Les 4. Maandag 9 november 2009 HOOFDSTUK 3: FUNCTIONELE MARIENE ZONES I : DE AANSLUITENDE ZONE a. Historiek De aansluitende zone is ontstaan omwille van het feit dat in de 20ste eeuw de concepten ‘territoriale wateren’ en ‘de volle zee’ niet meer volstonden om het gebruik van de zee in ordelijke banen te leiden. Eveneens was de kuststaat wegens de beperkte breedte van de territoriale zee niet langer in de mogelijkheid een effectieve bescherming van al zijn, al dan niet rechtmatige, belangen te verzekeren. Staten hebben doorheen de geschiedenis unilateraal rechten opgeëist In art. 24 van verdrag van 1958: “aansluitende zone” = Een strook van de volle zee die grenst aan de territoriale zee en waarin de kuststaat welomschreven en beperkte bevoegdheden kan uitoefenen. De aansluitende zone mag zich niet verder uistrekken dan 12 mijl van de basislijn. Dus de aansluitende zone wordt beschouwd als een deel van de volle zee. Merkwaardig, want die kan niet onderworpen zijn aan de rechtsbevoegdheid van de staat De kuststaat heeft enkel fragmentaire en gespecialiseerde bevoegdheden. Voor de vestiging van de aansluitende zone is directe actie van de kuststaat noodzakelijk. Het moet worden opgeëist. In art. 33 Zeerechtverdrag 1982: zone uitgebreid tot 24 mijl vanaf de basislijn en is niet langer een deel van de volle zee Logisch, want territoriale zee is al 12 mijl; zo onstaat er een afzonderlijke aansluitende zone Een gevolg van de toenemende greep van de kuststaten op de zee Extra toevoeging, m.b.t. historische en archeologisch waardevolle zaken De aansluitende zone mag echter niet worden beschouwd als een recente uitvinding. De klassieke “aansluitende zone”is voortgebouwd op 18de en 19de eeuwse initiatieven (Engeland, VS) om smokkel en onrechtmatige immigratie te kunnen beteugelen. Eng: Aantal “Hovering Acts” die bevoegdheden verlenen aan overheid m.b.t. schepen die dobberen buiten de territoriale zee. VS: National Prohibition Act gaf aanleiding tot # smokkelroutes, teneinde “rum-runners” te beteugelen: unilaterale aanhoudingen buiten de territoriale zee etc. Betwistingen met vlaggenstaten, uiteindelijk aantal bilaterale verdragen met vlaggenstaten, de zogenaamde “Liquor Treaties” --> acties t.o.v. schepen die binnen 1 uur varen konden worden bereikt waren toegelaten. Hierdoor was het principe van de aansluitende zone in de internationale gemeenschap reeds aanvaard toen de voorbereidingen voor het Zeerechtverdrag begonnen. b. Bevoegdheden in de aansluitende zone 1) Klassieke aansluitende zone Enkel wat aangegeven is in art. 24 (1958) en art. 33 Zeerechtverdrag De kuststaat heeft gelijkaardige bevoegdheden als in de territoriale zee, maar op welomschreven en afgebakende domeinen. Preventieve bevoegdheid: De bevoegdheid om controle uit te oefenen binnen 24 mijl, teneinde een aantal inbreuken aan land te vermijden m.b.t. immigratie, sanitaire regelgeving (gezondheid, milieurecht), smokkel, fiscaliteit (heffingen t.a.v. bepaalde goederen die evt. niet betaald zouden worden Repressieve bevoegdheid: wanneer effectief een inbreuk op bovenstaande vier aspecten plaatsvindt, kan de kuststaat bestraffen: men kan tegen een schip optreden (aanhouden, naar haven brengen, mogelijk vervolgingen instellen). De kuststaat heeft het recht de achtervolging (hot pursuit) eveneens inzetten van de aansluitende zone, en niet enkel vanuit de territoriale wateren. II: ANDERE AL DAN NIET AANSLUITENDE FUNCTIONELE ZONES Naast deze klassieke invulling: vaak bevoegdheden opgeëist door staten op unilaterale wijze om andere functionele zones in het leven te roepen. Kunnen worden ondergebracht in één van de volgende rubrieken: specifieke veiligheidszones, anti-pollutiezones, luchtidentificeringszondes en defensie- en neutraliteitszones Bvb. total exclusion zone van