voor het verkrijgen van inzicht in de financiële positie van de
instelling :
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
......................
......................
......................
......................
64
Nr.
VKT-inst 5.29
XXIX. FINANCIËLE BETREKKINGEN MET
Codes
Boekjaar
52901
......................
52902
......................
52903
......................
52904
52905
......................
......................
Codes
Boekjaar
52906
......................
52907
......................
......................
......................
A. BESTUURDERS EN ZAAKVOERDERS, NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN DIE DE INSTELLING
RECHTSTREEKS OF ONRECHTSTREEKS CONTROLEREN ZONDER VERBONDEN ONDERNEMINGEN TE
ZIJN, OF ANDERE ONDERNEMINGEN DIE DOOR DEZE PERSONEN RECHTSTREEKS OF
ONRECHTSTREEKS GECONTROLEERD WORDEN
1. Uitstaande vorderingen op deze personen ..............................................................................
a. Voorwaarden betreffende de uitstaande vorderingen
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
2. Waarborgen toegestaan in hun voordeel .................................................................................
a. Voornaamste voorwaarden van de toegestane waarborgen
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
3. Andere betekenisvolle verplichtingen aangegaan in hun voordeel ........................................
a. Voornaamste voorwaarden van deze verplichtingen
..................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................
4. Rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen en ten laste van de resultatenrekening
toegekende pensioenen, voor zover deze vermelding niet uitsluitend of hoofdzakelijk
betrekking heeft op de toestand van een enkel identificeerbaar persoon
a. Aan bestuurders en zaakvoerders ..........................................................................................
b. Aan oud-bestuurders en oud-zaakvoerders ............................................................................
B. DE COMMISSARIS(SEN) EN DE PERSONEN MET WIE HIJ (ZIJ) VERBONDEN IS (ZIJN)
1. Bezoldiging van de commissaris(sen) ....................................................................................
2. Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd
binnen de vennootschap door de commissaris(sen)
a. Andere controleopdrachten ....................................................................................................
b. Belastingadviesopdrachten ....................................................................................................
c. Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten ...............................................................
52908
52909
3. Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd
binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris(sen) verbonden is (zijn)
a. Andere controleopdrachten ....................................................................................................
b. Belastingadviesopdrachten ....................................................................................................
c. Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten ...............................................................
52910
52911
52912
......................
......................
......................
4. Vermeldingen in toepassing van het artikel 133, § 6 van het Wetboek van vennootschappen
65
Nr.
VKT-inst 5.30
XXX. POSITIES IN FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Codes
Boekjaar
1. Door de instelling te ontvangen financiële instrumenten voor rekening van cliënten ..........
53001
......................
2. Door de instelling te leveren financiële instrumenten aan cliënten .......................................
53002
......................
3. Door de instelling in bewaring ontvangen financiële instrumenten van cliënten ..................
53003
......................
4. Door de instelling in bewaring gegeven financiële instrumenten van cliënten ......................
53004
......................
5. Door de instelling in waarborg ontvangen financiële instrumenten van cliënten ..................
53005
......................
6. Door de instelling in waarborg gegeven financiële instrumenten van cliënten .....................
53006
......................
66
Nr.
VKT-inst 5.31
XXXI. AFGELEIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN DIE NIET GEWAARDEERD ZIJN OP BASIS VAN DE REËLE
WAARDE
Boekjaar
SCHATTING VAN DE REËLE WAARDE VOOR ELKE CATEGORIE AFGELEIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN DIE NIET
GEWAARDEERD ZIJN OP BASIS VAN DE WAARDE IN HET ECONOMISCH VERKEER , MET OPGAVE VAN DE
OMVANG EN DE AARD VAN DE INSTRUMENTEN
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
......................
......................
......................
......................
67
Nr.
VKT-inst 5.32
XXXII. VERKLARING BETREFFENDE DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
INLICHTINGEN DIE MOETEN WORDEN VERSTREKT DOOR DE INSTELLING INDIEN ZIJ DOCHTERONDERNEMING OF GEMEENSCHAPPELIJKE
DOCHTERONDERNEMING IS
Naam, volledig adres van de zetel en, zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft, het ondernemingsnummer van de
moederonderneming(en) en de aanduiding of deze moederonderneming(en) een geconsolideerde jaarrekening, waarin haar
jaarrekening door consolidatie opgenomen is, opstelt (opstellen) en openbaar maakt (maken) **:
Indien de moederonderneming(en) (een) onderneming(en) naar buitenlands recht is (zijn), de plaats waar de hiervoor bedoelde
geconsolideerde jaarrekening verkrijgbaar is**:
**
Wordt de jaarrekening van de instelling op verschillende niveaus geconsolideerd, dan worden deze gegevens verstrekt, enerzijds voor het grootste geheel
en anderzijds voor het kleinste geheel van ondernemingen waarvan de instelling als dochter deel uitmaakt en waarvoor een geconsolideerde jaarrekening
wordt opgesteld en openbaar gemaakt.
