Ongewild onaangepast

advertisement
Nummer 2, 27 april 2007
Ongewild onaangepast
Blind voor emoties van anderen
Je kunnen inleven in het gezichtspunt van en emoties herkennen bij een ander zijn ingewikkelde
processen in de hersenen. Een beschadiging van de betrokken hersendelen, bijvoorbeeld door een
verkeersongeluk of een hersenbloeding, kan die processen verstoren. Mensen die dit overkomt
verliezen het gevoel voor ‘hoe het hoort’, wat in het sociale verkeer kan leiden tot de ene misstap na de
andere. De afdeling Neuropsychologie van het UMCG werkt aan een evidence based training waarmee
hersenletselpatiënten met een gestoorde sociale cognitie zich kunnen handhaven in hun sociale
contacten.
Je hebt cognitie en sociale cognitie. Bij cognitie gaat het om zaken als geheugen, plannen, je kunnen concentreren.
Sociale cognitie is het vermogen om sociaal relevante informatie te herkennen en te interpreteren, en het eigen
gedrag daar op af te stemmen. “Iemand met een gestoorde sociale cognitie kan goed in staat zijn om personen te
herkennen op grond van hun uiterlijk. Maar het opmerken van emoties en subtiele lichaamstaal, het aanvoelen van
iemands stemming, het zich in iemand verplaatsen: daar gaat het mis”, vertelt Joke Spikman, klinisch
neuropsycholoog en onderzoekster bij Neurologie. “Het is heel belangrijk om te weten hoe iemand over je denkt.
Wat is die persoon aan het doen, heeft dat betekenis voor jou? Daar stem je jouw handelen op af. In ieder contact
met mensen ben je bewust en onbewust bezig met het interpreteren van sociale signalen. Je moet bovendien kennis
hebben over de context, over wat normaal is om in een bepaalde situatie te doen. En vervolgens moet je alle
informatie gebruiken om je gedrag af te stemmen op die situatie. Wat is gepast?”
Faux pas
Jaarlijks lopen tienduizenden mensen hersenletsel op door een beroerte of ongeval. Deze mensen hebben vaak nog
een heel leven voor zich. Er lopen dus honderdduizenden mensen met hersenletsel rond. Bij een aanzienlijk deel is er
sprake van beperkingen in de sociale cognitie, aldus Wiebo Brouwer, hoogleraar Neuropsychologie. In
revalidatiecentra ziet men regelmatig de gevolgen: “Bij de behandeling van hersenletsel komen het herstel van
motoriek en communicatie op de eerste plaats. Zijn er problemen met het geheugen, de concentratie en het
plannen, dan zijn er trainingen mogelijk om hier beter mee om te leren gaan. Problemen op het vlak van de sociale
cognitie kunnen al wel zichtbaar zijn, maar de patiënt heeft er meestal nog geen last van. Op een gegeven moment
wordt de revalidatiebehandeling beëindigd en moet de patiënt weer thuis functioneren. Na een tijdje gaat het de
omgeving opvallen dat hij dingen doet of zegt die niet kunnen, Een voorbeeld van zo’n faux pas is dat iemand zonder
er bij na te denken vertrouwelijke informatie aan wildvreemden vertelt, terwijl de personen waarvoor het openbaar
maken van die informatie pijnlijk is, er bij zijn. Mensen voelen zich door de patiënt verkeerd begrepen of
geschoffeerd, maar hij heeft niets in de gaten. Dat leidt tot ergernis, conflicten, en uiteindelijk het verbreken van
contacten en/of het verliezen van werk.”
Een goede methode die patiënten leert om emoties bij anderen in te schatten en beter om te gaan met sociale
situaties, is er niet. “Het is braakliggend onderzoeksterrein”, zegt Brouwer. “Er wordt wel veel fundamenteel
onderzoek gedaan naar hersengebieden die betrokken zijn bij sociale cognitie. Met fMRI wordt bijvoorbeeld in de
hersenen gekeken hoe een specifiek hersengebied bij emoties betrokken is. Belangrijk, maar als je zoekt naar een
praktische behandeling heb je daar niet veel aan. Aan de andere kant heb je de holistische revalidatieprogramma’s
die niet gestoeld zijn op moderne neuropsychologische kennis. Er wordt van alles gedaan en heel veel goeds, maar je
kunt nooit zeggen wat precies de werkzame determinanten zijn.”
Het is nodig dat dit gat tussen fundamenteel onderzoek en de praktijk wordt gevuld, vinden Spikman en Brouwer.
De afdeling Neuropsychologie heeft daarom een ZonMW-subsidie aangevraagd om een evidence based methode
te maken die mensen met een gestoorde sociale cognitie leert hoe zij een persoonlijke strategie kunnen ontwikkelen
om zich te handhaven in het sociale leven.
Compenseren
De nieuwe methode hoeft niet van de grond af te worden opgebouwd. Er zijn uit de wetenschappelijke literatuur al
een aantal bruikbare aspecten bekend. “Wij gaan uit van een model dat ontwikkeld is voor patiënten met frontaal
hersenletsel en dat gedrag beschrijft als resultaat van de toepassing van mentale schema's. Dat zijn ingebakken
verwachtingspatronen die door de context worden uitgelokt en die het gedrag sturen. Soms moet je bestaande
schema’s versterken of aanpassen en soms moet je nieuwe aanleren”, legt Brouwer uit. Spikman: “Onderzoek heeft
uitgewezen dat patiënten door training beter kunnen leren om emotionele gezichtsuitdrukkingen te herkennen Ook
is er onderzoek gedaan onder welke omstandigheden patiënten hun eigen ongepaste gedrag kunnen leren
beoordelen en stoppen. Hierin wordt gebruik gemaakt van video-opnames maar ook gewerkt met groepen
patiënten die elkaar feedback geven. Ook deze benadering had positieve effecten. Al deze kennis gebruiken we om
een training te ontwikkelen voor het brede spectrum van sociale cognitie.”
Voor beter theoretisch begrip is het nodig om bijkomende problematiek te controleren. Ook dat maakt deel uit van
de onderzoeksaanvraag. “Reageert iemand in sociale situaties niet goed omdat door het hersenletsel alle
informatieverwerking is vertraagd, omdat het geheugen is verslechterd, of juist omdat er specifiek iets aan de hand is
met de sociale cognitie?”, geeft Brouwer als voorbeeld. Kennis over iemands’ achtergrond en overige
neuropsychologische functies is ook van belang om zijn sterke punten te leren kennen en die te gebruiken in de
compensatiestrategieën.
Het onderzoek sluit goed aan bij een eerder door de Groningse neuropsychologen ontwikkelde behandeling van
dysexecutieve frontale stoornissen. Deze patiënten hebben door hun hersenletsel in het dagelijks leven moeite met
het plannen en het oplossen van problemen. “Ook daarin richten we ons op het aanleren van
compensatiestrategieën, waardoor mensen ondanks de beperking toch hun rol in het leven weer kunnen oppakken”,
zegt Brouwer. “Steeds maar weer geconfronteerd worden met de gevolgen van je beperkte sociale cognitie is
frustrerend, vooral als je niet weet hoe je het anders moet doen.”
Helma Erkelens
Download