Inventarisverrichtingen Handboek p. 209 tot 247 INVENTARISVERRICHTINGEN • Verrichtingen van het boekjaar zijn op basis van verantwoordingstukken geboekt in de diverse boeken: – aankoop – verkoop – financiële verrichtingen – diverse posten 1 INVENTARIS (vervolg) • De toestand na deze verrichtingen kunnen we opmaken via een voorlopige proef- en saldibalans. Dit geeft ons dan per element van het actief, van het passief, van de kosten en van de opbrengsten de “voorlopige” toestand • De “inventaris” opmaken bestaat er nu in om deze toestand te “controleren” en zonodig aan te passen INVENTARIS (vervolg 2) • De controle doen we systematisch op volgende domeinen: – aankopen en verkopen – voorraden – uitstel en anticipatieposten – vorderingen en schulden – vaste activa 2 INVENTARIS (vervolg3) • De gevolgen van de inventaris worden geboekt, hetgeen dan aanleiding geeft tot de “defintieve proef- & saldibalans” • Daaruit bepalen we het “resultaat van het boekjaar” • Dit resultaat moeten we nog een “bestemming” geven, via de resultatenbestemming INVENTARIS (vervolg4) • Zodra dit geboekt is kunnen we de “JAARREKENING” opmaken, bestaande uit: – balans – resultatenrekening en -bestemming – toelichting 3 INVENTARISVERRICHTINGEN-RESULTAATBEPALINGOPSTELLEN VAN DE JAARREKENING • Op het einde van het boekjaar wordt via een proef-en saldibalans de voorlopige situatie van de rekeningen opgemaakt en deze via de inventaris vergeleken met de werkelijkheid. • Deze inventarisverrichtingen hebben betrekking op: - aankopen, verkopen en voorraad - anticipatie- en uitstelposten m.b.t. kosten en opbrengsten - controle op de waardering van vorderingen en schulden - controle op de waardering van vaste activa • De afwijkingen tussen de voorlopige boekhoudkundige situatie en de werkelijkheid moeten geboekt worden, voor het resultaat bepaald wordt. INVENTARISVERRICHTINGEN: proef- en saldibalans • Minstens éénmaal, maar meestal maandelijks zal de onderneming een inzicht wensen in de toestand van de activa, passiva en de behaalde resultaten. Daartoe wordt een proef- en saldibalans opgemaakt. • Proefbalans → wordt voor elke rekening de debet-en credittotalen opgenomen. Saldibalans → geeft voor elke rekening het saldo (= verschil tussen debet en credit) • De proefbalans is een controlemiddel: totaal debet = totaal credit Ook de saldibalans is een controlemiddel: totaal debet = totaal credit 4 INVENTARISVERRICHTINGEN: rol van de inventaris • De zopas afgeleide situatie m.b.t. de rekeningen is niet noodzakelijk juist. Ze moet worden getoetst aan de werkelijkheid → inventaris maken van alle bezittingen en schulden van de onderneming op het einde van het boekjaar •Bij het uitvoeren van de inventarisverrichtingen zal men nagaan of alle aankopen (en correcties erop), en alle verkopen (en correcties erop) aan de juiste boekhoudperiode toegerekend zijn. INVENTARISVERRICHTINGEN: rol van de inventaris • Ontvangen goederen of diensten waarvoor de onderneming nog geen factuur heeft ontvangen De goederen of diensten zijn ontvangen → aanduiden → het aankoopbedrag ramen en dit boeken. De BTW wordt slechts geboekt bij ontvangst van de definitieve factuur. Definitieve factuur boeken → annuleren van proformafactuur 60… aankopen… Voorbeeld: 61… 44400 diensten en diverse 44000 te ontvangen goederen D leveranciers C D facturen C D C 300,00 300,00 (1) 300,00 (3) 453,75 300,00 375,00 (2) 49948 D TV BTW bij aankopen C 78,75 (1) proformafactuur (2) definitieve factuur (3) annulatie proformafactuur 5 INVENTARISVERRICHTINGEN: rol van de inventaris • Nog te ontvangen creditnota’s Op inventarisdatum heeft de onderneming nog niet alle creditnota’s van de leveranciers ontvangen. → schatting maken (proformacreditnota) en boeken Bij ontvangst van de definitieve CN → deze boeken + proformaCN afboeken Voorbeeld: 40410 60… te ontvangen 44000 aankopen... D CN’s C D C D leveranciers (1) 125,00 125,00 (1) 125,00 60402 Comm.kortingen, op aankopen hg.