NOVA scheikunde 4-havo Hoofdstuk 1 Atoombouw Diagnostische

advertisement
NOVA scheikunde 4-havo Hoofdstuk 1 Atoombouw
Diagnostische toets - Uitwerkingen
Opgave 1
a protonen, neutronen en elektronen
b protonen en neutronen in de kern, elektronen in de elektronenwolk/elektronenschillen
c Het atoomnummer geeft het aantal protonen in de kern aan en bovendien het aantal elektronen in
de elektronenwolk (bij een neutraal deeltje).
d het massagetal geeft de som van het aantal protonen en neutronen in de kern weer.
Opgave 2
a Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen maar een verschillend aantal
neutronen/hetzelfde atoomnummer maar een verschillend massagetal.
b Cl-35 bevat 17 protonen en 17 elektronen, daarnaast 18 neutronen; Cl-37 bevat 17 protonen en 17
elektronen, daarnaast 20 neutronen.
Opgave 3
Bij het atoommodel van Bohr bevinden de elektronen zich in vaste banen, bij het atoommodel van
Rutherford zijn ze volkomen willekeurig over de elektronenwolk verdeeld.
Opgave 4
a De elektronenconfiguratie geeft de verdeling van de elektronen over de schillen weer.
b Elektronen in de buitenste schil.
c De valentie-elektronen, de elektronen in de buitenste schil, bepalen het chemisch karakter, want
elk atoom streeft naar een volle buitenste schil door het opnemen of afstaan van elektronen.
Opgave 5
a Ze staan gerangschikt naar oplopend atoomnummer.
b edelgassen
c halogenen
d Het is vaak een gemiddelde van de atoommassa’s van de diverse isotopen van dat element.
e Alle atoommassa’s zijn relatief ten opzichte van 1/12 van de massa van C-12.
f gemiddelde atoommassa =
75,5  34,96885 + 24,5  36,96590
= 35,5 u.
100
Opgave 6
a u is de afkorting van unit, de eenheid waarin atoommassa’s worden uitgedrukt.
b
1 MCH4 = 12,01 + 4×1,008 = 16,04 u
2 MH2O2 = 2×1,008 + 2×16,00 = 18,02 u
3 MC6H12O6 = 6×12,01 + 12×1,008 + 6×16,00 = 180,16 u
4 MSO3 = 32,06 + 3×16,00 = 80,06 u
c Significantie zegt iets over de nauwkeurigheid van de meetwaarde.
d massapercentage C = 12,01  100% = 74,88%.
16,04
Opgave 7
a In X2O3 zitten drie O’s, dus de massa zuurstof is 48,00 u. Dit komt overeen met 47,1%. Totaal is
100% dus 100  48,00  101,9 u. molecuulmassa = 101,9 u
47,1
b Dus dan is de massa van twee atomen X 53,9 u, ofwel X heeft een atoommassa van 27,0 u. Bij een
atoommassa van 27,0 u hoort aluminium.
Opgave 8
a Fl, flerovium, met atoomnummer 114 en massagetal 289: 114 protonen en 289-114 = 175
neutronen; Lv, livermorium, met atoomnummer 116 en massagetal 292: 116 protonen en 292-116 =
176 neutronen.
b Ca: atoomnummer 20, Pu atoomnummer 94, Cm met atoomnummer 96. Ca+Pu = 20+94 = 114
protonen; Ca+Cm = 20+96 = 116 protonen
c massagetal 289: Ca-45 + Pu-244 of Ca-48 + Pu-241; massagetal 292: Ca-47 + Cm-245 of Ca-45 + Cm247
Opgave 9
a Po-210: atoomnummer 84, dus 84 protonen en 210-84 = 126 neutronen
b Pb-206: atoomnummer 82, dus 82 protonen en 206-82 = 124 neutronen
c Het verschil is twee protonen en twee neutronen dus een alfadeeltje is een He-4 kern.
d 0,1 ppb, dus 0,1 g per miljard g. Massapercentage =
0,1
1109
 100% = 1108 %.
e Bi-209 wordt door opname van een neutron Bi-210 want het aantal protonen verandert niet.
f Po heeft een atoomnummer dat 1 hoger is dan Bi, dus er moet een neutron omgezet worden in een
proton (waarbij ook een elektron en energie ontstaat).
g Po + O2  PoO2
Download