Britten rond de Falklands Bvb. Canadese antipollutiezone in de Noordelijke IJszee (tot 200 mijl om het mariene milieu te beschermen) Deze unilaterale acties lijken een schending van de vrijheid van de volle zee maar werden op verschillende gronden vaak gerechtvaardigd. Dus nooit echt een probleem, behalve zgn. visserijzones Bedoeling: meestal visserij-activiteiten reglementair bepalen (quota, seizoenen, vistechnieken). Op die manier willen de kuststaat aanspraak maken op zowel rechten met het oog op de bescherming van het visbestand als exclusieve rechtsbevoegdheid over de visserij in de bijzondere visserijzones. Nogal wat problemen Op basis van verdragsbepalingen inzake de aansluitende zone mogen kuststaten hun visserijreglementeringen niet toepassen voorbij de territoriale zee Eerst: claims tot 12 mijl (jaren '50), Europese Visserijverdrag: niet veel populariteit Verschillende staten: verder gegaan dan claims van 12 mijl IJsland: in jaren '60 visserijzone van 50 mijl opgeëist IGH 1974 (IJsland t. VK): dit soort visserijzones mag, maar de normale afstand is een afstand van 12 mijl van de basislijn; ook rekening houden met historische rechten van vissers RS ondertussen achterhaald In jaren 75-76: bvb. EG heeft 200-mijls-visserijzone geïnstalleerd met ingang van 1977 III: EXCLUSIEF ECONOMISCHE ZONE (EEZ) a. Concept Art. 56 Zeerechtverdrag Exclusief economische zone (EEZ): een functioneel mariene zone, onmiddellijk aansluitend aan de territoriale zee, waar de kuststaat welbepaalde soevereine economische rechten bezit, alsmede een daaraan complementaire rechtsbevoegdheid en waar ook aan de internationale gemeenschap rechten en plichten worden toegekend. M.b.t. levende en niet-levende rijkdommen van water, bodem en ondergrond Zorgt naast # rechten ook voor # plichten in hoofde van de kuststaat 200 mijl vanaf de basislijn b. Oorsprong Eveneens een gevolg van de toenemende greep van de staten op de zee aantal specifieke problemen Latijns-Amerika (CEP-landen): 200-mijlszone opgericht ten behoeve van de anchovis-visserij Koele wateren etc. --> goed voor visbestand Ook 200-mijlszones ingericht aan Oostkust van Latijns-Amerika, ook al is daar geen vergelijkbare situatie te vinden Dus vooral ontwikkelingslanden hebben hiertoe aangedrongen Waarom 200 mijl? --> Hoofdzakelijk reglementering van visserij c. Bevoegdheden Specifieke benamingen, die overeenstemmen met wat men beoogt in het Zeerechtverdrag De EEZ moet uitgeoefend (geregeld, B: W april 1999) worden door de lidstaten 1) Soevereine economische rechten De kuststaat beschikt in de EEZ over de soevereine rechten voor de exploratie en de exploitatie, het behoud en het beheer van de levende en de niet levende rijkdommen van de zeebodem en zijn ondergrond, alsmede van de bovenliggende wateren. Andere soevereine economische rechten, die niet voortkomen uit de natuurlijke rijkdommen M.n. energiewinning: windmolens, getijdecentrales M.n. uitdrukkelijk geregeld voor de levende natuurlijke rijkdommen (visserij). Wat het eigenlijke visserijregime betreft heeft de idee van de exclusieve rechtsbevoegdheid van de kuststaat over een zonde voorbij de territoriale zee tenslotte zijn weerslag gevonden in het concept van de EEZ. De exclusieve rechtsbevoegdheid van de kuststaat heeft zowel betrekking op de bescherming als op de exploitatie van de levende rijkdommen: Beschermingsmaatregelen Exploitatiemaatregelen Verplichting tot samenwerking Beschermingsmaatregelen: TAC (Total Allowable Catch): de kuststaat bepaalt de hoeveelheid die mag worden gevangen, waarbij over-exploitatie moet worden vermeden; quotum dat wordt toegekend aan de kuststaten door samenwerking van de betrokken staten in internationale organisaties Geregeld door o.a. EC: per jaar per soort geregeld hoeveel een lidstaat mag vissen