(-) 608… ontvangen kortingen, D ristorno’s en rabatten (-) C 125,00 125,00 125,00 C 151,25 125,00 (2) 125,00 (3) (3) D 49952 Reg. TV BTW C (2) definitieve CN 26,25 125,00 125,00 (1) proformaCN (3) annulatie proformaCN INVENTARISVERRICHTINGEN: rol van de inventaris • Verkochte goederen waarvoor nog geen facturatie gebeurd is De verkopen zijn reeds gerealiseerd en verzonden per inventarisdatum, zonder dat de facturatie reeds gebeurd is. → proformafactuur boeken Definitieve factuur opmaken → deze boeken + proformafactuur annuleren Voorbeeld: 70000 verkopen en D dienstprestaties 500,00 500,00 C D (1) 500,00 40400 te innen opbrengsten 40000 handelsdebiteuren D C C 500,00 605,00 500,00 (3) 49942 verschuldigde BTW D bij verkopen C 105,00 (2) (1) proformafactuur (2) definitieve factuur (3) annulatie proformafactuur 6 INVENTARISVERRICHTINGEN: rol van de inventaris • Nog op te maken creditnota’s Op inventarisdatum kan het zijn dat de onderneming nog uitgaande CN’s moet opmaken → opnieuw een getrouwe schatting → boeking van de proformacreditnota’s (1) → definitieve CN inschrijven (2) → proformaCN annuleren (3) INVENTARISVERRICHTINGEN: rol van de inventaris •Nog op te maken creditnota’s Voorbeeld: 40000 handeldebiteuren D C D 44410 op te maken CN’s 250,00 (2) D C (1) 302,50 250,00 70000 verkopen C 250,00 250,00 250,00 (3) 49955 reg.verschuldigde D C BTW D 52,50 250,00 250,00 (1) (3) 70002 comm.kortingen op verkopen(-) 70800 toegekende kortingen ristorno’s, rabatten(-) C 250,00 250,00 7 INVENTARISVERRICHTINGEN: voorraden • Voorraadwijziging: De rekening handelsgoederen (340) wordt, in het stelsel opgelegd door het Belgisch boekhoudrecht, niet gebruikt om de goederenstroom aan te duiden. Het gebruikte systeem berust op: 34000 voorraden handelsgoederen: beginvoorraad 60… t.e.m. aankopen… ontvangen kortingen, { } 60800 ristorno’s en rabatten aankoop gewaardeerd aan aankoopprijs min kortingen, ristorno’s en rabatten. 70000 verkopen en dienstprestaties t.e.m. 70800 toegekende kortingen, ristorno’s en rabatten: verkoop gewaardeerd aan verkoopprijs min kortingen, ristorno’s en rabatten. De eindvoorraad handelsgoederen wordt bepaald door telling en waardering van de voorraad. INVENTARISVERRICHTINGEN: voorraden • Voorraadwijziging: Het resultaat van de verkoop van handelsgoederen is: verkoopwaarde vd. verkochte goederen (700.. en 70800) - aankoopwaarde vd. verkochte goederen (niet bekend) De aankoopwaarde van de verkochte handelsgoederen is gelijk aan: Beginvoorraad (34000) + aankopen (60400) - eindvoorraad (inventaristelling) Het kan ook uitgedrukt worden als: aankopen (60400) ± voorraadwijzigingen van handelsgoederen (60940) 8 INVENTARISVERRICHTINGEN: voorraadwijziging • Voorraadstijging (beginvoorraad < eindvoorraad): Een deel van de als kosten genoteerde aankopen (60400) heeft geen aanleiding gegeven tot verkoop. Dit werd wel aan de bezittingen (34000) toegevoegd. Bv. een voorraadstijging van 5 000,00 EUR. • Voorraaddaling (beginvoorraad > eindvoorraad): Naast de als kosten genoteerde aankopen (60400), zijn nog goederen uit voorraad verkocht. → Bezittingen aan voorraad zijn ↓ Kost is ↑ Bv. een voorraaddaling van 2 500,00 EUR. D 34000 voorraden handelsgoederen BS 2 500,00 5 000,00 C D voorraaddaling voorraadstijging 60940 voorraadwijzigingen van handelsgoederen C 2 500,00 5 000,00 INVENTARISVERRICHTINGEN: waardeverminderingen op voorraden Als de realisatiewaarde < de aanschaffingswaarde in de inventaris → waardevermindering boeken Deze verplichte boeking leidt tot: - daling van een bezitting (voorzichtigheidsbeginsel) - stijging van een kost (realisatiebeginsel) Voorbeeld: Stel dat de realisatiewaarde van de voorraad handelsgoederen 7 500,00 EUR bedraagt en de