Wat zijn microben? Microben – Microben zijn levende organismen. – Ze zijn te klein om met het blote oog te zien. – Ze leven OVERAL! – Er zijn 3 verschillende types microben: • Bacteriën • Virussen • Schimmels Bacteriën – Ze halen hun voedingsstoffen uit de omgeving waarin ze leven. Soms is die omgeving het menselijk lichaam. – De meeste bacteriën zijn nuttig en onschadelijk. Maar sommigen kunnen een ziekte veroorzaken. – Bacteriën kunnen zich vermenigvuldigen buiten het lichaam of binnen het lichaam, zoals bij een infectie. – Sommige bacteriën zijn erg nuttig voor ons lichaam (Nuttige bacteriën leven onder andere in onze darmen en helpen ons bij de vertering van voedsel) – Ze zijn overal: op de aarde, in het water, in stenen, in vulkanen, op en in ons lichaam en in de grond. Structuur van een bacterie Celmembraan Chromosoom Celwand • • • • Cytoplasma Chromosoom: het DNA-materiaal van de cel. Celwand: bestaat uit peptidoglycaan en houdt de vorm van de bacteriële cel in stand. Celmembraan: bekleedt de binnenzijde van de celwand. Het is een grens voor de inhoud van de cel en een barrière tegen substanties die binnendringen en uitbreken. Cytoplasma: geleiachtige substantie in de cel die de inhoud bewaart. Bacteriële vormen Bacteriën bestaan in 3 verschillende vormen Bolvorm of cocci (Staphylococcus) Staafvorm (Lactobacillus) Spiraalvorm (Campylobacter) Virussen – Virussen zijn de kleinste microben. Ze leven soms IN bacteriën! – De meeste virussen maken ons ziek. – Ziekten zoals WINDPOKKEN en GRIEP worden veroorzaakt door virussen. – Virussen worden gemakkelijk overgedragen van de ene persoon op de andere. – Virussen kunnen niet op zichzelf overleven. Ze gebruiken een gastcel om te overleven en om zich voort te planten. – Eenmaal in de gastcel binnengedrongen, vermenigvuldigen ze zich met miljoenen tegelijk en vernietigen ze de cel! Structuur van een virus Enveloppe Nucleïnezuur Glycoproteïnen Enveloppe • Omringt de cel en bestaat uit een dubbele lipidenlaag. Glycoproteïnen Hebben twee functies: • Vasthechten van het virus aan de gastcel. • Transporteren van genetisch materiaal van het virus naar de gastcel. Nucleïnezuur • Kan DNA- of RNA-materiaal zijn, zelden bevatten ze beiden. De meeste virussen bevatten RNAmateriaal. Virale vormen Er zijn 3 verschillende vormen van virussen Helical (Tobacco mosaic virus) Icosahedral (Influenza) Complex (Bacteriofaag – een virus dat bacteriën infecteert) Schimmels – Schimmels zijn de grootste en meest veelzijdige van alle microben. – Het zijn grote plantachtige structuren zonder chlorofyl. – Omdat ze geen chlorofyl hebben om voedsel te maken, moeten ze voedingsstoffen absorberen uit het oppervlak waarop ze groeien. – Schimmels kunnen erg nuttig zijn en mensen gebruiken ze in: – De voedselindustrie (vb. brouwen van bier en gist om brood te doen rijzen). – Geneeskunde (antibiotica). – Ze kunnen schadelijk zijn als ze voedingsstoffen van andere levende organismen stelen. Voorbeelden zijn broodschimmel en voetschimmels. Deze laatste wordt veroorzaakt door de schimmel “dermatofiet”. – Schimmels vind je in de lucht, op planten en in water. Structuur van een schimmel Sporangia Sporangiofoor Rhizoiden Sporangia: Sporenproducerend lichaam. Sporangiofoor: Filamenteuze steel waarop het sporangium zit. Rhizoiden: De ondergrondse hyfen staan in voor de voedsel-absorptie.