Presentatie van: • NIO • Leer Motivatie Test • Drempelonderzoek De NIO Bepaling van de capaciteiten van de kinderen d.m.v. afname van een intelligentietest. Hoe werkt deze test? De NIO bestaat uit zes subtest Taalkundig inzicht: -Synoniemen (1), Analogieën (3) en Categorieën (6) Rekenkundig/ruimtelijk inzicht: -Getallen (2), Rekenen (4) en Uitslagen (5) Antwoordformulier NIO • Het antwoord komt op een apart antwoordformulier • Keuze uit 4,5 of 6 alternatieven • De kinderen zetten een streepje onder hun keuze Synoniemen • Onderzoekt de kennis en betekenis van woorden • Voorbeeld: dapper 1. licht 2. koud 3. vrees 4. moedig 5. nieuw Score: aantal goed gemaakte items (30) in 5 minuten Analogieën • Onderzoekt het ontdekken van relaties tussen door woorden aangeduide concrete zaken, of abstractie, en het kunnen toepassen van die gevonden relaties in nieuwe situaties. (a : b = c : ?) • Voorbeeld: huizen – stad I bomen – …….. Keuze uit: 1. takken 2. gras 3. bos 4. weg 5. stam Score: aantal goed gemaakte items (25) in 5 minuten Categorieën • Onderzoekt het kunnen vinden van een meer of minder logische relatie tussen begrippen, t.w.: gelijk, tegengesteld, soort, deel, oorzaak en middel • Voorbeeld: regen – nat ………….. Keuze uit: 1. gelijk 2. tegengesteld 3. soort 4. deel 5. oorzaak 6. middel Score: aantal goed gemaakte items (30) in 5 minuten Getallen • Onderzoekt het logisch kunnen toepassen van rekenregels en rekenoperatoren op een rij getallen • Voorbeeld: Welk getal moet er in deze rij op het laatste getal volgen? 2 4 6 8 10 12 … [10 11 12 13 14] Score: aantal goed gemaakte items (25) in 10 minuten Rekenen • Onderzoekt het kunnen ontdekken welke hoofdbewerkingen van toepassing zijn op genoemde getallen • Voorbeeld 1: 8 .. 2 = 10 [x : + -] • Voorbeeld 2: 1 .. 3 = 8 .. 2 [x : + -] [x : + -] Score: aantal goed gemaakte items (20) in 15 minuten Uitslagen • Onderzoekt het vermogen zich driedimensionale figuren tweedimensionaal te kunnen voorstellen en omgekeerd. Met andere woorden, het in de voorstelling kunnen vouwen van een figuur in het platte vlak tot een object in de ruimte en omgekeerd • Voorbeeld: Score: aantal juist aangestreepte alternatieven (max 20) min het aantal onjuiste alternatieven (40) 10 min. NIO – Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau verbale factor Intelligentieindex symbolische factor Drie scores • Verbale factor • Symbolische factor • NIO-totaal Geven een score per onderwijsniveau aan Drempelonderzoek • Bestaat uit vier subtests: - spelling - begrijpend lezen - rekenen (ca. twee uur, geen tijdslimiet) - Technisch lezen: 60 sec. Spelling • Onderzoekt het kunnen toepassen van spellingsregels • Woorddictee: er worden zinnen voorgelezen; één woord moet worden opgeschreven • Voorbeeld: In de zomer gaan we bergen beklimmen Schrijf op: zomer Score: aantal goed geschreven woorden (45) Begrijpend lezen • Onderzoekt het kunnen begrijpen van teksten • Tien korte stukjes tekst met een aantal meerkeuzevragen Score: aantal goed beantwoorde vragen (29) Rekenen • Onderzoekt het kunnen uitvoeren van rekenkundige bewerkingen • Redactiesommen Voorbeeld: in een tuin is er ruimte voor een grasveldje van 4 meter lang en 2 meter breed. Hoeveel vierkante meter graszoden moet er gekocht worden? • Cijferen voorbeeld: 3 + 18 Score: aantal goed gemaakte sommen (73) 2125 68 x Technisch lezen • Onderzoekt het vlot kunnen verklanken van losse woorden • Dit onderdeel wordt individueel afgenomen Score: aantal goed gelezen woorden in 60 sec. Leer Motivatie Test (persoonlijkheidsvragentest) • Geeft een score op vijf dimensies • • • • • Inadequatie Volharding Sociale inadequatie Recalcitrantie Dominantie Leer Motivatie Test (persoonlijkheidsvragentest) • Hoe hoger de score, hoe meer…. - Inadequatie: gespannen, faalangstig, gevoel van onkunde - Volharding: positieve taakopvatting, doorzettingsvermogen - Sociale inadequatie: verlegen, afzijdig, weinig contact met anderen - Recalcitrantie: zich afzetten, wantrouwend - Dominantie: weinig beïnvloedbaar, bazig Voorbeelden van vragen bij de LMT: • Ik werk graag snel ja ? nee • Als ik iets verkeerds heb gedaan, vind ik dat heel erg ja ? nee • Ik ben meestal blij ja ? nee • Als mensen naar mij kijken, word ik verlegen ja ? nee • Je moet altijd de waarheid spreken ja ? nee Wie doet wat en wanneer? • Ouders • School • School en Onderwijsservice Ouders • Ouders vullen het toestemmingsformulier in en geven het mee naar school School • Zorgt dat de NIO-toets door de ‘School en Onderwijsservice’ wordt afgenomen School en Onderwijsservice • Organiseert de toetsafname en verwerkt de resultaten en • verstuurt de rapportage met het advies naar de school Rapportage: resultaten + advies • Advies wordt geformuleerd op basis van - NIO-uitslag - Resultaat persoonlijkheidsvragentest (LMT) - Drempelonderzoek Schooladvies • Het schooladvies wordt bepaald door: – – – – Entreetoets Leerlingvolgsysteem; CITO-toetsen NIO-toets Algemeen functioneren van de leerling In februari volgen de adviesgesprekken Vragen????