aanschaffingswaarde 10 000,00 EUR was → er moet een waardevermindering geboekt worden voor 2 500,00 EUR. 34000 handelsgoederen D C BS 34900 hg.: geboekte D waardeverminderingen(-) C 2 500,00 63100 waardeverminderingen op voorraden: toevoeging C D 2 500,00 9 INVENTARISVERRICHTINGEN: uitstel- en anticipatieposten • Bij het afsluiten van een boekhoudperiode, moet telkens het principe van de periodiciteit en de overeenstemming nagegaan worden. Alle kosten en de ermee overeenstemmende opbrengsten, alle opbrengsten en de ermee overeenstemmende kosten moeten juist geboekt zijn. Dit kan leiden tot: → uitstellen (geboekte kosten en opbrengsten overbrengen naar volgende periode) → anticiperen (kosten en opbrengsten van de periode «voorzien») kosten geboekte { opbrengsten einde boekingsperiode anticiperen uitstellen kosten { opbrengsten INVENTARISVERRICHTINGEN: uitstelposten • De kosten waarvan de factuur of afrekening gedurende het boekjaar ontvangen werd, wegens het niet-gerealiseerd zijn einde boekjaar, worden uitgesteld tot de volgende periode. • De inventaris duidt aan dat bepaalde geboekte kosten nog niet verbruikt zijn → de factuur voor de kost was reeds ontvangen voor inventaris en is ten laste van een rekening van de rubriek «61… diensten en diverse goederen» genomen. • Er moet een correctie uitgevoerd worden. De geboekte kost is niet of niet volledig verbruikt: de onderneming heeft dus een bezit. → overlopende rekening «49000 over te dragen kosten»: pro rata van kosten, gemaakt tijdens het boekjaar, maar ten laste van een volgend boekjaar. Deze rekening ontstaat slechts op het einde van het boekjaar en wordt bij de aanvang van het nieuw boekjaar afgeboekt. → crediteren van «61… diensten en diverse goederen» Dit wordt geïllustreerd met een voorbeeld. 10 INVENTARISVERRICHTINGEN: uitstelposten Boekingen: 20NO D 49000 over te dragen kosten 61… diensten en diverse D C goederen C (1) 2 000,00 2 000,00 (1) Einde periode is er volgens de inventaris een niet-verbruikte reclamekost van 2 000,00 EUR. 20N1 D 49000 over te dragen kosten BS 2 000,00 2 000,00 C D 61… diensten en diverse goederen C (2) 2 000,00 (2) openingsboeking begin van de volgende periode INVENTARISVERRICHTINGEN: uitstelposten • Hetzelfde geldt voor opbrengsten. Als binnen een periode diverse bedrijfsopbrengsten worden geboekt, die maar op de volgende periode betrekking hebben, zullen deze uitgesteld worden, nl. «49300 over te dragen opbrengsten». 11 INVENTARISVERRICHTINGEN: uitstelposten Voorbeeld: Gedurende periode NO: (1) ontvangst huur 3 maanden: 3 000,00 EUR. (2) 2 maanden behoren tot de periode N1. Boekingen: NO D 49300 over te dragen opbrengsten 74300 huuropbrengsten D C 2 000,00 (2) 2 000,00 3 000,00 D C (1) 55000 KI: R/C C 3 000,00 N1 74300 huuropbrengsten C D 2 000,00 D (3) 49300 over te dragen opbrengsten 2 000,00 C BS 2 000,00 INVENTARISVERRICHTINGEN: anticipatieposten • De kosten die gedurende het boekjaar effectief verbruikt zijn, maar waarvoor nog geen factuur of afrekening ontvangen is, worden geanticipeerd in het huidige boekjaar. • kostenrekening moet worden belast → rekening «61… diensten en diverse goederen» schuld wegens niet-aanrekening van kosten → rekening «49200 toe te rekenen kosten» • In het begin van het nieuwe boekjaar wordt «49200 toe te rekenen kosten» gesaldeerd naar «61… diensten en diverse goederen». Bij ontvangst van de aanrekening in het nieuwe boekjaar wordt de kostenrekening gedebiteerd. 12 INVENTARISVERRICHTINGEN: anticipatieposten Voorbeeld: Gedurende periode NO: (1) betaald: driemaandelijkse afrekening huur verlopen periode (2) einde periode NO: nog te ontvangen kostenrekening voor 1 maand huur: 250,00 EUR; afrekening zal slechts in periode N1 ontvangen worden (3) openingsboeking periode N1 (4) betaald: driemaandelijkse afrekening: 750,00 EUR. NO D 55000 KI: R/C 750,00 D C (1) 49200 toe te rekenen kosten 61000 huur en huurlasten D C 750,00 C (2) 250,00 250,00 INVENTARISVERRICHTINGEN: anticipatieposten Voorbeeld: N1 D 55000 KI:R/C 61000 huur en huurlasten C D C (4) 750,00 D 49200 toe te rekenen kosten C (3) 750,00 250,00 250,00 BS 250,00 • Hetzelfde systeem geldt hier ook voor de opbrengsten. → overlopende rekening «49100 verkregen opbrengsten». 