68
Nr.
VKT-inst 6
SOCIALE BALANS (in euro's)
Nummers van de paritaire comités die voor de instelling bevoegd zijn:
..........
..........
..........
..........
..........
WERKNEMERS INGESCHREVEN IN HET PERSONEELSREGISTER
Tijdens het boekjaar en het vorige
boekjaar
1. Voltijds
2. Deeltijds
(boekjaar)
(boekjaar)
Codes
3. Totaal (T) of totaal
in voltijdse equivalenten (VTE)
(boekjaar)
3P. Totaal (T) of totaal
in voltijdse
equivalenten (VTE)
(vorig boekjaar)
Gemiddeld aantal werknemers ................
100
...........................
...........................
.................. (VTE)
.................. (VTE)
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren ..
101
...........................
...........................
....................... (T)
....................... (T)
Personeelskosten ....................................
102
...........................
...........................
....................... (T)
....................... (T)
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar
Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister
Codes
1. Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in voltijdse
equivalenten
105
...........................
...........................
...........................
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd ............................
110
...........................
...........................
...........................
Overeenkomst voor een bepaalde tijd ................................
111
...........................
...........................
...........................
Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk ...........
112
...........................
...........................
...........................
Vervangingsovereenkomst .................................................
113
...........................
...........................
...........................
120
...........................
...........................
...........................
Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst
Volgens het geslacht en het studieniveau
Mannen .............................................................................
lager onderwijs .............................................................
1200
...........................
...........................
...........................
secundair onderwijs .......................................................
1201
...........................
...........................
...........................
hoger niet-universitair onderwijs ....................................
1202
...........................
...........................
...........................
universitair onderwijs ....................................................
1203
...........................
...........................
...........................
121
...........................
...........................
...........................
Vrouwen ............................................................................
lager onderwijs .............................................................
1210
...........................
...........................
...........................
secundair onderwijs .......................................................
1211
...........................
...........................
...........................
hoger niet-universitair onderwijs ....................................
1212
...........................
...........................
...........................
universitair onderwijs ....................................................
1213
...........................
...........................
...........................
Directiepersoneel ...............................................................
130
...........................
...........................
...........................
Bedienden .........................................................................
134
...........................
...........................
...........................
Arbeiders ...........................................................................
132
...........................
...........................
...........................
Andere ...............................................................................
133
...........................
...........................
...........................
Volgens de beroepscategorie
69
Nr.
VKT-inst 6
TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR
INGETREDEN
Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven ..................................................
Codes
1. Voltijds
2.
Deeltijds
3. Totaal in voltijdse
equivalenten
205
..........................
..........................
..........................
305
..........................
..........................
..........................
UITGETREDEN
Aantal werknemers met een in het personeelsregister
opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het
boekjaar een einde nam ..........................................................
INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDINGEN VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR
Totaal van de formele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven ten
laste van de werkgever
Codes
Mannen
Codes
Vrouwen
Aantal betrokken werknemers .................................................................
5801
..........................
5811
..........................
Aantal gevolgde opleidingsuren ..............................................................
5802
..........................
5812
..........................
5803
..........................
5813
..........................
Nettokosten voor de instelling .................................................................
waarvan brutokosten rechtstreeks verbonden met de opleiding .........
58031 ..........................
58131 ..........................
waarvan betaalde bijdragen en stortingen aan collectieve fondsen .....
58032 ..........................
58132 ..........................
waarvan ontvangen tegemoetkomingen (in mindering) ......................
58033 ..........................
58133 ..........................
Aantal betrokken werknemers .................................................................
5821
..........................
5831
..........................
Aantal gevolgde opleidingsuren ..............................................................
5822
..........................
5832
..........................
Nettokosten voor de instelling .................................................................
5823
..........................
5833
..........................
Aantal betrokken werknemers .................................................................
5841
..........................
5851
..........................
Aantal gevolgde opleidingsuren ..............................................................
5842
..........................
5852
..........................
Nettokosten voor de instelling .................................................................
