De atoomtheorie Rutherford en meer van die geleerde mannen.... Rutherford • Ontdekte waaruit atomen bestaan. Atoommodel • Atoom bestaat uit 3 deeltjes: – Protonen – Neutronen – Elektronen • Protonen en neutronen vormen de kern van een atoom. • Elektronen “vliegen” er omheen in schillen Atoommodel • Het hangt van de hoeveelheden protonen, neutronen en elektronen af wat voor stof je hebt. Dit bepaalt de eigenschappen van de stof atoommodel • De elektronen staan heel ver van de kern af in verhouding. • Als vergelijking: – als een voetbal hier op aarde de atoomkern voorstelt dan zijn steentjes op de maan de elektronen!! Lading van atomen • 2 van de 3 soorten deeltjes hebben een lading – Protonen een lading van 1+ – Elektronen een lading van 1- • Deze ladingen zijn precies even groot, maar tegenovergesteld. • Er zijn evenveel elektronen als protonen in een atoom: De lading van een atoom is dus neutraal • Neutronen doen niet mee met de lading maar vormen een soort lijm die zorgt dat de kern bij elkaar blijft. Massa van atomen • Protonen en neutronen hebben een massa van 1 u. • Elektronen zijn véél kleiner en hebben een massa die verwaarloosbaar is. Atoomnummer en massagetal • Het atoomnummer van een atoom is het aantal protonen in een atoomkern. • Het massagetal is het aantal protonen en neutronen in een atoomkern • op bladzijde 62 van je boek vind je het atoomnummer van veel atomen. Waterstof 1 elektronen. • bestaat uit 1 proton en .... Helium • Helium bestaat uit 2 protonen, 2 neutronen en 2 elektronen: Vraag: •Wat is het atoomnummer van helium? 2 •Wat is het massagetal van helium? 4 Lithium • Hoeveel protonen 3 heeft lithium? • Hoeveel 3 elektronen heeft lithium? • Hoeveel neutronen 4 heeft lithium? massagetal = aantal protonen + aantal neutronen 7.000 =3 + ? (7 – 3 = 4) Elektronenschillen • Elektronen vliegen niet zo maar rond de atoomkern maar zitten in “schillen” Elektronenschillen • De eerste schil zit het dichtst bij de kern en kan maximaal 2 elektronen hebben. • De tweede schil zit verder van de kern en kan maximaal 8 elektronen hebben. • De derde schil kan maximaal 32 elektronen hebben. Elektronenschillen • Bij lithium is de eerste schil gevuld • In de tweede schil zit 1 elektron. • Er kunnen er dus nog 7 bij. Fluor (F)