13 INVENTARISVERRICHTINGEN: anticipatieposten Voorbeeld: Periode NO: (1) wegens verhuring opslagruimte vanaf 1 mei: ontvangen als huur voor de verlopen periode: 750,00 op 1 augustus en 750,00 EUR op 1 november (2) inventaris per 31 december 20NO: 2 maanden huur: 500,00 EUR. Periode N1: (3) openingsboeking (4) ontvangen huur op 1 februari 750,00 EUR, op 1 mei 750,00 EUR, op 1 augustus 750,00 EUR, op 1 november 750,00 EUR (5) inventaris per 31 december 20N1: 2 maanden huur: 500,00 EUR. Periode N2: (6) openingsboeking (7) ontvangen huur op 1 februari: 750,00 EUR. INVENTARISVERRICHTINGEN: anticipatieposten Boekjaar NO: D 74300 huuropbrengsten C 55000 KI:R/C D C (1) 1 500,00 1 500,00 D 49100 verkregen opbrengsten C (2) 2 000,00 500,00 (a) 500,00 500,00 (a) de huuropbrengst van 8 verlopen maanden 14 INVENTARISVERRICHTINGEN: anticipatieposten Boekjaar N1: 49100 verkregen opbrengsten D BS 500,00 500,00 74300 D huuropbrengsten C (3) 500,00 55000 KI:R/C D 3 000,00 C 3 000,00 C (4) (5) 500,00 500,00 3 000,00 (b) 500,00 (b) huuropbrengst van 12 verlopen maanden Boekjaar N2: D 49100 verkregen opbrengsten BS 500,00 500,00 C D (6) 74300 huuropbrengsten 500,00 750,00 C D 55000 KI:R/C C (7) 750,00 INVENTARISVERRICHTINGEN: controle op de waardering van de vorderingen en schulden • Waardering in vreemde valuta (niet behorende tot valuta toegetreden tot de EU): Vorderingen en schulden kunnen uitgedrukt zijn in vreemde valuta. In de boekhouding → vreemde valutawaarde → tegenwaarde in EUR • Bij het innen of betalen van bedragen in buitenlandse valuta bedrag in EUR omrekenen Bij een koersaanpassing tussen de eerste aanrekening en de tweede verschil verwerken als positieve of negatieve wisselresultaten • Op inventarisdatum schulden en vorderingen in vreemde valuta: als de marktkoers van de betrokken valuta verschilt van de koers bij opname in de boekhouding (tijdelijk) tegen nieuwe koers herrekenen boeken van positieve of negatieve omrekeningsverschillen via de overlopende rekeningen Bij de heropening van het volgend boekjaar: boekingen tegenboeken vorderingen en schulden tegen oorspronkelijke omrekeningskoers gewaardeerd 15 INVENTARISVERRICHTINGEN: waardering in vreemde valuta 1. Negatieve koersevolutie Gegeven: Een onderneming realiseert in 20N een verkoop aan een Amerikaanse firma ter waarde van 1 000 USD. Op het moment van boeking van de verkoopfactuur is de dagkoers: 1 USD = 0,909000 EUR. In de boekhouding wordt dus een vordering opgenomen van 909,00 EUR. D 70000 Verkopen en dienstprestaties C 40000 Handelsdebiteuren D C 909,00 909,00 Op 31/12/20N is 1 USD = 0,900700 EUR: D 40000 Handelsdebiteuren 8,30 65500 Resultaten uit de omrekening 49600 Negatieve van VV C C D omrekeningsverschillen C D (2) (1) 8,30 8,30 8,30 (1) Herberekening tegen slotomrekeningskoers (2) Tenlasteneming negatieve verschil INVENTARISVERRICHTINGEN: waardering in vreemde valuta Begin boekjaar N+1: 65500 Resultaten uit de omrekening van VV D C 40000 Handelsdebiteuren D 8,30 C 8,30 In 20N+1 wordt de vordering geïnd, 1 USD = 0,901000 EUR 40000 65400 WisselHandelsdebiteuren resultaten D C D C 909,00 8,00 D 55000 KI: R/C C 901,00 16 INVENTARISVERRICHTINGEN: waardering in vreemde valuta 2. Positieve koersevolutie Gegeven: Een onderneming realiseert in de loop van 20N een verkoop aan een Amerikaanse firma ter waarde van 1 000 USD. Op moment van boeking van de verkoopfactuur wordt die omgerekend tegen de dagkoers: 1 USD = 0,909000 EUR. In