5843
..........................
5853
..........................
Totaal van de minder formele en informele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever
Totaal van de initiële beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de
werkgever
70
Nr.
VKT-inst 7
WAARDERINGSREGELS
71
Nr.
VKT-inst 8
JAARVERSLAG
72
Nr.
VKT-inst 9
VERSLAG VAN DE COMMISSARISSEN
73
OPGAVE VAN DE BIJKOMENDE INLICHTINGEN DIE MOETEN WORDEN VERSTREKT
DOOR DE ONDERNEMING DIE HET VERKORTE MODEL VOOR INSTELLINGEN GEBRUIKT
De instelling vermeldt hierna:
-
het vervolg van de informatie waarvoor onvoldoende plaats is op het standaardmodel
-
de samenvatting van de waarderingsregels (artikel 15, tweede lid van het Koninklijk Besluit van 23 september 1992 op de
jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor
collectieve belegging)
-
in voorkomend geval, de informatie die moet worden opgenomen krachtens de volgende artikelen van het Koninklijk Besluit
van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de
beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging:
artikel 4, tweede lid: aanvullende inlichtingen wanneer de toepassing van de bepalingen van het besluit niet volstaan om te
voldoen aan het voorschrift dat de jaarrekening een getrouw beeld moet geven van het vermogen, de financiële positie en de
resultaten van de instelling
artikel 10, tweede lid: de wijzigingen in de voorstelling van de jaarrekening, onder meer wanneer ingevolge een belangrijke
wijziging in de structuur van het vermogen, van de opbrengsten en van de kosten van de instelling de voorstelling niet langer
voldoet aan het voorschrift dat de jaarrekening een getrouw beeld moet geven van het vermogen, de financiële positie en de
resultaten van de instelling
artikel 11, derde lid: de belangrijke aanpassingen die worden doorgevoerd wanneer de bedragen van het boekjaar niet
vergelijkbaar zijn met die van het voorgaand boekjaar
artikel 14, tweede lid: de belangrijke rechten en verplichtingen die niet kunnen worden becijferd
artikel 16, tweede en derde lid: afwijkingen van de waarderingsregel indien de toepassing ervan zou indruisen tegen het
voorschrift dat de jaarrekening een getrouw beeld moet geven van het vermogen, de financiële positie en de resultaten van de
instelling, alsook de geraamde invloed ervan op het vermogen, de financiële positie en de resultaten
artikel 22: afwijkingen van de regel om onrechtstreekse productiekosten in hun geheel of gedeeltelijk niet in de
vervaardigingsprijs op te nemen
artikel 22bis, derde lid: de opname in de aanschaffingswaarde van immateriële en materiële vaste activa of van de voorraden
en de bestellingen in uitvoering van de rente op vreemd vermogen
artikel 24, tweede lid: de opname onder de activa van de kosten die worden gemaakt in het kader van een herstructurering,
wanneer het gaat om welbepaalde kosten die verband houden met een ingrijpende wijziging in de structuur of de organisatie
van de instelling en wanneer die kosten een gunstige en duurzame invloed op de rendabiliteit van de instelling tot doel hebben
artikel 27bis, § 5, vierde lid: de inresultaatneming van de kredietverzekeringskosten en de kosten van provisies ter vergoeding
van de aanbreng van verrichtingen met de cliënteel, in verband met verrichtingen met een contractuele termijn van meer dan
één jaar, over de looptijd van de verrichtingen en volgens een methode die ervoor borg staat dat hun tenlasteneming ten
minste op symmetrische wijze verloopt als de erkenning van de opbrengsten van de verrichtingen waarop deze kosten
betrekking hebben
artikel 28, § 2, eerste en vierde lid: 1° het verschil tussen het gecumuleerde bedrag van de geboekte afschrijvingen en dat van
de economisch verantwoorde afschrijvingen bij toepassing van een plan voor versnelde afschrijving van materiële en
immateriële vaste activa met een beperkte gebruiksduur, 2° de invloed van de tijdens het boekjaar of tijdens voorgaande
boekjaren geboekte versnelde afschrijvingen op het bedrag van de afschrijvingen in de resultatenrekening van het boekjaar en
3° de spreiding van de afschrijving van kosten voor onderzoek en ontwikkeling of van goodwill over meer dan vijf jaar.
De instelling voegt bij deze jaarrekening:
-
het verslag van de commissarissen
-
een stuk dat de vermeldingen bevat van het jaarverslag.
74
Download