in een bepaalde zone Op grond van biologische criteria Indien meer gevangen wordt dan maximum sustainable yield : overbevissing en met uitsterven bedreigen Exploitatiemaatregelen: Worden gelinkt aan TAC Exploitatie moet een optimale exploitatiezijn Geen overbevissing, ook geen onderbevissing! Onderbevissing: verlies aan opbrengst zonder dat de soort in gevaar komt Overschot: moet ter beschikking staan van andere regionale kuststaten en zelfs landlocked state, met een voorkeur voor de minst ontwikkelde Idee van surplus benefit sharing: is verplicht! Verplichting tot samenwerking waar het visbestand zich uitstrekt over verschillende EEZ’s surplus benefit sharing Niet voor niets: gebeurt via concessies, deze worden vergoed M.b.t. highly migratory species Er moeten verdragen gesloten worden M.b.t. mariene zoogdieren: kuststaten kunnen restrictieve regelgeving uitvaardigen met het oogpunt van hun bescherming Bvb. walvisvaart: International Whaling Commission stelt quota vast Momenteel moratorium, maar wordt aan laars gelapt door Korea en Japan, die wetenschappelijke redenen veinzen Anadrome en katadrome soorten Anadrome soorten: leven in zee, maar begeven zich naar zoetwater om zich voort te planten (bvb. zalm) Wanneer men zich in EEG niet gebonden acht door ene dergelijke beschermingsregeling, kan men het voortbestaan in het gedrang brengen Deze categorieën van maatregelen beperken eigenlijk de rechtsbevoegdheid van staten 2) Bevoegdheid m.b.t.bouw en gebruik van kunstmatige inrichtingen en eilanden Bvb. voor gasboringen, olieboringen Geen soeverein recht Exclusief voor de kuststaat Ook degene die niet gelieerd zijn aan enige vorm van economische activiteit Veiligheidszones rond de kunstmatige eilanden Toegang kan worden gereglementeerd om redenen van veiligheid 3) Niet-exclusieve bevoegdheden Bovenstaande: exclusief voor kuststaat Ook een bevoegdheid die niet exclusief is voor kuststaat Bescherming marien milieu Marien wetenschappelijk onderzoek Bepaalde beperkingen op de bevoegdheid van de kuststaat Belangrijke vorm van rechtsbevoegdheid, waardoor de kuststaten een vrij sterke positie innemen voor wat betreft de uitbouw van economische mogelijkheden Eigenlijk: modaliteit van de algemene bevoegdheid m.b.t. soevereine economische rechten 4) Enforcement-jurisdiction Om te kunnen tegengaan dat men inbreuken zou plegen op de exclusieve rechten in de EEZ achtervolgingsrecht (right of hot pursuit) kan worden ingezet vanuit de aansluitende zone, inclusief de EEZ Achtervolging kan verdergezet worden op volle zee Art. 73 Zeerechtverdrag: aanhouding en inbeslagname van schepen naar aanleiding van bepaalde claims, specifiek gericht op de bevoegdheid van de kuststaat in de EEZ ! Telkens: m.b.t. de rechten die men kan uitoefenen in de EEZ ! Saiga-case (Hamburg-tribunaal) Tanker-bunkerschip, die vaart onder de vlag van St-Vincent and the Grenadines Probleem: had bunker geleverd in EEZ van Guinea, daarna verdergevaren tot buiten de EEZ, Guinees patrouilleschip had Saiga daar gearresteerd op verdenking van belastingsonduiking, niet-betaling van invoerrechten op de olie die zij leverden Saiga: aan de ketting gelegd Hof: er bestaat een achtervolgingsrecht, maar dit is enkel van toepassing op de bevoegdheid die men in de EEZ kan uitoefenen --> dus m.b.t. soevereine economische rechten Geen bevoegdheid om fiscale en antismokkelregelgeving toe te passen ! kan wel in de klassieke aansluitende zone ! d. Verdere claims Chili begin jaren '80: geleidelijk aan verder en verder bevoegdheid gaan vestigen Tot in volle zee Duidelijke [ Estai-case (IGH 1998) ] Spaans schip ... Protection act 1985: Canadese overheid bevoegdheid geclaimd om op volle zee op te treden tegen schepen die zich niet houdt aan regels van normale visvangst Hier: tegen bepaalde