de boekhouding wordt dus een vordering opgenomen van 909,00 EUR. 40000 Handelsdebiteuren D C 70000 Verkopen en dienstprestaties C D 909,00 909,00 Op 31/12/20N is 1 USD = 0,913000 EUR 40000 49700 Positieve Handelsdebiteuren D omrekeningsverschillen C D C 4,00 4,00 INVENTARISVERRICHTINGEN: waardering in vreemde valuta Begin boekjaar N+1: 40000 D Handelsdebiteuren C 49700 Positieve D omrekeningsverschillen C 4,00 4,00 In 20N+1 wordt de vordering geïnd, 1 USD = 0,910000 EUR 40000 Handelsdebiteuren D C 909,00 75400 Wisselresultaten D D 55000 KI: R/C C 910,00 C 1,00 17 INVENTARISVERRICHTINGEN: waardering in vreemde valuta Het positief wisselresultaat wordt berekend tov de oorspronkelijke waardering en pas in opbrengst genomen in het jaar waarin de vordering geïnd wordt. • Vreemde valuta die wel tot de EU behoren Tot 1 januari 2002 heeft de buitenlandse klant nog het recht om te betalen in nationale munt. Bij boekhouding in EUR: beide munten (nationale munt en EUR) worden bijgehouden. De vorderingen en schulden blijven begin- en einde boekjaar gelijk (wisselkoersen zijn vastgelegd). INVENTARISVERRICHTINGEN: twijfelachtige vorderingen en waardeverminderingen • Dubieuze vorderingen: Vorderingen ontstaan door het verlenen van krediet aan klanten → kredietrisico Dit risico moet regelmatig geschat worden en tot uitdrukking gebracht worden Bij de inventaris → worden alle vorderingen op hun inbaarheid gecontroleerd via het subgrootboek debiteuren via: «40000 handelsdebiteuren» «40100 te innen wissels» Klant in een problematische toestand waardoor de inning twijfelachtig wordt: → handelsdebiteur naar «40700 dubieuze debiteuren» → zo getrouw mogelijke raming van het eventueel verlies op de vordering hierbij is de vordering inclusief BTW en bij realisatie van het verlies kan de BTW gerecupereerd worden Bv. vordering = 1 210,00 EUR (incl. 21% BTW) mogelijk verlies = 40% → waardevermindering voor 40% van 1 000,00 EUR 18 INVENTARISVERRICHTINGEN: twijfelachtige vorderingen en waardeverminderingen • Voorbeeld: saldilijst van de rekeningen: «40000 handelsdebiteuren»: DS 38 000,00 EUR «40100 te innen wissels»: DS 27 000,00 EUR Uit inventarisonderzoek: - klant Janssens: DS 8 470,00 EUR (7 000,00 EUR + 21% (=1 470,00)) dubieus, te schatten verlies: 60 % - klant De Baere: DS 3 630,00 EUR (3 000,00 EUR + 21% (= 630,00)) dubieus, te schatten verlies: 30% - klant Goethijn: DS 5 300,00 EUR (5 000,00 EUR + 21% (= 300,00)) T.I.W. die reeds vervallen is en die niet geprotesteerd is; schatting verlies: 100% INVENTARISVERRICHTINGEN: twijfelachtige vorderingen en waardeverminderingen: voorbeeld Boekingen: D 40000 Handelsdebiteuren BS 38 000,00 D 12 100,00 40100 TIW BS 27 000,00 C C 12 100,00 C 5 300,00 40900 Handelsvorderingen: geboekte D waardeverminderingen (-) C 10 100,00 D 40700 Dubieuze debiteuren 5 300,00 63400 Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste D één jaar: toevoeging C 10 100,00 19 INVENTARISVERRICHTINGEN: twijfelachtige vorderingen en waardeverminderingen • Afwikkeling: De afwikkeling van dubieuze vorderingen kan lang duren → bij iedere inventaris moet de geboekte toestand nagekeken worden 1. bewerkingen op de volgende inventarisdatum Alle vorderingen worden gewaardeerd, ook de nog uitstaande dubieuze en men zal: - toevoegen aan de waardevermindering: voor dubieuze klanten waarvoor geboekte waardevermindering onvoldoende is bv. 1 000,00 EUR Boeking: 63400 Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten D hoogste één jaar: toevoeging C D 40900 Handelsvorderingen: geboekte waardeverminderingen (-) 1 000,00 C 1 000,00 - terugnemen van de waardevermindering voor dubieuze vorderingen als de geboekte waardevermindering te hoog blijkt INVENTARISVERRICHTINGEN: twijfelachtige vorderingen en waardeverminderingen • Voorbeeld: Ook al heeft klant De Baere nog niet betaald, toch kan hij alle nieuwe aankopen bij ons contant betalen. Hij stelt een afbetalingsplan voor. We beoordelen dat de destijds aangelegde waardevermindering niet meer nodig is. Boekingen: D 40000 Handelsdebiteuren C BS 25 900,00 D 40700 Dubieuze debiteuren BS 17 400,00 3 630,00 D 40100 TIW C 3 630,00 C 40900 Handelsv.: geboekte waardeverm. (-) D C D 63410 Waardeverm. op handelsv. op ten hoogste 1 jaar: terugn.