NL NL BIJLAGE Verdrag inzake transparantie van op een verdrag

advertisement
EUROPESE
COMMISSIE
Brussel, 29.1.2015
COM(2015) 21 final
ANNEX 1
BIJLAGE
bij het
VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de
Verenigde Naties inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen
investeerders en staten
NL
NL
BIJLAGE
Verdrag inzake transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen
investeerders en staten
Preambule
De partijen bij dit verdrag,
Onder erkenning van de waarde van arbitrage als methode ter beslechting van geschillen die
zich in het kader van internationale betrekkingen kunnen voordoen en van het uitgebreide en
brede gebruik van arbitrage voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten,
Tevens onder erkenning van de behoefte aan voorschriften betreffende transparantie voor de
beslechting van op een verdrag gebaseerde geschillen tussen investeerders en staten, teneinde
rekening te houden met het met dergelijke arbitrage verbonden openbaar belang,
In de overtuiging dat de op 11 juli 2013 door de Commissie van de Verenigde Naties voor
internationaal handelsrecht goedgekeurde transparantievoorschriften voor op een verdrag
gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten ("Uncitral-transparantievoorschriften"),
die sinds 1 april 2014 van kracht zijn, aanzienlijk zullen bijdragen tot het scheppen van een
geharmoniseerd wettelijk kader voor een billijke en efficiënte beslechting van internationale
investeringsgeschillen,
Nota nemend van het grote aantal reeds van kracht zijnde verdragen die in de bescherming
van investeringen of investeerders voorzien en van het praktische belang om de toepassing te
bevorderen van de Uncitral-transparantievoorschriften op arbitrage met betrekking tot die
reeds gesloten investeringsverdragen,
Eveneens nota nemend van artikel 1, leden 2 en 9, van de Uncitral-transparantievoorschriften,
Zijn als volgt overeengekomen:
Werkingssfeer
Artikel 1
1.
Dit verdrag is van toepassing op arbitrage tussen een investeerder en een staat of een
regionale organisatie voor economische integratie die op basis van een vóór 1 april
2014 gesloten investeringsverdrag wordt uitgevoerd ("arbitrage tussen investeerders
en staten").
2.
Onder de term "investeringsverdrag" wordt elk bilateraal of multilateraal verdrag
verstaan, met inbegrip van elk verdrag waarnaar gewoonlijk als
vrijhandelsovereenkomst,
overeenkomst
inzake
economische
integratie,
kaderovereenkomst inzake handel en investeringen of samenwerkingsovereenkomst
wordt verwezen, of elk bilateraal investeringsverdrag waarin bepalingen inzake de
bescherming van investeringen of investeerders en een recht voor investeerders om
een beroep te doen op arbitrage tegen partijen bij dat investeringsverdrag zijn
opgenomen.
Toepassing van de Uncitral-transparantievoorschriften
Artikel 2
Bilaterale of multilaterale toepassing
NL
2
NL
1.
De Uncitral-transparantievoorschriften zijn van toepassing op elke arbitrage tussen
investeerders en staten, al dan niet aanhangig gemaakt volgens de Uncitralarbitragevoorschriften, waarbij de verweerder een partij is die geen relevant
voorbehoud uit hoofde van artikel 3, lid 1, onder a) of b), heeft gemaakt en de eiser
afkomstig is uit een staat die partij is bij het verdrag en geen relevant voorbehoud uit
hoofde van artikel 3, lid 1, onder a), heeft gemaakt.
Unilateraal voorstel tot toepassing
2.
Indien de Uncitral-transparantievoorschriften uit hoofde van lid 1 niet van toepassing
zijn, gelden de Uncitral-transparantievoorschriften voor een arbitrage tussen
investeerders en staten – al dan niet aanhangig gemaakt volgens de Uncitralarbitragevoorschriften – indien de verweerder een partij is die geen voorbehoud uit
hoofde van artikel 3, lid 1, heeft gemaakt met betrekking tot die arbitrage tussen
investeerders en staten en de eiser instemt met de toepassing van de Uncitraltransparantievoorschriften.
Toepasselijke versie van de Uncitral-transparantievoorschriften
3.
Indien de Uncitral-transparantievoorschriften van toepassing zijn uit hoofde van de
leden 1 of 2, geldt de meest recente versie van die voorschriften waarbij de
verweerder geen voorbehoud uit hoofde van artikel 3, lid 2, heeft gemaakt.
Artikel 1, lid 7, van de Uncitral-transparantievoorschriften
4.