tarbotsoorten Tegen EG (bevoegd voor visserij) en Spanje Hof: geen bevoegdheid IGH kan enkel op grond van vrijwilligheid een geschil beslechten Canada had beslist: dit soort geschillen valt niet onder de verplichte rechtsmacht van het IGH Via EEG: bilaterale regeling getroffen met de Canadezen (bemanning en schip vrijgegeven, opbrengst wel in beslag genomen) e. De internationale gemeenschap in de EEZ Alle staten – kuststaten en kustloze staten- genieten in de EEZ van de vrijheid van scheevaart en van overvlucht en van de vrijheid voor het leggen van kabels pijpleidingen Vrijheid van scheepvaart: blijft bestaan! EEZ op gelijke voet met volle zee wat betreft scheepvaart HOOFDSTUK 4: HET CONTINENTAAL PLATEAU a. Definitie en belang Het continentaal plateau is de zeewaarts gelegen voortzetting van de continentale landmassa, vanaf de kustvlakte, welke zich uitstrekt tot waar een werkelijke stijging van de hellingsgraad wordt aangetroffen. (waar een snelle verandering van het reliëf naar de diepte begint) Continentaal plateau: bodem en ondergrond, met name dus het onderzeese gedeelte begint vanaf de kustlijn want is de natuurlijke voortzetting van het land eindigt aan continentale helling = het gedeelte van de zeebodem dat zich zeewaarts uitstrekt vanaf de buitengrens van het continentaal plateau ook hier zijn aanzienlijke hoeveelheden minerale en andere natuurlijke rijkdommen, waardoor ook dit gedeelte van de oceaanbodem niet zal ontstnappen aan een juridische regeling wordt daarna continental slope (continentale glooiing) = komt voor in situaties waar het steile gedeelte van de continentale helling aan de zeezijde overgaat in een zachtere glooiing, die zich over grote afstand kan uitstrekken tot het diepzeebekken --> continentale marge (continentale rand) = samen met de kustzone vormen het continentale plat, de continentale helling, en indien aanwezig de continentale glooiing, de continentale rand Daarna: diepzeebodem: bevat andere structuur van de sedimenten Geologisch concept, pas sinds 20ste eeuw interesse om dit gebied een juridische afbakening mee te geven Belang: Indien niet apart geregeld: valt onder de vrijheid van de volle zee --> kuststaat heeft geen poot om op te staan, kuststaat kan hier geen inkomsten uit genereren aanwezigheid van exploiteerbare bronnen (olie, gas, grind, goud, diamanten...), en dit in gebied waar de zee relatief ondiep is b. Origine Juridisering van de continentale plateaus Trad pas op de voorgrond vanaf het ogenblik dat het technologisch mogelijk werd petroleum en andere minerale rijkdommen te exploiteren op vindplaatsen voorbij de buitengrens van de territoriale wateren Maar toch een zeer oude praktijk; reeds in de vorige eeuwen werden door staten exclusieve aanspraken geformuleerd op gebieden van het plat buiten de territoriale wateren met name m.b.t. sponzen, koralen, parels, trailer fishing Maar de verschillende aanspraken waren nog te beperkt van omvang om een algemene juridische theorie voort te brengen Het gaat dus m.n. over de bodem, niet over het water (<-> EEZ) Ander onderscheid: EEZ moet je opeisen via regelgeving, continentaal plateau heb je sowieso Trumandeclaratie 1945 Verklaring kan worden aanzien als het vertrekpunt van de opname van het juridisch conceptvan het continentaal plateau in de statenprkatijk en de doctrine Harry Truman: eerste Am. president na WO II Er werd gesteld dat de natuurlijke rijkdommen van de bodem en de ondergrond van het continentaal plateau beneden de volle zee, maar aansluitend aan de kusten van de VSA, behoren tot en onderworpen zijn aan de rechtsbevoegdheid en de controle van de VSA Dit doet in geen enkel opzicht afbreuk aan het feit dat de wateren boven het continentaal plateau behoren tot de volle zee, zodat de vrijheid van scheepvaart niet wordt