(-) C BS 10 100,00 BS 21 700,00 900,00 900,00 20 INVENTARISVERRICHTINGEN: twijfelachtige vorderingen en waardeverminderingen 2. Definitieve afwikkeling Ontvangt men gedurende het boekjaar ter definitieve regeling een bedrag van een klant → toestand aanzuiveren via: → «64200 minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen» → «74200 meerwaarden op de realisatie van handelsvorderingen» INVENTARISVERRICHTINGEN: twijfelachtige vorderingen en waardeverminderingen •Voorbeeld: •We ontvangen van de curator van klant Janssens een bedrag van 1 210,00 EUR via de bank. Het gerealiseerde verlies is nu: bedrag excl. BTW BTW oorspronkelijke vordering 7 000,00 + 1 470,00 ontvangst: 1 000,00 + 210,00 6 000,00 + 1 260,00 reeds voorzien: 4 200,00 nog te regulariseren 1 800,00 + 1 260,00 ↓ ↓ verlies regularisatie BTW •We ontvangen via de bank van de curator van klant Goethijn 1 060,00 EUR. oorspronkelijke vordering: 5 000,00 + 300,00 ontvangst 1 000,00 + 60,00 verlies: 4 000,00 + 240,00 reeds voorzien 5 000,00 nog te regulariseren 1 000,00 + 240,00 ↓ ↓ winst regularisatie BTW 21 INVENTARISVERRICHTINGEN: twijfelachtige vorderingen en waardeverminderingen Boekingen: 40000 Handelsdebiteuren D BS 29 530,00 40900 Handelsv.: geboekte C D waardevermind. (-) BS 9 200,00 C 40700 Dubieuze debiteuren D C BS 13 770,00 2 270,00 13 770,00 7 260,00 4 240,00 13 770,00 D 40100 Te innen wissels C 55000 KI: R/C D (1) C 2 270,00 (2) D 49960 Reg. versch. BTW andere dan CN’s C 1 260,00 BS 21 700,00 240,00 4 200,00 5 000,00 (3) 9 200,00 74200 Meerw. op de real. C D van handelsv. 9 200,00 1 000,00 64200 Minderw. op de D realisatie handelsv. C 1 800,00 INVENTARISVERRICHTINGEN: schulden • Bij inventaris worden de schulden nagegaan: - schulden op meer dan één jaar: of er volgend boekjaar een aflossing moet gebeuren bv. volgend boekjaar moet 50 000,00 EUR afgelost worden D 17… Schulden op meer dan één jaar 50 000,00 C D 42… Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen C 50 000,00 - bij rentedragende schulden: of er tussen de laatste vervaldag van de intresten en de afsluitingsdatum verlopen rente bestaat. Deze intresten moeten dan geanticipeerd worden bv. de intrest te betalen op 15 09 bedraagt 6 000,00 EUR, de afsluitingsdatum is 31 12 en de volgende vervaldag is 15 03. Er moet dus 3 500,00 EUR toegerekend worden. 22 INVENTARISVERRICHTINGEN: schulden D 49200 Toe te rekenen kosten 3 500,00 C 65000 Rente, comm. en kosten verbonden aan schulden D C 3 500,00 - bij de schuld wegens vakantiegeld: of het bedrag voldoende hoog is om het vakantiegeld over het verlopen boekjaar te betalen. INVENTARISVERRICHTINGEN: BTW • De wachtrekeningen worden ter gelegenheid van de BTW-aangifte naar de definitieve rekeningen overgebracht. Bij de kwartaalaangiften moet gewezen worden op het aspect van de voorschotten. Vermits de belastingplichtige slechts periodiek afrekent, wordt een voorschot geëist. Bij betaling van het voorschot: 41650 55000 Gestorte voorschotten KI: R/C op BTW D C D C X X Dit voorschot wordt samen met de wachtrekeningen geregulariseerd ter gelegenheid van de BTW-aangifte. 