Artikel 1, lid 7, laatste zin, van de Uncitral-transparantievoorschriften is niet van
toepassing op arbitrage tussen investeerders en staten uit hoofde van lid 1.
Meestbegunstigingsbepaling in een investeringsverdrag
5.
De partijen bij dit verdrag komen overeen dat een eiser zich niet op een
meestbegunstigingsbepaling mag beroepen met als doel de Uncitraltransparantievoorschriften uit hoofde van dit verdrag toe te passen of de toepassing
ervan te vermijden.
Voorbehouden
Artikel 3
1.
2.
NL
Een partij kan verklaren dat:
a)
zij dit verdrag niet toepast op arbitrage tussen investeerders en staten in het
kader van een specifiek investeringsverdrag, aangeduid met de namen van de
verdragsluitende partijen bij en de titel van dat investeringsverdrag;
b)
artikel 2, leden 1 en 2, niet van toepassing zijn op arbitrage tussen
investeerders en staten die middels andere specifieke arbitragevoorschriften of
-procedures dan de Uncitral-arbitragevoorschriften wordt uitgevoerd en
waarbij zij een verweerder is;
c)
artikel 2, lid 2, niet van toepassing is op arbitrage tussen investeerders en staten
waarbij zij een verweerder is.
In het geval van een herziening van de Uncitral-transparantievoorschriften kan een
partij binnen zes maanden na de goedkeuring van een dergelijke herziening verklaren
dat zij die herziene versie van de voorschriften niet toepast.
3
NL
3.
De partijen kunnen in een enkele akte meerdere voorbehouden maken. Elke
verklaring in een dergelijke akte:
a)
met betrekking tot een specifiek investeringsverdrag uit hoofde van lid 1, onder
a);
b)
met betrekking tot specifieke arbitragevoorschriften of -procedures uit hoofde
van lid 1, onder b);
c)
uit hoofde van lid 1, onder c); of
d)
uit hoofde van lid 2;
vormt een afzonderlijk voorbehoud vatbaar voor afzonderlijke intrekking uit hoofde
van artikel 4, lid 6.
4.
Er zijn geen voorbehouden toegestaan, behoudens die waarvoor in dit artikel
uitdrukkelijk toestemming is verleend.
Formulering van voorbehouden
Artikel 4
1.
Een partij kan te allen tijde voorbehouden maken, met uitzondering van een
voorbehoud uit hoofde van artikel 3, lid 2.
2.
Voorbehouden die op het moment van de ondertekening worden gemaakt, gebeuren
onder voorbehoud van bevestiging bij de ratificatie, aanvaarding of goedkeuring.
Dergelijke voorbehouden worden gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit
verdrag van kracht ten aanzien van de desbetreffende partij.
3.
Voorbehouden die op het moment van ratificatie, aanvaarding of goedkeuring van of
toetreding tot dit verdrag worden gemaakt, worden gelijktijdig met de
inwerkingtreding van dit verdrag van kracht ten aanzien van de desbetreffende partij.
4.
Met uitzondering van een door een partij uit hoofde van artikel 3, lid 2, gemaakt
voorbehoud, dat onmiddellijk bij de neerlegging van kracht wordt, wordt een na de
inwerkingtreding van het verdrag neergelegd voorbehoud twaalf maanden na de
datum van de neerlegging ervan van kracht ten aanzien van de desbetreffende partij.
5.
Voorbehouden en hun bevestiging worden bij de depositaris neergelegd.
6.
Elke partij die bij dit verdrag een voorbehoud maakt, kan dat te allen tijde intrekken.
Dergelijke intrekkingen moeten bij de depositaris worden neergelegd en worden bij
neerlegging van kracht.
Toepassing op arbitrage tussen investeerders en staten
Artikel 5
Dit verdrag en elk voorbehoud, of elke intrekking van een voorbehoud, is enkel van
toepassing op arbitrageprocedures tussen investeerders en staten die na de datum waarop het
verdrag, het voorbehoud of de intrekking van een voorbehoud in werking treedt of ten aanzien
van elke betrokken partij van kracht wordt, worden ingeleid.
Depositaris
NL
4
NL
Artikel 6
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties wordt hierbij aangewezen als depositaris van
dit verdrag.
Ondertekening, ratificatie, aanvaarding, goedkeuring, toetreding
Artikel 7
1.
Dit verdrag staat op 17 maart 2015 in Port Louis, Mauritius, en daarna op de zetel
van de Verenigde Naties in New York open voor ondertekening door elke
a) staat; of b) regionale organisatie voor economische integratie die door staten wordt
gevormd en verdragsluitende partij bij een investeringsverdrag is.