aangetast Vooral voor petroleumexploitatie Op internationaal vlak volgden een reeks verklaringen van diverse staten. Deze stevenden resoluut de Truman Proclamatie voorbij door volledige soevereiniteit op te eisen over het continentaal plateau en de bovenliggende wateren, wat zeker niet de bedoeling van de VSA was geweest Continental Shelf Convention Geen gewoonterechtelijk concept, maar volkomen uitgewerkt als verdragrechtelijk concept in 1958 Bepaling en delimitatie c. Juridisch concept Afstand: redelijk variabel Bvb. westkust Latijns-Amerika: bijna geen Op andere plaatsen honderden kilometers breed 1) Verdrag van 1958 --> Gelijkschakelen met geologische continentaal plat? Neen! Definitie uit Verdrag 1958: bodem en de ondergrond voorbij de territoriale zee, tot op een afstand waar de diepte van de bovenliggende wateren 200 meter bedraagt, of tot een afstand waar de natuurlijke rijkdommen kunnen geëxploiteerd worden Binnengrens: buitengrens territoriale zee Buitengrens: “Dieptecriterium”: tot waar diepte 200 meter bedraagt In de praktijk niet altijd even simpel, bvb. bij heel snelle daling naar diepzee (Latijns-Amerika o.a.) OF “Exploitatiecriterium”: tot waar je de rijkdommen kan uitbaten Voordeel: variabel, flexibel, kan evolueren met de technologie van exploitatie Nadeel: niet altijd rechtzeker, steeds verschuifbare grens, vrees dat de kuststaten rechtsbevoegdheid zouden opeisen over de zeebodem ver buiten de kust zodat het geheel van de zeebodem tussen de kuststaten zou worden verdeeld In praktijk niet veel betwistingen Enkel bij overlappende claims bij aan elkaar of tegenover elkaar liggende staten Bvb. België-Nederland Ook problemen: onregelmatigheid aan de oppervlakte van het continentaal plateau Bodem is niet helemaal vlak door troggen of shelf trenches (shelfgeulen) Kan de bodem voorbij een dergelijke trog nog als continentaal plateau worden beschouwd? [ IGH North Sea Continental Shelf 1969 (Nederland, BRD, Denemarken) ] Obiter dictum: stopt bij het begin van een trog [ IGH Gulf of Maine ] (niet in HB) Otinawa-depressie: Japanners vinden dat hun continentaal plateau zich nog verder uitstrekt richting China en Korea Kan volgens Somers probleem worden, maar is het momenteel nog niet Een principiële oplossing bestaat nog niet dus neemt men meestal zijn toevlucht tot bilaterale regelingen Meeste geschillen vandaag de dag: via arbitrage 2) Zeerechtverdrag van 1982 Laat geologisch concept helemaal los! Men trachtte de grove ongelijkheid in het Verdrag van 1958 weg te werken (door het exploitatiecriterium werden staten met een uitgestrekt continentaal plateau bevoordeeld) Art. 76 Zeerechtverdrag: Binnengrens: voorbij de territoriale zee Buitengrens: wederom op 2 manieren bepaald; maar niet langer een dieptecriterium, enkel aan afstandscriterium wordt weerhouden “Natuurlijk criterium”: tot aan de uiterste rand van de continentale marge Indien verder dan 200 mijl Absolute grens van 350 mijl buiten de basislijn of Australië: buiten de 200 mijl, door Commissie goedgekeurd “Kunstmatig criterium”: 200 mijl Men zal dit dus altijd inroepen indien het natuurlijke korter is Dus sowieso 200 mijl d. Delimitatie 1) Overlapping van het continentaal plateau van meerdere staten Interstatelijke geschillen Problemen binnen eenzelfde staat: bvb. in geval van federale staten Bevoegdheid federale overheid vs. bevoegdheid deelsta(a)t(en) Jaren 50-70: in VS Gevolg: specifieke wetgeving: tot einde van territoriale zee: deelstaten, outer continental shelf: federale staat België Financiering m.b.t. oppervlakte of bevolking? Indien oppervlakte: ook continentaal plat en territoriale zee :-) Geen internationaalrechtelijk probleem Echter: geen staatsterritorium als dusdanig Terecht afgeblokt door RvSt Federale staat is bevoegd voor continentaal plateau!