23 INVENTARISVERRICHTINGEN: BTW • Bij betaling van BTW aan de BTW-administratie: • Bij terugvordering van BTW van de BTW-administratie: 41100 Terug te D vorderen BTW X C (3) (3) 49960 Reg. versch. BTW D andere dan CN’s C D D (2) (3) X X D 49948 TV BTW bij aankopen BS C X X 49955 Reg. versch. BTW X 49942 Versch. BTW D bij verkopen (2) (3) X X (3) X X 41650 Gestorte voorsch. C D BTW (1) X X (3) X X C (2) X (3) 55000 KI: R/C (2) 49952 D Reg. TV BTW C C C D (2) 45100 Te betalen BTW X C (2) INVENTARISVERRICHTINGEN: vaste activa • Er wordt nagegaan of de geboekte activa nog steeds aanwezig zijn en of alle aanwezige vaste activa geboekt zijn • Afschrijvingen: Op het einde van de boekingsperiode gebeuren de boekingen meestal aan de hand van een extracomptabele afschrijvingstabel. Deze tabel vermeldt - alle aanwervingen aan aanschaffingswaarde - het afschrijvingspercentage - de afschrijvingen per jaar Aanwerving Datum Omschrijving 17/01/N0 Gebouw… 15/09/N0 Rollend materieel 04/03/N1 Bureau 03/11/N1 Tekstverwerker enz. Kolommen voor afschrijvingen van het jaar AfschrijvingsAanschaffingswaarde percentage 20N0 20N1 400 000,00 3% 12 000,00 12 000,00 50 000,00 20% 10 000,00 10 000,00 22 000,00 33 000,00 10% 3 300,00 18 000,00 20% 3 600,00 28 900,00 24 INVENTARISVERRICHTINGEN: vaste activa • Waardeverminderingen: Activa met onbeperkte levensduur (terreinen) worden niet afgeschreven. Als ze toch een depreciatie ondergaan → «waardeverminderingen» 22009 63020 Geboekte afschrijvingen Waardeverminderingen op terreinen D C op MVA D C X X • Voor de definitieve proef- en saldibalans, zie handboek blz. 234 RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: extracomptabele berekening van het resultaat • De bekomen saldibalans kan als basis dienen om het resultaat van de periode te berekenen. Saldibalans D C klasse 1 t/m klasse 5 Σ D1 > Σ C1 DS = winst tussentotaal Σ D2 > Σ C2 CS = winst algemeen totaal ΣD = ΣC tussentotaal klasse 6 t/m klasse 7 25 RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: de verwerking van het resultaat • Het resultaat wordt verwerkt: → belastingen: alleen wanneer de onderneming onderworpen is aan de vennootschapsbelasting in de andere gevallen → resultaat als geheel «bestemd» en wordt de ontvanger in zijn hoofde belast → bestemming: het resultaat: - ofwel geheel ofwel gedeeltelijk in de onderneming gelaten worden - ofwel geheel of gedeeltelijk overgedragen worden aan de eigenaars of andere rechthebbenden • De rekeningengroep «14 overgedragen winst (verlies)» heeft geen beginsaldo Het resultaat van het boekjaar betekent boekhoudkundig een vermogensveranderng: - verlies: aanwending van eigen vermogen - winst: bron van eigen vermogen De onderneming mag vrij beslissen welke bestemming zij geeft aan het resultaat. RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: de verwerking van het resultaat Bij verlies → bestemming = in de onderneming laten 79300 14100 Over te dragen Overgedragen D verlies C verlies (-) D C X X In de jaarrekening: Resultaatverwerking codes boekjaar A. te verwerken verliessaldo (-) 1. te verwerken verlies van het boekjaar (-) D. over te dargen resultaat 2. over te dragen verlies (…..) 69/70 (…..) 68/70 (…..) 793 …… Vorig boekjaar (…..) …… 26 RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: de verwerking van het resultaat Bij winst zijn verschillende bestemmingen mogelijk waarvoor telkens een «resultatenbestemmingsrekening» geopend wordt Bij elke rekening → rekening van het passief (nl. VV of EV) D 47300 Andere rechthebbenden C 69600 Andere rechthebbenden D 1 000,00 47200 D Tantièmes over het boekjaar C 69500 D Bestuurders en zaakvoerdersC 1 000,00 1 000,00 D 14000 Overgedragen winst C 1 000,00 C D 5 000,00 69300 Over te dragen winst C 5 000,00 Stel dat 7 000,00 EUR als volgt verdeeld wordt: 1 000,00 EUR aan het personeel, 1 000,00 EUR aan de bestuurder en 5 000,00 EUR over te dragen naar volgend boekjaar. RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: de verwerking van het resultaat In de jaarrekening: Resultaatverwerking A. te bestemmen winstsaldo 1. te bestemmen winst van het boekjaar D. over te dragen resultaat 1. over te dragen winst (-) F. uit te keren winst (-) 2. bestuurders of zaakvoerders 3. andere rechthebbenden codes boekjaar Vorig boekjaar 70/69 ..