2.
Dit verdrag is onderworpen aan ratificatie, aanvaarding of goedkeuring door de
ondertekenaars van dit verdrag.
3.
Dit verdrag staat open voor toetreding door alle staten of regionale organisaties voor
economische integratie als bedoeld in lid 1 die het verdrag op de datum waarop het
voor ondertekening openstaat, niet ondertekenen.
4.
De akten van ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of toetreding moeten worden
neergelegd bij de depositaris.
Deelname door regionale organisaties voor economische integratie
Artikel 8
1.
Bij de neerlegging van een akte van ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of
toetreding moet een regionale organisatie voor economische integratie de depositaris
op de hoogte brengen van het specifieke investeringsverdrag waarbij zij een
verdragsluitende partij is, aangeduid met de naam van de verdragsluitende partijen
bij en de titel van dat investeringsverdrag.
2.
Waar in dit verdrag het aantal partijen van belang is, telt een regionale organisatie
voor economische integratie niet als een partij naast de VN-lidstaten waarin zij
gevestigd is en die partijen zijn.
Inwerkingtreding
Artikel 9
1.
Dit verdrag treedt in werking zes maanden na de datum van neerlegging van de derde
akte van ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.
2.
Indien een staat of een regionale organisatie voor economische integratie na de
neerlegging van de derde akte van ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of toetreding
dit verdrag ratificeert, aanvaardt, goedkeurt of ertoe toetreedt, treedt dit verdrag zes
maanden na de datum van de neerlegging van zijn akte van ratificatie, aanvaarding,
goedkeuring of toetreding in werking ten aanzien van die staat of regionale
organisatie voor economische integratie.
Wijziging
NL
5
NL
Artikel 10
1.
Elke partij kan een wijziging van dit verdrag voorstellen door een voorstel tot
wijziging bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties in te dienen. De
secretaris-generaal deelt de voorgestelde wijziging vervolgens aan de partijen bij dit
verdrag mede met het verzoek aan te geven of zij een conferentie van de partijen
verlangen, teneinde het voorstel te bestuderen en daarover te stemmen. Indien binnen
vier maanden na de datum van deze mededeling ten minste een derde van de partijen
een dergelijke conferentie verlangt, roept de secretaris-generaal de vergadering onder
auspiciën van de Verenigde Naties bijeen.
2.
De conferentie van partijen stelt alles in het werk om over elke wijziging een
consensus te bereiken. Indien alle pogingen om een consensus te bereiken zijn
uitgeput en geen consensus wordt bereikt, is voor de goedkeuring van de wijziging in
laatste instantie een meerderheid vereist van twee derde van de stemmen van de
partijen die op de conferentie aanwezig zijn en een stem uitbrengen.
3.
Een goedgekeurde wijziging wordt door de secretaris-generaal van de Verenigde
Naties bij alle partijen ter ratificatie, aanvaarding of goedkeuring ingediend.
4.
Een goedgekeurde wijziging treedt zes maanden na de datum van neerlegging van de
derde akte van ratificatie, aanvaarding of goedkeuring in werking. Wanneer een
wijziging in werking treedt, is zij bindend voor alle partijen die ermee hebben
ingestemd door de wijziging te worden gebonden.
5.
Indien een staat of een regionale organisatie voor economische integratie een
wijziging die reeds in werking is getreden ratificeert, aanvaardt of goedkeurt, treedt
de wijziging zes maanden na de datum van de neerlegging van haar akte van
ratificatie, aanvaarding of goedkeuring wat betreft die staat of die regionale
organisatie voor economische integratie in werking.
6.
Elke staat of regionale organisatie voor economische integratie die na de
inwerkingtreding van de wijziging partij bij het verdrag wordt, wordt beschouwd als
een partij bij het aldus gewijzigde verdrag.
Opzegging van dit verdrag
Artikel 11
1.
Een partij mag dit verdrag te allen tijde opzeggen door middel van een aan de
depositaris gerichte formele kennisgeving. De opzegging treedt twaalf maanden na
ontvangst van de kennisgeving door de depositaris in werking.
2.
Dit verdrag blijft van toepassing op arbitrage tussen investeerders en staten waarmee
voor de inwerkingtreding van de opzegging is begonnen.
OPGESTELD in één enkel exemplaar, zijnde de Arabische, de Chinese, de Engelse, de
Franse, de Russische en de Spaanse teksten gelijkelijk authentiek.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden, naar behoren gemachtigd
door hun onderscheiden regeringen, dit verdrag hebben ondertekend.
NL
6
NL
Download