… …... 70/68 (1)….. ….. 693 (2) 694/6 695 ….. 696 ….. (…..) (…..) (…..) (…..) ….. ….. Hierbij is (1) gelijk aan (2) 27 RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: de verwerking van het resultaat • De rekeningengroep «14 overgedragen winst (verlies)» heeft een beginsaldo Als er éénmaal een resultaatverdeling is gebeurd, zullen op het passief van de balans de rekeningen «14000 overgedragen winst» of «14100 overgedragen verlies» te vinden zijn. De verwerking van de winst van het volgend boekjaar moet hiermee rekening houden. • Er is een overgedragen verlies > winst van het boekjaar «14100 overgedragen verlies (-)» wordt overgebracht naar de resultatenbestemmingsrekening «69000 overgedragen verlies van het vorig boekjaar» 69000 14100 Overgedragen verlies van D Overgedragen verlies(-) C het vorige boekjaar C D BS X X RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: de verwerking van het resultaat Na deze boeking wordt het te bestemmen resultaat (verlies) overgedragen naar het volgende boekjaar. 14100 79300 Overgedragen verlies (-) D C D Over te dragen verlies C BS X X 28 RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: de verwerking van het resultaat In de jaarrekening: Resultaatverwerking A. te bestemmen verliessaldo 1. te bestemmen winst van het boekjaar 2. overgedragen verlies van het vorige boekjaar (-) D. over te dragen resultaat 1. over te dragen verlies codes boekjaar Vorig boekjaar 69/70 (1)..… …... 70/68 ….. ….. 690 (…..) 793 (…..) (…..) ….. (2)….. Hierbij is (1) gelijk aan (2) RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: de verwerking van het resultaat • Er is een overgedragen verlies en een verlies van het boekjaar De boeking en de voorstelling in de jaarrekening zijn identiek met het voorgaande, met uitzondering van de rubriek A.1. → te verwerken verlies van het boekjaar (-) • Er is een overgedragen verlies < de winst van het boekjaar De overname van het overgedragen verlies is identiek met het eerste geval. In de jaarrekening: R e s u lta a t v e r w e r k in g A . te b e s te m m e n w in s ts a ld o 1 . te b e s te m m e n w in s t v a n h e t b o e k ja a r 2 . o v e r g e d r a g e n v e r lie s v a n h e t v o r ig e b o e k ja a r (-) D . o v e r te d r a g e n r e s u lta a t 1 . o v e r t e d r a g e n v e r l ie s F . u it te k e r e n w in s t ( - ) 2 . b e s tu u rd e rs o f z a a k v o e rd e rs 3 . a n d e re re c h th e b b e n d e n codes 7 0 /6 9 7 0 /6 8 … .. 690 (… ..) 693 6 9 4 /6 695 696 b o e k ja a r V o r ig b o e k ja a r (1 )..… … … … .. (… ..) (2 )( … ..) (… ..) (… ..) (.… .) … .. … .. (1) moet gelijk zijn aan (2) 29 RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: de verwerking van het resultaat • Er is een overgedragen winst en een winst van het boekjaar De overname van de overgedragen winst gebeurt als volgt: 79000 Overgedragen winst van 14000 D het vorig boekjaar C D Overgedragen winst X X C BS De te bestemmen winst wordt dan verwerkt zoals onder het voorgaande. In de jaarrekening wordt A.2. overgedragen winst van het boekjaar (…..) • Er is een overgedragen winst < het verlies van het boekjaar De overname van de winst gebeurt zoals hiervoor en het bekomen verlies wordt behandeld als in het eerste geval. In de jaarrekening wordt A.1. te verwerken verlies van het boekjaar (…..) en A.2. overgedragen winst van het vorige boekjaar (…..) RESULTAATBEPALING EN -VERWERKING: opmaken van de jaarrekening Na deze bewerking is het resultaat verwerkt en kan de boekhouding definitief afgesloten worden. De saldi van alle rekeningen zijn gekend. Deze rekeningen worden opnieuw geklasseerd naar de rubrieken, opgegeven in de jaarrekening voorzien door de Wet. 30